Discriminatie MBO stagemarkt onacceptabel

De onlangs verschenen studie ‘Mbo en de stagemarkt: wat is de rol van discriminatie?’ van het Kennisplatform Integratie en Samenleving wijst uit dat de stagekansen van MBO’ers beïnvloed worden door discriminatie. Vooral meisjes met een hoofddoek en jongens met een Marokkaanse achtergrond hebben door discriminatie bij leerwerkbedrijven minder toegang tot de stagemarkt. Het probleem ligt niet alleen bij de leerwerkbedrijven die studenten met een migrantenachtergrond discrimineren maar ook bij de MBO-instellingen die hier in de meeste gevallen geen passend antwoord op hebben. Vaak wordt er weinig gedaan met signalen van discriminatie op de stagemarkt en wordt er in plaats van de discriminatie aan te pakken naar oplossingen gezocht die om het probleem heen werken.

Het raadslid mevrouw Faïd heeft op 29 maart 2016 een brief met daarin negen vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt. Naar aanleiding van de verkennende studie ‘Mbo en de stagemarkt: wat is de rol van discriminatie?’ van het Kennisplatform Integratie en Samenleving stel ik, onder verwijzing naar artikel 30 van het reglement van orde, de volgende schriftelijke vragen:

1. De uitkomsten van de studie ‘Mbo en de stagemarkt: wat is de rol van discriminatie?’ suggereren dat de stagekansen van MBO’ers beïnvloed worden door discriminatie. Vooral meisjes met een hoofddoek en jongens met een Marokkaanse achtergrond hebben door discriminatie bij leerwerkbedrijven minder toegang tot de stagemarkt. Zijn deze signalen bij het college bekend? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk beleid wordt er gevoerd om discriminatie op de stagemarkt tegen te gaan?

Ja, deze signalen zijn bij het college bekend. Over het beleid van het college is de raad onder meer geïnformeerd in de beleidsbrief antidiscriminatie (RIS280887). Zie ook het antwoord op vraag 9.

2. Met hoeveel leerwerkbedrijven werken Haagse MBO instellingen samen?

In de gemeente Den Haag zijn er 6718 leerwerkbedrijven. De verdeling per sector is als volgt.
– Techniek en gebouwde omgeving: 440
– Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem: 320
– Zorg, welzijn en sport: 1744
– Handel: 974
– ICT en creatieve industrie: 719
– Voedsel, groen en gastvrijheid: 949
– Zakelijke dienstverlening en veiligheid: 1466
– Specialistisch vakmanschap: 106

3. Wat zijn precies de criteria om als leerwerkbedrijf te worden erkend? Worden deze leerwerkbedrijven getoetst op het criterium inclusiviteit? Zo nee, waarom niet?

Zie bijgevoegd document van de Ecabo: reglement en criteria stage-leerbedrijven. Inclusiviteit is niet opgenomen in de officiële criteria, dus daar worden leerwerkbedrijven op dit moment niet op getoetst.
Het bestuur van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft onlangs stilgestaan bij de berichtgeving in de media over het signaal dat het voor biculturele jongeren moeilijker is om een goede stageplaats te vinden. Er kan altijd sprake zijn van een mismatch tussen leerbedrijf en student, maar als SBB een signaal
ontvangt over mogelijke discriminatie door een leerbedrijf op welke grond dan ook, wordt het gesprek aangegaan met het leerbedrijf en wordt afgestemd met de school. Als blijkt dat er daadwerkelijk en aantoonbaar sprake is van discriminatie dan trekt SBB de erkenning van het leerbedrijf in.

4. Hoeveel Haagse MBO studenten hebben de afgelopen jaren studievertraging opgelopen of hun studie moeten beëindigen ten gevolge van het niet kunnen vinden van een stageplek door discriminatie?

Hier zijn geen aantallen over bekend. Onderliggende redenen van studievertraging of van beëindiging studie worden niet geregistreerd.

5. Hoeveel jongeren die hun studie voortijdig beëindigen wegens het niet kunnen vinden van een stageplek belanden in trajecten van de sociale dienst?

Deze informatie is niet te achterhalen. Op dit moment wordt alleen de redengeving ‘beëindiging studie’ geregistreerd. Onderliggende oorzaken, zoals het niet kunnen vinden van een stageplek, worden niet geregistreerd.

6. Uit het onderzoek blijkt dat MBO instellingen (nog) geen passend antwoord hebben op discriminatie op de stagemarkt. Vaak wordt er weinig gedaan met signalen van discriminatie en wordt er naar oplossingen gezocht die om het probleem heen werken. Hoe gaan Haagse MBO instellingen om met discriminatie op de stagemarkt? Is er een protocol aangaande de omgang met discriminatie op de stagemarkt? Zo nee, waarom niet en zou de wethouder er bij de MBO instellingen op willen aandringen wel protocollen op te stellen voor de omgang met discriminatie?

ROC Mondriaan geeft aan leerlingen in voorkomende gevallen dringend te adviseren om melding of aangifte te doen, maar dat het animo hiervoor zeer klein is. Wanneer daadwerkelijk sprake is van discriminatie zal de instelling zelf aangifte doen. Hetzij in de persoon van een docent, hetzij namens het college van bestuur. Dit is in de afgelopen jaren niet aan de orde geweest. Desalniettemin wordt intern besproken hoe omgang met en registratie van deze problematiek beter vorm kan krijgen.
Daarnaast werkt de school samen met het Rijk om stagediscriminatie tegen te gaan. Het probleem heeft de aandacht van de school.

7. Wordt er door Haagse MBO instellingen aangifte gedaan wanneer een student gediscrimineerd wordt bij het solliciteren naar een stageplek of melding gedaan bij bureau discriminatiezaken? Zo ja, hoeveel aangiftes en/of meldingen zijn er de afgelopen jaren gedaan? Zo nee, waarom niet?

Bij Bureau Discriminatiezaken zijn in de afgelopen drie jaar geen meldingen over discriminatie bij het solliciteren naar een stageplek binnengekomen.

8. Is het college met mij van mening dat discriminatie/racisme nooit een reden mag zijn om een studie voortijdig te moeten beëindigen?

Ja, het college deelt deze mening.

9. Discriminatie op de stagemarkt, en de weerslag die het niet kunnen vinden van een stageplek ten gevolge van discriminatie heeft op de studenten, kan bijdragen aan een verdere polarisatie van de samenleving. Is het college bereid om met een gericht actieprogramma te komen om discriminatie bij stageplekken in het MBO en HBO hoog op de onderwijsagenda te zetten en actief te bestrijden?

Het college voert actiegericht beleid op dit thema. Het verhogen van de aangifte- en meldbereidheid heeft daarbij de hoogste prioriteit. Zonder een goed inzicht in en kennis van de problematiek kunnen wij deze niet adequaat aanpakken. Daarnaast worden de volgende maatregelen getroffen. – Meldingen stagediscriminatie worden door Bureau Discriminatiezaken (BDZ) voortaan apart geregistreerd.
– De aanpak van stagediscriminatie wordt meegenomen in de nieuwe aanpak van Den Haag Inclusief.
– Onderwijsinstellingen wordt gevraagd om discriminatie bespreekbaar te maken onder studenten en de mogelijkheden en het belang van melden en aangifte doen actief te communiceren.
Daarnaast vragen wij de instellingen om zelf standaard melding te maken bij BDZ van ervaren of bewezen discriminatie door studenten. Tot slot vragen wij de onderwijsinstellingen om discriminatie als onaanvaardbaar te beschouwen in cont(r)acten met leerbedrijven. Ook op landelijk niveau en door het Rijk wordt actief ingezet op deze problematiek. Binnenkort zal het Ministerie van OCW een kwantitatief onderzoek starten naar stagediscriminatie als aanvulling op de door u genoemde kwalitatieve verkenning van het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS). De gemeente Den Haag heeft aangegeven graag haar medewerking te verlenen aan dit nadere onderzoek,
mocht daar behoefte aan zijn. In het kader van de City Deal Aanpak Jeugdwerkloosheid wordt vanuit het Ministerie van SZW in samenwerking met ROC Mondriaan op verschillende manieren ingezet op het tegengaan van de invloed van negatieve beeldvorming bij het zoeken naar een stageplek. KIS organiseert onder andere bij ROC Mondriaan bijeenkomsten onder onderwijsmanagers/stagecoördinatoren om bewustwording van (stage)discriminatie te versterken. Het doel is te zorgen dat betrokkenen binnen het ROC weten dat (stage)discriminatie een probleem is waar veel van hun jongeren mee te maken krijgen. De landelijke campagne ‘Zet een streep door discriminatie’ start tevens specifieke doelgroepcampagnes gericht op werkgevers en op het onderwijs. En zoals eerder aangegeven heeft deze problematiek nadrukkelijk de aandacht van SBB en van ROC Mondriaan zelf.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Bijlage