Eén van de negatieve effecten van woningsplitsing is een verhoging van de parkeerdruk. Raadslid Gerwin van Vulpen is bezorgd en stelt vragen aan het college van B&W.
Update: de schriftelijke vragen zijn beantwoord.
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid G.W. van Vulpen
Den Haag, 3 september 2013
Inzake: Parkeertoets bij woningsplitsingen en kamerbewoning
Het raadslid de heer G.W. van Vulpen heeft op 14 juli 2013 een brief met daarin acht vragen aan de
voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Eén van de negatieve effecten van woningsplitsing op de leefbaarheid in woonwijken is een verhoging
van de parkeerdruk. Om zo’n verhoging te voorkomen voert de gemeente een parkeertoets uit bij
aanvragen om woningen te splitsen. Als voor de nieuwe situatie meer dan 3 parkeerplaatsen nodig zijn dan dient de initiatiefnemer een oplossing voor het totaal aantal parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren.
Over de parkeertoets heb ik op basis van artikel 38 van het Reglement van Orde de volgende vragen:
1. Op de Loosduinseweg staan, tussen de huisnummers 573 en 653, ongeveer 50 woningen
waarvan het merendeel is gesplitst, waardoor de parkeerdruk zeer hoog is. Bij de recente
herinrichting van de Loosduinseweg is het aantal parkeerplaatsen op straat teruggebracht van
30 naar 13. Bovendien zijn er een aantal drukbezochte bedrijven gevestigd in dit deel van
Loosduinseweg. Kan het college aangeven voor hoeveel woningen op dit deel van de
Loosduinseweg een vergunning is aangevraagd voor splitsing in kleine wooneenheden of
kamerbewoning? En kan het college op basis van het totaal aantal huishoudens en de
beschikbare parkeerplaatsen becijferen hoe hoog de parkeerdruk daar is?
Algemeen
Indien de parkeerdruk lager is dan 80%, kunnen conform het gemeentelijke parkeerbeleid vastgelegd
in de “Nota Parkeernormen Den Haag”, parkeerplaatsen langs de openbare weg aan een bouwplan worden toegerekend. Dit is acceptabel indien er geen mogelijkheden zijn om de parkeerbehoefte geheel of gedeeltelijk op het eigen terrein te realiseren. Is de parkeerdruk hoger dan 80% dan bestaat die mogelijkheid niet en moet de parkeereis volledig op eigen terrein of door huur van parkeerplaatsen elders worden ingevuld.
In de aanhef van de vraag wordt gesteld dat de parkeerdruk zeer hoog is door de woningsplitsing. Het college merkt daarover op dat er niet per definitie een causaal verband hoeft te bestaan tussen woningsplitsing en de parkeerdruk. De bedrijfsactiviteiten in de omgeving bepalen hier mede de parkeerdruk en ook andere factoren kunnen daarin een rol spelen.
Over de parkeercapaciteit moet worden opgemerkt dat het formele aantal parkeerplaatsen langs dit
deel van de Loosduinseweg niet is afgenomen. In 2010 zijn de tegels in het fietspad vervangen door
asfalt en zijn de in- en uitritten en de parkeerplaatsen afzonderlijk als zodanig herkenbaar bestraat. Dat was voordien niet het geval wat veelvuldig aanleiding gaf tot illegaal parkeren op de in-/uitritten.
Vergunningen
Er zijn in het afgelopen jaar voor de bebouwing aan de Loosduinseweg met het huisnummer 573 en
653, drie vergunningen aangevraagd voor het splitsen van woningen ten behoeve van
studentenhuisvesting. Er is een vergunning verleend voor de verbouw van een pand tot 5
studentenwoningen en er is een aanvraag gedaan voor verbouw van 2 woningen tot 9
studenteneenheden. Die aanvraag is nog in procedure. Tenslotte is er een vergunning verstrekt voor de tijdelijke huisvesting van 13 studenten voor de duur van 3 jaar in een bestaand pand.
Parkeerdruk
De parkeerdruk wordt niet becijferd aan de hand van het aantal huishoudens maar wordt berekend
door op straat het aantal geparkeerde auto’s te tellen en de uitkomst te delen door het aantal
parkeerplaatsen.
Uit tellingen blijkt dat de parkeerdruk rond de Loosduinseweg huisnummers 573 / 653 binnen een
loopafstand van 500 meter rond 80 % is. Daarmee kan in deze situatie (nog) niet gesproken worden
over een zeer hoge parkeerdruk.
Op basis van het aantal uitgegeven parkeervergunningen en het geregistreerde autobezit is geconstateerd dat in de afgelopen jaren het autobezit voor de ongeveer 50 woningen aan de Loosduinseweg tussen de nummers 573 en 653, niet is toegenomen.
2. Recent zijn hier nog twee vergunningaanvragen van MSVB-vastgoed gedaan om 3 woningen aan
de Loosduinseweg 615, 617 en 619 te splitsen in 14 appartementen. Kan het college aangeven of
met deze twee aanvragen van MSVB de parkeernorm wordt overschreden? Zo nee, waarom niet?
Nee, de parkeernorm kan op zichzelf niet overschreden worden. Wel kan een plan afwijken van of niet voldoen aan de berekende parkeerbehoefte volgens de parkeernormen. Bij verbouw wordt gekeken naar het verschil van de parkeerbehoefte van de bestaande en van de nieuwe situatie. Als de toename van de parkeerbehoefte per saldo kleiner is dan drie parkeerplaatsen, wordt vrijstelling verleend van de parkeereis en hoeven er dus geen parkeerplaatsen te worden aangelegd als onderdeel van het bouwplan. Die situatie doet zich voor bij de in de vraag genoemde aanvragen voor een
omgevingsvergunning.
