Ongein in het Valkenboskwartier 

Het voormalige terrein van de Vrije Academie aan de De Gheijnstraat in het Valkenboskwartier is in de jaren ‘90 met hulp van de gemeente veranderd in een bijzondere plek voor de stad. Door de aanleg van tennisbanen voor tennisvereniging Breekpunt is er ruimte voor sport. Ook is er een speelplek voor de buurt ontstaan en er staan volgroeide bomen op een groen stukje van het binnenterrein.

Een onbekende ontwikkelaar heeft een beginselaanvraag ingediend voor 10 appartementen en wil drie bomen opofferen om daar woningen te bouwen. Fractievertegenwoordiger Tim de Boer van de Haagse Stadspartij: “Ongelofelijk dat de enige drie volwassen bomen moeten wijken. Het gebied is al een enorm hitte-eiland en dat wordt met de kap alleen maar erger”.

Het oorspronkelijke plan van een vrije ruimte voor de buurt wordt met deze plannen weggegooid. Peter Bos: “Het is schandalig dat hier door middel van een ondoorzichtige beginselplanprocedure een voorschot wordt genomen op het volbouwen van een binnenterrein. De plannen zijn voor buurtbewoners niet in te zien en dat zorgt alleen maar voor onrust”.

De Haagse Stadspartij stelt daarom vragen over dit beginselplan. In het bestemmingsplan is namelijk helemaal geen ruimte voor wonen in dit binnengebied. En ook gaat bebouwen van dit stuk voorbij aan het gebrek aan groene ruimte in deze versteende wijk.

Schriftelijke vragen: Beginselplan De Gheijnstraat 115
Indiener: Peter Bos, Haagse Stadspartij

Datum: 3 december 2021

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Afgelopen week oordeelde de welstandscommissie over een beginselaanvraag voor het adres De Gheijnstraat 115 en 131. Het gaat hier om het kappen van drie volwassen bomen en het bouwen van 10 appartementen.

Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

  1. Kan het college aangeven of dit plan eerder is besproken in het Haags Initiatieventeam (HIT)? Zo ja, wat was het oordeel?
  2. Is er op andere wijze eerder contact geweest met de initiatiefnemer en indiener van de beginselaanvraag? Zo ja, waar bestond dat contact uit?
  3. Kan het college aangeven wanneer het voormalige schoolgebouw (De Gheijnstraat 115) is verkocht door de gemeente en aan wie?
  4. Is het juist dat het schoolgebouw destijds door de gemeente is verkocht als maatschappelijk vastgoed? Zo nee, waarom niet?
  5. Kan het college aangeven of er bij de verkoop van het schoolgebouw (De Gheijnstraat 115) afspraken gemaakt zijn over het gebruik van het pand, over doorverkoop en over bebouwing op de rest van het kavel?
  6. Klopt het dat het bouwplan volgens het bestemmingsplan betrekking heeft op een perceel met de bestemmingen Groen en Welzijn- Sport en dat bij deze bestemmingen geen bouwhoogten zijn aangegeven? Zo nee, waarom niet?
  7. Kan het college aangeven wat de eigendomsverhoudingen zijn rondom het tennispark Breekpunt? Welke grond is van de gemeente, welke is in erfpacht uitgegeven etc?
  8. Kan het college aangeven welke vervolgstappen er gezet zouden moeten worden om tot verwezenlijking van de beginselaanvraag te komen, qua vergunningen etc.?
  9. Op welke momenten is de buurt daarbij aan zet? En op welke momenten is de eigenaar van de grond (de gemeente Den Haag) aan zet?
  10. Kan het college het ingediende plan openbaar maken? Of in ieder geval de hoofdlijnen van het plan delen met direct betrokkenen? Zo nee, waarom niet?

Het tennispark Breekpunt is in de jaren ’90 tot stand gekomen in een samenwerking tussen de gemeente Den Haag en de Buurtontwikkelingsmaatschappij BOM Reva. Uit de stukken (o.a. Samenwerkingsovereenkomst inzake ontwikkeling en beheer van het voormalige Vrije Academieterrein door de Buurtontwikkelingsmaatschappij Regentesse-/Valkenboskwartier) blijkt dat naast het tennispark ook speelvoorzieningen en groen moesten worden gerealiseerd.

  1. Kan het college de geschiedenis van het tennispark en de groenvoorziening schetsen en aangegeven welke afspraken er toendertijd zijn gemaakt over het gebruik en beheer?
  2. Golden deze afspraken ook tijdens de verkoop van het schoolgebouw aan een private investeerder? Zo nee, waarom niet?
  3. In het welstandsadvies (zie bijlage) geeft de commissie aan dat de bebouwing van deze open ruimte afbreuk doet aan het beschermde stadsgezicht. Is het college het daarmee eens? Zo nee, waarom niet?
  4. Wat voor gevolgen heeft een negatieve beoordeling van een beginselaanvraag door de Welstandscommissie voor de beginseluitspraak van het college?
  5. Kan het college toelichten hoe het groene karakter van deze locatie behouden kan blijven als er sprake is van de kap van drie, gezonde, volwassen bomen en bebouwing van het groen?
  6. En hoe rijmt het plan met de status van beschermd stadsgezicht?
  7. Is het college het ermee eens dat in deze sterk versteende buurt het bestaande groen zoals het binnenterrein achter de De Gheijnstraat versterkt en beschermd moet worden? Zo nee, waarom niet?
  8. Is in deze buurt sprake van een hitte-eiland? Zo nee, waarom niet?
  9. In het coalitieakkoord “Samen voor de stad” staat dat het college meer groen wil realiseren in de versteende wijken. Kan het college aangeven hoe dit plan daaraan bijdraagt? Zo nee, waarom niet?
  10. In datzelfde coalitieakkoord wordt gesteld dat kleinschalige nieuwbouw alleen mogelijk is als er wordt voldaan aan de 30-20 doelstelling. Kan het college aangeven of dat bij dit plan het geval is?
  11. Wat is het oordeel van het college over deze beginselaanvraag? Wordt in dat oordeel nog ruimte gegeven voor het indienen van andere varianten van het bouwplan?
  12. Kan het college aangeven of de initiatiefnemer de buurtbewoners en de directe buren in de Teijlerstraat en de De Gheijnstraat op de hoogte heeft gesteld van de plannen? Zo nee, waarom niet?
  13. Het college heeft in eerdere, vergelijkbare gevallen, zoals bij de mogelijke bebouwing van het binnenterrein van de Vijzelstraat en de binnentuin naast de speeltuin Sunny Court duidelijk aangegeven de verdere verstening van binnenterreinen tegen te gaan. Is het college dat ook in dit geval van plan? Zo nee, waarom niet?
  14. Hoe waardeert het college de bestaande volwassen bomen op de locatie?
  15. Is het college het met ons eens dat het kappen van deze drie bomen funest is voor de locatie, die overigens ook zomers veel gebruikt wordt door de buurt als schaduwplek?
  16. In de Haagse referentienormen is vastgelegd hoeveel speelvoorzieningen en groen er per woning aanwezig zou moeten zijn in de wijken. Valkenbos valt daarbij onder de norm gemengd stedelijk. Kan het college aangeven of de wijk Valkenbos volgens die normen over voldoende groene buitenruimte en speelvoorzieningen beschikt?
  17. Zo nee, kan het college aangeven welke stappen ze onderneemt om dit tekort weg te werken?
  18. Kan het college toezeggen niet mee te werken aan het verder bebouwen van deze locatie?
  19. Kan het college toezeggen om samen met betrokkenen en omwonenden te werken aan een groene kwaliteitsimpuls voor deze plek?

Peter Bos
Haagse Stadspartij