Pleidooi voor gratis menstruatieproducten voor Haagse minima

Als het aan de Haagse fracties van GroenLinks en de Haagse Stadspartij ligt, worden menstruatieproducten zoals tampons en maandverband op Haagse scholen, openbare toiletten en opvanglocaties gratis beschikbaar gemaakt. Ook willen de partijen dat het college in gesprek gaat met de voedselbank om te proberen of menstruatieproducten onderdeel van sommige pakketten kunnen worden.

De partijen doen dit voorstel naar aanleiding van een nieuwe wet in Schotland, waar menstruatieproducten gratis verstrekt gaan worden aan iedereen die dit nodig heeft. Eerder al stelde GroenLinks vragen over dit onderwerp, toen uit verschillende onderzoeken bleek dat ongesteldheid voor mensen in armoede ook in Nederland tot grote problemen kan leiden. Wanneer zij geen menstruatieproducten kunnen betalen, leidt dit tot ongemak of schaamte. Ook resulteert het vaak in het gebruik van ongeschikte alternatieven, wat gezondheidsrisico’s zoals infecties met zich mee kan brengen.

Klanten van de voedselbank, dak- en thuislozen en ongedocumenteerden lopen in het bijzonder risico. Ook zijn er vaak kinderen uit gezinnen in armoede die vanwege dit probleem maandelijks schooldagen missen. Erlijn Wenink, raadslid voor GroenLinks: “We mogen niet accepteren dat mensen in armoede onnodige gezondheidsrisico’s moeten lopen wanneer zij ongesteld zijn. Dit gaat niet om een luxe verzorgingsproduct, gebrek hieraan zorgt echt voor schrijnende situaties.”

Fatima Faïd, raadslid Haagse Stadspartij: ‘‘ Dit is een urgent probleem, vrouwen en meisjes worden beperkt in hun vrijheid. Het uitblijven van toegang tot gratis menstruatie producten houd verborgen armoede en sociale uitsluiting in stand. ’’

De partijen stellen voor om menstruatieproducten gratis te verstrekken via de voedselbank, maar ze ook gratis beschikbaar te stellen op openbare toiletten. De toiletten van de stadsdeelkantoren, bibliotheken en het stadhuis zouden hierdoor plekken kunnen zijn waar men zonder te betalen menstruatieproducten kan krijgen. Ook sporthallen en scholen worden aangemerkt als mogelijke plekken waar gratis tampons en maandverband aangeboden kunnen worden.

Schriftelijke vragen: Vervolgvragen Armoede en Menstruatie
Indiener: Erlijn Wenink (GroenLinks) en Fatima Faïd (HSP)

Datum: 16 december 2020

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

In november 2019 stelde het raadslid Erlijn Wenink naar aanleiding van o.a. het onderzoek naar menstruatiearmoede van De Bovengrondse schriftelijke vragen aan het college (RIS 303934). Recent nam het Schotse parlement een wet aan die het mogelijk maakt dat tampons, maandverband en andere menstruatieproducten op openbaar toegankelijke plaatsen gratis beschikbaar zullen zijn. Veel mensen die in armoede leven moeten tijdens hun menstruatie improviseren bij gebrek aan de juiste producten, of missen tijdens hun ongesteldheid werk- of schooldagen.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Erlijn Wenink (GroenLinks) en Fatima Faïd de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met de recente ontwikkelingen in Schotland betreffende menstruatieproducten? Zo ja, kan het college hier een korte reactie op geven?

    Ja, het college is bekend met deze recente ontwikkelingen in Schotland. Door een aangenomen wet
    aldaar, zullen tampons, maandverband en andere menstruatieproducten op openbaar toegankelijke plaatsen gratis beschikbaar zijn. Deze middelen komen beschikbaar voor iedereen, ook voor degenen die deze middelen wel zonder problemen zelf kunnen betalen. Door deze brede beschikbaarstelling is er geen sprake meer van een gerichte armoedevoorziening, maar een algemene voorziening. Het
    voordeel hierbij is dat zonder taboes rondom inkomen of de menstruatie zelf de producten beschikbaar worden gesteld.
  2. Is het college bereid om richting de landelijke overheid te lobbyen voor de invoer van een soortgelijke wet in Nederland?

    Ja, het college is hiertoe bereid maar wil menstruatiearmoede in deze lobby wel in een bredere context
    plaatsen. Menstruatiearmoede maar ook andere vormen van armoede zoals vervoersarmoede of energiearmoede zijn symptomen van een dieperliggend probleem. Namelijk dat uitkeringen en de laagste inkomens vaak niet meer toereikend zijn om in alle dagelijkse kosten van het bestaan te voorzien. Huishoudens zien zich dan bijvoorbeeld geconfronteerd met de keuze tussen een warme
    maaltijd of tampons. De lobby van de gemeente Den Haag richt zich op een fatsoenlijk bestaansminimum en bestaanszekerheid. Het aanpakken van de kern van het probleem is uiteindelijk effectiever dan de symptomen bestrijden.
  3. In de beantwoording op de voorgaande vragen gaf het college aan bereid te zijn om met scholen en sportverenigingen in gesprek te gaan over de vrije verstrekking van menstruatieproducten aldaar. Kan het college aangeven of deze gesprekken hebben plaatsgevonden, en wat hier de uitkomsten van waren?

    Gesprekken met sportverenigingen en vertegenwoordigers van scholen hebben plaatsgevonden. Zij constateren dat er in de praktijk weliswaar weinig vraag is naar menstruatieproducten, maar zijn bereid een rol te spelen bij het verstrekken van  menstruatieproducten.
  4. Is het college bereid om een dergelijk gesprek ook aan te gaan met de voedselbank, om actief te ontdekken of en in welke vorm zij behoefte hebben aan ondersteuning bij het verstrekken van menstruatieproducten? Zo ja, kan hierover worden teruggekoppeld aan de raad? Is het college het met ons eens dat het feit dat niet iedereen menstruatieproducten nodig heeft geen reden mag zijn om geen aandacht te hebben voor hen die het wel nodig hebben en niet kunnen betalen? En is het college het met ons eens dat er bovendien geen enkele reden is om aan te nemen dat het onderzoek van De Bovengrondse niet ook op Haagse minima van toepassing zou zijn?

    Het college heeft over dit onderwerp met de Voedselbank Haaglanden gesproken. De Voedselbank herkent de vraag naar menstruatieproducten en is bereid deze beschikbaar te stellen indien ze voorradig zijn. Het college erkent dat het gegeven dat niet iedereen menstruatieproducten nodig heeft, geen reden is om geen aandacht te hebben voor hen die het wel nodig hebben en niet kunnen betalen. Het college onderzoekt wat de mogelijkheden en kosten zijn van het beschikbaar stellen van menstruatieproducten bij de Voedselbank en de maatschappelijke opvang. Tevens verkent het college samen met de aanbieder van de Haagse collectieve zorgverzekering de mogelijkheid om menstruatiemiddelen op te nemen in het aanvullende verzekeringspakket. Zoals bij de vorige beantwoording (RIS303934) is aangegeven, is het onderzoek van De Bovengrondse gebaseerd op de Amsterdamse situatie. Aannemelijk is dat de in het onderzoek omschreven doelgroepen (klanten van de voedselbank, dak- en thuislozen en ongedocumenteerden) in Den Haag in dezelfde situatie verkeren.
  5. In de beantwoording op de voorgaande vragen gaf het college aan dat er geen menstruatieproducten worden verstrekt op locaties voor maatschappelijke opvang, omdat signalen van behoefte daaraan zouden ontbreken. Ons bereiken die signalen wel. Is het college bereid om in gesprek te gaan met maatschappelijke opvanginstellingen en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om menstruatieproducten te verstrekken?Uit navraag voor de vorige beantwoording bleek dat signalen van behoefte ontbraken. Het college gaat het gesprek aan met maatschappelijke opvanginstellingen en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om menstruatieproducten te verstrekken.
  6. Is het college het met GroenLinks en de HSP eens dat gratis menstruatieproducten op publiek toegankelijke toiletten bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van de Hagenaars die nu vanwege armoede niet over de juiste producten beschikken?
  7. Kan het college onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor het vrij verstrekken van menstruatieproducten in het stadhuis, de stadsdeelkantoren en bibliotheken in Den Haag? Zo nee, kan het college uitgebreid aangeven welke afwegingen er hierin worden gemaakt?Antwoord op vraag 6 en 7
    Gratis menstruatieproducten op publiek toegankelijke toiletten kunnen bijdragen aan de gezondheid en het welzijn van de Hagenaars die nu vanwege armoede niet over de juiste producten beschikken. Het college is bereid om als pilot menstruatieproducten beschikbaar te stellen in (een aantal) openbare gebouwen en de maatschappelijke opvang. De uitkomsten van de pilot en het voorstel voor een eventueel vervolg zullen met de raad gedeeld worden.

    Het college van burgemeester en wethouders,
    de secretaris, de burgemeester,

    Ilma Merx Jan van Zanen