Raad van State verbiedt snackbarbeleid gemeente

Supermarkten die tevens fungeren als snackbar en broodjes shoarma e.d. verkopen mogen van de gemeente in strijd met het bestemmingsplan bakken en braden. Bewoners uit de Vruchtenbuurt hebben dit verruimde snackbarbeleid onderuit gehaald bij de Raad van State.

Update: de vragen zijn beantwoord

 

De gemeente trekt zich echter niets aan van de rechterlijke uitspraak en heeft nu voor dezelfde supermarkt een vergunning verleend. De Haagse Stadspartij heeft hierover vragen gesteld aan het college. Raadslid Gerwin van Vulpen: “Het gaat hier om horeca-activiteiten die een behoorlijke impact kunnen hebben op de buurt. Bewoners ervaren allerlei vormen van overlast en lopen grotere risico’s. De gemeente probeert echter met allerlei trucs de bewoners buitenspel te zetten.” Het beleid met verruiming van de regels komt voort uit de horecanota van de gemeente. Gerwin van Vulpen: “Ik wil dat het college de problematiek serieus neemt en de nota aanpast, zeker na de heldere uitspraak van de Raad van State, want dit is onbehoorlijk bestuur”.

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van raadslid G.W. van Vulpen

Haag, 6 november 2012

Inzake: Ondergeschikte horeca/mini-supermarkten

Het raadslid G.W. van Vulpen heeft op 25 september 2012 een brief met daarin tien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere
werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Vele mini-supermarkten in de stad fungeren tevens als snackbar met de verkoop van ter plaatse bereide pizza’s, broodjes shoarma, döner, frites en/of andere warme snacks. Deze ontwikkeling leidt soms tot overlast in woonwijken. Deze problematiek kwam naar aanleiding van een kwestie in de Vruchtenbuurt aan de orde in de commissie Bestuur van 18 september jongstleden. De wethouder zei in deze vergadering toe dat hij hierop meer zou gaan handhaven, maar nu blijkt dat de gemeente al op 10 september een omgevingsvergunning heeft verleend met ontheffing van het bestemmingsplan. Onder verwijzing naar artikel 38 van het reglement van orde, de volgende vragen voor het college.

1. Waarom heeft de wethouder de raadscommissie Bestuur op 18 september j.l. niet
geïnformeerd dat er al een omgevingsvergunning met ontheffing is verleend?

De omgevingsvergunning voor de activiteit “ontheffing” is verleend, met gebruikmaking van het gebruikelijke mandaat, namens Burgemeester en wethouders. De raadscommissie Bestuur is niet geïnformeerd omdat dit op het moment van de vergadering niet bekend was.

2. De Raad van State heeft bij uitspraak van 10 mei 2012 (zaaknummer 201201715/1/A1) bepaald dat bij horeca-activiteiten van een mini-supermarkt in de Vruchtenbuurt geen sprake is van ondergeschikte nevenactiviteiten. De horeca-activiteiten zijn daarmee in strijd met het bestemmingsplan. Kent het college deze uitspraak?

Ja.

3. De horeca-activiteiten zijn echter niet gestaakt. De exploitant heeft een
omgevingsvergunning met ontheffing van het bestemmingsplan aangevraagd en op 10
september 2012 heeft de gemeente deze verleend. Is dit juist?

Ja.

4. De Raad van State heeft met de uitspraak van 10 mei 2012 bepaald dat niet de
Toekomstvisie Horeca 2010-2015 in deze kwestie bepalend is, maar het bestemmingsplan Vruchten- en Heesterbuurt. Dit bestemmingsplan laat ter plaatse geen horeca toe en horeca-activiteiten als het verkopen van pizza’s, broodjes shoarma, döner, frites e.d. zijn daarmee onmogelijk. Toch heeft het college op grond van de Toekomstvisie Horeca een ontheffing van het bestemmingsplan verleend. Kan het college verklaren waarom?

In de brief ‘Aanvullende informatie Tussenevaluatie Toekomstvisie horeca’ aan de
commissies Ruimte en Bestuur (RIS 252797) staat toegelicht hoe met ondergeschikte horeca in panden zonder horeca bestemming wordt omgegaan. Uit deze toelichting kan worden opgemaakt waarom het bovenstaande is toegestaan.