3. Voor huisnummer 617 heeft MSVB voor tijdelijke huisvesting van studenten een ontheffing
gekregen voor 13 appartementen. Voor studenten wordt een lage parkeernorm gehanteerd
waardoor het niet nodig was om extra parkeervoorzieningen te treffen. Inspecteert de gemeente achteraf of hier daadwerkelijk alleen studenten zijn gaan wonen? zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zijn haar bevindingen geweest? Heeft dit gevolgen voor de verstrekte vergunning?
Door de gemeente wordt getoetst of er gebouwd wordt overeenkomstig de verleende vergunning.
Daarvoor wordt getoetst of de aanvraag past in het bestemmingsplan. Binnen de bestemming wonen
wordt geen onderscheid gemaakt naar bijvoorbeeld gezinswoningen of studentenwoningen. Indien er
de loop van tijd wijzigingen binnen die bestemming wonen plaatsvinden waarbij geen bouwkundige
ingrepen of gebruikswijzigingen plaatsvinden die op zichzelf bouwvergunning plichtig zijn, is er voor de gemeente geen aanleiding om te gaan inspecteren.
4. Direct achter de Loosduinseweg heeft MSVB een vergunning gekregen om aan de Lynckertstraat
een cluster van vier moderne hoge studentenflats te bouwen in beschermd stadsgezicht. Kan het
college aangeven of hier de parkeernorm wordt overschreden? Zo ja, op welke manier gaat
MSVB de extra parkeerplaatsen op eigen terrein realiseren? Zo nee, welke gevolgen heeft dat
voor de verstrekte omgevingsvergunning?
Er is géén vergunning afgegeven voor de bouw van vier moderne hoge studentenflats. Er is slechts een beginselaanvraag gedaan voor de nieuwbouw van 92 studenteneenheden met 12 parkeerplaatsen. In
december 2012 is – onder een groot aantal voorwaarden – op het beginselplan een positieve
beschikking afgegeven. Dat plan heeft echter tot dusver geen vervolg gekregen.
5. Waarom wordt er in dit deel van de Loosduinseweg en de Blauwe pannenbuurt niet integraal op het overschrijden van de parkeernorm getoetst?
Bouwplannen worden individueel getoetst. Daarbij wordt indien daar aanleiding voor is, rekening
gehouden met eventuele initiatieven in de omgeving. Mocht in een bouwaanvraag niet kunnen worden voldaan aan het aantal benodigde parkeerplaatsen volgens de parkeernormen (parkeereis), dan kunnen indien de parkeerdruk in de omgeving binnen een zekere loopafstand (bij wonen 500 meter) lager is dan 80%, openbare parkeerplaatsen aan het plan worden toegerekend. Op die wijze wordt ook rekening gehouden met de leefbaarheid en de bereikbaarheid van de omgeving.
De gemeente monitort overigens de parkeerdruk in de stad. Als in een wijk of buurt de parkeerdruk
hoog is en boven de 90% uitstijgt, komt de gemeente in actie. Dat kan zijn door invoering van betaald parkeren en – als er een structureel tekort aan parkeerplaatsen voor bewoners is – door het toevoegen van parkeerplaatsen.
6. Horen er in deze buurt, waar de woningdichtheid en de parkeerdruk door het splitsen van
woningen zo hoog is, niet per type bewoning hogere normen te gelden voor de parkeertoets?
Nee. Er is immers zoals onder 1 al aangegeven, niet per definitie een causaal verband tussen
woningsplitsingen en een hoge parkeerdruk. De parkeernormen zijn gebaseerd op het gemiddelde
autobezit per locatie, de soort woning en de woninggrootte. De parkeernorm voor studentenwoningen (0,1 pp/woning) is apart berekend op basis van statistieken over autobezit onder studenten en is aanzienlijk lager dan de parkeernormen voor andere type woningen. De toepassing van de normen verschilt wel voor buurten met een hoge parkeerdruk. Als de parkeerdruk in de omgeving van een
bouwplan hoger is dan 80% moet op eigen terrein of op een ander privaat terrein, binnen een zekere
loopafstand (bij wonen maximaal 500 meter) worden voldaan aan de parkeereis. Dit geldt echter niet
voor verbouwplannen waarin de toename van de parkeerbehoefte kleiner is dan 3 parkeerplaatsen
(zie onder 2).
7. Bij overschrijding van de parkeernorm moet de initiatiefnemer een parkeeroplossing op terrein
realiseren. Is er een maximum afstand voorgeschreven waarop deze parkeeroplossing van de
wooneenheden verwijderd mag zijn?
Ja, voor woningen geldt dat een parkeeroplossing binnen een loopafstand van 500 meter moet zijn
gelegen.
8. MSVB heeft ook een vergunning aangevraagd om 12 appartementen te realiseren in een aantal
hofjeswoningen tussen de Westerbaenstraat en de 1ste de Riemerstraat. Wordt hier de parkeernorm overschreden? Zo nee, waarom niet? En zo ja, welke oplossing heeft MSVB aangedragen om de parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren? Hoe groot is de afstand tussen de parkeeroplossing en de appartementen?
Nee, in het bouwplan wordt op andere wijze voldaan aan de parkeerbehoefte door de huur van vier
parkeerplaatsen in de Westerbaenstraat. De loopafstand tussen de appartementen en de
parkeeroplossing is hier minder dan 100 meter.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen