Boodschappen aftrekken van de bijstand

Aan het einde van 2020 werden we opgeschrikt door het bericht dat een vrouw in de gemeente Wijde Meren niet alleen 7000,- euro bijstand moest terugbetalen maar ook nog een boete van 3000,- euro kreeg, alleen omdat haar moeder haar steunde met eten. Het geeft maar weer aan hoe extreem we omgaan met mensen in de bijstand. Het bedrag wat je krijgt is nauwelijks genoeg om van te leven, de regeltjes zijn veel en ingewikkeld. Overtreden is makkelijk en de straf keihard.

Al jaren vragen we als Haagse Stadspartij voor een menselijke behandeling van schulden en bijstand. Zo stelde we al eerder vragen over de kostendelersnorm (link) en het kwijtschelden van schulden (link). Ook hebben mensen die steun krijgen van de overheid recht op privacy. Het zomaar delen van data kan en mag niet. Ook daarover hebben we eerder vragen gesteld (link).

Naar aanleiding van onze berichten op social media ontvingen we al een paar reacties over de situatie in Den Haag. Het was voor Fatima Faïd aanleiding om vragen te stellen aan het Stadsbestuur:

“Ik wil weten of er in Den Haag ook boetes worden opgelegd aan mensen die boodschappen hebben ontvangen van vrienden of familie. Als dat zo is, is dat schandalig. Hulp bieden aan mensen in nood is niet crimineel en mag niet worden bestraft”.

Uit het artikel kwam ook naar voren dat het ministerie speciaal voor dit soort onderzoek een private stichting heeft opgezet. Daardoor valt het niet onder de wet openbaarheid bestuur. Dat is niet zomaar. Het is een poging om de werkwijze onzichtbaar te houden.

Fractievertegenwoordiger Tim de Boer: “Ik wil weten of en hoe de gemeente samenwerkt met deze stichting. Voor de gemeenteraad moet de werkwijze transparant zijn. Als het Inlichtingenbureau dat niet wil zijn ,of die informatie niet wilt delen, moeten we niet meer samenwerken”.

Tot slot vragen we om veel coulanter om te gaan met de schulden.

 

Lees hieronder de vragen:

Schriftelijke vragen: Boodschappen aftrekken van de bijstand
Indiener: Fatima Faïd, Haagse Stadspartij

Schriftelijke vragen: Boodschappen aftrekken van de bijstand

Datum: 4-1-2021

 

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Er was in de laatste week van 2020 nationale ophef over de gemeente Wijde Meren die 7000,- euro mocht terugvorderen van een bijstandsgerechtigde en haar ook een boete van 3000,- mocht opleggen vanwege het niet melden van het ontvangen van boodschappen door haar moeder. ( zie bijlage)

Overeenkomstig artikel 30 van het Reglement van orde stelt het lid Fatima Faïd (Haagse Stadspartij) de volgende vragen.

In antwoord op eerdere vragen over schulden in de bijstand (RIS304192) antwoordde het college: “Op 31 december 2019 stonden 42.402 bijstandsvorderingen open, waarbij 19.807 personen een bijstandsschuld aan de gemeente Den Haag hadden.”

1. Wat is de huidige stand van zaken? Graag op dezelfde wijze antwoorden als in de vorige antwoorden zodat een goede vergelijking mogelijk is.

Op 31 december 2020 stonden 47.684 vorderingen open, waarbij 26.571 personen een bijstandsschuld aan de gemeenten Den Haag hadden.
Het aantal openstaande vorderingen is ten opzichte van 2019 met circa 5.000 toegenomen. Het aantal daarbij betrokken personen is met bijna 7.000 toegenomen.

2. Het apart benoemen van de bijstandsvorderingen en schulden impliceert een verschil. Wat is het verschil tussen een vordering en een bijstandsschuld?

SZW Den Haag heeft vorderingen op personen vanwege teveel en/of onterecht ontvangen bijstand en heeft daarnaast vorderingen op personen vanwege aan hen verstrekte bijzondere bijstand in de vorm van een lening. De in vraag 1 genoemde aantallen personen hebben dus een schuld aan de dienst SZW van de gemeente Den Haag.
Wij kunnen vorderingen onderscheiden in twee categorieën:
• de categorie “Vorderingen als gevolg van schending inlichtingenplicht”;
• de categorie “Vorderingen niet als gevolg van schending inlichtingenplicht”.

3. In hoeveel gevallen is er ook een boete opgelegd? Hoe hoog is het bedrag aan openstaande boetes? Wat is de gemiddelde opgelegde boete?

In 2020 is in 273 gevallen een boete opgelegd. Het totale bedrag aan openstaande boetes is ruim € 3 miljoen. Over 2020 bedraagt het gemiddelde bedrag aan opgelegde boetes € 899.

4. In hoeveel gevallen is er sprake van moedwillige, geplande fraude? En in hoeveel gevallen is er sprake van onbedoelde fraude, bijvoorbeeld omdat de regels niet duidelijk waren of er gewoon niet aan voldaan kon worden?

