Haagse Stadspartij: “Bedreigen van moskeeën onacceptabel!”

Naar aanleiding van de berichten op de Facebook-pagina ‘ Steun de PVV’ waarin wordt opgeroepen om in navolging van Zweden ook in Nederland moskeeën in brand te steken, heeft Fatima Faïd van de Haagse Stadspartij het initiatief genomen om samen met de Islam Democraten schriftelijke vragen te stellen. De twee partijen maken zich zorgen om de bedreigingen en vinden dat er snel een goede veiligheidsanalyse moet komen. Raadslid Fatima Faïd: “Hagenaars moeten in alle vrijheid en veiligheid hun geloof kunnen belijden. Als er veiligheidsrisico’s zijn dienen er gepaste maatregelen te worden genomen.”

De veiligheid is echter niet het enige punt van zorg voor de Haagse Stadspartij. Raadslid Fatima Faïd: “De toenemende intolerantie tegenover moslims baart mij zorgen. Islamofobie en de discriminatie van moslims zijn echt een probleem en moeten we aanpakken. Het buitenspel zetten van één groep in de samenleving werkt tweedeling en polarisatie in de hand en is niet goed voor de stad”.

De Haagse Stadspartij wil dat er in Den Haag een project komt om islamofobie en discriminatie van moslims tegen te gaan.


Inzake: Beveiliging Moskeeën
De raadsleden mevrouw Faïd en de heer Küçük hebben op 5 januari 2015 een brief met daarin acht
vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Na een reeks brandstichtingen in Zweedse moskeeën is op de Facebook-pagina ‘Steun de PVV’
opgeroepen om ook in Nederland moskeeën in brand te steken. Een aantal moskeeën heeft al extra
veiligheidsmaatregelen genomen zoals het instellen van burgerwacht en cameratoezicht. De Haagse
Stadspartij is erg geschrokken van deze oproepen tot brandstichting in moskeeën en maakt zich grote
zorgen om de toenemende intolerantie tegenover moslims.
Met inachtneming van artikel 30 van het reglement van orde leggen de Haagse Stadspartij en de Islam
Democraten de volgende vragen aan het college voor:

1. Is het college met ons van mening dat islamofobie en intolerantie tegen moslims in Den Haag in
toenemende mate een probleem vormt dat om specifieke beleidsaandacht vraagt?

Uit het aantal meldingen over discriminatie en bejegening tegen moslims van afgelopen jaar blijkt niet dat islamofobie en intolerantie tegen moslims zijn toegenomen. Er hebben afgelopen jaar wel
gebeurtenissen plaatsgevonden (demonstraties, oproepen tot geweld op internet) waarbij sprake is van
verharding. Het college heeft oog voor deze ontwikkeling en komt dit voorjaar met een
Actieprogramma Antidiscriminatie, waarin deze thema’s worden meegenomen.

2. Is het college met ons van mening dat het in het leven roepen van burgerwachten een onwenselijke situatie is en dat het veiligstellen van de godsdienstvrijheid primair een taak van de overheid is?

Ja, het college is van oordeel dat burgerwachten ongewenst zijn en dat het waarborgen van de
godsdienstvrijheid primair een taak is van de overheid. Overigens heeft de burgemeester direct na de
aanslagen in Parijs een overleg gehad met een vertegenwoordiging van moskeeën. En zal deze week
opnieuw met een delegatie van vertegenwoordigers vanuit de diverse Haagse moskeeën worden
gesproken. In de overleggen wordt over en weer informatie uitgewisseld over de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.
Daaruit is onder meer gebleken dat moskeeën conform het stelsel Bewaken en
Beveiligen hun verantwoordelijkheid nemen om hun bezittingen te beschermen, maar dat beslist geen
sprake is van burgerwachten.

3. Kunt u aangeven of het openbaar ministerie tot strafrechtelijke vervolging overgaat van de
personen die de oproepen tot brandstichting op Facebook geplaatst hebben?


In beginsel is dit een zaak van het Openbaar Ministerie. Het OM doet volop zijn werk.

4. Is er een veiligheidsanalyse gemaakt met betrekking tot de risico’s die Haagse moskeeën mogelijk
lopen? Zo nee, waarom niet?

5. Welke maatregelen worden er genomen om de veiligheid van Haagse moskeeën te waarborgen? Is
het college bereid om de landelijke overheid om budget te vragen om veiligheidsmaatregelen voor
moskeeën mogelijk te maken?

6. Heeft de driehoek naar aanleiding van de oproepen tot brandstichtingen contact gehad met de
Islamitische gemeenschap in Den Haag? Zo ja, met welke organisaties? Zo nee, waarom niet?

(ad 4,5 en 6)
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) stelt een dreigingsbeeld op
naar omvang van het risico, type dreiging en mogelijke concrete doelen. Het landelijke dreigingsbeeld
wordt al langere tijd ingeschat als substantieel, hetgeen betekent dat de kans op een aanslag reëel
wordt geacht. Op basis van dit dreigingsbeeld zijn onder verantwoordelijkheid van de Haagse
Driehoek maatregelen getroffen die noodzakelijk zijn voor de beveiliging van alle instellingen en
objecten in de stad, dus ook de moskeeën. Over de inhoud van veiligheidsmaatregelen doet het college
nooit uitspraken.
Na de aanslagen in Parijs heeft de NCTV meegedeeld dat in Nederland het dreigingsniveau niet wordt
aangepast. De NCTV heeft tevens gemeld niet over informatie te beschikken waaruit een concrete
dreiging blijkt tegen de in Nederland gevestigde moskeeën. Desalniettemin heeft de burgemeester
direct na de aanslagen in Parijs gesproken met een delegatie van moskeeën in de regio Haaglanden. De
delegatie heeft haar waardering uitgesproken voor de manier waarop de politie en de gemeente Den
Haag de verbinding hebben gezocht met de moskeeën. In het gesprek heeft de burgemeester gemeld
dat daar waar nodig extra veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en dat het doen van aangifte bij
incidenten van groot belang is. Daar ontbreekt het één en ander aan, wat men erkent. Alleen door te
melden en aangifte te doen kan het OM in stelling worden gebracht. De politie is alert op nieuwe
(dreigende) signalen al dan niet op internet.

7. Kunt aangeven hoeveel incidenten er de afgelopen twee jaar geweest bij Haagse Islamitische
instellingen, zoals scholen, gebedshuizen, stichtingen etc?

Voor het antwoord op deze vraag verwijst het college naar de beantwoording van eerdere vragen van
het raadslid Khoulani over hetzelfde onderwerp. Zie RIS 276641.

8. Is het college bereid om in samenwerking met politie, bureau discriminatiezaken, de Islamitische
gemeenschap en andere betrokkenen zoals scholen een project te starten om islamofobie in Den Haag
tegen te gaan?

Zie antwoord vraag 1. Projecten om vooroordelen en spanningen, waaronder ook islamofobie, tegen te
gaan, zullen onderdeel zijn van het Actieprogramma Antidiscriminatie.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen