Onderzoek naar sterfte rond de geboorte in Den Haag

Perinatale sterfte. Een moeilijk woord voor sterfte kort voor, tijdens of kort na de geboorte. Het komt in Den Haag relatief vaak voor, vaker dan in de andere grote steden, blijkt uit onderzoek. De Haagse Stadspartij bracht dit feit naar voren en de GGD gaat nu verder onderzoek doen.

 

Onderzoek sterfgevallen Haagse baby’s

donderdag 5 maart 2009

De GGD Den Haag gaat onderzoek doen naar het relatief grote aantal perinatale sterfgevallen binnen de gemeente. Dat heeft het college van b en w gisteren bekendgemaakt in antwoorden op raadsvragen van de Haagse Stadspartij.

Perinatale sterfte is een term voor het overlijden van embryo’s vanaf 24 weken tot het overlijden van baby’s binnen 7 dagen na de geboorte. Uit eerder onderzoek is gebleken dat deze sterfte van alle grote steden in Den Haag het grootst is. Per duizend geboorten, overlijden er in deze gemeente gemiddeld 11,8. Onder niet- westerse vrouwen is die sterfte zelfs nog hoger (14,6 overlijdensgevallen per 1000 geboorten).

Ter vergelijking, het Nederlands gemiddelde ligt op 9,3 promille. Factoren die een rol spelen bij perinatale sterfte zijn sociaal-economische status, de leeftijd van de moeder, een meerlingenzwangerschap, het niet gebruiken van foliumzuur en de afwezigheid van preventieve zorg in de eerste drie maanden van de zwangerschap.

Waarom de perinatale sterfte in Den Haag zo hoog is, kan de gemeente niet zeggen. Het GGD-onderzoek moet dat gaan uitwijzen. Ook moet daaruit voortkomen welke aanpak nodig is om het sterftecijfer terug te dringen.

bron: AD/Haagsche Courant

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid de heer G.H.M. Wijsmuller

Den Haag, 3 maart 2009

Inzake: perinatale sterfte in Den Haag

Het raadslid de heer G.H.M. Wijsmuller heeft op 27 januari 2009 een brief met daarin twee vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Deze vragen betreffen het onderzoek “Perinatale uitkomsten in de vier grote steden en de prachtwijken in Nederland” van J.P. de Graaf, A.C.J. Ravelli, H.I.J. Wildschut, S. Denktaş, A.J.J. Voorham., G.J. Bonsel en E.A.P Steegers.

Ingevolge het bepaalde in artikel 38, van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, antwoorden wij als volgt.

1. Is het college op de hoogte van de uitkomsten van dit onderzoek?

Het college is bekend met deze uitkomsten van dit onderzoek.

2. Heeft het college een verklaring voor het feit dat van de G4 de perinatale sterfte het hoogste is in Den Haag en dat het relatieve risico van wonen in prachtwijken hier ook het grootst is? Zo nee, is het college bereidt dit verder te onderzoeken en op basis van de uitkomsten eventueel een integrale aanpak op te stellen?

Op dit moment is geen eenduidige verklaring te geven waarom Den Haag de hoogste perinatale sterfte heeft en waarom het relatieve risico van wonen in Haagse Krachtwijken het grootste is. Factoren die o.a. een rol spelen bij perinatale sterfte zijn: de sociaal-economische status, de culturele achtergrond, het wel of niet hebben van een meerlingzwangerschap, de leeftijd van de moeder, het gebruik van foliumzuur en de afwezigheid van preventieve zorg in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Hogere perinatale sterfte in de Krachtwijken heeft te maken met een combinatie van risico’s. Waarom die combinatie in Den Haag zo ongunstig uitpakt, is op dit moment niet te zeggen. Evenmin kan een antwoord gegeven worden op de vraag welke factor en) precies het verschil verklaart /verklaren. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de GGD besloten om dit signaal verder uit zoeken. Hierbij wordt zowel naar de omvang als naar een mogelijke verklaring van het probleem gekeken. Afhankelijk van deze uitkomsten wordt gekeken naar de meest gewenste aanpak.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen