Zijn Haagse bomen goed beschermd onder de Boswet?

In 1998 zijn een aantal grote Haagse groengebieden als de Scheveningse Bosjes en het Zuiderpark onder de Boswet komen te vallen omdat het bosachtige karakter en de bomen daarmee beter beschermd waren. Inmiddels blijkt dat bomen juist minder bescherming ondervinden door de vernieuwde Boswet. In de vernieuwde Boswet hebben het college van B&W geen bevoegdheid meer om regels te stellen ter bewaring van de bossen (artikel 15.3 Boswet). Een kapvergunning aanvragen in het kader van onderhoud of dunning, voor bomen die onder de huidige Boswet vallen bijvoorbeeld is niet nodig. Een melding aan de minister is voldoende.

De Haagse gemeenteraad heeft op 21 januari jl. met motie en een initiatiefvoorstel de regels en communicatie rond kapvergunningen transparanter gemaakt. Maar voor bomen die onder de Boswet vallen hoeven nu bij het kappen geen leges betaald te worden, kunnen belanghebbenden geen bezwaar maken en gelden de afspraken over communicatie niet. De Haagse Stadspartij, GroenLinks en D66 maken zich zorgen over de bescherming van een groot aantal bomen in de Haagse groengebieden.

De beantwoording van de schriftelijke vragen

  1. Kan het college bij benadering aangeven hoeveel bomen in grote groengebieden onder de Boswet vallen? Hoe verhoudt dat aantal zich tot het totaal aantal bomen in Den Haag?

    De gemeente Den Haag beheert 944 ha grote groengebieden waarvan ca. 300 ha bos. Daarnaast zijn er in Den Haag ook andere gebieden waar bos voorkomt die door derden worden beheerd, zoals het Haagse Bos (SBB), Sorghvliet (Rijksvastgoedbedrijf) en de Oostduinen (Dunea). Bij aanplant worden bomen in het bos dicht op elkaar aangeplant, door natuurlijke ontwikkeling in combinatie met dunning ontstaan verschillende bosstadia die ook in de Haagse Bossen te zien zijn.
    Een jong bos heeft een veel hogere dichtheid van bomen dan een volwassen bos. Bomen in het bos worden niet individueel beheerd zoals dit wel bij straatbomen het geval is. Het aantal bomen in de grote groengebieden is om die reden niet bekend. Het registreren van individuele bomen in bosverband heeft voor de bossen geen meerwaarde, veel kleine bomen worden vanwege de natuurlijke concurrentie processen in het bos niet groot of sterven af. Daarnaast is een schatting van aantallen bomen niet eenvoudig, omdat de boomdichtheid per deelgebied en binnen elk bosgebied sterk varieert.

  1. Kan het college zo nauwkeurig mogelijk aangeven welke groengebieden in Den Haag onder de Boswet vallen?

    In 1998 (RIS 21312) zijn door de Haagse gemeenteraad de volgende grote groengebieden onder het regime van de Boswet aangewezen: Bosjes van Poot, Bosjes van Pex, De Uithof, Madestein, Marlot-Reigersbergen, Meer en Bos, Nieuwe Scheveningse Bosjes, Ockenburgh, Oostduin-Arendsdorp, Scheveningse Bosjes, Wapendal, Westduinpark en het Zuiderpark.
    Het landgoed Clingendael-Oosterbeek is eigendom van de gemeente, maar ligt buiten de gemeentegrens van Den Haag. De Boswet is op dit landgoed eveneens van toepassing. Niet door de Haagse gemeenteraad aangewezen, maar wel onder de Boswet vallende gebieden zijn: het Haagse Bos, Huis ten Bosch, Meijendel (Oostduinen) en Sorghvliet.

  1. Kan het college zo nauwkeurig mogelijk aangeven welke veranderingen na 1998 in de Boswet hebben plaatsgevonden op het gebied van procedures voor het kappen van bomen? En hoe verhouden de voorschriften voor bomenkap in huidige Boswet zich tot de procedures rond het kappen van bomen zoals de raad die onlangs heeft vastgesteld?

    Procedureel gezien zijn er twee periodes van belang: voor en na 1 januari 2015, toen artikel 15 lid 3 Boswet werd gewijzigd door de Wet opheffing bedrijfslichamen (Staatsblad 2014, 571). Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten niet langer bevoegd regels te stellen ten aanzien van houtopstanden buiten de “bebouwde kom Boswet”, door de wijziging van artikel 15 lid 3 Boswet. De gemeente is dus niet langer bevoegd om omgevingsvergunningen inzake vellen (“kapvergunningen/kapontheffingen”) te verlenen voor bomen die onder de Boswet vallen.
    Procedureel gold dus tot 1 januari 2015 een dubbele bescherming, te weten APV-vergunning en Boswet. Na 1 januari 2015 geldt enkel de Boswet. De bescherming vanuit de Boswet zit met name in de wettelijke herplantplicht, waardoor er in beginsel binnen drie jaar weer bos op dezelfde plaats herplant moet zijn. Voor werkzaamheden moet een melding worden gedaan. Tegen de melding in het kader van de Boswet staat voor derden geen bezwaar en beroep open.
    De Boswet zal binnenkort opgenomen worden als hoofdstuk 4 (artikelen 4.1 t/m 4.9) in de nieuwe Wet natuurbescherming (Wet van 16 december 2015 houdende regels ter bescherming van de natuur, Staatsblad 2016, 34). De Wet natuurbescherming is inmiddels door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen, en zal, als de uitvoeringregelingen klaar zijn, naar verwachting per 1 juli 2016 in werking treden.
    Wanneer ook de uitvoeringsregelingen van de nieuwe wetgeving duidelijk zijn, zal het college nader afwegen of deze tot aanpassing van de lokale regelgeving dient te leiden. Hierover zal het college de gemeenteraad te zijner tijd nader informeren.

  1. Is het juridisch mogelijk om voor de procedures rond bomenkap in de grote groengebieden de regels, zoals door de raad vastgesteld op 21 januari jl.,uit de APV toe te passen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het college het met de vragenstellers eens dat dit dan in gang gezet zou moeten worden?

    Op dit moment is het juridisch niet mogelijk om als college of raad nadere regels te stellen over bomenkap in grote groengebieden die onder de Boswet vallen. Wij zijn immers niet meer de bevoegde instantie voor de bomenkap in deze gebieden. Wanneer er geen sprake is van dunning, dus bij herinrichting of vanwege werkzaamheden, moet er een kapmelding bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) ingediend worden.
    Zie verder de beantwoording van vraag 3.
    Het college van burgemeester en wethouders,
    de locosecretaris, de burgemeester,
    K. de Snoo J.J. van Aartsen

 

AD/Haagsche Courant, 28 jan 2016

Haags groen onder landelijke Boswet

De Haagse Stadspartij (HSP), D66 en GroenLinks dachten het goed voor elkaar te hebben. De lokale regels rond bomenkap zijn onlangs flink aangescherpt. Bewoners weten straks beter en veel eerder of de gemeente van plan is om ergens de bijl in een boom te zetten. En kunnen dus zo nodig bijtijds in actie komen.

Maar tot schrik van de drie raadsfracties (waarvan twee collegepartijen) hebben misschien wel honderdduizend Haagse bomen die bescherming niet. Zij vallen onder de vernieuwde en landelijke Boswet, die bomenkap soms juist veel gemakkelijker maakt. ,,Voor bomen in groengebieden als de Scheveningse Bosjes en het Zuiderpark hoeven bij kap nu geen leges te worden betaald,” ontdekte Gerwin van Vulpen van de Haagse Stadspartij. ,,Ook kunnen burgers en anderen geen bezwaar maken als bomen worden gekapt om een bos te verdunnen of vanwege onderhoud. Én er geldt geen herplantingsplicht. Deze bomen zijn dus nauwelijks beschermd.” Binnenkort komt de kwestie al aan de orde in de raad. Den Haag wil van drie bosgebieden één Internationaal Park maken. Onlangs protesteerden zo’n duizend Hagenaars tegen het aaneengesloten park, dat volgens hen veel te commercieel wordt en weleens duizenden bomen de kop kan kosten. Volgens wethouder Boudewijn Revis (VVD) is daar geen sprake van. Coalitiepartijen HSP en D66 en oppositiepartij GroenLinks hopen dat het stadsbestuur de strengere lokale regels rond de bomenkap alsnog toepast in deze bosgebieden.