Eerste stap gezet in oplossen politieproblematiek

De Haagse Stadspartij vraagt al jaren aandacht voor de problemen met discriminatie en het gebruik van buitenproportioneel geweld binnen het Haagse politiekorps. Vandaag heeft de burgemeester in het debat in de commissie bestuur erkend dat discriminatie en racisme ook binnen de Haagse politieorganisatie bestaan en toegezegd voortvarend met deze problemen aan de slag te gaan. Daarnaast heeft de burgemeester aangegeven dat er meer aandacht komt voor multicultureel vakmanschap en diversiteit in het personeelsbestand van de politie. We zijn er natuurlijk nog niet maar het erkennen van de problemen is een mooie eerste stap.

Hieronder de inbreng van Haagse Stadspartij raadslid Fatima Faïd:

Geachte voorzitter, geachte aanwezigen. In de eerste plaats wil ik hier namens de gehele fractie van de Haagse Stadspartij nogmaals ons innig medeleven betuigen met de familie en vrienden van Mitch Henriquez. Het overlijden van een dierbare, en dan ook nog onder zulke heftige omstandigheden, zet je hele wereld op z’n kop. Vreselijk.

De zondagochtend na de fatale aanhouding bereikte onze fractie de eerste berichten over wat er zich die zaterdagavond bij het festival ‘Night at the park’ had voltrokken. Ook de schokkende videobeelden kregen we in de loop van de zondag al te zien. Maandagochtend zaten we vol vragen. Waarom stond er in de aanvankelijke persverklaring van het OM dat meneer Henriquez pas op weg naar het bureau onwel werd terwijl de videobeelden iets heel anders laten zien? Waarom is er niet meteen medische hulp ingeroepen op het festivalterrein toen hij nagenoeg levenloos op de grond lag en waarom is hij niet in een stabiele zijligging gelegd? Maandagochtend heb ik deze, en andere vragen aan het college gesteld om meer duidelijkheid te krijgen over hetgeen zich die fatale zaterdagavond heeft afgespeeld en over hoe hier vervolgens door de politie en het OM mee is omgegaan.

We zijn blij dat er zo snel duidelijkheid is gekomen over de vermoedelijke doodsoorzaak van meneer Henriquez en willen de burgemeester bedanken dat er de afgelopen week door middel van onder andere persconferenties zorgvuldig en transparant met de stad is gecommuniceerd over de gebeurtenissen rondom het overlijden van meneer Henriquez. We wachten af wat er verder uit het onderzoek naar zijn overlijden zal komen, en op basis van die uitkomsten kunnen er gepaste vervolgstappen worden ondernomen.

In mijn schriftelijke vragen heb ik daarnaast ook opgeroepen tot een breder onafhankelijk onderzoek naar het functioneren van- en de cultuur binnen het Haags politieapparaat. De Haagse Stadspartij kijkt van oudsher kritisch naar de politie, wij hebben namelijk veel contact met demonstranten en gemarginaliseerde groepen die -veel meer dan de gemiddelde burger- dagelijks in de praktijk ervaren hoe de politie optreedt. Hierin stellen we ons altijd constructief op en zoeken we naar oplossingen. Zo hebben we in 1999 bijvoorbeeld een onderzoek laten doen naar de klachtenregeling bij politie Haaglanden en de reactie van het college hierop was positief.

En we zijn nog steeds kritisch. Er zijn de laatste jaren veel signalen geweest rondom problemen met discriminatie en etnisch profileren. En het gebruik van buitensporig geweld bij aanhoudingen en arrestaties, ook bij minderjarigen zoals de jongen van 14 die bij supermarkt Tanger in een nekklem werd gelegd . Sterke signalen vanuit advocaten, oud-agenten en bewoners- videobeelden – Toch blijft de Haagse politie stelselmatig ontkennen dat er misschien wel eens iets mis zou kunnen zijn met de cultuur binnen het Haagse politieapparaat. Mensen hebben het gevoel dat de politie er niet voor hun is – maar tegen hun is. Het ontkennen van de problemen – en waar problemen echt niet meer te ontkennen zijn ze afdoen als incident- zorgt ervoor dat mensen zich niet serieus genomen voelen, niet gehoord, machteloos. Het structureel ontkennen van de problemen werkt polariserend en leidt tot onrust. Zoals Martin Luther King al zei: rellen zijn het geluid van degenen die niet gehoord worden.

Begrijp me niet verkeerd, en dit wil ik echt benadrukken, natuurlijk keurt ook de Haagse Stadspartij geweld en vandalisme absoluut af. Voor al die wijkbewoners en ondernemers, die keihard hun best doen voor de Schilderswijk, is dit een hele heftige week geweest en ook met hen voelt de Haagse Stadspartij natuurlijk mee. We zijn dan ook blij dat het, mede door de tomeloze inzet van betrokken bewoners, nu weer rustig lijkt te zijn geworden in de Schilderswijk. Mijn punt is echter dat we ook moeten kijken naar de achtergronden waartegen deze rellen zijn ontstaan. De onrust van de afgelopen week is niet in een sociaal vacuüm ontstaan, het overlijden van Mitch Henriquez vormde de directe aanleiding van de rellen maar er is natuurlijk veel meer aan de hand. De gebeurtenissen in de Schilderswijk afgelopen week zijn dan ook niet los te zien van de context.

Over die context. Den Haag heeft te maken met een enorme werkloosheid, vooral voor jongeren met een migrantenachtergrond is het erg moeilijk om werk of een stageplaats te vinden. Vrijwel nergens in Europa zijn de arbeidskansen van allochtonen zo slecht als in Nederland, zo bleek dit voorjaar uit onderzoek van Eurostat en de OESO . Het onlangs gepresenteerde onderzoek naar discriminatie op de Haagse arbeidsmarkt sluit bij deze bevindingen aan. En dit is niet de enige vorm van discriminatie. Mensen met een zogenaamde ‘niet-westers allochtone achtergrond’ voelen zich in toenemende mate weggezet als tweederangsburgers. Onderzoek van het SCP uit 2014 laat zien dat ruim een kwart van de inwoners van Nederland discriminatie ervaart en ook het aantal meldingen van discriminatie en racisme neemt toe.

Zou de politie in zo’n samenleving de uitzondering zijn? Natuurlijk niet. Net als de rest van de samenleving is ook het politieapparaat niet gevrijwaard van discriminatie. Oud-agenten zijn meerdere malen naar buiten getreden over een ‘cultuur van discriminatie’ bij het Haags politiekorps waar agenten het lopen van rondes door de wijk omschrijven als ‘op safari gaan’. In een interne memo eerder dit jaar uitte korpschef Bouman- die jarenlang in Den Haag heeft gewerkt- nog zijn zorgen over discriminatie binnen het politieapparaat. De korpschef stelt heel duidelijk dat de cultuur van uitsluiting en discriminatie binnen het politieapparaat een structureel karakter heeft. Deze cultuur werkt ook door in het personeelsbestand van de politie. In antwoorden op eerdere vragen van de Haagse Stadspartij en GroenLinks wordt geschat dat het aandeel allochtone personeelsleden in voormalig politieregio Haaglanden rond de 8% ligt. Dit terwijl de helft van de bewoners van Den Haag allochtoon is!

In plaats van, na alle eerdere signalen uit de stad, serieus met de memo van Bouman aan de slag te gaan schoot het Haagse politieapparaat weer in haar gebruikelijke rol: de verklaring van Bouman had geen betrekking op Den Haag en het Haagse korps herkende zich absoluut niet in het beeld dat Bouman schetste.

Dan is er nog de discussie over etnisch profileren, en of dit al dan niet een structureel karakter heeft. Amnesty international is inmiddels al jaren met een campagne bezig rondom etnisch profileren door de politie. Onderzoek van Amnesty laat zien dat etnisch profileren echt een probleem is waar we serieus mee aan de slag zouden moeten gaan. Ook het onlangs gepresenteerde promotieonderzoek van Paul Mutsaers, in samenwerking met de politieacademie, geeft aan dat politiediscriminatie als structureel probleem moet worden aangepakt. Er wordt dan natuurlijk de hele tijd geschermd met dat onderzoek van universiteit Leiden dat zogenaamd aan zou tonen dat – alhoewel mensen dit wel zo kunnen ervaren- etnisch profileren niet structureel voorkomt in Den Haag. Dit onderzoek is natuurlijk al menigmaal vakkundig gefileerd door andere wetenschappers, waaronder de antropoloog Sinan Cankaya die hier veelvuldig onderzoek naar heeft gedaan binnen de politieorganisatie. Het Leidse onderzoek bewijst feitelijk niets, niet dat er wel sprake is van structureel etnisch profileren maar ook niet dat hier geen sprake van is.

Wat wel duidelijk is, is dat mensen in de stad –vooral jongens met een migrantenachtergrond- hier gewoon last van hebben. Het doet iets met je als je de hele tijd wordt aangehouden en om je ID-kaart wordt gevraagd. Als je nog even snel een pizza gaat eten ’s avonds, als je een rondje hardloopt door de wijk. Zonder enige redelijke rechtvaardiging, alleen maar omdat je een ‘niet-westers’ uiterlijk hebt. En hoe effectief is dit, in hoeveel gevallen levert dit iets op? 1 op de 100, 200, 500? Wat is daarbij een redelijk offer om te vragen van welwillende jongeren die dagelijks onterecht staande worden gehouden?

Maar alle aanwijzingen dat er misschien wel wat verbeterslagen te maken zijn wat betreft de cultuur binnen het Haagse politieapparaat worden vakkundig weggewuifd. Wat is er nu precies zo verschrikkelijk lastig aan om te erkennen dat er mogelijk sprake is van een probleem? Waarom is er geen ruimte om deze optie in ieder geval serieus te onderzoeken? Wat moet er gebeuren voordat deze ruimte er wel komt?

De Haagse Stadspartij pleit voor een onafhankelijk onderzoek naar de cultuur binnen het Haags politieapparaat waarin ook concrete aanbevelingen worden gedaan om de, in ieder geval ervaren (zoveel weten we wel), problemen rondom het gebruik van geweld en discriminatie tegen te gaan. Door serieus met deze problematiek aan de slag te gaan wordt blijk gegeven van zelfreflectief vermogen en van de wil om de relatie met de stad te verbeteren. Met zo’n stap kan de politie enorm veel goodwilll kweken bij die groepen die het vertrouwen in de politie zijn verloren.

Wij willen dat de kloof gedicht wordt, dat er weer wederzijds vertrouwen komt en dat mensen het idee hebben dat de politie er voor iedereen is. En wij denken dat dit eigenlijk ook is wat de politie wil. De stad heeft de politie nodig maar de politie heeft de stad ook nodig. Betrokken burgers die in goede relatie tot de politie staan zijn onmisbare schakels in de informatievoorziening van de politie en de veiligheid van onze stad. We moeten er samen proberen uit te komen.