Verkeerswethouder Robert van Asten (D66) doet zijn best om in Den Haag de mobiliteitstransitie in gang te zetten en het langzaam verkeer en het openbaar vervoer voorrang te geven. Maar als het er op aankomt, zoals bij het parkeerbeleid, laat zijn coalitiepartner VVD het stuur niet los. Ondanks alle leefbaarheids-, veiligheids- en milieuproblemen, wordt de heilige koe van de VVD geen strobreed in de weg gelegd
De stad is decennia lang ingericht op de auto, en het autogebruik in de stad blijft maar groeien. De stad heeft echter geen ruimte voor massaal autogebruik, het milieu kan dit niet aan met de grote problemen op het gebied van luchtkwaliteit, stikstofuitstoot en CO2-opwarming, en de auto is de belangrijkste oorzaak van verkeersonveiligheid. Bij parkeerbeleid moeten niet de parkeerproblemen maar de leefbaarheidsproblemen centraal staan. Joris Wijsmuller namens Haagse Stadspartij over het parkeerbeleid in de raad
“Een auto neemt in een dichtbevolkte stad veel te veel ruimte in beslag. Grond in Den Haag is schaars, en parkeerruimte is een economisch goed. Het is dan ook bizar dat wij als gemeente parkeerruimte nota bene subsidiëren. Ook is het bizar dat de gemeente bij de bouw van nieuwe woningen met parkeernormen dwingt om ook te investeren in parkeerplaatsen zodat woningen duurder worden. Ons parkeerbeleid is een van de oorzaken voor de toenemende onbetaalbaarheid van woningen.
We moeten de stad niet inrichten op de auto, maar op andere vervoersmiddelen zoals het openbaar vervoer en het langzaam verkeer. Het beprijzen van parkeerruimte leidt tot soberder en selectiever gebruik van de auto zodat je tot een schonere, veiligere en leefbare stad kan komen. Zodat er meer ruimte is voor groen, speelruimte voor kinderen, en bewegingsvrijheid voor voetgangers en fietsers.
De Haagse Stadspartij is al vanaf het moment dat wij in 1998 in de gemeenteraad kwamen voor betaald parkeren in de hele stad. Ook zijn wij voor het loslaten van parkeernormen, en kunnen dus niet instemmen met de nieuwe parkeerstrategie. Het huidige parkeerbeleid werkt ongelijkheid in de hand. Want waarom moet je in de Schilderswijk wel betalen, maar in de Vogelwijk niet? En waarom zijn de parkeertarieven in de dichtstbevolkste stad van Nederland goedkoper dan in de andere G4 steden? Het tarief moet echt omhoog. Dit is ook noodzakelijk om aan te sturen op het gebruik van parkeergarages die er in overvloed zijn. Want we hebben nu volle straten en lege parkeergarages.
Goed dat de gemeente met de nieuwe parkeerstrategie niet meer vergunningen gaat uitgeven dan er aan parkeerruimte beschikbaar is. Wel verschilt de Haagse Stadspartij fundamenteel van mening met het college dat ieder huishouden recht heeft op een 1e parkeervergunning. Er is zoiets als het grondrecht op betaalbare woonruimte, het recht op goede en betaalbare zorg, het recht op een veilige en gezonde leefomgeving en het recht op gelijke kansen in het onderwijs. Maar het recht op een 1e parkeervergunning op straat is absolute kolder, en in een snelgroeiende en dichtbevolkte stad als Den Haag onhoudbaar.
Het college wil vergunningen voor 2e auto’s (en meer) gaan weigeren in gebieden waar er een parkeerdruk is van meer dan 90%. Dat geldt dan alleen voor nieuwe bewoners, terwijl oude bewoners mogen hun 2e, 3e en meer afgegeven vergunningen gewoon houden. Hier komt de ongelijkheid in het beleid opnieuw om de hoek kijken. Daarom dien ik de motie in ‘Overgangsregeling historisch uitgegeven parkeervergunningen’ met het verzoek om een overgangsregeling op te stellen om ook het privilege van historisch uitgegeven 2e (en meer) vergunningen op te heffen.”
De motie van de Haagse Stadspartij haalde het niet. De moties en amendementen van de VVD haalde het wel om de automobilist meer voordeel te geven, om meer ruimte in nieuwe parkeergarages te onderzoeken, en om de scherpe kantjes van de strategie van de wethouder er af te slijpen. Zolang het verkeersbeleid in de wurggreep van de VVD blijft zitten, blijft de auto in Den Haag domineren.