9 Jun 2011. De aankoop van 40 brede trams door de HTM heeft ernstige vertraging opgelopen. De rechter heeft de aanbestedingsprocedure ter waarde van 200
miljoen euro ongeldig verklaard.
Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij begint zijn geduld te verliezen: “Op vragen die ik al in april heb gesteld aan de wethouder komt geen antwoord, de raad wordt niet
geïnformeerd over de mislukte aanbesteding en we horen niets over de
gigantische bijkomende kosten die met de vervanging gepaard gaan.
Wethouder Smit speelt met vuur. Het gaat om vele honderden miljoenen die
de HTM de das om dreigen te doen. En dat in tijden van zware bezuiningen
op het openbaar vervoer, hevige arbeidsonrust en de gedwongen aanbesteding
van het openbaar vervoer.” In de gemeenteraad van as. donderdag 9 juni zal
de Haagse Stadspartij de wethouder aan de tand voelen over deze kwestie.
Vragen van de heer Wijsmuller (Haagse Stadspartij) over aanbesteding trammaterieel in relatie tot bezuinigingen.
Joris Wijsmuller (HSP). Voorzitter. Het was zo-even al aan de orde, namelijk de heel sombere vooruitzichten voor het openbaar vervoer in deze stad en de bezuinigingen die op ons afkomen die diep kunnen insnijden in niet alleen de werkgelegenheid maar ook het voorzieningenniveau van deze stad. De eerste consequenties van die bezuinigingen zullen we de volgende week in de vergadering van Haaglanden bespreken als de dienstregeling daar ter discussie staat, waarbij dus al de eerste stappen voor het snijden van voorzieningen, frequenties en lijnen aan de orde komen. Dit is een heel somber beeld.
Aan de andere kant is er de rare figuur dat een paar jaar geleden er is besloten om in te zetten op meer capaciteit en breder materieel, en daarmee ook op versterking van het openbaar vervoer. Dat is op zichzelf prima, ware het niet dat deze vorm van het versterken van de capaciteit ook heel veel kosten met zich meebrengt, extra kosten. In deze tijd van financiële krapte is het de vraag of dat wel de meest efficiënte manier en inzet van middelen is, zeker als je aan de andere kant lijnen moet gaan schrappen. Ik heb eerder schriftelijke vragen gesteld over de inzet van nieuw materieel, zowel aardgasbussen waarvan er 135 zijn besteld, waarvan je je af kunt vragen of die allemaal nog wel nodig zijn als er gesneden wordt in buslijnen, als brede trams. Ik heb die vragen in april gesteld. Normaal gesproken behoren die binnen vier weken beantwoord te worden. Het college kwam vervolgens netjes met een uitstelbriefje waarin stond dat de vragen eind mei beantwoord zouden worden. Maar we hebben nog steeds geen antwoorden op de vragen over de consequenties van de aanschaf van nieuw materieel voor de financiële perspectieven van Den Haag, en dat in het licht van de bezuinigingen. De volgende week moeten wij daarover komen te spreken, maar de relevante informatie vanuit deze wethouder krijgen wij maar niet. En dat irriteert mij mateloos, want ik wil graag het Haagse belang in het openbaar vervoer goed vertolken, zowel hier in de raad als ook in Haaglanden. Ik vind dus dat wij dan ook over de relevante informatie dienen te beschikken. Dat is ook de actieve informatieplicht van de wethouder. Daarom wil ik hem de volgende vragen stellen.`
1. Waarom heeft het college niet het fatsoen gehad om de schriftelijke vragen van 6 april tijdig te beantwoorden?
2. Kan het college ervoor zorgen dat die vragen 1 tot en met 6 van 6 april jl. uiterlijk morgen worden beantwoord? Want door de niet tijdige beantwoording zijn de vragen 7 en 8 inmiddels namelijk alweer achterhaald. Er is namelijk al een uitspraak gekomen van de rechter over de aanbesteding van breed materieel, een uitspraak met gevolgen. De rechter heeft namelijk besloten dat er in de procedure die door de HTM is gevoerd, fouten zijn gemaakt en dat daardoor de procedure over breed materieel moet worden verlengd en gedeeltelijk moet worden overgedaan. Dat is op zichzelf heel raar, maar dat biedt ook kansen. Daarom wil ik de wethouder ook de volgende vragen stellen.
3. Waarom heeft de wethouder, tevens portefeuillehouder Haaglanden, de raad niet actief geïnformeerd over de uitspraak van de rechtbank van 1 juni jl. om de aanbesteding van brede trams van in totaal € 200 mln. terug te fluiten?
