Stadspartij tegen ‘steeds verdergaande controlitis’

Stop de Stasi-praktijken

HTM-controleurs inzetten tegen spijbelaars? De Haagse Stadspartij heeft het college om opheldering gevraagd over deze Stasipraktijken.

 

Toen het college van burgemeester en wethouders stelde dat het wel wat zag in een voorstel van de PvdA om tramcontroleurs in te zetten tegen spijbelen, werd het het gemeenteraadslid Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij toch iets te gortig. “Camera’s, preventief fouilleren, spijbelcontroleurs op de tram. De steeds verdergaande controlitis is een zorgwekkende ontwikkeling,” zegt hij. “Het is toch absurd om je in de tram te moeten verantwoorden waar je naartoe gaat? Toen ik die vragen van de PvdA zag, dacht ik: wat een onzin. Ik had ook nooit verwacht dat het college daar serieus op zou ingaan. Maar toch wel, dus. Terwijl het een volledig doorgeschoten plan is waarover niet is nagedacht,” vindt Wijsmuller. Iemand die aan het spijbelen is, gaat dat toch niet toegeven tegen controleur?

Vandaar dat het raadslid nu middels schriftelijke vragen aan b en w een discussie wil uitlokken, later hopelijk gevolgd door een debatje in de gemeenteraad. “Want is de volgende stap dat men gaat controleren of je eigenlijk niet op je werk moet zitten?”

Bron AD Haagsche Courant

Aan de voorzitter van de gemeenteraad

Den Haag, 29 januari 2009

Geachte voorzitter,

In de beantwoording van de schriftelijke vragen van de PvdA d.d. 13 januari 2009 inzake “Actie Leerplicht” stelt het college te willen onderzoeken hoe leerplichtambtenaren en HTM- controleurs gezamenlijk kunnen optrekken tegen schoolverzuim. Naar aanleiding hiervan wil ik, onder verwijzing naar het desbetreffende artikel van het reglement van orde, de volgende vragen aan het college voorleggen.

1. Is het college met mij van mening dat het opsporen van spijbelaars in de eerste plaats een taak is van de school en de ouders en zeker niet van de HTM?

Ja.

2. Is het college met mij van mening dat het controleren of jongeren wel op school horen te zitten of dat het een tussenuur of uitval van een les betreft een bijna ondoenlijke, tijdrovende en dus kostbare kwestie is? Zo nee, waarom niet?
Nee. Elke school dient te beschikken over een sluitend registratiesysteem. Hiertoe is de school
ingevolge de Leerplichtwet verplicht. Het nagaan of een jongere al dan niet geoorloofd niet op school is, vergt dus weinig inspanning van de school.

3. Met welke middelen wil het college deze te verwachte extra kosten gaan dekken?

Eventuele gezamenlijke acties van leerplichtambtenaren met de HTM worden vanuit de reguliere begroting met betrekking tot leerplicht gedekt.

4. Beoogt het college dat spijbelaars voortaan de fiets nemen? Zo ja, moet dit initiatief gezien
worden in het kader van Jeugd in Beweging? Of gaat het college ook onderzoeken hoe fietsende
spijbelaars gecontroleerd gaan worden?

Nee. Beweging van schoolgaande jeugd is niet het doel van de acties om schoolverzuim tegen te gaan.

5. Is het college met mij van mening dat deze voorgenomen uitbreiding van de controlestaat
ongewenst is, gelet op de reacties op de berichtgeving hierover geen draagvlak heeft, en eerst besproken dient te worden in de gemeenteraad?

Nee. Gebleken is dat schoolverzuim vaak een opmaat is tot voortijdig schoolverlaten. Het controleren door leerplichtambtenaren als bijzonder opsporingsambtenaar op schoolverzuim is een reguliere taak en is in overeenstemming met de geldende wetgeving.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

zaterdag 31 januari 2009 door marc chavannes

‘Transparantie’ als zoethoudertje van dwalende marktsamenleving

De voorzitter van de vereniging van woningbouwcorporaties Aedes sprak vrijdag op de radio pijnstillende woorden over de moderne governance code waar veel van zijn leden mee werken. ‘Governance’ is net zo iets als paracetamol, vooral in combinatie met ‘code’ (neem er maar twee). Overigens is het nog behelpen met het toezicht op deze corporaties met een publieke taak.

Sinds de markt als leidend beginsel het democratisch bestuur van het land in zijn greep heeft, is een schier eindeloze vraag naar toezicht ontstaan. Want allerlei taken waar iedereen op rekent, worden nu uitgevoerd door vrije jongens. Omdat al het verlangde toezicht niet zo snel is op te tuigen en erg duur wordt, is vervolgens het begrip transparantie uitgevonden. Toezicht als zelfmedicatie.

Iedereen die in de zorg werkt heeft verhalen over de groeiende papierboel om en achter het bed. Verpleegkundigen zitten eindeloos papieren in te vullen achter hun afdelingsbalie. En nog is de overdracht van het lijden van mevrouw A op de volgende ploeg een kwetsbaar punt. Vooral in de geestelijke gezondheidszorg is het verzet tegen het Diagnose Bureaucratie Circus, zoals Jos Blank dat in het economenblad ESB noemde, onverminderd. Het nu even uitgestelde elektronisch patiëntendossier (EPD) is een goed voorbeeld van de zegeningen en gevaren van transparantie.

De Volkskrant publiceerde deze week een inventarisatie van het transparantiefenomeen in de verpleeghuiszorg. Het blijkt dat driekwart van de 1.450 verpleeg- en verzorgingshuizen een keurmerk heeft. Dat kopen zij bij certificeringbureaus. Dat kost jaarlijks gemiddeld 10.000 euro per huis plus een heleboel tijd. Maar of de bewoners er gelukkiger en/of gezonder van worden is de vraag: men meet vooral naleving van protocollen en procedures.

Zo’n zorgkeurmerk is niet verplicht, maar de zorgkantoren en verschillende zorgverzekeraars verlangen ze wel. De keuringsbedrijven geven vanzelfsprekend hoog op van hun toegevoegde waarde. Dit is een industrie die duizenden werk verschaft. Ziekenhuizen, scholen, hogescholen, universiteiten, omroepen – iedereen moet aan procedureel zelftoezicht doen in onze dwalende marktsamenleving.

Wie het organiseert, gelooft er soms in, wie het moet uitvoeren en invullen zelden. Slecht werk kent vele vluchtroutes, goed werk wordt erdoor opgehouden.

Het stiefzusje van transparantiezucht is de controlestaat. Met het blijmoedige begrip transparantie als alibi worden op allerlei plaatsen binnen en buiten de overheid gegevens over iedereen opgeslagen. Betalen, reizen, rijden, uitkeringen, bellen, ons leven is van minuut tot minuut te reconstrueren. Velen zeggen: ‘Ik heb niks te verbergen’. Zij realiseren zich niet dat ook onjuiste persoonsgegevens worden opgeslagen en gebruikt. Zo is het moderne leven, het is alleen verstandig er niet naïef mee om te gaan.

Vorige week verscheen in stilte het rapport van de commissie-Brouwer (oud-burgemeester van Utrecht) die van Justitie en Binnenlandse Zaken moest kijken naar het conflict tussen privacy en veiligheid. De ministeries stellen meestal veiligheid voorop, tegen boeven en andere gevaren, terwijl degenen die persoonlijke vrijheden essentieel vinden, waarschuwen voor het gevaar van (ook onbedoeld) dataterrorisme door overheden.

In dat rapport-Brouwer stond ongeveer 51 keer het woord ‘transparantie’. De commissie deed een serieuze poging beide opvattingen uit te leggen, maar zag zich genoodzaakt veel transparantiepleisters te plakken. Als de politie van Zwolle en omstreken alle nummerborden fotografeert om hardrijders en wanbetalers te vangen, dan moeten we maar hopen dat zij van tevoren bedenkt waartoe zij welke gegevens hoe lang bewaart, en ons met een eerlijk bord waarschuwen. Dat lukt meestal niet.

De ov-chipkaart is nu met feestelijk gedruis op de Rotterdamse metro ingevoerd. De strekking van veel berichtgeving was dat alleen oudjes huiverig zijn voor vernieuwingen, maar daar zit het probleem natuurlijk niet. Uit alle Kamerdebatjes met de staatssecretaris blijkt dat dit project ingewikkeld is, alleen al door het in elkaar weven van lokale, regionale en landelijke vervoerders. En overstappers van het ene op het andere vervoermiddel hebben recht op compensatie. Even afrekenen graag.

Daar komt bij dat de gebruikte chip meer kraakbaarheidskritiek oproept dan de gelijksoortige Oyster Card in Londen heeft gedaan. Wij zijn kennelijk toch een onderzoekend volkje. Wat mij betreft is dat allemaal overkomelijk. Erger is dat de NS en de andere vervoerders zich nog steeds niet geroepen voelen veel moeite te investeren in transparantie.

Mondjesmaat zeggen zij toe onze reisgegevens niet eindeloos te zullen bewaren en niet onbeperkt te zullen misbruiken. De Tweede Kamer, die zich in dit dossier zelden met beginselen en liefst met uitvoeringsdetails bezig houdt, laat na om voor de vrijheid van de burger op te komen. De verplaatsingsgegevens van meneer B zijn niet het eigendom van de NS, ook niet als hij zo trouw is een abonnement te hebben gekocht. Meneer B is geen verdachte van stadionvredebreuk die met een hooliganpas moet worden geschaduwd.

De commissie-Dijsselbloem, die een jaar geleden rapporteerde over de onderwijsvernieuwingen van de afgelopen tien, twintig jaar, adviseerde onder meer de verantwoordelijkheid voor het onderwijs terug te leggen bij scholen en leerkrachten. Dat was een duidelijk geluid tegen de dominantie van grote besturen die soms wel vijftig scholen ‘beheren’ en van tussenlagen als de PO-raad, de VO-raad en de HBO-raad. Deze tussenlagen zijn voor het ministerie gemakkelijk om mee te overleggen, maar het tegendeel van transparantie. Weinig meer over gehoord vorig jaar.

Dat transparantiezucht soms ontaardt in controlitis wordt veel gezegd over de jeugdzorg. De arme minister Rouvoet zal nog een heel materieel ministerie (Verkeer of Defensie) moeten doen vóór hij af is van de naam achter de voordeur te willen loeren en opvoeden. Een beetje ten onrechte. Wat hij nastreeft is een bredere maatschappelijke ontwikkeling.

Ook in Den Haag, waar B en W een PvdA-plan onderzoekt om HTM-controleurs kinderen op tram en bus op hun leerplicht te laten controleren. Dat was aanleiding voor Joris Wijsmuller, gemeenteraadslid voor de Haagse Stadspartij, gisteren te vragen of B en W schoolkinderen daarmee de fiets op wil krijgen, in het kader van hun plan Jeugd en Beweging. Zou heel transparant zijn.

Marc Chavannes

Update: De (onbevredigende) antwoorden van het college zijn inmiddels binnen, we komen er op terug:

http://www.denhaag.nl/docs/college/20090304%20RIS%20161024.pdf