Het raadsdebat over de plannen voor het Stedelijk energieplan en de Bestedingsmiddelen Eneco was een pijnlijk debat. Partijen ter rechterzijde (PVV en Groep de Mos) vonden het zoals gebruikelijk maar niks, maar ook aan de linkerzijde klonk er ditmaal felle kritiek van voorvechters als de PvdD, de SP en de Haagse Stadspartij. HSP-fractievoorzitter Joris Wijsmuller sprak van ‘bijzonder vage’ voorstellen van Van Tongeren, en over een ‘falende wethouder’.
De collegepartijen hielden elkaar stevig vast om Van Tongeren niet in de problemen te brengen. Voorstellen van de HSP om de plannen concreter te maken, ‘de lat hoger’ te leggen, en te kiezen voor lokale projecten in plaats van grote warmtenetten, haalden het niet. Wel paste de coalitie (VVD, D66, PvdA, GroenLinks en CDA) zelf de besteding van het Eneco-geld aan. Van Tongeren mag tot en met volgend jaar 52,4 miljoen euro uitgeven, maar de resterende 131,7 miljoen kreeg het predicaat ‘indicatief’. Dat wil zeggen dat pas later wordt bekeken waaraan dat geld exact wordt uitgegeven. Wijsmuller concludeerde: “De wethouder heeft kostbare tijd verspild en wordt nu door de coalitie onder curatele gesteld.”
Aan het slot van de debat stemde alleen de vijf coalitiepartijen voor de door henzelf aangepaste voorstellen van de GroenLinks-wethouder. Maar de voltallige oppositie stemde tegen, waarmee de Haagse klimaatcoalitie, die in 2017 nog met liefst 13 partijen het Klimaatpact ondertekenden, voor het eerst uit elkaar viel.
Inbreng van Fractievoorzitter Joris Wijsmuller tijdens de raad van 16 december 2020 over het Stedelijke Energieplan:
Voorzitter, deze week bestaat het klimaatakkoord van Parijs precies vijf jaar. Geïnspireerd hierop sloten 8 partijen uit deze raad in 2017 het Haagse klimaatpact waar later nog eens 5 andere partijen en ruim 300 organisaties en bedrijven zich bij aansloten. Met deze unieke, brede coalitie is de basis gelegd voor Den Haag klimaatneutraal in 2030, en nemen wij als stad van vrede en recht onze verantwoordelijkheid voor het tegengaan van de opwarming van de aarde, voor de klimaatvluchtelingen wereldwijd en voor alle generaties na ons. De coalitie nam in 2018 het klimaatpact op in het coalitieakkoord en besloot de Eneco-aandelen te verkopen om met de opbrengsten de duurzaamheidsopgave te financieren. Dat geld is natuurlijk nooit genoeg om de enorme opgave te financieren, en daarom de vraag: wat doet de wethouder nog meer om cofinanciering van andere partijen, zoals Rijk en Europa, binnen te halen en voor welke doelen?
Vandaag bespreken we dan eindelijk het bestedingsvoorstel voor de energietransitie, maar voorzitter: wat een ontluistering. De wethouder heeft liefst 2,5 jaar gedaan om met een bijzonder vaag bestedingsvoorstel te komen waarvan slechts 9 % van de totale opbrengst van 674 mln ten goede komt aan bewoners en verduurzaming van woningen. Veel geld gaat naar andere doelen of blijft bij de gemeente zelf hangen voor bekostiging van de ambtelijke organisatie, verduurzaming gemeentelijk vastgoed en gaat naar heel veel palen, zoals lantaarnpalen, laadpalen en walstroompalen. Voor zaken die niet met Enecogeld maar uit de gemeentelijke bedrijfsvoering betaald hadden moeten worden.
Stuitend is ook dat de wethouder weigert om inzichtelijk te maken wat het CO2 reductie-rendement van de Enecomiddelen is, en geen antwoord geeft op de vraag hoe ver de inzet van deze middelen ons op weg gaat helpen met het realiseren van de klimaatdoelen van de gemeente. Daarom dien ik de motie CO2 reductie-rendement in om dit alsnog te doen (mede namens de PvdD). Ook de coalitiefracties hebben weinig fiducie in het voorstel van de wethouder en komen met een amendement waarmee het vage voorstel van de wethouder nu als ‘indicatief’ wordt bestempeld, en er nog volop tussen de programmalijnen kan worden geschoven. De wethouder heeft kortom kostbare tijd verspild en wordt nu door de coalitie onder curatele gesteld.
In de zomer kreeg deze wethouder strafwerk met de vele vragen van PvdD en VVD. En in diverse debatten is ze gewaarschuwd dat sociale ongelijkheid en energiearmoede door het beleid nog meer toeneemt, dat Haagse bewoners onvoldoende serieus worden genomen, en het monopolie van het inmiddels Japanse Eneco wordt versterkt. Ziehier een levensgevaarlijke cocktail waarmee het zo broodnodige draagvlak voor de energietransitie ernstig wordt ondermijnd. Waarom doet deze GroenLinks-wethouder niets tegen energiearmoede? Ik dien een motie in om Energiearmoede en energie-verspilling tegen te gaan om minder draagkrachtige huishoudens financieel te ondersteunen bij de aanschaf van energiezuinige koelkasten, en de raad hiervoor een voorstel te doen gedekt uit de Enecomiddelen.
De raad greep in oktober in met de zienswijze op de Regionale Energiestrategie om te doen wat de wethouder naliet: positie nemen tegen de smeerpijp uit Rotterdam en voorrang te geven aan lokale hernieuwbare bronnen, laagtemperatuur, energiebesparing en aan zeggenschap, participatie en keuzevrijheid voor bewoners. Dat deden we met die brede coalitie van 13 partijen die ook het Haagse Klimaatpact hebben ondertekend. Maar de wethouder is hardleers en legt ons nu opnieuw een slecht raadsvoorstel voor van 1,5 kantje zonder inhoud, zonder amendeerbaar dictum maar wel met een vrijbrief voor een wollig Stedelijk Energieplan waarmee Eneco vrijspel krijgt en bewoners het nakijken. Het debat hierover mondde uit in een verschrikkelijke commissievergadering tot diep in de nacht vol onduidelijkheid en irritatie over het optreden van de wethouder.
En daarom moet de raad nu opnieuw ingrijpen, in lijn met het Klimaatpact en in lijn met onze zienswijze op de RES. En daarom dien ik samen met PvdD, SP, CU-SGP, Nida en ID het amendement Prioriteiten Stedelijk Energieplan in met als kernpunten:
- CO2-reductie centraal met doelen en tijdlijn.
- Prioriteit voor energiebesparing.
- Voorrang hernieuwbare lokale bronnen en laagtemperatuur.
- Participatie, keuzevrijheid en zeggenschap voor bewoners.
- Tegengaan monopolieposities.
- Stimuleren energiecoöperaties en burgerinitiatieven.
- De lat hoger.
Voorzitter, met dit amendement doen we een ultieme poging om het klimaatbeleid te redden. Maar u ziet dat de handtekeningen van de vijf coalitiefracties ontbreken, omdat het voor die partijen kennelijk belangrijker is om de hand boven het hoofd te houden van een falende GroenLinks-wethouder, dan om gezamenlijk te strijden voor realisatie van de doelen die we hebben vastgelegd in het Klimaatpact. Gaan we nu echt in de week van het eerste lustrum van het klimaatakkoord van Parijs meemaken dat de Haagse klimaatcoalitie uit elkaar valt? Laat de wethouder dit werkelijk gebeuren?