Raadslid Peter Bos en fractievertegenwoordiger Tim de Boer van de Haagse Stadspartij zijn opnieuw diep in de wereld van de Haagse nachtontheffingen gedoken. Dit naar aanleiding van artikelen in de NRC en de website Gemeente.nu over zalencentrum De Opera en andere nachthoreca. Peter Bos: “De gang van zaken rond het verlenen van nachtontheffingen voor de horeca vind ik schimmig en onacceptabel. Zo worden omwonenden niet betrokken bij de besluitvorming en zijn de besluiten vaak nergens te vinden.” In een serie schriftelijke vragen wordt door de Haagse Stadspartij om opheldering gevraagd bij het college.
Tim de Boer: “De voorwaarden om een horecavergunning en een nachtontheffing te krijgen zijn erg onduidelijk en moeilijk te vinden. De strenge Bibobtoets om te voorkomen dat criminelen en dubieuze ondernemers vergunningen en ontheffingen bemachtigen lijkt een wassen neus.”
De kwestie nachtontheffingen is al geruime tijd een issue in Den Haag sinds er vorig jaar ontheffingen werden verleend aan zalencentrum De Opera, een bekende donateur van Groep de Mos. Het leidde zelfs tot ingrijpen van justitie en uiteindelijk tot de val van het college van B&W en het aftreden van twee wethouders van Groep de Mos. Volgens de NRC is in deze kwestie zelfs sprake van “verwevenheid met de illegale gokwereld”. Ook meldde deze krant dat er opnieuw een inval is geweest van de autoriteiten bij De Opera, ditmaal vanwege een illegale shisha lounge die zich in het pand zou bevinden.
Een van de meest opmerkelijke zaken die in het onderzoek van Bos en de Boer naar boven is gekomen is dat de twee rechtspersonen van De Opera die de nachtontheffingen hebben bemachtigd geen omzet draaien volgens de gegevens van de Kamer van Koophandel.
Hieronder de schriftelijke vragen:
Schriftelijke vragen: Horeca vergunningen
Indiener: Peter Bos
Het raadslid de heer Bos heeft op 9 januari 2020 een brief met daarin zesentwintig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
N.a.v. een aantal artikelen in de media over de gang van zaken rond verleende horecavergunningen in Den Haag stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:
1. Is het college bekend met de publicaties “Nachtvergunningen achter de schermen geregeld in Den Haag” d.d. 12 december 2019 van Gemeente.nu (zie bijlage 1) en “Nachtvergunning? Regel ik voor je” d.d. 13 december 2019 van het NRC (zie bijlage 2)?
Ja.
2. Zijn alle in het artikel van Gemeente.nu genoemde nachtvergunningen terecht en op de juiste gronden verleend? Zo nee, waarom niet?
Het college kan op dit moment niet overzien welke elementen onderdeel zijn van het lopende onderzoek van de rijksrecherche noch kan zij vooruitlopen op het besluit op bezwaar naar aanleiding van de lopende bezwaarprocedure tegen twee besluiten tot het verlenen van nachtontheffingen.
3. Binnen de uitgaanskernen gelden ruime openingstijden en is geen nachtontheffing verplicht om lang open te blijven. Daarbuiten kan de burgemeester volgens artikel 2.29 van de APV voor een categorie 2 horeca-inrichting, waarvan de ondernemer ten genoegen van de burgemeester heeft aangetoond, dat de exploitatie van die horeca-inrichting geen nadelige invloed heeft op de openbare orde of op het woon- of leefklimaat in de naaste omgeving van die horeca-inrichting, een nachtontheffing verlenen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?
Ja.
4. Aan welke eisen wordt nog meer getoetst bij het behandelen van aanvragen van nachtontheffingen?
5. Zijn deze eisen in de APV of andere wettelijke regelingen te vinden? Zo ja, waar? En zo nee, waarom niet?
Ad 4 t/m 5:
Het beleid omtrent hoe met de bevoegdheid om nachtontheffingen te verlenen wordt omgegaan is opgenomen in de Horecavisie Den Haag (RIS288645) en het besluit omtrent het mogelijk maken van vijf extra nachtontheffingen (RIS302417).
6. Volgens het artikel van Gemeente.nu zijn er in 2018 en 2019 in totaal niet vijf, maar 15 nachtontheffingen verleend. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?
7. Kan het college aangeven welke nachtontheffingen voor welke locaties er in 2018 en 2019 zijn verleend?
8. Kan het college aangeven op welke wijze de aanvragen en verleningen van deze nachtontheffingen bekend zijn gemaakt en gepubliceerd?
Ad 6 t/m 8:
Het gaat om de volgende 15 adressen:
Achterom 8: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Fruitweg 28: aanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum.
Fruitweg 34: aanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum.
Herengracht 3b: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Herenstraat 6: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Herenstraat 24: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Javastraat 132: exploitatievergunning gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum i.v.m. overlastklachten. Nachtontheffing meegenomen in bezwaarprocedure.
Kurhausweg 2: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Laan 3: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Laan van Poot 7: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Mr. P. Droogleever Fortuynweg 69: aanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum.
Mr. P. Droogleever Fortuynweg 79: aanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum.
Prinsegracht 10: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Prinsegracht 12: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Treilerdwarsweg 10a: niet gepubliceerd, want verlenging van bestaande nachtexploitatie.
Wegastraat 77: aanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage bij het Den Haag informatiecentrum.
9. Volgens het burgemeestersbesluit om vijf nachtontheffingen mogelijk te maken worden op grond van het horecabeleid in beginsel geen nieuwe nachtontheffingen verstrekt. Kan het college aangeven wanneer, met welk beleidstuk en in welke bewoordingen is besloten dat in
beginsel geen nieuwe nachtontheffingen worden versterkt?
Het beleid om geen nachtontheffingen te verstrekken was al verwoord in het voormalige horecabeleid, de Toekomstvisie Horeca Den Haag 2010-2015 (RIS168865), maar is ook onderdeel van het huidige horecabeleid, de Horecavisie Den Haag (RIS288645).
10. Kan het college van alle in vraag 7 gevraagde nachtontheffingen (buiten de vijf nachtontheffingen voor zalencentra) motiveren waarom deze toch zijn verleend?
In alle gevallen was sprake van verlenging van de bestaande nachtexploitatie, waarbij geen sprake was van nadelige invloed op de openbare orde of het woon- en leefklimaat.
11. Volgens Artikel 2:28F van de APV Den Haag vervallen horecavergunningen zodra het exploiteren van de horeca-inrichting is beëindigd en op een volledige aanvraag om een nieuwe vergunning voor het exploiteren van dezelfde horeca-inrichting is beslist, of, indien zodanige
aanvraag niet is ingediend binnen 13 weken na het beëindigen van het exploiteren van de horeca-inrichting, bij het verstrijken van deze termijn. Hoeveel en welke horecavergunningen zijn in 2018 en 2019 vervallen op grond van dit artikel?
12. Van beëindiging van het exploiteren van de horeca-inrichting is volgens de APV sprake, indien de horeca-inrichting blijkens de registers van de Kamer van Koophandel en Fabrieken niet meer voor rekening van de ondernemer, op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt
geëxploiteerd, danwel op grond van andere informatie blijkt, dat de horeca-inrichting niet meer voor rekening van de ondernemer, op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt geëxploiteerd. Hoe wordt de informatie van de Kamer van Koophandel in dit verband door het college
vergaard en toegepast?
13. Wordt daarbij ook gebruik gemaakt van de bij de KvK gedeponeerde jaarrekeningen of het feit dat jaarrekeningen niet zijn ingediend? Zo nee, waarom niet?
14. Welke andere informatie wordt hierbij door het college benut?
Ad 11 t/m 14:
Hoeveel en welke horecavergunningen vervallen wordt niet geregistreerd. Indien een nieuwe ondernemer een aanvraag indient, wordt altijd via het Handelsregister van de Kamer van Koophandel bekeken of er sprake is van overgangsrecht (artikel 2:28F APV) of van een vervallen vergunning. De jaarrekeningen zijn hierbij niet van belang. In geval van vervallen vergunningen rapporteren toezichthouders (handhavers en politie) omtrent eventuele illegale exploitatie van horeca-inrichtingen.