5. De vergunning met ontheffing is verleend op basis van de Wabo. Er wordt verwezen naar het Besluit Omgevingsrecht en met name naar artikel 4 van Bijlage II. Hier staan categorieën van gevallen waarin voor planologische gebruiksactiviteiten een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet kan worden verleend. Kan het college aangeven onder welke categorie uit de bijlage de activiteiten vallen?

De activiteiten vallen onder artikel 4 lid 9 van Bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht. De categorie betreft het verlenen van de ontheffing voor: ”het gebruik van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

a. binnen de bebouwde kom;
b. de oppervlakte niet meer dan 1500m2”.

6. Is het college met mij van mening dat met toepassing van bovenstaande procedure een vergunning met ontheffing juridisch helemaal niet kan worden verleend? Zo nee, waarom niet?

Nee. De procedure, als bedoeld in artikel 2.12, 1e lid onder a, onder 2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is door de wetgever vastgesteld om in gevallen als deze, met een zorgvuldige afweging van de belangen, af te kunnen wijken van de voorschriften van het bestemmingsplan.

7. In de Toekomstvisie Horeca staat onder hoofdstuk 1.2 Niet vergunningplichtige horeca dat onder voorwaarden horeca-activiteiten als ondergeschikt kunnen worden beschouwd. Voorwaarde voor supermarkten, bakkerijen en avondwinkels is o.a. dat 1 spit/oven of gril is toegestaan. In de verleende vergunning van 10 september 2012 staat echter dat een spit en/of oven en/of gril is toegestaan. Dit is een aanmerkelijke verruiming van de voorwaarden zoals die in de Horecanota zijn vastgesteld. Kan het college aangeven hoe dit heeft kunnen gebeuren? En wordt deze truc vaker toegepast?

Opnieuw verwijzen wij naar de brief ‘Aanvullende informatie Tussenevaluatie Toekomstvisie horeca’ aan de commissies Ruimte en Bestuur (RIS 252797).

8. Op 12 september j.l. is er een binnenbrand uitgebroken in een mini-supermarkt met
soortgelijke horeca-activiteiten in de Hortensiastraat. Hoe wordt in dit soort zaken
gecontroleerd op brandveiligheid en welke wetgeving is van toepassing?
De oorzaak van de brand is in het geval van de supermarkt in de Hortensiastraat onbekend. In het algemeen zijn mini-supermarkten niet meldingsplichtig omdat er niet meer dan 50 personen aanwezig kunnen zijn. Er wordt niet actief op brandveiligheid gecontroleerd. Dit neemt niet weg dat een supermarkt te allen tijde dient te voldoen aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012 en de eisen uit de Bouwverordening.

9. Kan het college aangeven hoeveel mini-supermarkten in de stad vergelijkbare horeca-activiteiten uitoefenen die in strijd zijn met het bestemmingsplan?

Nee dit aantal is niet bij ons bekend; e.e.a. wordt niet geregistreerd.

10. Behalve het feit dat bovengenoemde horeca-activiteiten in strijd zijn met
bestemmingsplannen, zijn er andere zorgwekkende aspecten zoals de overlast voor
omwonenden, de grotere brandrisico’s, de verzekeringsproblematiek en de waardedaling van omliggende woningen. Is het College bereid om op korte termijn met een aanpak van deze problematiek te komen en de Toekomstvisie Horeca aan te passen? Zo nee, waarom niet?

Wij delen de opvatting niet dat er sprake is van ‘andere zorgwekkende aspecten’. Het betreft hier ondergeschikte horeca en de ondernemer moet voldoen aan alle ter zake geldende wet- en regelgeving Wij zijn niet voornemens de Toekomstvisie aan te passen en tot een aanpak van ondergeschikte horeca te komen.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Reacties:

1. Op 2013-07-11 11:55:04 schreef Gerwin Zandman:

Zelfde kwestie speelt bij kiosk hoek Laan van Meerdervoort Rozenstraat. Bezwaarschrift tegen uitspraak n.a.v. controle door Haagse pandjesbrigade volgt spoedig.

Onbegrijpelijk dat de gemeente beleid op deze manier uitlegt. Beleid is duidelijk bedoeld voor het vergoten van de beleving van winkelen, hetgeen hier niet speelt. Verder noemen dergelijk hoercagelegenheden zich supermarkt maar ze voldoen niet aan de definitie van supermarkt. Ook het Segboekcollega is niet blij met het effect van de ontwikkeling!