De Haagse Stadspartij is zeer geschokt over het nieuws dat twee wethouders van Hart voor Den Haag/Groep de Mos verdacht worden van corruptie. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller: “Dit is ongekend. Het vertrouwen in de lokale politiek is ernstig geschonden. De grootste partij van Den Haag, waar ruim 32.000 Hagenaars op hebben gestemd, heeft de stad in een bestuurscrisis van jewelste gestort.”

De wethouders De Mos en Guernaoui worden verdacht en zijn nog niet veroordeeld. Dan past het niet om nu al harde conclusies te trekken. Feit is wel dat de Haagse Stadspartij al sinds 2017 heeft gewaarschuwd voor de innige banden tussen Groep de Mos en sponsorende ondernemers. Begin dit jaar zijn zelfs schriftelijke vragen en moties ingediend om de belangenverstrengeling te stoppen, maar de coalitiepartijen verhinderden dit. Joris Wijsmuller: “Pijnlijk, maar ook goed dat justitie actie heeft ondernomen. Nu wordt het eindelijk serieus genomen”.

De Haagse Stadspartij maakt zich zorgen over de bestuurlijke crisis. Wijsmuller: “Het is een goede eerste stap dat de twee verdachte wethouders zich moeten terugtrekken, maar dat levert een hoop complicaties op. In feite staat Groep de Mos nu buitenspel en is er geen politiek draagvlak meer voor het huidige college. Dat maakt de stad onbestuurbaar. De drie andere coalitiepartijen beraden zich nog over de situatie, maar ik kan me niet voorstellen dat ze door willen gaan met een van corruptie beschuldigde partij. Dat zou ook een zeer slecht signaal zijn naar de kiezer.”

Vanavond komt de gemeenteraad bijeen om over de ontstane politieke situatie te spreken. De Haagse Stadspartij zal er voor pleiten om schoon schip te maken. Wijsmuller: “Dit college kan zo niet verder. Daarnaast vraag ik me af of het integriteitsbeleid binnen de gemeente wel op orde is. Er waren al eerder signalen over belangenverstrengeling en ik vind het onbegrijpelijk dat er niet eerder is ingegrepen”.

De inbreng van Joris Wijsmuller in de raadsvergadering van 2 oktober 2019

Voorzitter, iedereen hier – ook de wethouders – leggen voor het aanvaarden van het ambt de eed of belofte af en verklaard daarmee ‘rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst te hebben gegeven of beloofd’, en ‘om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte te hebben aangenomen of zal aannemen.’ Iedereen.

Het feit dat er voor het OM en de Rijksrecherche voldoende aanleiding was om gisteren het stadhuis binnen te vallen en de werkkamers van twee wethouders te onderzoeken op verdenking van ambtelijke corruptie, omkoping en het schenden van het ambts geheim is zeker in het licht van onze ambts eed ongekend. De ernst en impact van dit strafrechtelijk onderzoek is niet mis te verstaan. Corruptie is de bijl in de wortels van het openbaar bestuur, en daarom is het zo belangrijk dat het bestuur iedere schijn, twijfel en verdenking hierover voorkomt. Daarom voorzitter was het gisteren een zwarte dag voor Den Haag, en voor het hele stadsbestuur.

Goed dat een dag later de coalitiefracties hun verantwoordelijkheid hebben genomen, en de samenwerking met Groep de Mos hebben opgezegd. Voor alle betrokkenen een pijnlijk maar onvermijdelijk besluit. Maar daarmee zijn we er nog niet. Wat de Haagse Stadspartij betreft moet er nu echt schoon schip gemaakt worden. Gisteren was de dag waarvan je wist dat die komen ging. Want de signalen over cliëntelisme en belangenverstrengeling waren er al eerder. En daar spreek ik het college, en de burgemeester in het bijzonder op aan. Want sinds 1 februari 2016 is in de Gemeentewet vastgelegd dat de burgemeester de wettelijke taak heeft om de bestuurlijke integriteit te bevorderen, en bij vermoedens van integriteitsschendingen handelend op te treden.

Dit roept de volgende vragen op:

Wat heeft de burgemeester als hoeder van de bestuurlijke integriteit de afgelopen periode gedaan om de ontstane situatie te voorkomen?
Heeft u zelf al eerder integriteitsonderzoek verricht?
Zijn er al eerder integriteitsmeldingen binnen gekomen?
Kunt u de raad (al of niet vertrouwelijk) een integriteitsverslag van de afgelopen 2 jaar doen toekomen?
En vwb de nachtvergunningen die bij burgemeestersbesluit zijn verstrekt: vond u het zelf niet vreemd dat er al een aanvraag op de dag dat het collegebesluit was genomen? Zijn toen niet alle alarmbellen afgegaan, en welke actie heeft u zelf hierop ondernomen? En hoeveel ontheffingen precies zijn er nu verleend?

Volgens een woordvoerder van het Openbaar Ministerie gaat het niet alleen om horecavergunningen, maar gaat het om vergunningen in het algemeen die je tegen betaling kon verkrijgen.

Heeft u zelf al onderzoek naar de vergunningverlening in gang gezet? Gaat dit alleen om vergunningen in de portefeuille van betrokken wethouders (zoals horecavergunningen, evenementenvergunningen, marktvergunningen en kapvergunningen) of ook breder naar bv parkeervergunningen en omgevingsvergunningen?
Heeft het OM gemeld om welke vergunningen het gaat, en zijn deze vergunningen rechtsgeldig? Of kan het college deze nog intrekken?

Art 170 Gemeentewet, Lid 2

De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente. De burgemeester heeft de wettelijke taak gekregen om de bestuurlijke integriteit van zijn gemeente te bevorderen en bij (vermoedens van) integriteitsschendingen door het bestuur handelend op te treden. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk bepaald. De wettelijke bepalingen geven ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten. Het is ook heel belangrijk om integriteitsschendingen te voorkomen.