Het rapport van de enquêtecommissie is op verschillende momenten besproken in de gemeenteraad. Hieronder alle inbreng vanuit de Haagse Stadspartij.
Inbreng raad 21/12/2023:
( met dank aan Lesley Arp):
Beste voorzitter, beste raad.
Ik doe deze bijdrage uit naam van de Haagse Stadspartij omdat het enige raadslid Fatima Faíd in de enquêtecommissie Amare zit. Het is misschien wel gek om als éénpitter mee te doen aan zo’n zware onderneming, maar wij willen leren en verantwoordelijkheid nemen.
De Haagse Stadspartij steunt daarom ook de conclusies en aanbevelingen uit het rapport Amare Bijzonder Complex. Het rapport geeft haarfijn aan hoe afwijken van de ingezette lijn politiek onmogelijk is gemaakt. Ook de raad lukte het niet om los te komen van de politieke lijnen en loopgraven. Er was geen ruimte voor reflectie en tegenspraak.
Wij zien in het rapport vele goede suggesties om voortaan beter voorbereid aan dit soort langdurige projecten te beginnen, bijvoorbeeld door het definiëren van publiek belang, en het versterken van de ondersteuning van de raad. Ook werden er in de verschillende commissiebehandelingen vanuit de raad goede voorstellen gedaan om de raadsvoorstellen inzichtelijker te maken.
Wij willen daar als fractie nog één voorstel aan toevoegen. Er is soms veel frustratie en onvrede in de raad over de handelswijze van wethouders én ook verzuchtingen over die raad bij het college. Daar moeten we van leren. Er is echter geen forum om te reflecteren op de gang van zaken buiten de politieke beraadslaggingen in commissie en raad. Daar worden er meteen consequenties aan verbonden. Daarom dient de Haagse Stadspartij samen met de SP de motie “In gesprek met wethouders” in.
Tot slot zien wij de aanbevelingen en acties die de enquêtecommissie voorstelt als iets voor de lange termijn, waar de komende jaren continue aandacht voor nodig is. Ook willen we de enquêtecommissie en haar ondersteuning nogmaals bedanken voor haar inzet.
De complete motie:
Motie: In gesprek met wethouders
Indiener: Fatima Faïd, Haagse Stadspartij
De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 21 december 2023 ter bespreking van Voorstel van de Enquêtecommissie inzake Eindrapport Enquêtecommissie Amare (RIS316440)8
Constaterende
dat in het Amare rapport Bijzonder Complex gesproken wordt over een wethouderscultuur;
dat zowel de raad als het college de aanbevelingen van de enquêtecommissie omarmen;
dat het beeld uit het rapport niet uniek is voor die tijd en er nu ook wel eens vragen zijn over de omgang van wethouders met de raad en vice versa;
dat er momenteel geen forum is om de onderlinge verhoudingen tussen raad en college te bespreken buiten de politieke debatten in raad en commissies;
dat de raad en de leden van college willen leren van het verleden.
Overwegende
dat goede onderlinge verhoudingen bijdragen aan de kwaliteit van de besluitvorming;
een forum waarin deze verhoudingen kunnen worden besproken door raad en college bij kan dragen aan het beter begrijpen van elkaars vragen en belangen;
meerdere gemeenten experimenteren of hebben geëxperimenteerd met functioneringsgesprekken voor wethouders;
de burgemeester al periodiek een evaluatiegesprek heeft met leden van het presidium, en deze werkwijze bevalt;
bij de behandeling van de jaarrekening in de rekeningencommissie elk jaar één of meerdere wethouders worden gevraagd nadere toelichting te komen geven over inhoudelijke vragen naar aanleiding van de jaarrekening en dat deze werkwijze bevalt;
dat er een tussenvorm moet worden gevonden waarbij het gesprek tussen raad en collegeleden tot verifieerbare openbare uitkomsten of actiepunten leidt zonder dat het een politieke show wordt;
Er momenteel elk half jaar een gesprek zou zijn tussen college en presidium, maar dit gesprek niet regelmatig wordt ingepland;
Bij dit gesprek alleen leden van het presidium aanwezig zijn en er geen openbare actielijst uit voortvloeit.