In de sociale wetgeving, ook in de Participatiewet, wordt in plaats van het begrip “fraude”, het begrip “schenden van de inlichtingenplicht” gehanteerd. Over 2020 zijn 1292 schendingen van de inlichtingenplicht in onderzoek genomen. De definities moedwillige, geplande fraude en onbedoelde fraude kent de wet niet, zodat niet aangegeven kan worden in hoeveel gevallen hiervan sprake is geweest. Wel kan na onderzoek een onderscheid gemaakt worden naar de mate van verwijtbaarheid: Als fraude wordt vastgesteld, wordt de ten onrechte ontvangen bijstand (het benadelingsbedrag) teruggevorderd, vermeerderd met een boete. Bij de definitieve vaststelling van de boete wordt rekening gehouden met de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid maar ook met de (financiële) omstandigheden van de (ex) klant. Afhankelijk hiervan bedraagt de boete maximaal 100% van het benadelingsbedrag bij opzet, 75% bij grove schuld, 50% bij normale verwijtbaarheid of 25% bij verminderde verwijtbaarheid. Is er sprake van recidive, dan wordt de boete verhoogd. Niet voldoen aan de inlichtingenplicht zonder dat dit tot benadeling leidt, wordt bij een eerste overtreding afgedaan met een waarschuwing. Bij een
recidive daarvan volgt een boete van € 150. Onderstaande tabel maakt dit duidelijk voor het jaar 2020.

2020 – boetes naar verwijtbaarheid aantal totaal bedrag gem. bedrag

verminderde verwijtbaarheid (25%) 85 € 48.613 € 572
verminderde verwijtbaarheid recidive (37,5%) 7 € 8.477 € 1.211
normale verwijtbaarheid (50%) 139 € 136.674 € 983
normale verwijtbaarheid recidive (75%) 32 € 40.610 € 1.269
grove schuld (75%) 6 € 10.414 € 1.736
grove schuld recidive (112,5%) 0
opzet (100%) 0
recidive bij geringe benadeling, vaste boete € 150 2 € 300 € 150
recidive bij geen benadeling, vaste boete € 150 2 € 300 € 150
totaal aantal boetes 273 € 245.388 € 899

5. Worden in de gevallen van onbedoelde fraude of kleine overtredingen ook boetes opgelegd? Zo ja waarom?

Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en dit veroorzaakt geen of slechts een geringe benadeling, dan wordt dit afgedaan met een waarschuwing. Over 2020 zijn 1292 schendingen van de inlichtingenplicht in onderzoek genomen. In 273 gevallen is een boete opgelegd. De overige zaken zijn of terzijde gelegd vanwege het ontbreken van bewijs, of afgedaan met een waarschuwing of zitten nog in de caseload en zijn nog niet beoordeeld. Waarschuwingen worden niet in een geautomatiseerd systeem geregistreerd, maar worden vastgelegd op dossierniveau. Het is daarom niet mogelijk om daar opgave van te doen.

6. Hoe vaak heeft de gemeente geld teruggevorderd en een boete opgelegd bij zaken die overeenkomen met deze zaak? Dus hoe vaak zijn mensen bestraft omdat zij, eten voor henzelf of hun kinderen, dieren etc. hadden gekregen van anderen?

Registratie vindt niet plaats op inhoud, maar op basis van fraude categorieën zoals : witte inkomsten, zwarte inkomsten, samenwonen, vermogen en woonsituatie. Op het detailniveau, zoals in de vraag opgenomen, vindt geen geautomatiseerde registratie plaats. Hoe vaak dit voorkomt valt daarom niet te beantwoorden. Overigens zijn er geen signalen dat in Den Haag mensen zijn bestraft omdat zij eten
voor henzelf of hun kinderen, dieren etc. hebben gekregen van anderen. Een dergelijke handelswijze strookt ook niet met het door de dienst SZW omarmde dienstverleningsconcept de “bedoeling”, waarbij de mens centraal staat en ‘systemen'(beleid, regels, procedures, ICT) ondersteunend zijn in plaats van leidend.

7. Hoe vaak heeft de gemeente geld teruggevorderd en een boete opgelegd in het geval dat geld naar hen is overgemaakt door een familielid voor eten, hulp bij betalen van de vaste lasten, vervanging van kapot witgoed, etc?

Zie antwoord op vraag 6.

8. Hoeveel mensen zijn bestraft omdat ze toch hun zoon/dochter onderdak hebben verleend?

Als een uitkeringsgerechtigde onderdak verleent aan een kind, een derde persoon of woonruimte onderverhuurt dan kan dat, onder andere vanwege toepassing van de kostendelersnorm, gevolg hebben voor het recht op bijstand. Als van een dergelijk feit, een wijziging in de woonsituatie, niet of niet tijdig melding is gemaakt bij de uitvoeringsinstantie, dan is er sprake van een schending van de wettelijke inlichtingenplicht en is er mogelijk ook ten onrechte bijstand ontvangen. Komt dit uit onderzoek vast te staan, dan wordt de kwestie geregistreerd onder de fraude categorie woonsituatie. Inwonende studenten en jongeren tot 21 jaar zijn niet van invloed op de hoogte van de uitkering van andere medebewoners. Wordt hun aanwezigheid niet of niet tijdig doorgegeven aan de uitkeringsinstantie dan is de inlichtingenplicht weliswaar geschonden, maar zonder dat er sprake is van enige benadeling. In dat geval wordt de kwestie afgedaan met een waarschuwing. Op het detailniveau, zoals in de vraag is opgenomen, wordt niet geregistreerd. Om die reden kan niet aangegeven worden hoeveel mensen zijn bestraft omdat ze toch hun zoon/dochter onderdak hebben verleend.

