Hevige buien zorgen in de toekomst steeds vaker voor wateroverlast in stedelijk gebied. De TU Delft en adviesbureau HKV ‘Lijn in water’ hebben een methode ontwikkeld om de risico’s die gepaard gaan met extreme neerslag te bepalen. Deze methode hebben zij gebruikt om de provinciale hoofdsteden onderling te vergelijken. Den Haag blijkt het hoogste neerslagrisico te hebben. Den Haag heeft het grootste aantal gebouwen wat hinder ondervindt van extreme neerslag. Ook de economische gevolgen zijn in Den Haag het grootst bij een neerslag overstroming. Dit komt onder meer omdat Den Haag een groot verhard oppervlak heeft en een hoog percentage urbanisatie.
De Haagse Stadspartij is geschrokken van dit hoge neerslagrisico. In schriftelijke vragen roept zij het college op om met een plan van aanpak te komen om de door de onderzoekers aangedragen mogelijke verbeteringen van de situatie uit te voeren. Zo zouden er meer groenstroken kunnen worden aangelegd en zouden delen van de stad aangepast kunnen worden zodat het aantal gebouwen dat hinder kan ondervinden van extreme neerslag wordt verminderd.
Schriftelijke vragen: Den Haag niet bestand tegen extreme neerslag
Indiener: Joris Wijsmuller Haagse Stadspartij
Datum: 17 januari 2019
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
In het artikel “Hoosbuien doen Den Haag de das om” in het Algemeen Dagblad van 17 januari 2019 (https://www.ad.nl/den-haag/hoosbuien-doen-den-haag-de-das-om~a6e19f30/) staat te lezen dat uit onderzoek van TU Delft en adviesbureau ‘HKV lijn in water’ blijkt dat Den Haag van alle steden het hardst getroffen wordt als er sprake is van extreme neerslag. Er wordt in de toekomst steeds meer hevige neerslag verwacht.
Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij de volgende vragen en beantwoordt het college deze vragen als volgt.
In het artikel “Hoosbuien doen Den Haag de das om” in het Algemeen Dagblad van 17 januari 2019 (https://www.ad.nl/den-haag/hoosbuien-doen-den-haag-de-das-om~a6e19f30/) staat te lezen dat uit onderzoek van TU Delft en adviesbureau ‘HKV lijn in water’ blijkt dat Den Haag van alle steden het hardst getroffen wordt als er sprake is van extreme neerslag. Er wordt in de toekomst steeds
meer hevige neerslag verwacht.
1. Heeft het college kennisgenomen van het onderzoek van de TU Delft en adviesbureau ‘HKV lijn in water’?
Ja, het college heeft met interesse kennis van dit bachelor eindproject genomen.
2. Hoe verhouden de uitkomsten van dit onderzoek zich tot de uitkomsten van de door de gemeente Den Haag uitgevoerde klimaat stresstest?
Op basis van de in 2015 uitgevoerde stresstest wateroverlast kwam het college tot vergelijkbare schattingen. Hierbij moet worden benadrukt dat bij een stresstest wordt gerekend met een extreem scenario. Een stresstest is bedoeld om kwetsbaarheden te kunnen vinden.
3. Wanneer worden de resultaten van laatst genoemde klimaat stresstest naar de Raad gestuurd?
De klimaatstresstest vormde een onderlegger voor het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 (RIS289287) dat in 2015 door de raad is vastgesteld. Zoals toegezegd naar aanleiding van een motie over wateroverlast (RIS298321) is de kaart met waterhoogten op straat na de ‘stressbui’ sinds medio 2018 terug te vinden op de klimaatatlas van Den Haag (denhaag.klimaatatlas.net).
De klimaatstresstest wordt in 2019 geactualiseerd, waarmee een beter zicht komt op de kwetsbaarheid van de stad voor hevige buien. Hierbij wordt met name aandacht gegeven aan (de bereikbaarheid van) kwetsbare objecten zoals ziekenhuizen, politiebureau’s en museumdepots en aan kritische voorzieningen voor de stad, zoals elektriciteit en drinkwater. Met de uitkomsten van de stresstest wordt, gekoppeld ook aan de uitkomsten van de andere stresstesten voor hitte en droogte, samen met belanghebbenden in de stad via risicodialogen gewerkt aan een aanpak.
4. Onderkent het college de in het onderzoek genoemde risico’s voor Den Haag zoals het grootste aantal gebouwen dat hinder ondervindt van extreme neerslag en de grootste economische gevolgen bij een neerslagoverstroming ? Zo nee, waarom niet?
