foto michel vermeer

Kleinste markt Zeeheldenkartier dreigt te verdwijnen

De kleinste markt van Den Haag, gelegen in het Zeeheldenkwartier, is al jarenlang een vertrouwd gezicht op donderdag. Mensen vanuit het centrum en de hele stad komen hier voor hun verse etenswaren. De markt is geliefd vanwege de persoonlijke hulp van de marktkramers en het aanbod van verse producten.

Echter, nu staat de markt op het punt te verdwijnen. De gemeente wil de marktlieden van het plein hebben vanwege nieuwe parkeerregels. De marktkramers kunnen elders niet parkeren vanwege de koeling en toonbanken in hun wagens. Als deze regels doorgaan, zullen veel marktkramers gedwongen worden te stoppen, ondanks hun jarenlange aanwezigheid.

Michel Vermeer van de Haagse Stadspartij is geschokt door het gebrek aan steun van de gemeente voor kleine ondernemers. Buurtbewoners willen de markt behouden en vinden dat zij inspraak moeten hebben in beslissingen over hun publieke ruimtes. Fatima Faid benadrukt dat het huidige beleid destructief is voor deze speciale markt en pleit voor maatwerk om de publieke waarde te behouden zoals de bewoners dat willen. Wij willen dat de markt zijn doorgang kan vinden in de vorm dat het al jaren doet, zoals de bewoners dat willen. De petitie voor behoud was binnen een dag zelfs400 keer ondertekend! 

In 2021 leek de markt ook al te verdwijnen. Toen trok ons raadslid Peter Bos ten strijde en deed dat ook heel succesvol!

Artikel AD: https://www.ad.nl/den-haag/bewoners-in-rep-en-roer-nu-kleinste-markt-dreigt-te-verdwijnen-ze-staan-toch-niemand-in-de-weg~a3b40d61/

Artikel Den Haag FM: https://www.denhaagfm.nl/dhfm/4832764/is-het-einde-van-de-markt-op-het-prins-hendrikplein-nabij

 

Schriftelijke vragen: Markt Prins Hendrikplein gaat verdwijnen door handelen gemeente.

Indiener: Fatima Faïd, Haagse Stadspartij
Datum: 22 april 2024

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Naar aanleiding van gesprekken met marktkramers van het Prins Hendrikplein en omwonenden heeft de Haagse Stadspartij enkele vragen met betrekking tot het beleid en handelen van de gemeente richting de markt waardoor deze nu op verdwijnen staat.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Fatima Faïd de volgende vragen:

1. Is het college bekend met de kleine markt op het Prins Hendrikplein, waar elke donderdag enkele kraampjes staan met verse voedingswaren als aanvulling en alternatief voor de supermarkten, gerund door kleine ondernemers?

2. In welke mate waardeert het college deze kleine markt, die al jaren een vertrouwd gezicht is in het Zeeheldenkwartier op het Prins Hendrikplein? Graag ingaan op het belang van deze markt voor bewoners en de kleine ondernemers die er elke donderdag hun etenswaren kopen en verkopen.

3. Is het college zich er van bewust dat deze kleine markt, een plek voor verse etenswaren, ook fungeert als ontmoetingsplek voor de bewoners om met elkaar in contact te blijven en zorgt voor een sterkere sociale cohesie van de wijk? Zo nee, waarom niet?

4. Kan het college uitleggen waarom de marktkramers met hun zes marktwagens niet meer op het plein mogen staan? Het gaat dus slechts om enkele wagens en niemand in de wijk ervaart er overlast van, noch is er schade aan de omgeving.

5. Kan het college aangeven of er klachten bekend zijn over deze markt? Zo ja, hoeveel? En indien deze bekend zijn hoeveel van deze klachten kwamen direct van bewoners? Indien dit inderdaad het geval is, kan het college ingaan op de aard van deze klachten en deze klachten delen met de raad?

6. Is het college zich er van bewust dat de toonbanken, de voorraad en de koeling zich in de marktwagens bevinden en dus onderdeel zijn van de wagens? Zo ja, is het college het met de Haagse Stadspartij eens dat wanneer deze wagens ergens anders moeten parkeren er geen sprake meer is van een kleine markt op het Prins Hendrikplein?

7. Erkent het college dat de kleine markt op het Prins Hendrikplein belangrijk is voor een grote groep mensen? Zo ja, is het college het eens met de Haagse Stadspartij dat het huidige marktbeleid niet geschikt is voor zulke kleine markten en daarom maatwerk nodig is om de maatschappelijke waarde van deze markt te beschermen? Zo nee, waarom niet?

8. De marktkramers geven aan niet meer door te kunnen gaan met de markt door deze maatregelen, wat is de reactie van het college hierop? Is het college bereid om alle mogelijke moeite te doen om deze kleine markt, die al jaren een vast gezicht is voor de wijk en de bewoners, te behouden? Zo ja, wat zijn de vervolgstappen van het college? Zo nee, waarom niet?

9. Is het college het eens met de Haagse Stadspartij dat de bewoners over de bezetting van hun publieke ruimten, dus ook over de bezetting van het plein gaan? En op welke manier betrekt de gemeente de bewoners bij een eventuele andere invulling van het Prins Hendrikplein?

10. Kan het college aangeven of er andere ondernemers of organisaties zijn die een andere invulling aan het plein willen geven. Zo ja, welke invulling? En kan de raad deze invullingen opgestuurd krijgen? En op welke manier precies zijn de bewoners daar bij betrokken?