“Maak vertrekregeling topambtenaar openbaar”

Op 23 september 2020 vond een geheime vergadering plaats over de ontslagovereenkomst die de gemeente heeft gesloten met de topambtenaar die wegens integriteitsschendingen moest vertrekken. De raadscommissie Bestuur besprak deze zaak met wethouder Saskia Bruines (D66) achter gesloten deuren.

Het gaat om een directeur van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling die verantwoordelijk was voor alle grote bouwprojecten in de stad. Onderzoek naar mogelijke integriteitsschending rond projecten in het Spuikwartier leidde tot zijn vertrek.

Raadslid Peter Bos (Haagse Stadspartij) denkt dat het goed is als de gemeente de inhoud van de vertrekregeling openbaar maakt: “Er zijn twijfels over een eventuele doofpotaffaire en dat hij met een gouden handdruk het zwijgen is opgelegd. Die geruchten kun je alleen wegnemen als bekend wordt gemaakt wat de regeling inhoudt.”

Bos verwijst onder meer naar een uitspraak van de Raad van State waarin staat dat vertrekregelingen openbaar gemaakt moeten worden, indien sprake is van “een maatschappelijke discussie over de vertrekregeling”. Openbaarmaking acht de Raad van State in dit soort gevallen van belang.

Bos: “Transparantie en integriteit zijn nog steeds moeilijke zaken voor dit college. Ondanks de goede voornemens zijn we er nog lang niet”.

 

Schriftelijke vragen: Openbaarmaking vertrekregeling topambtenaar
Indiener: Peter Bos (Haagse Stadspartij)

Datum: 9 november 2020

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Het college heeft een ontslagovereenkomst gesloten met de vanwege een onderzoek naar integriteitsschendingen vertrokken topambtenaar van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling.

Hierover stel ik overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde de volgende schriftelijke vragen:

1. Op 9 september 2020 heeft de wethouder Economie, Internationaal en Dienstverlening in de commissie Bestuur toegezegd om in een besloten vergadering de commissie nader te informeren over de ontslagovereenkomst en correspondentie in april 2020 tussen de gemeente en een ambtenaar. Deze besloten vergadering heeft vervolgens plaatsgevonden op 23 september 2020. Is dit juist?

Dit is juist. 

2. Is het college bereid om ook in het openbaar iets naar buiten te brengen over de inhoud van de ontslagovereenkomst? Zo nee, waarom niet en zo ja, wat?

3. Is er sprake van een transitievergoeding? Zo nee, waarom niet?

4. Op welke datum is de ontslagovereenkomst getekend?

5. Vanaf welke datum is de topambtenaar niet meer in dienstbetrekking met de gemeente?

6. Is er een geheimhoudingsplicht opgenomen in de overeenkomst? Zo ja, waarover?

Beantwoording vragen 2, 3, 4, 5 en 6
De vragen die u stelt betreffen de relatie tussen de gemeente als werkgever en de betrokken ambtenaar als werknemer. Het college doet over de afhandeling van individuele gevallen geen uitspraken en ziet geen reden om hier nu van af te zien. Zoals toegezegd is de commissie bestuur geïnformeerd over de hoofdlijnen van de vaststellingsovereenkomst (VSO) in een besloten vergadering. Deze vergadering vond plaats op 23 september 2020. 

7. Kent het college deze uitspraak (ECLI:NL:RBROT:2013:6681) van de Raad van State over openbaarmaking van een vertrekregeling van een voormalig ambtenaar?

8. De uitspraak van de Raad van State in deze zaak komt er op neer dat de vertrekregeling van de ambtenaar (deels) openbaar gemaakt moest worden. De Raad van State stelt: “Voor dit oordeel is van belang dat vertrekregelingen regelmatig tot een maatschappelijke discussie leiden. Het belang van openbaarmaking van dergelijke regelingen is daarom groot.” Is hier volgens het college sprake van jurisprudentie? Zo nee, waarom niet?

9. Is de discussie rond het vertrek van de topambtenaar en de vertrekregeling een maatschappelijke discussie volgens het college? Zo nee, waarom niet?

10. Zo ja, is het college bereid om deze jurisprudentie serieus te nemen en te toetsen welke onderdelen van de vertrekregeling openbaar gemaakt kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

11. Is het college met mij van mening dat openbaarmaking van de vertrekregeling juist kan bijdragen aan het wegnemen van twijfels over een eventuele doofpotaffaire? Zo nee, waarom niet?

Beantwoording vragen 7, 8, 9, 10 en 11
Het college is bekend met de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 5 september 2013 die de heer Bos aanhaalt, alsmede met de uitspraak van de AbRvS (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) in het hoger beroep in deze zaak  (CLI:NL:RVS:2014:3559) van 1 oktober 2014. In voornoemde uitspraak overweegt de AbRvS dat vertrekregelingen regelmatig tot een maatschappelijke discussie leiden, waardoor het belang van openbaarmaking van dergelijke regelingen groot is. Dit leidt er echter niet toe dat de (tekst van de) volledige VSO openbaar gemaakt moet worden. Integendeel, uit de uitspraak volgt duidelijk dat openbaarmaking van een aantal daarin
opgenomen gegevens achterwege kan blijven. Belangrijker is echter dat de uitspraak van 1 oktober 2014 inmiddels is achterhaald. De uitspraak AbRvS 24 februari 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:445) verwoordt de thans geldende lijn. Deze lijn komt erop neer dat afspraken die worden gemaakt rond het vertrek van ambtenaren direct samenhangen met hun persoonlijk functioneren. Zeker waar het gaat om  ambtenaren waarvan het vertrek tot de nodige media-aandacht heeft geleid, zoals in het onderhavige geval, verzet de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zich tegen openbaarmaking van dergelijke afspraken. Los van de vraag of het vertrek van de ambtenaar gezien kan worden als een maatschappelijke discussie verzet de persoonlijke levenssfeer van de betrokken ambtenaar zich conform deze geldende lijn in de rechtspraak tegen openbaarmaking van de VSO. De stelling dat er sprake zou zijn van een eventuele doofpotaffaire werpt het college overigens verre van zich. Waar dat juridisch mogelijk is, heeft het college u steeds tijdig en volledig geïnformeerd. Zo vond op 24 juni 2020 speciaal een besloten vergadering plaats van de commissie bestuur over de integriteitscasus rond Amare. Verder hebben er op 6 en 13 mei 2020 openbare debatten plaatsgevonden over de afhandeling van deze casus en heeft een meer projectgerichte bespreking plaatsgevonden tijdens de commissie bestuur op 9 september 2020. Dit laatste op basis van een openbare brief, d.d. 19 mei 2020 (RIS 305354). In al deze besprekingen en brieven zijn heel veel aspecten van het dossier belicht. Tot slot is op 23 september 2020 speciaal een besloten vergadering georganiseerd waarin de commissie bestuur is geïnformeerd over de hoofdlijnen van de VSO.


Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,        de burgemeester,
Ilma Merx            Jan van Zanen