Het college wijst er op dat het onderzoek een extreem scenario schetst op basis van een grof model. Dit is goed om kwetsbaarheden in het algemeen in beeld te krijgen. Het model dat de gemeente in 2015 heeft gebruikt voor de stresstest wateroverlast geeft al een veel gedetailleerder beeld, maar zelfs dat model vertoonde nog tekortkomingen waardoor een onzuiver (negatief) beeld is geschetst. Mede om deze reden wordt de stresstest in 2019 geactualiseerd. Het college is zich bewust van mogelijke risico’s voor de stad bij extreme neerslag. Dit heeft zijn weerslag op het beleid en is ook te zien in concrete projecten. Zo worden de onderdoorgangen onder het spoor klimaatbestendiger gemaakt; is de calamiteitenberging voor 60.000 m3 water in het Molenvlietpark vrijwel gereed; wordt overal in de stad gestreefd naar meer groen om water vast te houden en worden bewoners betrokken in het streven naar ‘ontharden’ en ‘vergroenen’ middels Operatie Steenbreek. Verder wordt bij alle werkzaamheden in de openbare ruimte gestreefd naar meer klimaatadaptieve inrichting, waarbij ontstenen en vergroenen ons speerpunt is. Om de uitkomsten beter te duiden, wil het college er wel op wijzen dat voor het onderzoek waar u naar verwijst alleen provinciehoofdsteden zijn beschouwd. Den Haag is de grootste van deze steden met de meeste inwoners, de meeste woningen en daarbij is het ook de economisch meest ‘waardevolle’ stad.
5. Deelt het college de mening van TU Delft en adviesbureau ‘HKV lijn in het water’ dat Den Haag de grootste kans heeft op een extreme bui en die hoeveelheid water slecht op kan vangen door het hoge percentage urbanisatie en verhard oppervlak in de stad? Zo nee, waarom niet?
Door de ligging aan zee heeft Den Haag inderdaad een grotere kans op extreme buien. Het KNMI spreekt hierbij over het ‘kusteffect’. Verder is Den Haag de stad met het grootste bebouwde oppervlak. In verhouding tot de andere provinciale hoofdsteden is er daarmee een grotere kans op een extreme gebeurtenis. Dat Den Haag een extreme bui slecht zou kunnen opvangen, is een bewering die op basis van het onderzoek niet gedaan kan worden. Bij het inschatten van wateroverlast is alleen gekeken naar het maaiveld. Het rioleringssysteem en het stelsel van grachten en sloten is buiten beschouwing gebleven. Het rioleringssysteem van Den Haag is ruim ontworpen en het wordt goed onderhouden. Het oppervlaktewatersysteem is in delen van de stad wat ‘krap’, maar het kan het water ook voldoende snel afvoeren in geval van een korte hoosbui. Een ligging grotendeels op hogere gronden achter de duinen maakt Den Haag juist minder kwetsbaar bij hoosbuien.
6. De neerslag index van TU Delft en adviesbureau ‘HKV lijn in het water’ laat ook zien dat er duidelijke handvatten zijn om het neerslagrisico in Den Haag te verkleinen dan wel beter te beheersen. Zo zouden er meer groenstroken kunnen worden aangelegd om het verharde oppervlak te verminderen. Ook zouden delen van de stad gerenoveerd of verhoogd kunnen worden, zodat het aantal gebouwen dat hinder kan ondervinden van extreme neerslag wordt verminderd. Is het college bereid deze aanbevelingen over te nemen en met een plan van aanpak te komen om Den Haag beter bestand te maken tegen extreme neerslag? Zo nee, waarom niet?
De aanbevelingen die in dit bachelor onderzoek worden gedaan, zijn in lijn met het handelen zoals door dit college is ingezet. In het Gemeentelijk Rioleringsplan is hiervoor een doelstelling van 4 hectare gesteld die moet worden afgekoppeld van het rioolstelsel. De raad heeft bovenop die doelstelling een extra ambitie gezet (motie Afkoppelen hemelwater van het riool, RIS 291143) die deze doelstelling verdubbelt tot 8 hectare, met een voorkeur voor ontstenen en vergroenen. In het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan, dat in 2020 aan de raad zal worden voorgelegd, komen mogelijke maatregelen om de kwetsbaarheid (verder) te beperken aan de orde. Maar ook op andere beleidsterreinen wordt klimaatbestendigheid meegenomen. Uitgangspunt is dat klimaatbestendigheid wordt verankerd in het handelen en denken van alle partijen in de stad. Door de opgave mee te nemen in relevante beleidsdomeinen en samen te werken, kunnen we de stad bestendiger maken tegen klimaatverandering. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de inzet op vergroening van de buitenruimte (RIS 299262), groenblauwe schoolpleinen (RIS 301036) en de Nota Haagse hoogbouw, Eyeline en Skyline (RIS 298448) en de aan uw raad aangeboden kadernota duurzaamheid, schone energie in een groene stad (RIS 301829).
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
Peter Hennephof Pauline Krikke