15. Volgens het artikel in Gemeente.nu zijn er in strijd met artikel 2:28F toch horeca-exploitaties voortgezet. Zo wordt gesteld: “Zelfs na een jaar of langer zonder bedrijvigheid volgens het Handelsregister, kunnen de oude rechten weer worden afgestoft.” Kan het college deze
bewering beamen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Men doelt op de regeling van artikel 2:28F APV (overgangsrecht m.b.t. exploitatievergunningen), maar past deze ten onrechte toe op nachtontheffingen. Voor de vraag of een nachtontheffing kan worden verleend is artikel 2:28F APV niet van toepassing, maar is (naast de vraag of de openbare orde of het woon- en leefklimaat nadelig worden beïnvloed) van belang of er sprake is van een bestaande legale nachtexploitatie. Het enkele feit dat een ondernemer bijvoorbeeld vergeet zijn nachtontheffing tijdig te verlengen, maakt niet dat voor het desbetreffende adres geen nieuwe nachtontheffing meer kan worden verleend.
16. In het artikel van Gemeente.nu wordt gesproken over een horeca-inrichting in de Herenstraat waarvan de oprichting alleen te vinden is in het gemeenteblad van Delft. Kan het college aangeven hoe dat kan?
Alle omgevingsvergunningen zijn te vinden op overheid.nl en dus niet uitsluitend in het gemeenteblad van Delft. Het gaat in dit geval om de horeca-inrichting aan de Herenstraat 6, de voormalige discotheek/danscafé “Feest van Sinterklaas”. Er is geen sprake van een woonbestemming; de bestemming is “Gemengde Doeleinden 3”, met onder meer de mogelijkheid tot wonen op de
bovenverdiepingen. Op basis van het overgangsrecht uit het bestemmingsplan is voortzetting van een discotheek/danscafé hier mogelijk, ook op de bovenverdieping.
17. Kan het college aangeven welke momenteel geldende horecavergunningen zijn verleend voor het adres Wagenstraat 150a en waar en wanneer deze zijn gepubliceerd? Zo nee, waarom niet?
In 2010 is de vergunningaanvraag gepubliceerd via Overheid.nl en ter inzage gelegd bij het Den Haag informatiecentrum. De vergunningen (exploitatievergunning en drank- en horecavergunning) zijn ook in 2010 verleend. Sindsdien hebben er slechts bijschrijvingen van leidinggevenden plaatsgevonden.
18. In Amsterdam voorziet de gemeente in een website waarop precies terug te vinden is wie, waar en welke horecavergunning is afgegeven en onder welke voorwaarden. Dit is zeer transparant voor omwonenden en andere belanghebbenden. Zie https://www.amsterdam.nl/ondernemen/horeca/horeca-kaart/ Is het college bereid deze gegevens ook in Den Haag op deze wijze te ontsluiten? Zo nee, waarom niet?
Op dit moment lijkt het op korte termijn niet mogelijk om dit voor Den Haag te realiseren op basis van de op dit moment in gebruik zijnde vergunningensystemen. Het college deelt de mening dat een dergelijke website transparant is voor omwonenden en andere belanghebbenden. Het college zal daarom een verkenning starten om te bezien of en welke mogelijkheden er zijn voor Den Haag.
19. In het Horecabeleid (RIS288645) dat door de raad is vastgesteld op 11 februari 2016 is in het dictum middels een amendement het volgende opgenomen: “Veranderingen op onderwerpen als sluitingstijden (..) hebben direct impact op bewoners en andere
ondernemers. Om een goede balans te houden tussen de belangen van horeca-ondernemers en van omwonenden, draagt Den Haag zorg voor het betrekken van bewoners bij veranderingen in en uitvoering van beleid.” Hoe kan het dat bij de besluitvorming rond het verlenen van nachtontheffingen aan zalencentra de bewoners niet zijn betrokken?
De bewoners zijn betrokken via de publicatie van de beleidswijziging t.a.v. de vijf nieuwe nachtontheffingen en de aanvragen daaromtrent. Diverse bewoners hebben dit ook aangegrepen om hun zienswijzen kenbaar te maken. Naar de huidige inzichten was een bredere consultatie van de buurt mogelijk gewenst geweest.
20. In het NRC-artikel wordt gesproken over een brief van de politie aan de gemeente waarin de politie waarschuwt dat de eigenaar van zalencentrum De Opera in 2017 verdachte was in „een groot witwas- en gokonderzoek”. Is het college op de hoogte van deze brief en waarom heeft het college hier -naar verluid- niets mee gedaan?
Ja. Deze informatie bood geen grond om de gevraagde nachtontheffingen te weigeren.
21. In hoeverre heeft het college de “Beleidslijn voor de toepassing van de wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur van de gemeente Den Haag” (RIS280746) gevolgd en wanneer heeft dit geleid tot een bibob-toets bij aanvragen die verband houden met De Opera en wat was daarvan de uitkomst?
Conform het gemeentelijk Bibob-beleid vindt geen nieuwe Bibob-toets plaats bij de aanvraag om een nachtontheffing. Bij het verlenen van nachtontheffingen, wordt uitgegaan van de geldige exploitatievergunning die daaraan ten grondslag moet liggen, inclusief de al uitgevoerde Bibob-toets. Zoals reeds aan u toegezegd, wordt u op korte termijn separaat geïnformeerd over de toepassing van het Bibob-instrumentarium.
22. Welke vergunningen en ontheffingen zijn sinds 2012 verleend die verband houden met De Opera?
In 2015 zijn leidinggevenden bijgeschreven op de bestaande vergunningen. In 2016 zijn nieuwe exploitatievergunningen en drank- en horecavergunningen verleend in verband met de splitsing van één partycentrum in twee afzonderlijke partycentra. In 2017 en 2018 zijn leidinggevenden bijgeschreven op deze vergunningen. In 2019 zijn de nachtontheffingen verleend.
23. In het NRC-artikel wordt gesproken over een shisa lounge, de Aza Restaurant Lounge, in het pand van De Opera. Is inderdaad sprake van een shisa lounge? En welke vergunningen zijn hiervoor afgegeven?
24. In het NRC-artikel wordt gemeld dat de gemeente „een handhavingsteam” heeft gestuurd naar de Opera. Dat team constateert volgens de NRC „dat er geopereerd wordt buiten de kaders van de afgegeven vergunning.” Is dit juist en tot welke consequenties heeft deze constatering geleid?
Ad 23 t/m 24:
Er was sprake van het aanbieden van waterpijpen (shishalounge). Hier is geen aparte vergunning voor nodig, aangezien de inrichting reeds vergund is. De bestaande vergunningen voorzien echter niet in de exploitatie van een zelfstandig restaurant. Daarom heeft dit, conform het handhavingsbeleid, geleid tot een schriftelijke waarschuwing. De shishalounge is inmiddels gesloten.
25. Volgens de APV en de Drank- en Horecawet moet de horecavergunning aangevraagd en gebruikt worden door de entiteit die daadwerkelijk de omzet uit horeca gaat maken. Uit de meest recente bij de KVK gedeponeerde jaarcijfers blijken de BV’s van De Opera die de
nachtontheffingen hebben gekregen geen enkele omzet te maken. Hoe kan het dat het college dan toch vergunningen en nachtontheffingen heeft verleend?
De BV’s waaraan de vergunningen en ontheffingen zijn verleend worden bestuurd door een andere BV, die op zijn beurt weer wordt bestuurd door een holding. Deze holding wordt bestuurd door een natuurlijk persoon. Te allen tijde is duidelijk geweest voor wiens rekening en risico de horecainrichtingen worden geëxploiteerd. Derhalve was er geen aanleiding de vergunningen en nachtontheffingen te weigeren. Het komt voor dat een ondernemer de omzet in een andere BV (binnen dezelfde fiscale eenheid) boekt dan in de BV waarvoor de vergunningen zijn verleend. Wanneer dit blijkt, bijvoorbeeld uit de gegevens van de Kamer van Koophandel, wordt de ondernemer hierop aangeschreven om de situatie weer kloppend te maken. Dat is in dit geval inmiddels ook gebeurd.
26. Hoe vindt de controle op jaarcijfers bij andere zalencentra en andere horeca plaats als het gaat om het gebruik van nachtontheffingen?
Nachtontheffingen bieden slechts een verruiming van de openingstijden en staan los van jaarcijfers. Bij het verlenen van nachtontheffingen wordt uitgegaan van de geldige exploitatievergunning die daaraan ten grondslag moet liggen, inclusief de daarbij uitgevoerde Bibob-toets. Conform het gemeentelijk Bibob-beleid vindt dan niet een nieuwe Bibob-toets plaats bij de aanvraag om een nachtontheffing.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris a.i., de wnd. burgemeester,
Ilma Merkx Johan Remkes
Bijlage 1: https://www.gemeente.nu/analyse/nachtvergunningen-achter-de-schermen-in-den-haag/
Bijlage 2: https://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/13/nachtvergunning-regel-ik-voor-je-a3983780