Haagse Stadspartij neemt geen genoegen met ontruiming voor leegstand

Onlangs antwoordde het college op vragen van de Haagse Stadspartij dat het geen mogelijkheden ziet om leegstand aan te pakken. Ook oordeelde het college dat ontruimingen van kraakpanden een zaak zijn van het Openbaar Ministerie en niet van de gemeente. De kwestie was aangekaart naar aanleiding van de ontruiming van het gekraakte Autonoom Centrum in Bezuidenhout. Peter Bos, raadslid van de Haagse Stadspartij, neemt geen genoegen met de antwoorden van het college en heeft vervolgvragen ingediend.

In de nieuwe vragen wijst de Haagse Stadspartij op de rol van de burgemeester in de lokale driehoek. In dit overlegorgaan tussen het Openbaar Ministerie, de politie en de burgemeester wordt besloten of tot ontruiming van een kraakpand moet worden overgegaan.

Peter Bos: ‘De burgemeester speelt dus wel degelijk een rol. Zo zijn er allerlei voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat tot ontruiming kan worden overgegaan en kan de burgemeester dit in het overleg bewaken.’

De ontruiming van het Autonoom Centrum was volgens Peter Bos in strijd met allerlei beleidsregels en jurisprudentie. Zo horen krakers de tijd te krijgen om een kort geding tegen een dreigende ontruiming aan te spannen.

Peter Bos: ‘Met veel mankracht van de politie is het pand – dat voordat het gekraakt werd bijna twee jaar leeg stond – ontruimd en vervolgens staat het pand opnieuw leeg. Ik begrijp niet waarom zowel het OM, de politie als de burgemeester zich niet aan de regels hebben gehouden en ontruimen voor leegstand. En dat de gemeente niets wil en kan doen tegen leegstand is helemaal stuitend. Wie dan wel? Op deze manier blijft hardnekkige leegstand juist in stand.’

Schriftelijke Vervolgvragen Ontruiming Autonoom Centrum
Het raadslid de heer Bos heeft op 9 april 2018 een brief met daarin negen vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 6 maart 2018 heeft het college mijn vragen van 30 januari 2018 m.b.t. de Ontruiming Autonoom Centrum beantwoord.
In de beantwoording stelt het college het volgende: Het betreft hier een strafrechtelijke ontruiming.
Een dergelijke ontruiming geschiedt onder verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en
niet onder verantwoordelijkheid van het college. Het is dan ook niet aan het college om vragen te
beantwoorden over de omstandigheden die geleid hebben tot deze strafrechtelijke ontruiming, de
wettelijke grondslag daarvan, de rechtsmiddelen die hiertegen openstaan en het maatschappelijk nut van de ontruiming.

1. Kent het college het Korpsvoorschrift m.b.t. Kraken dat op 13 december 2010 is vastgesteld
door de Korpsdirectie van Politie Haaglanden? Zo nee, waarom niet?

Ja.

2. Kent het college de Beleidsbrief Strafrechtelijke ontruimingen van het College van procureursgeneraal *2) gepubliceerd in de Staatscourant Nr. 19500 d.d. 2 december 2010? Zo nee,
waarom niet?

Ja.

3. Volgens de beantwoording van het college was sprake van een strafrechtelijke ontruiming. Was
sprake van een ontruiming op basis van art. 551a Sv? Zo nee, waarom niet?

In het Korpsvoorschrift staat: Het is voor de te maken afwegingen in het overleg van de lokale
driehoek van belang om in het proces-verbaal van aangifte te vermelden wat de door de
rechthebbende gekozen bestemming van het pand is en of hij gehinderd wordt in het realiseren
hiervan (en in welke mate) en of er sprake is van vernieling door de kraker c.s. Voorts is van belang
om te vermelden of, en zo ja, in welke vorm en mate de omgeving overlast ondervindt van de kraker
c.s. en of de kraker bezig is alternatieve woonruimte te betrekken.

4. Heeft de lokale driehoek (burgemeester, politiechef en officier van justitie) bovengenoemde
afwegingen gemaakt in deze casus? Zo nee, waarom niet?

In het Korpsvoorschrift staat ook: Door de politieambtenaar wordt ter zake van de aangifte niet
eerder opgetreden dan nadat in de lokale driehoek daartoe is besloten en het OM hiertoe de opdracht heeft verstrekt.

5. Welk besluit heeft de lokale driehoek m.b.t. deze ontruiming genomen en welk standpunt heeft de burgemeester in de lokale driehoek ingenomen?

In het Korpsvoorschrift staat verder: Rekening houdend met het arrest van het Gerechtshof te
Den Haag van 8 november 2010 (UN B03682), is besloten dat ontruimingen op basis van art. 551a
Sv in beginsel aan de bewoners van een kraakpand worden aangekondigd en dat in beginsel zal
worden gewacht met ontruimen totdat de voorzieningenrechter zich over een voorgenomen
ontruiming heeft uitgelaten, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden (..).

6. Heeft de burgemeester deze jurisprudentie mee laten wegen in het besluit van de lokale driehoek? Zo nee, waarom niet en zo ja, waarom is dan toch besloten tot ontruiming?

Ad 3 t/m 6
De betreffende ontruiming betrof een strafrechtelijke heterdaadsituatie waarin de politie direct optrad. De aangehaalde voorschriften zijn in deze situatie niet van toepassing en er was ook geen sprake van een besluit van de driehoek. De burgemeester is direct over de ontruiming geïnformeerd. Er was geen sprake van gevolgen voor de openbare orde (zie ook RIS299042).
De aangehaalde voorschriften zijn wel van toepassing op ontruimingen buiten heterdaad. In die
gevallen worden ontruimingen in beginsel aangekondigd en kan vooraf aan de (voorzieningen)rechter om een uitspraak worden gevraagd. Deze zaken komen in de driehoek aan de orde.

7. In antwoord op vraag 5 of het college iets gedaan heeft aan het tegengaan van leegstand m.b.t.
dit pand stelt het college dat het hiertoe geen mogelijkheden heeft en Den Haag er voor heeft
gekozen geen leegstandsverordening af te kondigen. In het coalitieakkoord “Vertrouwen op
Haagse Kracht” uit 2014 staat: Leegstand wordt gericht en ambitieus aangepakt. Is het college
hiervan op de hoogte?

Ja.

8. Hoe kan het dat het college in 2014 belooft om leegstand gericht en ambitieus aan te pakken en na vier jaar nog steeds geen mogelijkheden heeft om leegstand aan te pakken?

Leegstand is in de afgelopen periode door middel van bijvoorbeeld bestemmingsplanwijzigingen en
transformatie gericht aangepakt. Zoals het college uw raad eerder heeft laten weten is een
leegstandsverordening voor Den Haag niet het juiste instrument. De overwegingen in RIS177236 om
geen leegstandsverordening af te kondigen zijn ook nu nog relevant.

9. Is de burgemeester bereid om bij voorgenomen strafrechtelijke ontruimingen van kraakpanden
in het vervolg haar rol in de lokale driehoek serieus op te vatten en daarbij rekening te houden
met het Korpsvoorschrift, de beleidsbrief van het College van procureurs-generaal, de
jurisprudentie m.b.t. kraken, het coalitieakkoord en het maatschappelijk belang van een
ontruiming voor leegstand? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op de vragen 3 t/m 6.

college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
Peter Hennephof Pauline Krikke

Eerder verschenen artikel, 30 januari 2018

In de pers
Dagblad070, woensdag 11 april 2018