Haagse sloopwoede houdt maar niet op

De ANWB heeft haar zinnen gezet op een nieuw gebouw in Bezuidenhout. Daar staat nu nog het Koninklijk Conservatorium, dat volgens monumentenclubs als een topwerk uit de modernistische architectuur beschermd dient te worden. De Haagse Stadspartij probeert sloop te voorkomen. Peter Bos hield het volgende betoog in de commissie Ruimte van 10 maart 2021.

Voorzitter,

Eind september vorig jaar werden we verrast door een plan van de ANWB voor een nieuwe hoofdvestiging in Den Haag. Niet alleen het plan, ook de locatie verraste mij, namelijk de plek van het nu nog aldaar gevestigde Koninklijk Conservatorium. We wisten natuurlijk al heel lang dat het conservatorium op een zekere dag zou vertrekken naar nieuwbouw op het Spui, maar toch kwam dit plan onverwachts. Tot vandaag hebben wij van het college nog geen enkele informatie gekregen over de planvorming van de ANWB, behalve dan de antwoorden op onze schriftelijke vragen. Dat verbaast mij zeer. Ook hier lijkt de participatie, de communicatie en het samen stad maken naar de achtergrond te zijn verdwenen. Onbegrijpelijk, want het gaat hier om het mogelijk verdwijnen van een zeer bijzonder gebouw op een strategische plek.

Het Koninklijk Conservatorium is allereerst een gebouw dat in de internationale muziekgeschiedenis een hoogstaande en belangwekkende rol heeft gespeeld. In dit gebouw zijn revolutionaire nieuwe muziekstromingen ontstaan die tot op de dag van vandaag hun invloed doen gelden op de moderne gecomponeerde muziek, de elektronische muziek, de sonologie en de ensemblecultuur. Mensen als Louis Andriessen, Reinbert de Leeuw, Peter Schat en Dick Raaijmakers zijn grote namen die deze zogenaamde Haagse School hebben ontwikkeld en duizenden studenten over de hele wereld naar Den Haag hebben gelokt om op dit conservatorium onderwezen te worden door de beste docenten die er zijn.

Maar vooral ook architectonisch gaat het om een zeer bijzonder gebouw. De insprekers van de twee meest gezaghebbende erfgoedorganisaties in Nederland, Heemschut en het Cuypersgenootschap, hebben het vanmorgen met veel deskundigheid naar voren gebracht. Dit gebouw is een pareltje en daar moeten we zorgvuldig mee om gaan.

De vraag is nu, wat gaan we doen? Laten we de ontwikkeling van deze plek over aan het college, de ANWB en het Rijksvastgoedbedrijf, met als risico dat er van het gebouw niets overblijft, of gaan we de cultuurhistorische kwaliteiten volwaardig mee laten tellen in de planvorming?

Voorzitter,

Nav de motie “Geef bijzondere architectuur de aandacht die het verdient”, heeft het college samen met het Rijk een cultuurhistorische analyse van het CID laten maken. Hiervoor is het bureau SteenhuisMeurs ingeschakeld. Is deze analyse al beschikbaar, vraag ik de wethouder. En wat staat daar in over de conservatoriumlocatie? Kan deze eventueel naar de raad gestuurd worden?

In de afdoening van deze motie stelt het college om zoveel mogelijk van de cultuurhistorische waarden van de bestaande bebouwing in het gebied te behouden. Dat klinkt positief, maar gaat dat ook gebeuren? Als ik de plaatjes van de ANWB-nieuwbouw zie, dan blijft er helemaal niets over van het conservatorium. Dat kan toch niet waar zijn?

Hoe kan dit als het gebouw in diverse publicaties van de afdeling Monumentenzorg van de Gemeente Den Haag wordt aangeprezen als bijzonder en behoudenswaardig. Bijvoorbeeld in “10 met een griffel” over Haagse scholen en in de publicatie over Post 65 architectuur. Is bij dit soort planvorming de wethouder Monumentenzorg eigenlijk wel serieus betrokken, vraag ik me af? Graag een reactie van het college.

Voorzitter, ik zie de laatste tijd steeds meer sloopplannen opdoemen. Het lijkt er op dat dit college haar cultuurhistorische kompas volledig kwijt is en steeds meer delen van Den Haag in de uitverkoop doet. De sloop van bijna 2.000 woningen in de Dreven, Gaarden en Zichten, waaronder een compleet beschermd stadsgezicht, daarnaast nog eens 500 woningen in de Venen, ook in Den Haag Zuidwest. Onlangs werden we opgeschrikt door de mogelijke sloop van 400 woningen rond het Weigeliaplein in de Heesterbuurt, recent is de MTS Fotovakschool in Mariahoeve gesloopt, ook zo’n gebouw dat in het boek “10 met een griffel” hogelijk  wordt aangeprezen, maar vervolgens plat gaat. En verder dreigt ook De Populier, de prachtige school in de Bomenbuurt gesloopt te worden.

Zal ik nog even doorgaan? De Ontmoetingskerk in Loosduinen gaat plat, het Jugendstilhotel Wilhelmina en de herenhuizen op de Harstenhoekweg zijn gesloopt, het gemeentelijk Veegbedrijf aan de Vissershavenstraat staat nog steeds ter discussie, en binnenkort gaan we het over de sloop van De Pier in Scheveningen hebben.

Graag hoor ik van het college wanneer deze sloopwoede stopt en wanneer er serieus beleid komt om de cultuurhistorie van onze stad beter te beschermen en te koesteren.