Lokale politiek stelt vragen bij documentaire politiegeweld Schilderswijk

De Haagse Stadpartij heeft samen met GroenLinks en de Partij van de Eenheid schriftelijke vragen gesteld over vermeend politiegeweld in de Schilderswijk. Dit naar aanleiding van naar wat het lijkt nieuwe informatie uit het gisteren uitgezonden eerste deel van de NTR documentaire ‘Blauw en bont in de Schilderswijk’. De partijen hopen de problemen met het vermeend politiegeweld door de schriftelijke vragen op de politieke agenda te krijgen en willen een werkbespreking rondom dit thema.

De partijen zijn met name geschrokken van het feit dat het er sterk op lijkt dat bureau Heemstraat het volledige beeldmateriaal niet direct ter beschikking heeft gesteld voor het onderzoek naar de vermeende mishandeling van een burger door de politie. Raadslid Fatima Faïd: “Het kan toch niet zo zijn dat camerabeelden waarop belangrijke informatie te zien is pas in de openbaarheid komen als iemand binnen het bureau deze naar buiten lekt? Dit soort dingen ondermijnen het vertouwen in de politie en zo ontstaat er alleen maar meer afstand. Terwijl een goede relatie tussen politie en bewoners van wijken zoals de Schillderswijk en Transvaal juist zo belangrijk is om zaken zoals radicalisering tegen te gaan.” Met de schriftelijke vragen willen de partijen meer duidelijkheid krijgen in de zaak van Moustafa, de man die in het eerste deel van de documentaire centraal staat krijgen. Ook hopen zij dat de ontbrekende beelden alsnog boven tafel komen.

De zondagochtend volgend op de uitzending blijkt zich weer een incident te hebben voorgedaan. De hoofdpersoon uit de documentaire is opnieuw aangehouden, uit een opname van de aanhouding blijkt dat ook hier geweld gebruikt  is. Ook over deze aanhouding maken de partijen zich zorgen, dit geeft voldoende reden om vragen te stellen. Fractievoorzitter Inge Vianen van GroenLinks: “Wij zien graag op korte termijn een werkbespreking over de effecten van het zero-tolerance-beleid van de politie in Den Haag. Wij denken namelijk dat de problemen op het gebied van etnisch profileren en het vertrouwen tussen burgers en politie in onze stad in verband staan met het gevoerde zero-tolerance-beleid.”

Inzake: Politiegeweld Schilderswijk
De raadsleden de dames Faïd en Vianen en de heer Van Doorn hebben op 21 december 2014 een brief
met daarin veertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op zaterdag 20 december jongstleden heeft de NTR op Nederland 2 het eerste deel van de tweedelige
documentaireserie ‘Blauw en bont in de Schilderswijk’ uitgezonden. Bewoners van de Schilderswijk,
en andere betrokkenen, brengen al geruime tijd klachten en verhalen naar buiten die wijzen op het
structureel gebruiken van buitenproportioneel geweld door de politie in de Schilderswijk. In de
onderzoeksdocumentaire ‘Blauw en bont in de Schilderswijk’ staat dit vermeend politiegeweld in de
Schilderswijk centraal.
In het eerste deel van deze documentaireserie wordt nader ingegaan op de zaak van Moustafa Sealiti.
Een Haagse timmerman die stelt arbeidsongeschikt te zijn geworden ten gevolge van mishandeling
door een agent op bureau Heemstraat.
De Haagse Stadspartij, de Partij van de Eenheid en GroenLinks maken zich al langer zorgen om
misstanden bij de politie in de Schilderswijk rondom etnisch profileren en het gebruik van
buitenproportioneel geweld. Ook de verslechterende relatie tussen wijkbewoners en het politiekorps
baart ons ernstig zorgen. Naar aanleiding van de nieuwe feiten die in de documentaire naar boven
zijn gekomen en een incident dat plaats heeft gevonden op de dag volgend op de uitzending leggen de
Haagse Stadpartij, de Partij van de Eenheid en GroenLinks, met inachtneming van artikel 30 van het
reglement van orde, de volgende vragen aan het college voor:

1. In de documentaire wordt duidelijk dat bureau Heemstraat in het onderzoek naar de vermeende
mishandeling van Moustafa Sealiti niet alle aanwezige camerabeelden ter beschikking heeft
gesteld. Een deel van de beelden is alsnog in de openbaarheid gekomen doordat iemand van
bureau Heemstraat deze anoniem naar buiten heeft gebracht. Een ander deel van de beelden
ontbreekt nog steeds. Waarom zijn niet meteen alle beschikbare beelden vrij gegeven voor het
onderzoek naar de vermeende mishandeling?

2. Kan het college ervoor zorgen dat de ontbrekende camerabeelden alsnog ter beschikking worden
gesteld voor onafhankelijk onderzoek?