9. Is er sprake van maatwerk? Zo ja, welke spelregels gelden daarbij? Hoe wordt voorkomen dat maatwerk willekeur is? Zo nee, waarom wordt er geen gebruik gemaakt van maatwerk?

Ja. Bij het opleggen van boetes wordt maatwerk toegepast. Omdat maatwerk niet wordt vastgelegd in een geautomatiseerd registratiesysteem, maar op dossierniveau, valt niet aan te geven hoe vaak maatwerk wordt toegepast. Ten onrechte ontvangen bijstand moet altijd worden teruggevoerd. Daar kan niet van worden afgeweken. Bij het opleggen van een boete kan wel afgeweken worden van de standaardregels en rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden of persoonlijkheidskenmerken. Is er bijvoorbeeld sprake van problematische schulden, dan schiet het opleggen van een boete veelal zijn doel voorbij. Specifieke dienstverlening ligt dan meer voor de hand. Er kan ook sprake zijn van een verstandelijke beperking of ernstige psychische problematiek waardoor het schenden van de inlichtingenplicht niet of in mindere mate valt te verwijten. Bij het signaleren en beoordelen van mogelijk verzachtende omstandigheden wordt getracht willekeur zoveel mogelijk uit te sluiten. Daarom wordt bij dergelijke kwesties altijd meer dan één medewerker betrokken. Ook is er ondersteuning, coaching en intervisie georganiseerd zodat medewerkers opvattingen kunnen delen en advies kunnen inwinnen over toe te passen maatwerk.

10. Welke prikkels krijgt de gemeente vanuit de rijksoverheid om maximale invorderingen na te streven en maximale boetes op te leggen?

Door de gemeente geinde boetes worden binnen het BUIG-budget aangemerkt als baten. De gemeente Den Haag beschouwt het opleggen van boetes echter niet als een verdienmodel of als een manier om tekorten op het BUIG-budget weg te werken. Er wordt niet gewerkt met targets of doelen en er is geen sturing op een aantal te realiseren boetes. Integendeel. Het Haagse handhavingsbeleid zet juist sterk in op het voorkomen van fraudevorderingen en boetes. Dat is namelijk niet alleen goed voor de gemeente, maar ook voor bijstandsafhankelijke burgers. Als vorderingen en boetes kunnen worden voorkomen dan zijn de kosten van bijstand lager en is er minder capaciteit voor onderzoek en beheer van vorderingen nodig. Bijstandsgerechtigden worden daarom op verschillende momenten en op verschillende plekken extra geïnformeerd over de inlichtingenplicht en er wordt maandelijks een nieuwsbrief met de uitkeringsspecificatie meegezonden. In elke nieuwsbrief wordt één onderwerp in relatie tot de inlichtingenplicht uitgelegd. Een goede informatievoorziening verstevigt het draagvlak onder uitkeringsgerechtigden om verplichtingen na te komen. Dat neemt niet weg dat de gemeente een wettelijke taak heeft om toe te zien op de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Daarvoor vinden periodieke controles plaats en wordt er als een vermoeden van fraude is ontstaan een nader onderzoek ingesteld.

11. Hoeveel rechercheurs werken er bij de sociale dienst om fraude op te sporen? Hoeveel FTE in totaal?

Bij de afdeling Handhaving & Fraude zijn 4 fulltime sociaal rechercheurs in dienst (4Fte). De afdeling bestaat van ondersteuning tot uitvoering uit totaal 62.71Fte.

12. Wat waren de kosten voor de fraudebestrijding in 2018, 2019 en 2020?

De gerealiseerde uitgaven voor de afdeling Handhaving & Fraude zijn als volgt :
Over 2018: 4,57 mln.
Over 2019: 4,30 mln.
Over 2020: 4,33 mln.

13. Worden er bij de fraude opsporing huisbezoeken afgelegd? Wordt daarbij ook gekeken naar het soort levensmiddelen in de koelkast en voorraadkast? Is er “tandenborstelcontrole”?

Ja, bij de opsporing van fraude worden huisbezoeken afgelegd. Een huisbezoek vindt echter alleen dan plaats als er gegronde twijfel bestaat over het recht op bijstand en die twijfel niet op een andere wijze kan worden weggenomen. Gedurende het huisbezoek wordt van de woonsituatie een zo volledig mogelijk beeld gevormd en wordt nagegaan of dit beeld overeenkomt met de door de bijstandsgerechtigde verstrekte informatie.

Wordt er gebruikt gemaakt van externe partijen zoals stichtingen of opsporingsbureaus bij het opsporen van fraude? Zo ja welke zijn dit?

De gemeente Den Haag maakt gebruik van de diensten van het Internationaal Bureau Fraudeonderzoek (IBF). Het IBF is een onderdeel van het UWV en richt zich op grensoverschrijdende overtreding van regels op het terrein van sociale verzekeringen. De gemeente Den Haag hanteert een signaal gestuurd beleid waar het gaat om fraudeonderzoek naar de aanwezigheid van verzwegen vermogen in het buitenland. Het IBF coördineert de internationale uitwisseling van informatie voor opdrachtgevers. Samenwerking met het Inlichtingenbureau zorgt er voor dat beoordeeld kan worden of aanvragen voor bijstand compleet en juist zijn en of er recht op bijstand bestaat. In plaats van alle bijstandsgerechtigden continue aan controles te onderwerpen, wordt er signaal gestuurd gewerkt op basis van informatie van het Inlichtingenbureau. Denk daarbij aan inkomsten uit arbeid, vermogen, detentie etc. Langs deze weg controleert de gemeente of er zich individuele wijzigingen hebben voorgedaan die van invloed kunnen zijn op de lopende bijstandsverlening. Het Inlichtingenbureau is een door het ministerie van SZW opgerichte, privaatrechtelijke, stichting die voor gemeenten gegevens verwerkt over burgers die gebruik maken van sociale zekerheid. Het inlichtingenbureau verzamelt, combineert en verstrekt gegevens aan gemeenten ter ondersteuning bij de uitvoering van wettelijke taken, waaronder die op het beleidsterrein Werk en Inkomen. Uit het artikel blijkt dat er door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aparte stichting, het Inlichtingenbureau, is opgericht om fraude in de bijstand te onderzoeken.

15. Maakt de gemeente gebruik van het door de centrale overheid opgerichte Inlichtingenbureau? Zo ja, doet de gemeente dat ook actief door databestanden aan te bieden?

Ja. Gemeenten en ketenpartners zoals het UWV en de Belastingdienst leveren gegevens aan bij het Inlichtingenbureau en wisselen die via tussenkomst van het Inlichtingenbureau met elkaar uit. De uitwisseling van gegevens binnen de keten heeft als doel het doeltreffend, efficiënt en klantgericht uitoefenen van opgedragen wettelijke taken. De grondslag voor de gegevensuitwisseling op het gebied van werken en inkomen is opgenomen in de wet SUWI en de Participatiewet.

16. Als de gemeente inderdaad gebruik maakt van het Inlichtingenbureau, hoe houdt de gemeente dan toezicht op correcte en AVG-proof afhandeling? Is er een uitvoeringsovereenkomst? Zo ja, kan deze met de raad gedeeld worden?

Het Inlichtingenbureau is een zelfstandige organisatie en als zodanig ligt de verantwoording over AVG-zaken bij het Inlichtingenbureau zelf. Het Inlichtingenbureau voert in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en van de VNG wettelijke taken uit en staat onder toezicht van zowel het ministerie als de VNG, maar ook onder die van de Autoriteit Persoonsgegevens. Op de website van het Inlichtingenbureau staat beschreven hoe het omgaat met de bescherming van privacy. Zo stelt het Inlichtingenbureau jaarlijks een jaarverslag op waarmee het zich verantwoordt over het gevoerde privacy beleid en de uitgevoerde controles. Omdat de gegevensuitwisseling op het gebied van werken en inkomen een wettelijke grondslag heeft (wet SUWI en de Participatiewet) is een uitvoeringsovereenkomst daarvoor niet nodig.

17. Zo nee, op welke manier houdt de gemeente dan toezicht op correcte naleving van AVG afhandeling?

Zie antwoord op vraag 16.

18. Wat zijn de resultaten van deze samenwerking?

De samenwerking met het Inlichtingenbureau zorgt er voor dat beoordeeld kan worden of aanvragen voor bijstand compleet en juist zijn en of er recht op bijstand bestaat. Signalen van het Inlichtingenbureau over “witte inkomsten” worden door de afdeling Handhaving & Fraude
afgewikkeld. Over 2020 zijn 324 signalen van dergelijke signalen ontvangen en onderzocht. Dat heeft tot 239 vorderingen geleid, 16 beëindigde uitkeringen, 14 verlagingen van uitkeringen en een totale terugvordering van ruim € 577.880 aan ten onrechte ontvangen bijstand. Daarnaast levert het Inlichtingenbureau signalen aan andere afdelingen van de dienst SZW, zoals bijvoorbeeld de afdeling Inkomensbeheer en de afdeling Dak- en Thuislozen. Een deel van die signalen wordt terzijde gelegd omdat er niets aan de hand blijkt te zijn. Andere signalen leiden tot correcties op de bijstandsverlening en/of worden nader onderzocht omdat er vermoedens van fraude zijn  ontstaan. Samenwerking met het IBF heeft in 2020 geleid tot aanmelding door de gemeente Den Haag van 6 zaken van vermoedelijk verzwegen vermogen in het buitenland. Van één zaak konden de vermoedens niet worden bevestigd, in 2 zaken is vermogen in het buitenland bevestigd en van de overige 3 zaken is het buitenland onderzoek nog lopende.

19. Hoeveel van de zogezegde ‘fraude’ gevallen zijn aangeleverd door het Inlichtingenbureau of een andere op dezelfde manier werkende organisatie?

De gemeente Den Haag werkt niet samen met andere organisaties, anders dan het Inlichtingenbureau en het IBF. Voor het overige verwijst het college u naar het antwoord op vraag 18.

20. Worden de mensen van wie de data zijn ingestuurd vooraf of achteraf ingelicht over de verwerking van hun gegevens?

Zoals eerder aangegeven heeft de gegevensuitwisseling met het inlichtingenbureau een wettelijke grondslag (Wet SUWI en de  participatiewet). Betrokken personen hoeven niet voor, dan wel achteraf, ingelicht te worden over die gegevensuitwisseling. Mocht gegevensuitwisseling leiden tot nader onderzoek, dan wordt de betrokken persoon daarover geïnformeerd. Uitkeringsgerechtigden worden consequent gevraagd formulieren naar waarheid in te vullen. Zij zijn er van op de hoogte dat de gemeente regelmatig controles uitvoert om toe te zien op de rechtmatigheid van verstrekte bijstandsuitkeringen.

21. Of worden er geen op individu maar op groepen gerichte databestanden ingeleverd?

De gemeente Den Haag levert wekelijks een bestand van individuele persoonsgegevens aan bij het Inlichtingenbureau van alle personen die een bijstandsuitkering ontvangen of een vordering hebben openstaan. Zo kan worden nagegaan of iemand bijvoorbeeld inkomsten uit arbeid of studiefinanciering ontvangt. Op deze gegevens worden geen groepsselecties toegepast. Het Inlichtingenbureau verzamelt en combineert beschikbare data op individueel niveau, zoals bijvoorbeeld op de samenloop van een bijstandsuitkering met inkomsten uit arbeid. Zijn die arbeidsinkomsten niet bekend, dan ontvangt de betreffende gemeente waar bijstand verstrekt wordt daarvan een signaal, dat verder onderzocht kan worden.

22. Zo ja, waaruit bestaan de criteria voor het samenstellen van deze databestanden? Spelen criteria als: postcode, stadsdelen, wijken, gezinssamenstelling, gender, etniciteit, politiecontacten en schulden een rol om opgenomen te worden in het bestand? Zo ja, welke altijd
en welke soms?

Gegevens die gedeeld worden met het Inlichtingenbureau zijn gegevens die de dienst SZW gebruikt en ook nodig heeft voor een correcte uitvoering van haar taken : algemene persoonsgegevens, uitsluitingsgronden voor bijstand, gegevens over de woonsituatie, inkomen, vermogen en re-integratie. Gegevens over etniciteit en politiecontacten behoren daar niet toe.

23. Kan het gebeuren dat een hele wijk of gebied met meerdere huishoudens met een uitkering gezamenlijk als data wordt aangeleverd bij het Inlichtingenbureau? Zo ja, op welke gronden?

Nee. Zie antwoord op vraag 22.

24. Wordt de samenwerking met het Inlichtingenbureau en het verstrekken van databestanden voor fraude opsporing getoetst aan gemeentelijk beleid over AVG, dataveiligheid? De uitwisseling van gegevens met het Inlichtingenbureau is opgenomen in het register van
verwerkingen van de gemeente. De gegevens die worden verwerkt zijn wettelijk vastgelegd. De gegevens richting het Inlichtingenbureau worden geleverd vanuit Socrates en RMW Raak en deze applicaties worden gehost bij Wigo4it. Wigo4it en de dienst SZW verantwoorden zich over informatieveiligheid via de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) en staan beide opgenomen in het Information Security Management System (ISMS) van GDH. De gegevens worden geleverd volgens de protocollen en het format van het Inlichtingenbureau.

25. Is de Chief Data Officer van de gemeente Den Haag hierbij betrokken?

De Chief Data Officer van de gemeente Den Haag is hier niet bij betrokken. Information Security Officers en Privacy Officers adviseren over de privacy bescherming en dataveiligheid bij de uitwisseling van gegevens met het Inlichtingenbureau. Daarnaast heeft Wigo4it een ketenregisseur ICT die de contacten met de ketenpartners onderhoudt, zoals het Inlichtingenbureau.

26. Het Inlichtingenbureau heeft 12 producten, welke producten neemt de gemeente af?

De dienst SZW neemt 2 producten af van het Inlichtingenbureau, te weten het product rechtmatigheid inclusief TOZO controle en het product LKS re-integratie. Het product rechtmatigheid geeft signalen af over detentie, kostendelers, bankrekeningnummers,
heffingskortingen, inkomen (UWV); inkomsten box 1 en 3, vermogen en rente, inschrijving hogeschool of universiteit, studiefinanciering, uitkering andere gemeenten, voertuigbezit en voortvluchtig veroordeelden. Het product re-integratie geeft signalen af over loonkostensubsidies.

27. Met welk resultaat?

Door het gebruik van deze gegevens is het mogelijk de controle op het rechtmatig verstrekken van uitkeringen op een efficiënte manier uit te voeren. Zie verder het antwoord op vraag 18.

28. Het Inlichtingenbureau maakt gebruik van profiling, kunt u aangeven hoe het Inlichtingenbureau deze profiling uitvoert? Hoe ziet de werkwijze van het bureau eruit?

Het Inlichtingenbureau koppelt bestanden, maar kent hierbij zelf geen scores toe op basis waarvan wel of juist géén informatie verzameld en beschikbaar wordt gesteld. Het Inlichtingenbureau gebruikt ook geen andere programma’s of algoritmen die voorspellende, classificerende of associërende elementen hebben. Omdat het Inlichtingenbureau slechts zorgt voor de bestandskoppeling van bestanden uit verschillende gegevensbronnen, beschikt het Inlichtingenbureau zelf niet direct over de gegevensbestanden. Voor meer informatie over het Inlichtingenbureau verwijs ik u naar de website van deze stichting. Om antwoord te geven op veel gestelde vragen heeft het Inlichtingenbureau een Q&A op haar website geplaatst, waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan de werkwijze van het inlichtingenbureau. Zie daarvoor Q&A Inlichtingenbureau1.2.pdf

29. Zijn sekse, gezinssamenstelling, woonbuurt en etniciteit gegevens die worden aangeleverd door gemeente of worden toegevoegd door het Inlichtingenbureau?