4. Kan de wethouder bevestigen dat de HTM niet tegen dit besluit van de rechtbank is ingegaan en daarmee in feite erkent dat ze fouten heeft gemaakt met de aanbesteding?
5. Wat vindt de wethouder eigenlijk van het geknoei van de HTM met de aanbestedingsprocedure?
6. Kan de wethouder aangeven hoeveel vertraging er nu is ontstaan door het geknoei en de correctie door de rechter?
7. Kan de wethouder bevestigen dat de herziene aanbestedingsprocedure kan leiden tot een andere uitkomst, en de kans dus bestaat dat dan de verliezende partij weer in beroep gaat, met nog meer vertraging van dien?
8. Kan de wethouder bevestigen dat vertraging van de aanbesteding extra kosten met zich brengt zoals extra personeelslasten, advocaatkosten en indexering van de biedingen? Zo ja, wie neemt deze extra kosten in deze tijden van bezuiniging voor zijn rekening?
9. De aanschaf van breed materieel heeft naast de aanschaf zelf veel extra kosten voor aanpassing van de infrastructuur tot gevolg. Daar moet niet lichtzinnig over worden gedacht. We hebben al een indicatie als het gaat om een paar tracés. Het gaat dan om aanpassingen van rails, haltes, bovenleidingen, tractiestations, remises en dergelijke. Bijvoorbeeld het tracé van het Haagse deel van lijn 2 is al geschat op € 25 mln., het stukje Koninginnegracht op € 29 mln. en zeer recent is ons bekend geworden – dat is nog in procedure maar nog niet vastgesteld – de aanpassing van tracés in de binnenstad voor € 27 mln. Daar gaat het dus weer op de schop. Kortom, we hebben dus wel een indicatie maar het totaaloverzicht van alle geschatte extra kosten zoals de wethouder ook al begin dit jaar in de commissie heeft toegezegd, hebben wij nog steeds niet. Waarom onthoudt de wethouder deze ook voor de raad zeer relevante informatie aan de raad?
10. Voor een aanbestedingsprocedure geldt dat de opdrachtgever deze kan stoppen. Dat is natuurlijk de vrijheid van de opdrachtgever. Is de wethouder bereid om de aanbestedingsprocedure voor breed trammaterieel onmiddellijk te laten stoppen, zodat er een bijgestelde aanbesteding voor vervanging van de 40 GTL-trams kan worden opgestart waarmee in deze tijd van bezuiniging – want daar gaat het om – veel extra kosten bespaard kunnen worden en mogelijk zelfs ontslagen voorkomen kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Wethouder Smit (VVD). Voorzitter. Laat ik beginnen met het punt waarvan ik vind dat de heer Wijsmuller gelijk heeft. Ik had een uitstelbrief moeten schrijven voor de vragen van 6 april. Die zijn nu geagendeerd voor het college van aanstaande dinsdag. De antwoorden zijn ook niet zo moeilijk, maar ik had inderdaad een uitstelbriefje moeten schrijven. Dat uitstel was wel nodig omdat ik met vele partijen, te weten HTM, Haaglanden, Brandweer en Bouwtoezicht, op één lijn moest komen met betrekking tot de kwestie van de aardgasbussen. De vragen gingen over een aantal zaken, waaronder de aardgasbussen en de kostenramingen van de infra-aanpassingen. Overigens, het programma van die kostenramingen is bekend. Dat is gewoon vastgesteld. Dat is al openbare informatie. Er is op het ogenblik wel een voortgangsrapportage in de maak daarover maar die moet in Haaglanden wel de keurige procedure volgen. Ik denk dat deze maand die voortgangsrapportage naar de commissie Leefomgeving kan worden gestuurd. Net zoals ik een afschrift aan deze commissie heb doen toekomen van de brief die ik heb geschreven naar aanleiding van de brief die ik aan de minister heb geschreven over de bezuinigingen die zij voorstaat, ben ik bereid dat te doen.
Dan de vragen over de zaak die heeft gediend voor de rechter over de aanbesteding van de nieuwe trams. Waarom heb ik de raad daarover niet actief geïnformeerd? Om te beginnen omdat ik geen partij in die zaak ben. HTM besteedt aan. Bovendien is die actieve informatieverstrekking niet echt nodig, aangezien die uitspraak van de rechter gewoon openbaar is. Naar aanleiding van deze vragen heb ik die uitspraak gelezen. Niet oorspronkelijk omdat ik er niet bij betrokken ben en ik er ook niet bij betrokken wil zijn. Ik wil niet hebben dat de politiek in die aanbestedingsprocedure treedt. Misschien is het ook voor de raad goed om dat niet te doen, maar ik wil best nog iets zeggen over die procedure.
