Vanuit de stad komen er verontrustende berichten van dakloze ouders die aangeven dat het onduidelijk is wanneer men wel of niet in aanmerking komt voor een briefadres.
Een veel voorkomende situatie is dat ouders met kinderen van adres naar adres verhuizen omdat men steeds maar korte tijd ergens kan verblijven. Inschrijven bij de verschillende adressen is vaak geen optie vanwege de kostendelersnorm of omdat de hoofdbewoner dit om andere redenen niet wil. Zonder postadres is het niet mogelijk om in aanmerking te komen voor toeslagen, uitkering etc. Ook is men dan niet verzekerd.
Dat men (soms kortdurend) logeert bij familieleden of vrienden is blijkbaar een reden om een briefadres te weigeren, met als gevolg dat deze ouders zonder voorzieningen in onze stad proberen te overleven. Zoals de hulp nu is georganiseerd is het bijna onmogelijk om ‘zelfredzaam’ te worden vanuit een situatie van dakloosheid zonder eerst in de daklozenopvang terecht te komen.
Fatima Faïd: “Maatwerk is nu meer dan ooit nodig in onze stad. We sturen mensen weg met onduidelijk informatie waardoor dakloze ouders nog verder in de problemen komen. We moeten niet nog meer kinderen in de daklozenopvang willen.”
Schriftelijke vragen: Verwarring uitvoering beleid briefadres
Indiener: Fatima Faïd (Haagse Stadspartij)
Datum
14 april 2020
Onderwerp
Antwoord van het college op de vragen van het raadslid mevrouw Faïd, luidend: “Verwarring uitvoering beleid briefadres”
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE
VRAGEN
Ons kenmerk SV/2020.147 RIS304909
Het raadslid mevrouw Faïd heeft op 2 maart 2020 een brief met daarin twintig vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Vanuit de stad komen er verontrustende berichten van dakloze ouders die aangeven dat het onduidelijk is wanneer men wel of niet in aanmerking komt voor een postadres.
- Kan het college aangeven wie de doelgroep is van het daklozenloket?
- Klopt het dat het daklozenloket geen briefadres verstrekt als bij de aanvrager geen sprake is van verslaving, verstandelijke beperking, psychiatrische hulpvraag, er geen traject bij een zorgaanbieder/instelling is en een plan van aanpak ontbreekt? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Ja dat klopt. Het daklozenloket verleent briefadressen aan dak- en thuislozen met een ernstig beperkte zelfredzaamheid op meerdere leefgebieden in het kader van hun herstel.
Voor mensen zonder deze problematiek zijn er alternatieven. Zij kunnen zich met een schriftelijke toestemming van een hoofdbewoner op een particulier briefadres inschrijven bij de Dienst Publiekszaken, of een briefadres aanvragen in het kader van een uitkering vanuit de sociale dienst. Daarnaast is het meerdere instellingen toegestaan om een briefadres aan te vragen en men kan ook zelf een particulier als briefadres opgeven.
- Is ‘zelfredzaamheid’ een weigeringsgrond voor een briefadres van de gemeente?
Nee. Voor het verstrekken van die briefadressen geldt de wet basisregistratie personen (BRP) https://wetten.overheid.nl/BWBR0033715/2019-02-03 en de regeling briefadres http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/actueel/’s- Gravenhage/CVDR613430.html. Daarin zijn de voorwaarden en weigeringsgronden opgenomen en de mogelijkheden om in beroep te gaan.
- Wat verstaat de gemeente in deze onder ‘zelfredzaamheid’?
Het daklozenloket maakt gebruik van de “zelfredzaamheidsmatrix”. Daarmee wordt per leefgebied de ondersteuningsbehoefte vastgesteld (https://www.zelfredzaamheidmatrix.nl/ ).
- Is dakloos zijn niet per definitie een status in je leven waarbij je op dat moment niet zelfredzaam bent?
Voor mensen die noodgedwongen buiten slapen geldt dat wel. Het blijkt dat het in de huidige woonmarkt ook zelfredzame personen niet lukt om een geschikte duurzame eigen woonplek te krijgen.
- Moeten mensen die om een briefadres van de gemeente vragen kunnen verifiëren dat ze in Den Haag verblijven? Zo ja, hoe kan men verifiëren waar men verblijft? Graag uitgebreid
Nee, om een briefadres aan te vragen hoeft men niet in Den Haag te verblijven. Een briefadres kan aangevraagd worden in een willekeurige gemeente wanneer er géén woonadres is en men voldoet aan de voorwaarden genoemd in de wet BRP en de regeling briefadres.
- Moet de aanvrager doorgeven op welk adres men verblijft? Ook wanneer de onderdakgever duidelijk heeft laten weten daar niet van gediend te zijn?
De wet BRP schrijft voor dat iemand ingeschreven moet worden op het adres waar hij of zij gedurende een half jaar de meeste nachten zal overnachten. Om een juiste beoordeling te kunnen maken of iemand recht heeft op een briefadres moet de aanvrager doorgeven op welke adressen hij verblijft.
- Is een inschrijving van een kind op een school in Den Haag onvoldoende verificatie?
- Is een inschrijving bij een huisarts in Den Haag voldoende? Of een zorgtraject in een ziekenhuis in Den Haag?
Ad 8 en 9
Nee. Zie antwoord op vraag 6.
- Is regiobinding een voorwaarde voor het verstrekken van een briefadres door het daklozenloket?
Briefadressen die via het daklozenloket worden verstrekt, zijn bedoeld voor dak- en thuislozen met regiobinding.
- Is het daklozenloket niet verplicht een briefadres te verstrekken aan mensen die in hun eigen netwerk geen briefadres kunnen krijgen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
De afdeling Burgerzaken beoordeelt in eerste instantie de noodzaak. Het daklozenloket verstrekt indien nodig briefadressen aan een specifieke doelgroep. Andere categorieën aanvragers komen mogelijk in aanmerking voor een briefadres in het kader van een bijstandsuitkering.
Een veel voorkomende situatie is dat ouders met kinderen van adres naar adres verhuizen omdat men steeds maar korte tijd ergens kan verblijven. Inschrijven bij de verschillende adressen is vaak geen optie vanwege de kostendelersnorm of omdat de hoofdbewoner dit om andere redenen niet wil. Zonder postadres is het niet mogelijk om in aanmerking te komen voor toeslagen, uitkering etc. Ook is men dan niet verzekerd.
Dat men (soms kortdurend) logeert bij familieleden of vrienden is blijkbaar een reden om een briefadres te weigeren, met als gevolg dat deze ouders zonder voorzieningen in onze stad proberen te overleven.
- Welke definitie van woonadres hanteert het college?
- Komt dit overeen met de landelijke definitie?
Ad 12 en 13
Den Haag hanteert de definitie van een woonadres zoals genoemd staat in artikel 1.1. onder o Wet BRP:
1° het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
2° het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder 1, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten;
Artikel 1.1 onder q geeft de definitie van een adres: het woonadres, dan wel bij het ontbreken hiervan of bij toepassing van artikel 2.40 of artikel 2.41, het briefadres;
- Hoe gaat men in de praktijk om met ouders die geen briefadres krijgen omdat zij wel een woonadres zouden hebben?
De wet BRP schrijft voor dat een briefadres alleen mogelijk is als een woonadres ontbreekt.
- Vindt u dit niet een precaire situatie?
- Wat doet de gemeente om mensen die gezinnen onderdak geven en onderhouden te helpen?
- Is het college het met mij eens dat wanneer deze dakloze ouders maatwerk zouden krijgen bijvoorbeeld door wel een briefadres te krijgen, zij weer sneller zelfredzaam kunnen zijn omdat zij dan gebruik kunnen maken van allerlei gemeentelijke en landelijke voorzieningen die zonder briefadres onbereikbaar zijn?
Ad 15 t/m 17
Het college hanteert als uitgangspunt: geen kind op straat. Dakloze gezinnen worden opgevangen en begeleid naar een zelfstandige woonplek. De ondersteuning van gezinnen die hun woonadres niet bekend willen of kunnen maken, is maatwerk. Dat hangt sterk af van de individuele situatie bijvoorbeeld of er sprake is van rechthebbend verblijf in Nederland.
- Is het college met mij eens dat voorkomen dat deze gezinnen en kinderen in de noodopvang terecht komen het beste is voor de stad en de gezinnen zelf?
Ja.
- Is het college met mij eens dat de mensen die deze gezinnen tijdelijk opvangen in hun eigen woning daarvoor niet moeten worden gestraft door de toepassing van de kostendelersnorm?
De kostendelersnorm is niet bedoeld als straf. In een bovengenoemd geval kan maatwerk aan de orde zijn, bijvoorbeeld door een tijdelijke ontheffing van de kostendelersnorm toe te staan.
- Is het college met mij eens dat zoals de hulp nu georganiseerd is het bijna onmogelijk is gemaakt om ‘zelfredzaam’ te worden vanuit een situatie van dakloosheid zonder eerst in de daklozenopvang terecht te komen?
Nee, zie de beantwoording van voorgaande vragen.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris a.i., de wnd. burgemeester,
Ilma Merx Johan Remkes