Zie antwoord op vraag 22.

30. De profiling gebeurt aan de hand van gegevens die de gemeente aanlevert én ‘signalen’ die wijzen op ‘overtreding’ dan wel ‘fraude’. Over welke signalen hebben we het hier?

Zie antwoord op vraag 28.

31. Levert de gemeente deze signalen af of wordt dit door het Inlichtingenbureau zelf bij elkaar gesprokkeld?

Zie antwoord op vraag 28.

32. Klopt het dat deze ‘signalen’ zeer algemeen zijn? Zo nee waarom niet?

Nee, de signalen van het Inlichtingenbureau zijn juist zeer concreet. Het Inlichtingenbureau combineert gegevens uit verschillende bronnen. Zo kan een hoog eigen vermogen (info belastingdienst) conflicteren met het ontvangen van een bijstandsuitkering (info gemeente). Dat kan bijvoorbeeld ook op gaan voor de samenloop van een uitkering (info gemeente) met een volledige dienstbetrekking bij een werkgever (info UWV). Van dergelijke combinaties van gegevens geeft het Inlichtingenbureau op individueel niveau signalen af.

33. Hoe voorkomt de gemeente dat de signalen die door het Inlichtingenbureau gehanteerd worden onterecht mensen beschuldigen?

De signalen van het inlichtingenbureau vormen op zichzelf geen bewijs van fraude. Het is te allen tijde aan de gemeente om te beoordelen of het betreffende signaal, in combinatie met al aanwezige gegevens van een uitkeringsgerechtigde, een onderbouwde aanleiding vormt voor nader onderzoek naar mogelijke fraude. Zo een besluit wordt niet lichtzinnig genomen. Van een uitgevoerd onderzoek wordt de betreffende klant, ongeacht het resultaat, altijd op de hoogte gesteld.

34. Hoe vaak is het voorgekomen dat mensen onterecht beschuldigd zijn van fraude?

Een vermoeden van fraude en een daaropvolgend nader onderzoek, maakt een klant op voorhand nog geen fraudeur. Schuld moet bewezen worden en het resultaat van onderzoek kan ook zijn dat het vermoeden van fraude ongerechtvaardigd blijkt. Tijdens een onderzoek is er altijd een contactmoment met de klant (hoor en wederhoor). Indien uit het contact of tijdens het onderzoek (persoonlijke) omstandigheden naar voren komen die het rechtvaardigen om van standaardregels af te wijken, dan wordt maatwerk toegepast. Dit betekent dat samen met de klant, binnen de ruimte die er is en binnen de kaders van de wet- en regelgeving, wordt gezocht naar de meest passende oplossing. Daarnaast heeft de klant uiteraard nog de mogelijkheid om een bezwaar in te dienen en/of in beroep te gaan tegen een genomen beslissing.

35. Wordt er überhaupt gecheckt of de bevindingen van deze manier van werken wel kloppen?

Naast de mogelijkheid van het bezwaar maken en/of in beroep gaan tegen de beslissing van de gemeente, zijn er in de uitvoering goed ingeregelde checks en balances. Bij een fraude onderzoek is altijd meer dan één onderzoeker betrokken. Periodiek vinden er audits plaats en worden via steekproeven de kwaliteit en rechtmatigheid van onderzoeken onderzocht. Daarnaast is er ondersteuning, coaching en intervisie georganiseerd opdat medewerkers opvattingen en ervaringen met elkaar kunnen delen en advies kunnen inwinnen over toe te passen maatwerk.

36. Welke waarborgen zijn er om te zorgen dat mensen niet valselijk beschuldigd worden?

Zie antwoord op vraag 34.

37. Wat vindt de gemeente ervan dat de bewijslast dat men niet gefraudeerd heeft volledig bij de cliënt is komen te liggen?

Gedurende de aanvraag procedure voor een bijstandsuitkering is het aan een aanvrager om aan te tonen dat er sprake is van omstandigheden die het verlenen van een bijstandsuitkering rechtvaardigen. Tijdens deze procedure ligt de bewijslast bij de aanvrager. Is eenmaal een uitkering toegekend, dan ligt de bewijslast bij de gemeente en niet langer bij de klant.

38. Kent u SuWiNet? Zo ja, wat is het en op welke manier maakt de gemeente hier gebruik van?

SuWiNet is een elektronische infrastructuur die is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat de Suwi ketenpartijen (UWV, SVB en gemeenten) gegevens met elkaar kunnen uitwisselen voor de uitoefening van hun wettelijke taken. Van SuWiNet wordt gebruik gemaakt om persoonsgegevens van burgers te raadplegen. Suwinet is essentieel voor het uitvoeren van veel (gemeentelijke) taken zoals de uitkeringsverstrekking en reintegratie van werkzoekenden op grond van de Participatiewet. Deze gegevens zijn per definitie privacygevoelig. De medewerker dient bij die raadplegingen standaard als zoeksleutel het Burger Service Nummer (BSN) te gebruiken. De medewerker moet dus eerst over dit unieke nummer beschikken voordat gegevens van de betreffende burger kunnen worden ingezien.
Het College van B&W is bestuurlijk verantwoordelijk voor de informatieveiligheid binnen de gemeente. De SZW-directie is inhoudelijk verantwoordelijk voor een veilig Suwinet. Deze verantwoordelijkheid heeft de directie belegd bij een systeemeigenaar. De Information Security Officer (DISO) van de dienst SZW ondersteunt de systeemeigenaar bij het treffen van beveiligingsmaatregelen rond het gebruik van Suwinet. De dienst SZW informeert haar medewerkers over een veilige omgang met persoonsgegevens. Bij indiensttreding ondertekenen alle medewerkers een geheimhoudings-/integriteitsverklaring. Daarnaast volgt elke medewerker die voor een account en wachtwoord Suwinet-Inkijk in aanmerking komt eerst een gebruikerstraining.

