Laat kinderen niet de dupe worden van schokkende toename gezinnen in daklozenopvang

De Haagse Stadspartij is geschrokken van de berichten dat in Den Haag het aantal daklozen toeneemt. Met name de gezinsopvang zit al geruime tijd vol. Sommige gezinnen zijn zelfs in hotels ondergebracht. Ook is er een toename van werkende mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. De wethouder meldt daarnaast in de voortgangsrapportage dat de doorstroming van opvang naar reguliere of begeleide woonruimte stokt waardoor men nog langer in de daklozenopvang moet verblijven.

Opvallend is de laconieke wijze waarop de wethouder over deze toename in zijn rapportage spreekt. Alsof het geen mensen betreft waarvan hun leven op zijn kop staat. Fractievertegenwoordiger Tim de Boer: “Dakloosheid is geen natuurverschijnsel”. Het is het resultaat van het landelijke en het lokale beleid. Daarnaast draagt de wethouder geen oplossingen aan om de problemen het hoofd te bieden.

Fatima Faïd: “Kinderen mogen niet de dupe worden van de aangescherpte urgentieregeling en de crisis op de woningmarkt”. “Waar blijven de oplossingen van dit college?”.

Daarom heeft Fatima Faïd al eerder de onderstaande vragen over de toename van dakloze gezinnen gesteld. En zal de Haagse Stadspartij in de bespreking van de voortgangsrapportage opnieuw aandacht vragen voor deze problemen.

Schriftelijke vragen: Urgentie, Maatschappelijke opgave en toename dakloze gezinnen
Indiener: Fatima Faïd, Haagse Stadspartij

Het raadslid mevrouw Faïd heeft op 26 augustus 2019 een brief met daarin achttien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 11 juni (RIS302214) ontving ik de antwoorden op onze eerdere vragen over de urgentieregeling binnen de sociale huursector. Ik heb daarover de volgende  vervolgvragen.

1. Uit het antwoord bij vraag 2 blijkt een grote afname van het aantal toegekende urgenties. De antwoorden gaan niet in op de toewijzings- en afwijzingsgronden. Ik ontvang graag een uitgesplitst overzicht van de gronden van toewijzing en afwijzing over 2017, 2018 en de eerste helft van 2019. Daarbij graag ook uitsplitsen in grootte van de huishoudens die urgentie aanvroegen. En of er huishoudens zijn die meerdere keren een aanvraag indienden.

Alleen de gronden van toewijzing worden bijgehouden. Het is slechts mogelijk om de cijfers van het aantal toewijzingen per categorie uit 2017 en 2018 te leveren. Deze vindt u hieronder:

Uit onderzoek van Platform 31 blijkt dat er een toename is van dakloze werkenden en dakloze gezinnen. Ook wethouder SAM meldt deze toename in zijn Voortgangsrapportage Maatschappelijke Opvang – RIS303180. Hij meldt o.a. dat de gezinsopvang vol zit. Ook stelt hij dat het belangrijk is om dakloosheid te voorkomen. Daarom heb ik de onderstaande vragen over deze ontwikkelingen en over de beleidsregel urgentieverklaringen 2019.

2. Kan het college aangeven hoeveel gezinnen er momenteel in de opvang wonen en hoe de gezinssamenstelling is ( qua leeftijd)? Hoeveel gezinnen zijn er momenteel ondergebracht in hotels? Hoe lang verblijven deze gezinnen daar?

Via Stichting Noodopvang Haaglanden (SNH) heeft SZW 56 woningen/appartementen beschikbaar voor gemeentelijke noodopvang. De dienst OCW heeft voor de reguliere gezinsopvang 21 woningen/appartementen beschikbaar. Ook deze worden gehuurd via SNH.  De reguliere gezinsopvang en gemeentelijke noodopvang gezinnen zit momenteel vol. Daarnaast verblijven er momenteel 20 gezinnen in een hotel. De gezinssamenstelling wordt niet geregistreerd. Er zijn in ieder geval minderjarige kinderen. De gemiddelde verblijfsduur in de Gemeentelijke Noodopvang is minder dan 6 maanden. Dit vanwege het gegeven dat deze gezinnen (moeten) beschikken over een urgentieverklaring. De gemiddelde verblijfsduur in een hotel is 65 dagen.

3. Wat zijn de kosten voor het onderbrengen van een gezin in de noodopvang en voor het onderbrengen in een hotel?

Stichting Noodopvang Haaglanden wordt vanuit de gemeente gefinancierd door zowel de dienst SZW als de dienst OCW. SZW huurt jaarlijks 56 woningen/appartementen voor € 689.000,-en de dienst OCW huurt jaarlijks 21 woningen/ appartementen voor ca. € 275.000,- per jaar. Hiernaast worden,
indien nodig, hotelkamers en/ of huisjes op een vakantiepark gehuurd. In 2018 was hier ca. €400.000,- mee gemoeid.

4. Hoeveel daklozen met een baan maken momenteel gebruik van de verschillende opvangmogelijkheden? Kunt u aangeven hoeveel dat er in 2016, 2017 en 2018 zijn geweest?

Deze cijfers worden niet geregistreerd. Wel is duidelijk dat er in de verschillende opvanglocaties mensen verblijven die inmiddels, of nog steeds, een betaalde baan hebben. Deze mensen verblijven met name aan de Sportlaan of in de opvang voor economisch daklozen.

5. Uit de beleidsregel urgentieverklaringen 2019 blijkt dat beschikbaarheid van noodopvang van de dienst Sociale zaken en Werkgelegenheid een reden is om een urgentieaanvraag te weigeren, klopt dat?

Nee dat klopt niet. Als voorwaarde voor een urgentieverklaring wordt van een dakloos gezin dat toegang kan krijgen tot de noodopvang van de dienst SZW, verwacht ook van die voorziening gebruik te maken. Daarmee kan een urgent huisvestingsprobleem worden vermeden. Nadat een gezin twee maanden aaneengesloten in de noodopvang heeft verbleven, kan een urgentieverklaring worden aangevraagd. Omdat de beoordelingskaders van de noodopvang van de dienst SZW en die van urgentieverklaringen aan elkaar gelijk zijn, wordt de aangevraagde urgentieverklaring toegekend. Door- en uitstroom van de noodopvang SZW blijft zo gegarandeerd. Voor mensen die niet in aanmerking komen voor de noodopvang van de dienst SZW, is er noodopvang vanuit het Daklozenloket (via de dienst OCW).

6. Klopt het dat dakloze gezinnen eerst 2 maanden in de noodopvang moeten doorbrengen met hun kinderen voor zij in aanmerking komen voor een urgentie?

In de noodopvang SZW wordt een gezin eerst 2 maanden ondersteund voordat het gezin een urgentieverklaring krijgt. Vervolgens kan het gezin zoeken naar een geschikte woning, en uitstromen uit de noodopvang. Om voor een urgentieverklaring in aanmerking te komen, moet iedereen (dakloos of niet) altijd eerst een aantal maanden actief reageren op woningen. Dit moet ook aangetoond worden. Omdat dakloze gezinnen acuut dakloos zijn, moeten zij deze maanden in de noodopvang
afwachten.

7. Is het college het met mij eens dat kinderen niet in de noodopvang thuishoren? En dat de gemeente er alles aan moet doen om dit te voorkomen?

Ja. In Den Haag wordt het principe “geen kind op straat” gehanteerd. Om deze reden krijgen gezinnen met jonge kinderen altijd een plek in de gezinsopvang of worden anderszins opgevangen als er geen sprake is van zelfredzaamheid of mogelijkheden in het eigen netwerk. Voor opvang in de gezinsopvang moeten gezinnen voldoen aan de criteria voor een urgentieverklaring. Vanuit deze opvang stromen ze uit naar een zelfstandige woning. Daarnaast zijn er gezinnen die remigreren of komen uit overzeese rijksgebieden. Veelal komen deze gezinnen zonder zicht op huisvesting, onvoorbereid en zonder (voldoende) financiën naar Den Haag. Deze gezinnen komen niet in aanmerking voor een urgentieverklaring en dus ook niet voor de noodopvang van de dienst SZW of de reguliere gezinsopvang van de dienst OCW. Er zijn diverse vormen van noodopvang, die de gemeente voor gezinnen zo passend als mogelijk probeert te maken, in veel gevallen gaat het om een (zelfstandige) woning of woonunit. Dus de huisvestingsvorm noodopvang is bij gezinnen een andere dan bij alleenstaanden. Los daarvan, vindt de gemeente het niet wenselijk dat gezinnen langdurig in een tijdelijke opvangsituatie belanden. Het is primair de verantwoordelijkheid van de ouders om te voorkomen dat ze beroep moeten doen op de noodopvang. Zijn ze eenmaal dakloos, dan doet de gemeente er alles aan om ze tijdelijk op te vangen. Voor duurzame huisvesting kan de gemeente echter niet zorgen, daarvan zijn de gezinnen afhankelijk van verhuurders, zoals de woningcorporaties. Uit de beleidsregels urgentieverklaringen 2019 blijkt dat iedereen verplicht is te reageren op woningen in heel regio Haaglanden voordat zij recht hebben op urgentie.

8. Geldt dit ook voor gezinnen met kinderen?

Ja, dit geldt ook voor gezinnen met kinderen.

9. Is het college het met mij eens dat kinderen thuishoren in hun eigen buurt en schoolomgeving?

Dit is natuurlijk de gewenste situatie. In de huidige krappe woningmarkt is het echter niet altijd mogelijk om gezinnen, evenals andere woningzoekenden, te huisvesten in de eigen buurt en schoolomgeving. In Enschede heeft de gemeente, samen met corporaties 6 doorstroomwoningen gericht op gezinnen ingesteld. Deze liggen verspreid over de stad zodat kinderen in dezelfde buurt kunnen blijven en gewoon naar de eigen school kunnen terwijl er gewerkt wordt aan een definitieve oplossing. (Zie daarvoor ook de publicatie van Platform 31 – Souterrain van het wonen).

10. Is het college bereid te onderzoeken of dit ook in Den Haag te realiseren is?

De druk op de woningmarkt vanuit voorrangsgroepen en andere woningzoekenden is dusdanig hoog dat het niet wenselijk is om nog meer woningen te onttrekken aan het woonruimteverdeelsysteem. Gezinnen kunnen zich altijd inschrijven in gebieden waar minder druk op de woningmarkt is en daar naar een passende woonruimte te zoeken.

11. Hoe gaat het college garanderen dat kinderen nooit de dupe zijn van dakloosheid?

Het college hanteert het principe geen-kind-op-straat. Het valt natuurlijk nooit helemaal te voorkomen dat mensen dakloos raken en moeite hebben een nieuwe woning te vinden, of dat mensen onvoorbereid terugkomen uit het buitenland. Zie ook het antwoord op vraag 7.

12. Het college geeft aan dat onderzocht wordt of Tiny Housing een bijdrage kan leveren aan de doorstroming. Is deze vorm van huisvesting ook bedoeld voor gezinnen?

Nee. Dit is in de vorm die de gemeente Den Haag momenteel onderzoekt met name geschikt voor individuen.

13. Hoeveel sociale huurwoningen zijn er nodig om de doorstroming vanuit de Maatschappelijke Opvang zonder problemen te laten verlopen?

Voor de meeste gezinnen die in de opvang zitten geldt dat zij, al dan niet met begeleiding, zelfstandig zouden kunnen wonen. De meeste gezinnen zitten in de opvang vanwege een huisvestingsprobleem en niet vanwege een probleem op het gebied van zorg. Daarnaast verblijven er ook veel alleenstaanden in de maatschappelijke opvang die, al dan niet met begeleiding, zelfstandig kunnen wonen. Vanwege het ontbreken van passende en betaalbare woonruimte zitten mensen onnodig lang in de opvang en de doorstroomvoorzieningen. Dit zorgt voor een ”prop” in de opvang en voor een wachtlijst van mensen die wel recht hebben op een plek in de opvang maar waar momenteel geen plek voor is omdat de opvang vol zit. De inschatting is dat er momenteel zeker 300 mensen/ gezinnen in de opvang verblijven die, al dan niet met begeleiding, zelfstandig zouden kunnen wonen. Hiermee zou de “prop” in de opvang zijn opgelost en kunnen de mensen die nu op de wachtlijst staan een plek in de opvang krijgen. Ook kan een deel van de gerealiseerde extra opvangcapaciteit weer worden afgebouwd. Naast wonen zijn goede begeleiding en doorgeleiding naar participatie en werk belangrijk voor het welslagen van succesvolle uitstroom uit de Maatschappelijke Opvang en de kans op terugval te verkleinen. Het probleem van huisvesting beperkt zich niet alleen tot de mensen in de opvang en op straat. Er zijn in Den Haag ook mensen die marginaal wonen of in hun netwerk verblijven en denken dat ze toch geen kans maken op de woningmarkt in Den Haag. In alle segmenten is de druk op de woningmarkt erg hoog; zeker in het sociale segment is de schaarste groot. Dit betekent dat iedere woning die toegewezen wordt aan een cliënt uit de Maatschappelijke Opvang, niet toegewezen kan worden aan een andere, ook kwetsbare huurder. Het college zet zich derhalve in om het aanbod sociale huurwoningen via nieuwbouw te vergroten.

14. Worden er bij de gezinsopvang gezinnen geweigerd? Zo ja, wat zijn de redenen om gezinnen te weigeren? En hoe vaak is dat in 2018 en 2019 voorgekomen?

Nee. Zie ook antwoord op vraag 7.

15. Is ‘verwijtbaar dakloos’ een reden om een gezin met kinderen te weigeren bij de noodopvang?

Nee. Zie ook antwoord op vraag 7.

16. Wat verstaat de gemeente precies onder ’verwijtbaar dakloos’?

De term “verwijtbaar” is een juridische term, waarbij men verwijst naar de mate van “eigen schuld en toedoen” bij het ontstaan van een probleem. Indien de woningzoekende door een handeling óf nalaten van een handeling dakloos is geworden en de dakloosheid redelijkerwijs voorkomen had kunnen worden, dan is er sprake van juridische verwijtbaarheid. Het woord “verwijtbaar” refereert naar de bijdrage aan het ontstaan van de situatie.

17. Komt het voor dat gezinnen besluiten de kinderen onder te brengen bij pleegzorg, familie of vrienden zodat de ouders in de nachtopvang kunnen overnachten? Zo ja, hoe vaak gebeurt dat? En heeft de gemeente zicht op waar de kinderen dan ondergebracht worden?

De gemeente heeft geen signalen dat dit in Den Haag aan de orde is. In Den Haag is dit ook niet nodig omdat de gemeente Den Haag het principe “geen kind op straat” hanteert en dus gezinnen die dat nodig hebben opvangt.

18. Worden gezinnen door medewerkers van de gemeente aangeraden om de kinderen ergens anders onder te brengen zodat de ouders naar de reguliere  nachtopvang kunnen? Zo ja, hoe vaak gebeurt dat? En heeft de gemeente zicht op waar de kinderen dan ondergebracht worden?

Nee. Vanuit de gemeente wordt dit niet aangeraden.

Het college van burgemeester en wethouders,
de wnd. secretaris,                         de wnd. burgemeester,
Dineke ten Hoorn Boer                Johan Remkes