De tarieven voor het Openbaar Vervoer (OV) worden jaarlijks door de Metropoolregio (MRDH) vastgesteld. Voor 2019 varieert de verhoging van de verschillende tarieven van 5,75 % tot ruim 14%. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij is geschrokken van de voorstellen en heeft het Haagse college om opheldering gevraagd. “Zo jaag je mensen het OV uit!”
Terwijl het Haagse gemeentebestuur vol ambitie zit om het OV aantrekkelijker te maken en wil investeren in trams en schaalsprong, worden in de achterkamertjes van de MRDH nieuwe drempels opgeworpen. De bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag stelt jaarlijks de tarieven voor het OV in de regio vast, en stelt nu voor om de tarieven te verhogen: het opstaptarief gaat in 2019 van € 0,90 naar € 0,96. Het kilometertarief voor 2019 wordt verhoogd naar 16,6 eurocent (was 15,7 eurocent), de prijs van een los kaartje gaat van € 3,50 naar € 4,00, en het tarief van de dagkaart van € 6,50 naar € 7,10.
Fractievoorzitter Joris Wijsmuller hekelt deze nieuwe tariefsverhoging en roept het college van burgemeester en wethouders in vragen ter verantwoording. Wijsmuller: “Mobiliteit in onze stad wordt zo peperduur en het OV voor de mensen met een kleine beurs steeds onbereikbaarder. De tweedeling wordt dus groter. Hoezo schaalsprongplannen? Tariefsverhoging leidt tot reizigersverlies terwijl we juist willen dat meer mensen het OV nemen!”
De MRDH streeft naar een regionaal tarievenhuis met uniforme tarieven, maar daar komt in de praktijk niets van terecht. De regio Haaglanden is duurder dan de regio Rotterdam en heeft al de reputatie dat het de duurste OV-tarieven in het land heeft. Dit wordt met de tariefsverhoging alleen maar erger. Zo was de prijs voor een los kaartje bij de HTM in 2011 voor invoering van de OV-chipkaart nog € 1,60. In 2019 wordt dit € 4,00. Wijsmuller: “Dit is voor een los kaartje in 8 jaar tijd dus een exorbitante stijging met maar liefst 150 %. Zo jaag je mensen het OV uit!”
Het raadslid de heer Wijsmuller heeft op 12 november 2018 een brief met daarin acht vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Op 21 november a.s. besluit de bestuurscommissie vervoersautoriteit van de MRDH onder voorzitterschap van wethouder Mobiliteit, Cultuur en Strategie over de voorstellen voor de tarieven van het openbaar vervoer in 2019. Voorgesteld wordt om het opstaptarief te verhogen in lijn met de Landelijke Tarieven Index (5,75%) van € 0,90 nu naar € 0,96 in 2019. Daarnaast wordt ook voorgesteld om voor de regio Haaglanden het kilometertarief voor 2019 te verhogen naar 16,6 eurocent (was 15,7 eurocent), en voor de regio Rotterdam naar 14,7 eurocent (was 13,9 eurocent). De prijs van een los kaartje wordt verhoogd van € 3,50 naar € 4,00 en het tarief van de dagkaart wordt verhoogd van € 6,50 naar € 7,10, zo luidt althans het voorstel. Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Joris Wijsmuller de volgende vragen:
1) Is het college met mij van mening dat de tarieven van het OV bij de mobiliteitskeuze voor de reiziger en de concurrentiepositie van het OV een belangrijke factor is? Zo nee, waarom niet?
Het aanbod aan OV is in het algemeen meer bepalend voor de mobiliteitskeuze dan het tarief. De tarieven hebben wel effect op de vervoervraag, maar dat effect is gering. De afname van het aantal reizigers door een tariefsverhoging is daardoor beperkt. De tariefsverhogingen hebben echter sowieso geen effect op reizigers met een Ooievaarspas die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, zij kunnen nog steeds gratis reizen.
2) In de commissie Leefomgeving van 1 november j.l. gaf de wethouder op verzoek aan dat de commissie begin 2019 per brief geïnformeerd wordt over de tarifering van het OV, echter zonder daarbij te vermelden dat hier sprake is van een aanzienlijke verhoging. Uit de stukken voor de MRDH blijkt dat de voorstellen voor tariefsverhoging al eerder (voor de zomer) in procedure zijn gebracht. Waarom wordt de raad kennelijk pas na vaststelling (door de MRDH) geïnformeerd en niet aan het begin van de procedure zodat beïnvloeding nog mogelijk is?
De tariefvoorstellen van de vervoerders worden elk jaar door de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de MRDH vastgesteld. Wijziging van de tarieven vergt volgens de Wet Personenvervoer 2000 een advies van de consumentenorganisaties, verenigd in het Metrocov. Een dergelijk besluit van de MRDH vergt geen zienswijzeprocedure. De toezegging in de raadscommissie heeft betrekking op het tarievenkader voor de MRDH. Wij verwachten dat de leden van de raadscommissie komend voorjaar nader kunnen worden geïnformeerd over het tarievenkader.
3) De regio Haaglanden heeft de reputatie dat het de duurste OV-tarieven in het land heeft. Kan het college dit bevestigen?
Nee. Het opstaptarief (basistarief) is in heel Nederland 90 cent. De kilometertarieven variëren in 2018 tussen 13,7 cent per kilometer in delen van Zuid-Holland tot 18,6 cent per kilometer in Twente. Treindiensten zijn hierin niet meegenomen. Het kilometertarief in Haaglanden is met 15,7 cent per kilometer redelijk gemiddeld.
4) Kan het college aangeven wat de tarieven zijn in achtereenvolgens regio Drechtsteden, regio Leiden, regio Amsterdam, regio Utrecht en regio Eindhoven voor wat betreft: het opstaptarief, het kilometertarief, een los kaartje en een dagkaart?
5) De MRDH streeft naar een regionaal tarievenhuis met uniforme tarieven, maar het voorgestelde kilometertarief is in Haaglanden zelfs een fractie meer verhoogd (1 eurocent) dan in de regio Rotterdam. Waarom is het streven naar uniforme tarieven in deze voorstellen niet terug te zien?
De verhoging van het tarief met 5,75% heeft geleid tot een tariefstijging van het kilometertarief in het Rotterdamse van 0,8 cent en in Haaglanden van 0,9 cent, dus ééntiende cent verschil. MRDH heeft het voornemen om de mogelijkheden en gevolgen van uniforme tarieven binnen de Metropoolregio te bespreken aan de hand van het voorstel voor het tarievenkader. Zie ook vraag 2.
6) De 2 uur netkaart (het losse kaartje) en de dagkaart verkopen bij HTM het meest. De prijs voor een los kaartje was voor de invoering van de OV-chipkaart in 2011 nog € 1,60. In 2019 wordt dit € 4,00. Hoe verklaart het college deze exorbitante stijging van een los kaartje met maar liefst 150 % in 8 jaar tijd?
Het goedkoopste kaartje in 2011 van €1,60 was geldig voor één zone. Elke zone extra kostte 80 cent. In de loop van 2011 is overgegaan op de OV-chipkaart en zijn regionale vervoerbewijzen ingevoerd. Deze zijn gebaseerd op een geldigheidsduur en niet op een geldigheid in zones. Een kaartje voor een half uur kostte toen €2,50 en voor 60 minuten €3,-. Deze verhogingen waren vooral bedoeld om reizigers te stimuleren meer gebruik te maken van de OV-chipkaart. Sindsdien zijn de prijzen voor de kaartjes met een vergelijkbare geldigheidsduur beperkt verhoogd met ca. 12%. Wel is de geldigheidsduur in de loop der jaren groter geworden, wat heeft geleid tot een hoger tarief. Voor 2019 heeft HTM op verzoek van het METROCOV het 60 minuten kaartje laten vervallen. Daarom is voor 2019 alleen nog een 2-uurs kaart opgenomen van €4,-.
7) Wat heeft het college gedaan om de tarieven voor de regio Haaglanden te matigen en de concurrentiepositie van het OV in ieder geval niet te verslechteren?
Het tarief van het stedelijk en regionaal OV wordt jaarlijks aangepast op basis van de Landelijke tarievenindex OV (LTI). Deze bedraagt dit jaar 2,84%. Dit is een landelijk gehanteerde index voor de tarieven van de OV-chipkaart. Deze afspraak volgt de MRDH. Daarbovenop komt dit jaar de verhoging van het lage BTW-tarief van 6% naar 9% door het Rijk. MRDH heeft samen met de andere vervoerautoriteiten aandacht gevraagd bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en bij het Ministerie van Financiën. Namens alle decentrale vervoerautoriteiten hebben gedeputeerde staten van Zuid Holland hierover een brief aan het Rijk gestuurd. Gegeven de reactie van het Rijk lijkt er helaas geen ruimte om de BTW verhoging terug te draaien.
8) Bij de MRDH – oploop voor de strategische agenda sprak de burgemeester van Rotterdam zich uit voor gratis openbaar vervoer voor de reiziger. Wat is de mening van het college over gratis openbaar vervoer voor de reiziger? Graag een toelichting.
Gratis openbaar vervoer bestaat niet. Uit de Brede Doeluitkering (BDU) dekt de MRDH ongeveer 50% van de kosten. De andere 50% komt uit de reizigersbijdragen. Als alle reizigers niet meebetalen aan hun reis, dan zou jaarlijks een aanzienlijke extra som geld nodig zijn om die kosten te dekken. De Metropoolregio en het Rijk hebben dit niet beschikbaar. Wij zien geen andere mogelijkheid dan dat reizigers significant bijdragen in de vervoerskosten, zodat het kwaliteitsniveau van het OV op een aanvaardbaar peil blijft. Hier speelt mee dat de reizigersbijdrage de vervoerder stimuleert om het vervoer zo goed mogelijk te laten aansluiten op de vervoervraag en het vervoer kosteneffectief aan te bieden. Wij zijn daarom voorstander van het principe dat de reiziger substantieel meebetaalt aan de kosten van zijn reis met het OV (uitgezonderd de reizigers met een Ooievaarspas, die gratis kunnen reizen).
Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,
Peter Hennephof Pauline Krikke
In de pers
– 13 november 2018, De Posthoorn
– 13 november 2018, Omroep West
– 13 november 2018, Den Haag FM