39. Hoeveel mensen zijn hierdoor als fraudeur aangewezen?

Anders dan het Inlichtingenbureau levert Suwinet geen geautomatiseerde signalen van mogelijke fraude. Daar is Suwinet niet voor ontworpen. Raadpleging van Suwinet kan er overigens wel toe leiden dat er bij een behandelend ambtenaar een fraude vermoeden ontstaat.

40. Werkt de gemeente Den Haag ook met het andere private bureaus of stichtingen op het gebied van zorg, jeugdzorg en sociale zaken? Zo ja, welke zijn dit?

Nee.

41. Wordt daar op dezelfde manier op grote schaal gebruik gemaakt van data?

Zie antwoord op vraag 40.

42. Zijn er plannen om gebruik te gaan maken van de opvolger van SyRI?

Nee. Er bestaan op dit moment geen plannen om gebruik te gaan maken van de opvolger van SyRI. Voor alle data gedreven dienstverlening geldt dat het college handelt conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en dat zij bij de uitvoering van de gemeentelijke Datastrategie (RIS 305091), waarin de principes voor het borgen van publieke waarden bij het gebruik van data en algoritmes zijn benoemd, daaraan toetst. Deze principes gaan in op privacy, veiligheid, autonomie, rechtvaardigheid, menselijke waardigheid, controle over technologie en machtsverhoudingen.

43. Van welke eigen systemen maakt de gemeente gebruik bij het opsporen van fraude?

Bij de opsporing van fraude maakt de gemeente gebruik van de volgende eigen systemen : Socrates (uitkeringen), Kana (opzoeken telefonische meldingen), Haagse Bron (opzoeken gegevens bevolkingsregister), WOZ infodesk (gemeentelijke belastingen), Digidos (hierin vindt het dossieronderzoek plaats), Suwinet (opzoeken klantgegevens).

44. Op welke manieren worden algoritmes ingezet bij deze eigen systemen?

Beslisbomen vallen ook onder de term ‘algoritme’. Een beslisboom is ingebouwd in het systeem, bijvoorbeeld voor een bijstandsaanvraag. Er wordt in ieder geval géén gebruik gemaakt van zelflerende algoritmes (machine learning).

45. Wat gebeurt er als er een melding via het bovenstaande systeem binnenkomt of de gemeente een tip krijgt dat er iemand zou frauderen in de bijstand?

Een tip over vermoedelijke fraude kan op verschillende manieren bij de afdeling Handhaving & Fraude binnenkomen. Via de mail, telefonisch, per post of via interne kanalen. De Meldkamer van de afdeling Hándhaving & Fraude beoordeelt de melding op volledigheid en validiteit. Indien mogelijk wordt met de melder contact gezocht. Zijn er voldoende aanknopingspunten voor onderzoek, dan wordt de melding voor verdere afhandeling doorgezet naar onderzoekers.

46. Klopt het dat dan onmiddellijk de bijstand wordt stopgezet voor minimaal 3 maanden om eerst onderzoek te doen? Kan deze periode ook nog verlengd worden als het onderzoek nog niet is afgerond?

Nee, dat klopt niet. Een uitkering wordt niet eerder stopgezet dan wanneer uit onderzoek is gebleken dat er niet langer recht bestaat op bijstand. De uitkering kan gedurende het onderzoek wel tijdelijk worden stopgezet als de betreffende klant niet voldoet aan de inlichtingenverplichting, zoals bijvoorbeeld zonder tegenbericht niet op komen dagen bij een afspraak of het niet overleggen van gevraagde gegevens. Een tijdelijke stopzetting duurt maximaal acht weken en zoveel korter als wanneer klant alsnog voldoet aan de gestelde verplichting.

47. Is het college het met de HSP-fractie eens dat dit ingaat tegen de onschuldpresumptie? Dat wil zeggen dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen?

Zie de antwoorden op vraag 37 en 46.

48. Is het college het met HSP-fractie eens dat dit grote gevolgen heeft voor de betrokken personen?

Zie de antwoorden op vraag 37 en 46.

49. Wat gebeurt er als blijkt dat de betrokken persoon geen fraude heeft gepleegd? Is de gemeente dan verantwoordelijk voor de opgelopen schulden, huurachterstanden, incassokosten etc, die voorkomen uit het stopzetten van de bijstand? Zo nee, waarom niet?

Als fraude wordt vastgesteld en de uitkering wordt beëindigd, dan kan een dergelijk besluit in beroep alsnog door de rechtbank worden vernietigd. Als daaruit een nabetaling van bijstand volgt over een periode waarover de gemeente bijstand had moeten verstrekken, dan wordt over die nabetaling de wettelijke rente vergoed. Op grond van wetgeving en jurisprudentie vergoedt de gemeente geen andere kosten ontstaan door beëindiging van de bijstand, zoals incassokosten, deurwaarderskosten of huurachterstanden. In individuele schrijnende situaties kan daar van afgeweken worden. De afdeling Bezwaar en Beroep van de dienst SZW herinnert zich overigens maar één zaak van enige jaren geleden waarbij is doorgeprocedeerd tot aan de Centrale Raad van Beroep om huurachterstanden, incassokosten etc. vergoed te krijgen. Dat beroep is destijds afgewezen op grond van de redenering dat alle materiële schade zich oplost in de wettelijke rente.