De heer Wijsmuller heeft gevraagd of ik kan bevestigen dat de HTM niet in beroep is gegaan tegen deze uitspraak en ik daarmee in feite erken dat ze fouten hebben gemaakt met de aanbesteding. Ik weet niet of dat laatste zo is. Er wordt, geloof ik, geen hoger beroep aangetekend. Nu ik het vonnis gelezen heb, kan ik dat ook wel begrijpen. Er is één punt waar de HTM wordt gevraagd om nadere uitleg en motivering en dat betreft dan 16 van de meer dan 600 scores, eigenschappen die gevraagd worden van de voertuigen. Voor het overige is de HTM in het gelijk gesteld met betrekking tot een aantal punten. Van het aantal criteria dat in de weging op nul is gesteld, heeft de rechter gezegd: dat doet u goed. Ten aanzien van het feit dat werd gezegd dat knock-outcriteria zouden zijn vervallen, heeft de rechter kunnen bevestigen dat dit niet het geval is; de HTM heeft dat goed gedaan. De rechter ziet geen aanleiding tot een algehele herbeoordeling. Met betrekking tot de bezwaren van de partij tegen het omwisselen van punten in percentagescoring ziet de rechter ook geen aanleiding om er bezwaar tegen te maken: de HTM heeft dat goed gedaan. Ten behoeve van de nadere motivering van die 16 van de meer dan 600 punten behoeft de HTM geen nieuwe beoordelingscommissie te benoemen en behoeft daarbij ook niet een onafhankelijke derde over zijn schouders mee te laten kijken. De HTM hoeft niet op al die 600 punten een hermotivering te geven. Volgens de rechter is niet aangetoond dat er sprake is van een onjuiste waardering. En er is geen dwangsom opgelegd. Dit is tevens het antwoord op vraag 5. Die vraag luidt wat ik vind van het geknoei van de HTM met de aanbestedingsprocedure. Ik vind dat daar geen sprake van is.
Vraag 6 luidt of ik kan aangeven hoeveel vertraging er nu is ontstaan door een en ander. Nee, dat kan ik niet. Wel kan ik zeggen dat wat betreft de leverdatum van de nieuwe voertuigen geen uitstel wordt voorzien.
Dan vraag 8. Kan ik bevestigen dat de vertraging extra kosten met zich brengt? Het antwoord daarop is nee. Het is niet ongebruikelijk dat deze aanbestedingsprocedures ergens een keer in de rechtszaal belanden. Het is heel logisch. Bedrijven moeten vaak de helft van hun centen in de rechtszaal verdienen tegenwoordig. Het is dus helemaal niet raar wat hier gebeurd is. Het is mijn inschatting dat dit tot de normale bedrijfskosten die horen bij zo’n aanbesteding, past.
Bij vraag 9 staat dat de aanschaf van breed materieel naast de aanschaf zelf, heel veel extra kosten voor aanpassing et cetera tot gevolg heeft. Dat wil ik toch wel even nuanceren. Overigens staat in vraag 3 al een feitelijke fout, namelijk alsof de totale aanbesteding van deze nieuwe trams € 200 mln. zou belopen. Dat is niet zo. Het gaat om vele tientallen miljoenen minder dan dat bedrag. De meeste kosten van de aanpassingen van de tramtracés zitten niet in het feit dat de tramvoertuigen 30 centimeter breder zijn dan de GTL-8 maar zwaarder. De aslast stijgt van 6 ton naar 9,5 ton. Dat zou overigens ook het geval zijn bij nieuw materiaal dat niet 30 centimeter breder is. Dat betekent dat verreweg de meeste van de kosten die wij in de infrastructuur moeten maken om nieuw materieel in te vliegen, ook zouden moeten worden gemaakt bij smaller materieel. Het is vooral veel zwaarder. Dit heeft bijvoorbeeld betrekking op de spooronderbouw. Zo moeten poerenconstructies en constructies op zand vervangen worden, zoals op de Koninginnegracht, de Nieuwe Parklaan de Lange Vijverberg en de Mgr. Van Steelaan op lijn 2. Er moeten een aantal bruggen worden vervangen. Dat moet ook als er smal nieuw materieel zou komen. Ook moeten er extra onderstations et cetera komen. Dat heeft te maken met de zwaarte van het nieuwe materieel en niet met het feit dat ze trams 30 centimeter breder zijn. Ook lange, smalle trams zouden die zwaarte hebben gehad.
