9) Sport, Cultuur en Uitgaan
A. De breedtesport centraal
Sport speelt een belangrijke rol in de maatschappij. Het is gezond en belangrijk voor de sociale samenhang, de integratie en de emancipatie. Sportbeoefening kan op wijkniveau gestimuleerd worden, vooral gericht op jonge kinderen, gehandicapten, senioren en mensen die niet aan sport doen. Sportverenigingen worden door de gemeente ondersteund, onder andere bij het vinden van vrijwilligers en het professionaliseren en betaalbaar houden van sportclubs. Het afstoten van sportaccommodaties is niet gewenst evenals het bebouwen van sportvelden. Sport dient te beginnen op school (gymnastiek, schoolzwemmen etc.). De mogelijkheden om te zwemmen kunnen verbeterd worden en de mogelijkheden van gescheiden zwemmen voor vrouwen worden verruimd. Met sporttuinen, fitplaatsen, beachcourts en playgrounds kan ook de niet georganiseerde sporter bereikt worden.
B. Terughoudend met topsport
De gemeente hoeft zich in de ogen van de Haagse Stadspartij niet actief te bemoeien met topsport. Commerciële topsport kan zichzelf bedruipen. Wel is het goed als de gemeente talentvolle sporters stimuleert en helpt. Specifiek topsportbeleid van de gemeente kan worden afgeschaft. Zo kan ook het subsidiëren van ADO Den Haag een keer ophouden. De Sportcampus in het Zuiderpark is een onnodig prestigeproject. De Halo kan in de Vogelwijk blijven door de bestaande les- en sportaccommodaties te verbeteren.
C. Aandacht voor outdoor sports
Outdoorsport zoals skaten, BMX, freerunnen en surfen, vraagt om ruimte en betere faciliteiten onder andere in parken en met speciale routes. Het Spuiplein blijft in de ogen van de Haagse Stadspartij een open plein en kan tevens blijven dienen als centrale ontmoetingsplek voor deze alternatieve jongerencultuur. Skatepark Sweatshop in de Binckhorst wordt een permanente skatelocatie. Ook de surfcultuur in Scheveningen verdient verdere ondersteuning. Het succesvolle surfdorp FAST kan in onze visie op de huidige plek blijven en ook Surfspot Zuid wordt gesteund door de gemeente.
D. De comeback van cultuur
De Haagse Stadspartij wil de kunst en cultuur in Den Haag weer laten floreren en de onbesuisde bezuinigingen hierop terugdraaien. De gemeente lijkt vooral in te zetten op mega-investeringen in gebouwen en veel minder op versterking van het culturele klimaat. Kunstinstellingen zien zich hierdoor genoodzaakt om steeds meer commercieel vermaak te bieden. De hele keten van de basis tot de top moet op niveau zijn en op elkaar aansluiten.
Vooral de humuslaag van opkomende kunstenaars moet gekoesterd worden. Het kunstbeleid moet er ook naar streven dat kunstenaars een inkomen kunnen opbouwen. De stad barst van het talent, maar voor het maken van kunst zijn de omstandigheden moeilijk. Er is een tekort
aan betaalbare ateliers en woonruimte voor kunstenaars. De gemeente moet zich beter inspannen om panden voor de kunst te behouden. Zo kan ook voorkomen worden dat studenten van het conservatorium en de kunstacademie na hun studie de stad verlaten. De Haagse Stadspartij wil vooral de kleinschalige initiatieven voor non-commerciële kunstenaars ondersteunen. Het atelierbeleid kan sterk worden verbeterd. Culturele broedplaatsen moeten behouden blijven en zijn onmisbaar voor het in stand houden van de undergroundcultuur (onder andere V illa Ockenburgh, de Besturing, Langweiligkeit, Maakhaven, de Vloek). Veel meer leegstaande panden zoals Eurocinema aan de Leyweg en de Pier in Scheveningen kunnen als broedplaats ter beschikking worden gesteld aan creatievelingen. T ijdelijke initiatieven zoals Binck36, de Besturing en PIP kunnen permanent gemaakt worden.
De huidige gebouwen van de Anton Philipszaal, het Lucent Danstheater en het Koninklijk Conservatorium worden opgeknapt. Het plan voor een geldverkwistend en onnodig Spuiforum wordt zo spoedig mogelijk teruggedraaid. Het Spuiplein wordt verder ontwikkeld tot centraal sport-, cultuur- en evenementenplein met levendige plinten.
E. Hedendaagse kunst
De popmuziek floreert in Den Haag als vanouds en ook de jazz zit in de lift. Dat verdient blijvende ondersteuning en dan vooral de podia voor vernieuwende en beginnende muziek zoals Musicon, Loos, de V inger en het HPC. Er komt meer aandacht voor de dance- en electroscene. Livemuziek in cafés moet verder de ruimte krijgen en Den Haag verdient een moderne jazzclub.
Naast de bekende gezelschappen en zalen is er vooral aandacht nodig voor kleine theater- en dansgezelschappen en zaaltjes zoals The Dutch Don’t Dance Division, Lonneke van Leth,
Firma Mes, Branoul en Theatergroep Drang. Veel van het dans-, theater- en filmaanbod komt van buiten de stad. Het makersklimaat dient daarom sterk verbeterd te worden.
Speciale aandacht moet er komen voor de urban- of straatcultuur met uitingen als hiphop, rap, dance en graffiti. Poëzie en literatuur moeten veel meer gestimuleerd worden. De Stadsdichter wordt in ere hersteld en gaat zorgen voor een beter literair klimaat. Meer aandacht voor mode, film en design is nodig. Spontane uitingen van kunst op straat worden met rust gelaten en niet als verstoring van de openbare orde gezien.
Wat de Haagse Stadspartij betreft, komen er meer overzichtstentoonstellingen van de huidige Haagse generatie kunstenaars in het Gemeentemuseum, GEM, Gemak en het Atrium. De gemeente zou ook kunnen zorgen voor meer opdrachten voor jonge Haagse architecten en beeldend kunstenaars. De gemeente kan Haagse kunstenaars veel meer inschakelen bij het maken van gemeentelijk drukwerk, bij scholen, bij stadsontwikkeling en bij het opfleuren van de openbare ruimte met kunst.
F. Horeca en levendigheid
Te lang werd de vestiging van horeca beperkt vanwege slechte ervaringen met cafés en coffeeshops. Daardoor kregen ook positieve ontwikkelingen geen kans. Van de Haagse
Stadspartij mogen de Haagse wijken veel levendiger worden. Regels die bedoeld zijn om grip te kunnen houden op lawaai en andere overlast, mogen er niet toe leiden dat er nergens meer leuke terrassen, eettentjes en dansgelegenheden bij kunnen komen. Of dat inwoners nooit meer een biertje op de eigen stoep mogen drinken. Er kan samen met ondernemers en andere initiatiefnemers worden gekeken naar goede oplossingen om ideeën een plek te geven in de stad in plaats van honderden bezwaren aan te voeren. Veel wijken zullen een
stuk aantrekkelijker worden als woonplek wanneer de mogelijkheden worden geboden van
een goede lunch, een voorstelling of een weekmarkt waar wijkgenoten elkaar ontmoeten.
Door onduidelijke regelgeving en falende controle ontstaat soms overlast, zoals winkels en supermarkten die warme maaltijden bereiden en verkopen. De gemeente biedt ondernemers voortaan duidelijke voorlichting over wat wel en niet mag. Het gaat dan om
regels ten aanzien van openingstijden, geluidsisolatie, veiligheid en stankoverlast. Kortom: Er kan op veel meer plaatsen worden gegeten, gedronken, overnacht en naar muziek geluisterd worden, wanneer er beter maatwerk komt en wanneer de regels gepast worden gehandhaafd. Ypenburg en Leidschenveen verdienen meer culturele voorzieningen. Het Haagse nachtleven kan meer impulsen gebruiken met clubs, discotheken en nachtcafés. Kleinschalige festivals en evenementen krijgen de ruimte.
Wat wil de Haagse Stadspartij verder?
*Een professionele turnhal voor talentontwikkeling
*Zwemmen in de gracht
*Zwemfaciliteiten voor mensen met een beperking
*Meer wijkcultuur met cultuurankers in de stadsdelen
*Meer bibliotheken gecombineerd met leescafés
*Iedere wijk een buurttheater en/of een podium
*Een Haagse Jazzweek
*Meer bankjes op straat
*Schaaktafels
*Fonteintjes met drinkwater
*Een kunstmarkt
*Meer stalletjes en kiosken
*Terrassen op zomerse avonden langer open
*Een jaarlijks straattheaterfestival
*Meer livemuziek op straat