50. Is het college het met HSP-fractie eens dat als dit niet zo is, deze betrokkenen gestraft worden ondanks dat gebleken is dat zij niks verkeerd deden?

Zie antwoord op vraag 49.

51. Is het college het met HSP-fractie eens dat de jacht op bijstandsfraudeurs en de bestraffing van kleine fouten is doorgeslagen? Zo nee, waarom niet?

Het College kan zich niet vinden in de gebruikte terminologie “jacht op bijstandsfraudeurs”. De gemeente is namelijk wettelijk verplicht toe te zien op de naleving van de regels van de Participatiewet, ook daar waar het om kleine overtredingen gaat. Ten onrechte ontvangen bijstand moet altijd worden teruggevorderd. Zo heeft de wetgever dat bepaald en mede daardoor kan het sociaal stelsel in stand worden gehouden. Desalniettemin verdient het voorkomen van vorderingen en boetes de voorkeur. Dat is namelijk goed voor bijstandsgerechtigde burgers, maar ook goed voor de gemeente. Als vorderingen en boetes worden voorkomen dan zijn de kosten van bijstand lager en is er minder capaciteit voor onderzoek en beheer van vorderingen nodig. Het College van Den Haag zet daarom sterk in op preventie. Formeel worden uitkeringsgerechtigde burgers geacht op de hoogte te zijn van hun verplichtingen. Daar worden zij tijdens het aanvraagproces over geïnformeerd. In de praktijk wil die kennis nog wel eens tekort schieten. Bijstandsgerechtigden worden daarom op verschillende momenten en op verschillende plekken extra geïnformeerd over de inlichtingenplicht en er wordt maandelijks een nieuwsbrief met de uitkeringsspecificatie meegezonden. In elke nieuwsbrief wordt één onderwerp in relatie tot de inlichtingenplicht uitgelegd. Deze en andere preventieve maatregelen maken onderdeel uit van de voorgenomen intensiveringsslag op naleving en handhaving. De wethouder van Sociale Zaken houdt de commissie Samenleving van de voortgang daarvan periodiek op de hoogte. De meest recente commissiebrief daarover dateert van 1 december 2020 (RIS 307014). Het College is, evenals de colleges van de andere G4 gemeenten, van mening dat de Participatiewet erg complex is. Zodanig complex dat bijstandsgerechtigden niet altijd meer kunnen begrijpen wat zij wel of niet bij de gemeente moeten melden. Op 3 februari jongstleden is dit in een gezamenlijk schrijven onder de aandacht gebracht van de leden van de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en  Werkgelegenheid en minister Koolmees, vergezeld van het dringende verzoek om voortaan een onderscheid te kunnen maken tussen opzettelijke en onopzettelijke schending van de inlichtingenplicht en terugvordering als een gemeentelijke bevoegdheid te beschouwen, in plaats van een verplichting bij een onopzettelijke schending van de inlichtingenplicht.

52. Wat gaat het college doen om mensen in de bijstand weer als mensen te behandelen niet als fraudeurs?

Zie beantwoording van de vragen 9 en 51.

53. Kan het college schulden van mensen die voortkomen uit onterechte verdenkingen en hulp van anderen kwijtschelden?

Teveel verstrekte bijstand wordt in principe altijd teruggevorderd, ongeacht hoe dit is veroorzaakt en ongeacht of daarbij sprake was van een ongelukje of opzet. Wel zijn er een aantal redenen op grond waarvan teveel verstrekte bijstand kan worden kwijtgescholden :
a. Indien de teveel verstrekte bijstand niet het gevolg is van het schenden van de inlichtingenplicht, wordt dit na 4 jaar aflossen kwijtgescholden. Bijvoorbeeld bij het beëindigen van de uitkering als mensen weer volledig aan het werk gaan en achteraf blijkt dat er teveel bijstand ontvangen is. Bij het schenden van de inlichtingenplicht (met opzet of per ongeluk) is dit na 10 jaar (de Participatiewet verplicht om dan in elk geval gedurende 10 jaar terug te vorderen).
b. Op grond van de Participatiewet mogen boetes mee gaan ter kwijting in een minnelijk schuldhulpverleningstraject, als deze niet door grove schuld of opzet zijn ontstaan.
c. Op grond van de Participatiewet mogen schulden (bijstandsvorderingen) ontstaan door teveel verstrekte bijstand worden kwijtgescholden als er sprake is van dringende redenen. Het maakt daarbij niet uit hoe de schulden zijn ontstaan: Bij dringende redenen moet het gaan om een levensbedreigende situatie (op grond van gerechtelijke uitspraken en de Beleidsregels terugvordering, aflossing en kwijtschelding Participatiewet Den Haag). Als een schuld of vordering aan de gemeente achteraf als onterecht wordt aangemerkt, dan wordt de betreffende schuld of vordering ongedaan gemaakt.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,    de burgemeester,
Ilma Merx         Jan van Zanen