Voor brede voertuigen moeten wel wat haltes worden versmald en aan de achterzijde eventueel weer opnieuw verbreed maar voor langere voertuigen zouden de haltes moeten worden verlengd, hetgeen dan veelal ten koste gaat van parkeerplaatsen en bomen. Deze kosten zullen elkaar niet heel veel ontlopen. Langer materieel zou nieuwe problemen geven bij station Hollands Spoor. Daar is de ruimte in de lengte dermate krap dat er niet gekoppeld kan worden gereden en men ook geen voertuigen achter elkaar kan laten halteren. Dat is een buitengewoon grote handicap in dat geheel.
Een overzicht van de kosten van de verschillende projecten komt te staan in een voortgangsrapportage van Haaglanden. Ik zei zo-even al dat die rapportage in de maak is. Bovendien staan in het IpVV de budgetten voor het actieprogramma, onderscheiden naar de verschillende projecten, overigens niet voor breed materieel versus eventueel smal materieel, maar zoals ik al zei, is dat ook niet het hoofdpunt.
Vraag 10 luidt of ik heb overwogen om de aanbestedingsprocedure als opdrachtgever te stoppen. Het antwoord daarop is nee. Zoals de heer Le Clercq in de commissie heeft uitgelegd, betreft het vooral vervangingsinvesteringen. Tweedederde van het materieel blijft rijden en krijgt een levensverlengende operatie, waaronder de neus die wordt vervangen. Die levensverlengende operatie betekent dat een groot deel van het materieel tot 2018 kan blijven rijden. Wij hebben er zelfs voor gezorgd dat we tot 2022 met een ander deel van het materieel kunnen blijven rijden. Wij halen het laatste zuchtje leven uit het bestaande materieel en zijn dus zeer spaarzaam bezig is.
De voorzitter. Mijnheer Wijsmuller, hebt u behoefte aan een korte tweede termijn?
Joris Wijsmuller (HSP). Jazeker. Als het gaat om de duiding van de uitspraak van de rechter vind ik het onbestaanbaar dat een wethouder die namens het college het besluit heeft genomen om € 144 mln. in de voorfinanciering van dit project te stoppen, vervolgens zegt dat de gemeente hierin geen partij is. Het is onbestaanbaar dat een wethouder die zowel in Haaglanden als in het college besluiten heeft genomen over de materieelnota die de basis is geweest voor deze aanbestedingsprocedure, vervolgens zegt geen partij te zijn in dezen. Overigens, ik heb dat vonnis goed gelezen. Het viel mij trouwens op dat de definitieve bestekken en de aanbesteding al in april zijn gestart terwijl het college en het algemeen bestuur van Haaglanden pas in juni hebben besloten over die materieelnota. Hoe zit dat eigenlijk?
Ik blijf het een beetje een gotspe vinden dat deze wethouder zegt: daar hebben wij niets mee te maken. Natuurlijk hebben wij daarmee te maken. De manier waaarop de wethouder deze uitspraak goed probeert te praten ten aanzien van het handelen van de HTM duidt erop dat hij de uitspraak niet goed heeft gelezen De rechter heeft namelijk geoordeeld dat er niet zou moeten worden besloten tot een nieuwe aanbesteding omdat de eisende partij, CAV, daarom niet heeft gevraagd. CAV denkt namelijk dat wanneer ze op de punten waarop ze verkeerd zijn beoordeeld, herbeoordeeld worden , ze vervolgens de opdracht kunnen krijgen. Dat is de inzet van die partij. Dus de wethouder moet die uitspraak goed lezen. Dan krijg je dus dat de vertraging mogelijk langer kan gaan duren, omdat Siemens vervolgens in bezwaar gaat.
Wat betreft de extra kosten nog het volgende. De aanbestedingsprocedure loopt al sinds april vorig jaar. Er worden nu mensen bij de HTM ontslagen, mensen op verschillende niveaus, terwijl dit maar door blijft rommelen en kosten blijft vergen. Hoe kan de wethouder dat nu zo veronachtzamen?
Over de kosten van breed materieel kunnen wij nu een hele discussie voeren, maar dat zal ik u allen nu besparen. De wethouder gaat ook in op zaken waarom ik helemaal niet gevraagd heb. Waar het om gaat is dat wij als raad en als bestuursorgaan in Haaglanden een totaaloverzicht moeten kunnen hebben zodat wij weloverwogen keuzes kunnen maken. Dan is de informatievoorziening ontzettend relevant.