Ad 1 en 2
Ten eerste hecht het college er aan nogmaals te benadrukken dat het afstand neemt van de suggestie
dat stelselmatig sprake zou zijn van etnisch profileren en/of buitenproportioneel gebruik van geweld
door de politie in de Schilderswijk. Dat wordt ondersteund door de recente rapporten van de
Universiteit Leiden en de Nationale Ombudsman.
De heer Sealiti heeft een aangifte en klacht ingediend over zijn behandeling in bureau De Heemstraat.
Alle in het bureau opgenomen beelden zijn betrokken bij het (strafrechtelijk) onderzoek door het OM
en de behandeling door de onafhankelijke klachtencommissie. De stelling dat niet alle aanwezige
camerabeelden ter beschikking zijn gesteld is dan ook onjuist.
Voor een goed begrip merken wij nog op dat er geen camerabeelden zijn gemaakt van de ongeveer 20
seconden waarin betrokkene binnen het bureau van de entree naar de binnenplaats is gebracht. Op dit
traject hangen namelijk geen camera’s. Dit verklaart de ontbrekende 20 seconden waarvan ten
onrechte wordt verondersteld dat de beelden zijn achtergehouden.
In de uitzending van de NTR op 20 december werd mede aandacht besteed aan wat zich direct buiten
het bureau heeft afgespeeld. Daarop had de aangifte/klacht geen betrekking. Politiebeelden van de
buitenzijde van het bureau zijn daarom niet langer dan de daarvoor gebruikelijke termijn bewaard.

3. Op de camerabeelden die door de anonieme persoon binnen bureau Heemstraat zijn gelekt staat
belangrijke nieuwe informatie. Op deze beelden is te zien dat de heer Sealiti bij de
voorgeleidbalie spreekt met een (hoofd)agent, waarvan het uniform laat zien dat dit niet de
hulpofficier kan zijn omdat hij te laag in rang is. Ook heeft de hulpofficier verklaard op dat
moment elders in het pand te zijn geweest. Op de beelden zien we de heer Sealiti bij deze agent
uitgebreid vertellen over de pijn in zijn hand. Dit is nog voor de heer Sealiti in de cel heeft
gezeten. Waarom komt deze agent (die dus niet de hulpofficier is), die als enige officieel kennis
heeft genomen van de problemen met de heer Sealiti’s hand voordat hij naar de cel werd
gebracht, nergens in de officiële stukken voor?

De beelden die zijn opgenomen bij de voorgeleidingsbalie hebben geen betrekking op de feitelijke
voorgeleiding, maar op de insluiting. De voorgeleiding heeft op een later tijdstip plaatsgevonden
tegenover een hulpofficier van justitie. De onafhankelijke klachtencommissie heeft in de behandeling
van de klacht een afweging gemaakt welke relevante getuigen en betrokkenen gehoord moesten
worden om de klacht goed te kunnen beoordelen. De agent achter de voorgeleidingsbalie behoorde
volgens de klachtencommissie niet tot de personen die gehoord behoefde te worden.

4. Waarom zijn deze beelden waarop belangrijke informatie te zien is niet voor onderzoek ter
beschikking gesteld door bureau Heemstraat? Dat de beelden door een anonieme bron binnen
bureau Heemstraat naar buiten zijn gebracht betekent dat de beelden in bezit waren van bureau
Heemstraat. Wat vindt het college ervan dat de beelden pas bekend zijn geworden nadat een
anonieme bron ze naar buiten heeft gebracht? Deelt het college onze zorgen over deze gang van
zaken?

Er zijn geen beelden achtergehouden, alle beelden zijn ter beschikking gesteld. Er kan dan ook geen
sprake zijn van het feit dat beelden pas bekend zijn geworden nadat een anonieme bron ze naar buiten
heeft gebracht. Zie ook het antwoord bij vraag 1 en 2.

5. Is het college met ons van mening dat er iets mis is op bureau Heemstraat als er naast de
anonieme ex-agenten van bureau Heemstraat, die eerder hun verhaal deden in de reportage van
omroep West, nu ook iemand intern anoniem informatie naar buiten brengt? Welke concrete
stappen worden er de komende tijd genomen om de misstanden op bureau Heemstraat op te
lossen?

Het college heeft geen enkele reden om aan te nemen dat er sprake is van misstanden aan bureau De
Heemstraat. Het heeft evenmin aanwijzingen dat bij de beoordeling van de aangifte en de klacht van
de heer Sealiti door het OM en/of de onafhankelijke klachtencommissie onzorgvuldig is gehandeld.
Niettemin is de heer Sealiti in overweging gegeven om de kwestie voor te leggen aan de Nationale
Ombudsman.

6. De heer Sealiti had een scafoïdfractuur, een botbreuk in de hand die volgens de specialisten
doorgaans ontstaat door een val naar voren. Bij een botbreuk ten gevolge van met de vuist tegen
een muur of deur slaan ontstaat elders in de hand een breuk. Waarom heeft de politie in reactie
op zijn gebroken hand verklaard dat de heer Sealiti zijn hand zelf heeft gebroken door tegen de
celdeur te slaan als dit haaks staat op het type breuk en de beelden waarop te zien is dat de heer
Sealiti al voordat hij de cel in gaat pijn heeft in zijn hand?

