Het bestemmingsplan Scheveningen Haven is op 28 november vastgesteld door de Haagse gemeenteraad. Het betekent de doodsteek voor de haven, die straks geen haven meer is, maar een doodse plas water omringd door duizenden woningen met hier en daar een plezierbootje voor de deur.
Het is misschien wel het meest karakteristieke stukje Den Haag: de haven van Scheveningen. Een gebied met een sterke onderscheidende identiteit, een drieluik vormend met Scheveningen Bad en Scheveningen Dorp.
Het nieuwe bestemmingsplan dat op 28 november door de gemeenteraad is vastgesteld maakt een definitief einde aan dit drieluik. De haven wordt volgebouwd met ruim 1.000 woningen, er komt veel meer verkeer en schreeuwerig toerisme midden in de haven. En alsof dat nog niet erg genoeg is: hoogbouw van 98 meter bij het Zuiderstrand en een oeververbinding over de havenmond, waardoor de rust van het Zuiderstrand, ons mooie stille strand, definitief verloren gaat.
De Haagse Stadspartij is al jaren fel tegenstander en stemde tegen het bestemmingsplan. Wijsmuller: “Wethouder Norder heeft opnieuw laten blijken dat hij schijt heeft aan de bewoners en de bedrijven. Hij heeft alleen maar oog voor de belangen van een paar projectontwikkelaars.”
Meer dan 100.000 Hagenaars, vertegenwoordigd door diverse bewonersorganisaties langs de kust, keerden zich tegen de plannen. Daarnaast keerden de ondernemers in de haven zich tegen het plan, gevolgd door grote natuur- en milieuorganisaties. Ook alle watersport-, surf-, en zeilclubs spraken zich tegen het plan uit. Er is werkelijk niemand te vinden die iets in de plannen ziet. Wijsmuller: “Het is onbegrijpelijk dat de meerderheid van de raad (PvdA, CDA, VVD en D66) wethouder Norder toch steunt.”
De oppositie vocht als een leeuw. Amendementen om de hoteltoren, de kabelbaan en de brug over de Pijp uit het plan te halen haalden het niet. Wijsmuller: “De bedrijven in de haven kunnen straks niet meer groeien. Sterker nog: de nieuwe bewoners die hier komen wonen kunnen op basis van dit bestemmingsplan met succes gaan klagen over geur- en geluidhinder van de scheepsvaart en de bedrijven. Maar geluid en geur dat hoort juist bij de haven. Dit is zo’n dom plan, verschrikkelijk”.