Wat betreft die informatievoorziening zegt de wethouder: sorry dat ik geen briefje heb gestuurd. We moeten volgende week besluiten over de dienstregeling nemen en dan wil de wethouder volgende week dinsdag misschien vragen die daarvoor relevant zijn beantwoorden. Ik vind dat niet kunnen. Ik wil die informatie morgen hebben. De wethouder moet die gewoon morgen leveren, wellicht dan onder voorbehoud van goedkeuring van het college. De wethouder zegt zelf dat die antwoorden niet zo moeilijk zijn. Nou, lever ze dan zodat wij ons goed kunnen voorbereiden ten aanzien van de besluiten die wij als bestuurders ook in Haaglanden moeten nemen.
Wat betreft het totaaloverzicht van de extra kosten het volgende. Of de trams nu breder zijn of zwaarder, het zijn extra kosten en daar gaat het om. Dat is de kern van de zaak in deze tijden van bezuinigingen waarin personeel wordt ontslagen en lijndiensten worden teruggeschroefd. Daarover moeten we verantwoorde besluiten nemen. Het is een miljoenenspel dat hier gespeeld wordt en de wethouder zegt hier luchthartig zonder ons de overzichten en inzichten te geven dat we juist kostenbesparend bezig zijn. Ik heb daar grote twijfels bij en ik vind het merkwaardig dat de wethouder ten aanzien van de toezegging die hij eerder dit jaar heeft gedaan dat hij in mei dat totaaloverzicht zou leveren, dat voor ons relevant is voor de besluitvorming in Haaglanden, aangeeft dat dit overzicht over een maand komt. Is dat niet veel te laat, wethouder? Kunt u er niet zorgen dat wij, al is het maar in concept, voor woensdag als Haaglanden vergadert – enkele van de raadsleden hier zitten ook in de commissie vervoer — over die gegevens beschikken?
Wethouder Smit (VVD). Dat doe ik na de collegevergadering van aanstaande dinsdag. De antwoorden waren wel moeilijk om samen te stellen, want je moet het met al die instanties eens worden, maar ze zijn niet moeilijk om te lezen. Dus dan heeft u tijd voor de commissievergadering van woensdag. Overigens vallen de besluiten niet op woensdag maar op 29 juni in de vergadering van het algemeen bestuur van Haaglanden.
Verder wijs ik erop dat alle informatie met betrekking tot het investeringsprogramma die nodig is voor deze operatie, niet alleen bekend is, maar dat er ook al over besloten is in Haaglandenverband. Dus het idee dat ik daarover informatie achterhoud, is niet juist. Daarnaast geldt dat niet alle werkzaamheden daarvoor reeds zijn afgerond. Dat hoeft ook niet, want we gaan pas in 2014 een en ander binnenrollen qua nieuw materieel. Er is wel sprake van voortgangsrapportages over het project Aanpassing. Die voortgangsrapportages komen er. Daar behoeven helemaal geen nieuwe besluiten over te worden genomen.
Ten slotte nog dit. We hebben tot deze vervangingsinvesteringen besloten met de mededeling: we doen dat op de zwaarste lijnen en op de lijnen waar er geen voor breed materieel zeer specifieke aanpassingen nodig zijn. Er zijn wel wat specifieke aanpassingen maar niet zeer zware specifieke aanpassingen. De lijnen waar de echte zware aanpassingen hadden moeten plaatsvinden als er breed materieel zou komen, worden niet van nieuw materieel voorzien; daar blijft men gewoon met het bestaande materieel rijden. Dus daar vermijden wij die investeringen. Dat was onderdeel van het besluit uit 2009. We hebben deze nieuwe wagens nodig om ondanks de bezuinigingen, een goed en verantwoord niveau van dienstverlening in het openbaar vervoer te kunnen bieden. Ik heb er bezwaar tegen dat de heer Wijsmuller vermoedt dat er ook in 2009 niet de meest kosteneffectieve besluiten zouden zijn genomen, want zo zitten wij niet in elkaar in Haaglanden. Dit zijn de meest kosteneffectieve besluiten.
Sandra Abbenhuis (PPS). Voorzitter. Alles gehoord hebbende, wil ik het vonnis van de rechtbank eerst in alle rust doorlezen.
De beraadslaging wordt gesloten.