De onafhankelijke klachtencommissie oordeelde dat alleen vast is komen te staan dat de heer Sealiti een bot in zijn hand gebroken heeft en kon geen uitspraak doen over de oorzaak. De politie heeft in een eerdere reactie het slaan op de celdeur als één van de mogelijkheden geopperd; niet als de oorzaak.

7. Uit de beelden van het politie bureau blijkt dat de heer Sealiti bij binnenkomst op het bureau niet agressief was. Op de beelden zien we dat de motoragent binnen komt en de heer Sealiti direct hardhandig aan pakt. Wat is de reden dat er zo hardhandig wordt opgetreden? De agent achter
de balie grijpt op dit moment niet in, wat naar onze mening wel zou moeten. Hoe luidt het
protocol om elkaar te corrigeren? Is in deze zaak afgeweken van het protocol? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?

Het college stelt voorop dat het optreden van de betrokken agent ten opzichte van het reguliere
bejegeningsprofiel als fors kan worden gekwalificeerd. In het licht van hetgeen hieraan vooraf ging, is er in deze casus (die zich op 10 oktober 2011 afspeelde) echter geen sprake van disproportioneel
optreden. Aan de gebeurtenissen op bureau De Heemstraat is een verkeersruzie voorafgegaan waarbij
de heer Sealiti was betrokken en waarbij klappen zouden zijn gevallen. Na beëindiging van deze ruzie
door de politie bleef de heer Sealiti zich misdragen en zocht hij de confrontatie met de tegenpartij door hinderlijk en gevaarlijk verkeersgedrag. Daarbij weigerde hij opdrachten en aanwijzingen van de
politie op te volgen. Dat heeft er toe geleid dat betrokkene opdracht heeft gekregen de politie te volgen naar bureau De Heemstraat. Gezien zijn eerdere opstelling is hij door de betrokken agent aan het bureau inderdaad fors vastgepakt.

8. Op zondag 21 december, een dag na de uitzending van de bovengenoemde documentaire, is de
heer Sealiti opnieuw hardhandig aangepakt door politie in de Haagse Schilderswijk. Ditmaal
werd hij hardhandig tegen de grond gewerkt in het bijzijn van zijn jonge kinderen. In de bijlage
de videobeelden hiervan die ons zijn toegestuurd. Volgens de politie is de heer Sealiti
aangehouden omdat zijn auto niet verzekerd is. Waarom heeft de politie besloten om op
zondagochtend specifiek het kenteken van de heer Sealiti na te trekken?

9. Vanaf welk punt merkten de agenten het voertuig van de heer Sealiti op en waarop is besloten het
kenteken na te trekken? Was er sprake van onveilig verkeersgedrag of waren er zichtbare
technische gebreken aan het voertuig?

10. Hoeveel voertuigen hebben de betreffende agenten voorafgaand aan het natrekken van het
kenteken van het voertuig van de heer Sealiti tijdens hun dienst nagetrokken?

11. Is er op het politiebureau intern overleg geweest over de beslissing om de heer Sealiti’s kenteken
na te trekken? Zo ja, wat er is in dit overleg precies besproken?

12. Waarom heeft de politie geweld gebruikt bij de aanhouding van de heer Sealiti wegens een
verkeersovertreding?

Ad 8 t/m 12
Op zondagochtend 21 december 2014 tijdens de reguliere surveillance trok een voertuig dat – naar
later bleek – bestuurd werd door de heer Sealiti de aandacht van surveillerende politieagenten van
bureau Jan Hendrikstraat door schade aan de achterzijde. Zij besloten te controleren of het voertuig
nog voldeed aan de APK. Bij raadpleging van de politiesystemen via de smartphone constateerden de
agenten dat het voertuig niet verzekerd zou zijn en bleek op basis van het kenteken sprake van
onherroepelijke signalering in verband met openstaande boetes. Een en ander met als mogelijke
consequenties gijzeling en buitengebruikstelling van het voertuig. De agenten besloten toen het
voertuig staande te houden.
De heer Sealiti gedroeg zich vervolgens verbaal agressief en toonde zich niet voor rede vatbaar.
De agenten besloten hem daarop – na diverse waarschuwingen – aan te houden. Omdat de heer Sealiti
daaraan niet meewerkte, was het noodzakelijk hem onder controle te brengen en te boeien. De heer
Sealiti is daarop overgebracht naar bureau Jan Hendrikstraat. Pas aan het bureau werd de betrokken
agenten duidelijk dat de heer Sealiti daags tevoren was betrokken in een televisie-uitzending. Aan het bureau zijn de openstaande boetes betaald. Daarop is de heer Sealiti heengezonden.

13. Bestaat er een verband tussen de uitzending van de documentaire ‘Bont en blauw in de
Schilderswijk’ en de gewelddadige aanhouding van de heer Sealiti op de ochtend na de
uitzending?

Gezien het vorenstaande mag duidelijk zijn dat hiertussen geen enkel verband bestaat.

14. Kan het college, indien mogelijk, binnen twee weken met een antwoord op deze vragen komen?

Deze termijn is niet haalbaar gebleken.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen