Taaie strijd over misstanden politie

Tijdens de commissie vergadering Bestuur over de misstanden bij de politie op woensdag 4 december gaf fractievoorzitter Joris Wijsmuller zijn inbreng. Ten eerste is het vertrouwen opgezegd in de eenheidsleiding van Den Haag, en niet in de politie die bijvoorbeeld de afgelopen dagen in Duindorp juist belangrijk werk heeft verricht. De waarnemend burgemeester Remkes en de politiechef van de eenheid Den Haag, de heer Van Musscher, waren aanwezig maar stonden niet open voor kritiek van verschillende partijen. Het was zelfs schrikbarend dat burgemeester Remkes klokkenluider Fatima Aboulouafa, die ook aanwezig was in de raadszaal, niet als klokkenluidster erkende omdat zij de procedure niet juist zou hebben gevolgd. En zo de vraag onbeantwoord liet waarom eerder sancties tegen de klokkenluiders zijn getroffen dan tegen grensoverschrijdende agenten van bureau Hoefkade.

De meest kritische partijen op de politieleiding in Den Haag waren helaas al snel door hun spreektijd heen zodat politiechef Van Musscher ongestoord de problemen onder het tapijt kon vegen. Volgens de politiechef zou er geen sprake zijn van discriminatie en ook niet van “Marokkanenverdelgers”.

Het blijft een taaie strijd tegen de misstanden bij de politie maar ook een die we zeker zullen blijven voeren.

Lees hieronder de inbreng van Joris Wijsmuller:

Voorzitter, wanneer 20 maatschappelijke organisaties de korpsleiding aanspreken op de structurele misstanden binnen de politie is dat een belangrijk en krachtig signaal. Het gaat over misstanden die betrekking hebben op geweld, racisme, seksisme, homofobie en het achterblijven van diversiteit binnen het korps.

De 20 organisaties hebben een klacht ingediend gericht tegen de eenheidsleiding van de regio Den Haag vanwege het niet beschermen van klokkenluiders, het niet ingrijpen bij misstanden en het door laten werken van verdachte agenten gedurende het onderzoek. De Haagse Stadspartij heeft deze klacht samen met Nida en IslamDemocraten ondersteund, en het is van groot belang dat dit nu hier op de agenda staat. Directe aanleiding voor deze klacht vormde de berichten van onder meer voormalig politieadviseur Carel Boers, klokkenluider Fatima Aboulouafa en de misstanden op buro Hoefkade naar aanleiding van een vertrouwelijk rapport van de VIK, een interne onderzoekscommissie naar de integriteit binnen het korps.

Ter voorbereiding op deze vergadering hebben wij de burgemeester een aantal vragen voorgelegd, zoals onder meer welke analyse de politie zelf heeft gemaakt over de misstanden binnen het korps, en waarom de politie denkt dat het vertrouwen in de leiding ter discussie staat. Ik ga er vanuit dat de burgemeester hier zo dadelijk op in gaat. Ter aanvulling op deze vragen wil ik nu nog kort ingaan op de brief van de burgemeester en het bericht over de disciplinaire straffen tegen een acht-tal agenten van buro Hoefkade.

  • De burgemeester noemt in zijn brief twee belangrijke randvoorwaarden voor de legitimiteit en het vertrouwen van de poltie, namelijk: het grote belang van inclusiviteit waarbinnen geen ruimte is voor discriminatie en ander wangedrag. Maar ook: het niet onterecht in twijfel trekken van de integriteit van de politie. Wat is volgens de burgemeester nu ondermijnender voor het vertrouwen: de weerbarstige problemen met etnisch profileren en misstanden binnen het korps, of het aanspreken van een specifieke eenheidsleiding op het onvoldoende in bescherming nemen van klokkeluiders en niet ingrijpen bij misstanden? Ik wil hierbij in herinnering roepen dat de klokkeluider eerder op non-actief is gesteld dan dat de agenten, die verdacht werden van de misstanden, zijn verplaatst.
  • Onderkent de burgemeester dat er pas tegen de agenten is opgetreden nadat het NRC met de misstanden naar buiten kwam?
  • Is het niet zo dat de agenten die nu gestrafd zijn al heel lang op buro Hoefkade werkten, en het effect van deze ‘rotte appels’, zoals zij door de hoofdcommissaris worden genoemd, in al die jaren groot moet zijn geweest en derhalve structureel is?
  • In de brief van de burgemeester staat dat de klachten niet waar zijn terwijl de klacht van 20 organisaties ook gebaseerd is op  onderzoek van de politie. Hoe zit dat? Kan dat onderzoek ter inzage worden gelegd?

En n.a.v. de genomen disciplinaire maatregelen: 

De politie heeft het geweldsmonopolie en het monopolie op vrijheidsberoving, en wanneer dan blijkt dat agenten liegen over buitenproportioneel geweld, dan is dat zeer ernstig en ondermijnend voor de legitimiteit van de politie. Daarom is het goed dat er een agent is ontslagen en een agent voorwaardelijk is ontslagen (met een proeftijd van 3 jaar) en daarnaast 6 agenten een officiele waarschuwing hebben gekregen. Maar toch heb ik ook vragen:

  • Bent u het met mij eens dat dit, gelet op het feit dat het om een grotere groep gaat meer dan een incident is?
  • Waarom steld de politie desondanks dat uit het uitvoerige interne onderzoek niet is gebleken dat er sprake is van racisme of discriminatie?
  • Is de term ‘Marokkanenverdelgers’ dan niet discriminerend? Of de termen ‘Zuiveren’ of ‘Goudzoekers’, wat vindt de burgemeester hiervan?
  • Het OM heeft overigens we laten weten dat politie de zaak tegen ‘foute’ agenten op de Hoefkade ‘niet heeft aangebracht’. Hoe zit dit?

Tot slot: 

  • Hoe kijkt de burgemeester aan tegen het achterblijven van diversiteit binnen de eenheid van regio Den Haag, en het feit dat de eenheid niet in staat is om agenten van kleur, vrouwen en klokkeluiders vast te houden?

De politie doet goed en belangrijk werk, zoals nu weer in Duindorp, en er zijn veel agenten die dag in dag uit integer hun werk doen en zich met gevaar voor eigen leden inzetten voor onze samenleving. Al deze agenten worden gedupeerd door de negatieve beeldvorming maar vooral door de onveiligheid binnen de organisatie. En juist daarom is het van groot belang dat problemen die er zijn niet onder het tapijt worden geveegd, maar juist op tafel komen. Alles moet op tafel, bijvoorbeeld ook het genoemde rapport van de VIK. Klokkenluiders kunnen rekenen op bescherming. En de eenheidsleiding moet haar verantwoordelijkheid nemen om het wantrouwen structureel tegen te gaan.