Verzoekt het presidium
te komen met een opzet om elk jaar één of meerdere wethouders te vragen in gesprek te gaan met een vertegenwoordiging van de raad over de werkwijze, onderlinge verhoudingen en alles wat nog meer ter tafel komt met als uitkomst een openbaar verslag of actiepuntenlijst.
Stemmingen 21/12/2023
Het rapport en de aanbevelingen zijn unaniem aangenomen. Onze motie werd met 33 voor en 10 tegen ( PVV en Hart voor Den Haag) aangenomen!
De motie van afkeuring ( ingediend door de Partij voor Dieren en gesteund door de hele raad behalve HvdH) steunden we niet. Daar hebben we de volgende stemverklaring over afgelegd:
Voorzitter,
We hebben tegen deze motie van afkeuring gestemd, niet omdat we de handelswijze van de colleges niet afkeuren maar omdat wat ons betreft er naast de misleiding nog veel meer ernstige zaken aan de hand waren; het duwen, trekken en zwaar onder druk zetten van raadsleden, allemaal zaken die wat ons betreft het bed zijn geweest waarop misleiding heeft kunnen plaatsvinden.
Verder hebben we moeite met de gehanteerde tijdslijn want de misleiding heeft ( volgens het rapport) ook na 2021 plaats gevonden.
De motie geeft wat ons betreft ook geen enkele rekenschap aan de delen van het rapport waarin kritiek is geuit op het functioneren van de raad waarin alle partijen een rol hebben; Wij missen deze zelfreflectie bij de raad.
Het dictum was onwrikbaar en andere formuleringen onmogelijk. Precies zo geformuleerd dat het acceptabel is voor het college. Consequenties zullen er waarschijnlijk dus ook niet zijn.
Wij vinden deze motie nu juist het resultaat van de cynische coalitiepolitiek die juist in het Amare rapport wordt genoemd.
Eerdere inbrengen over Amare: Bijzonder Complex
Commissievergadering met enquêtecommissie:
Voorzitter, commissieleden,
Allereerst wil mijn fractie de enquêtecommissie bedanken voor het werk dat zij heeft verzet. Het instrument raadsenquête is voor het eerst in Den Haag toegepast en deze commissie heeft de handschoen met beide handen opgepakt.
Ik denk ook dat het goed is om de ervaringen met deze enquête vast te leggen zodat er bij een volgende vraag over een mogelijke raadsenquête snel geschakeld kan worden. Zijn de commissieleden en de ondersteuning bereid daaraan mee te werken?
Het was aanpoten om het hele rapport te kunnen lezen. Maar Het rapport betreft een lange periode en geeft zo goed inzicht in de anatomie van de ideevorming en de uitwerking van het project. Dat het een dik rapport zou worden was natuurlijk niet onverwacht. Iedereen had kunnen zien aankomen dat dit project in al haar facetten ingewikkeld, kostbaar en complex was.
Onbreekbare lijn van besluitvorming
Wel schokkend is het patroon waarin het gemeentebestuur, het college, de wethouders en de raad vast zaten. Een eenmaal ingezet lijn was onbreekbaar, ondanks bijv. een economische crisis en een Conservatorium dat niet kon betalen voor haar deel. Zelfs met de wisselende coalities en wisselende wethouders veranderde het project weinig, en was stoppen geen optie. Alleen op papier werd er bezuinigd, kwam er sponsoring bij of werden er minimale aanpassingen gedaan. Zo beschouwd is de verplaatsing van het gebouw van OP het Spuiplein naar AAN het Spuiplein nog één van de grootste aanpassingen geweest binnen het project.
Uit de raadsenquete komt dus een patroon naar voren van meerdere colleges waarin niet het publieke belang centraal stond, maar politieke afwegingen zoals een onrealistisch tijdspad. Zoals eerder gezegd: Wij zijn teleurgesteld dat onze deelname aan één van die colleges dit patroon niet heeft kunnen doorbreken. Tegelijkertijd omarmt de Haagse Stadspartij de harde conclusies en aanbevelingen. Samen met het college en de raad moeten we werken aan verbetering.
Ondanks alles toch een goed gebouw
Ondanks dat. Er staat nu een gebouw. En ondanks alle problemen beschikt het gebouw over een akoestiek van wereldklasse. En, ondanks dat er van te voren te weinig gesproken is over het publieke belang, moeten we – voordat er geld bij kan – nu dat publieke belang formuleren. Is de commissie het ermee eens dat dit startpunt essentieel is voor het vervolg?
In het verlengde daarvan vindt mijn fractie dat het culturele veld in Den Haag een grotere stem moet krijgen in het bepalen van dat belang. Een tijdelijke adviescommissie die elke 4 jaar de belangrijkste subsidies mag uitgeven en dan weer vertrekt is niet voldoende om het publieke belang te borgen en continu de raad en het college van gevraagd en ongevraagd advies te voorzien. Wat vindt de enquêtecommissie hiervan?
Optelsom
Mijn fractie heeft als inhoudelijke punt wel vraagtekens bij de wijze waarop de investering in Amare bij elkaar is opgeteld. Zo’n getal gaat makkelijk een eigen leven leiden. Daarom de vraag: Waarom hebben jullie ervoor gekozen er één bedrag van te maken? Want zo kan je overal een enorm bedrag van maken: In 40 jaar geven we bijv. ook 480 miljoen aan het Kunstmuseum aan subsidies.
Tot slot stelt het raadsvoorstel voor – zoals het hoort natuurlijk – de leden van de enquêtecommissie te ontslaan. Ik heb daarover slecht nieuws. En wel om twee redenen: Het doorbreken van het geconstateerde patroon vraagt vasthoudendheid, geheugen en raadsleden die ingevoerd zijn. En ten tweede is het wel lekker rustig zonder Fatima op de fractie.
Dus: Is de commissie bereid om in één of andere vorm de uitvoering van de aanbevelingen kritisch te blijven volgen of zelfs mede uit te werken? In ieder geval voor het restant van de raadsperiode? Want alleen een voortgangsrapportage vanuit het college is ons te mager.
Inbreng bij commissievergadering met college:
Het Amare rapport, de conclusies en aanbevelingen verdienen een gedegen inhoudelijke behandeling waarbij de huidige praktijk vergeleken wordt met de lessen die de commissie trekt. Het volstaat absoluut niet om dan te zeggen “doen we al” of “er is al veel veranderd”.. Want voorzitter, het moet gewoon beter. Dus bij deze de oproep aan het college om nogmaals de gangbare praktijk tegen het licht van de aanbevelingen te houden. De aanbevelingen zijn immers geschreven om de situatie nu te verbeteren.
En in dit kader: Klopt het dat het berenschot rapport niet aan de enquêtecommissie is verstrekt?
Het college stapt er wel erg makkelijk overheen dat de enquêtecommissie stelt dat er sprake is van misleiding en het niet informeren. Het was geen incident, het was een patroon. Dus hoe wordt dat patroon doorbroken. Recente budgetoverschrijdingen bij de Grotiusplaats of de tunnel Zwolsestraat stellen niet gerust. En zou een extra reden moeten zijn goed te kijken naar de aanbevelingen.
Ik pak er nog twee specifieke punten uit.
Allereerst het punt van ambtelijke tegenspraak. De geschetste lessen in leiderschap en gesprekken tussen ambtenaren en college doen niets af aan het feit dat uit de enquête blijkt dat wethouderswil wet was. De wethouder – de politiek – bepaald en ambtenaren moeten het maar doen. Er ontbreken dus in de collegeaanpak twee schakels. Hoe komt interne kritiek bij het college en hoe komt die kritiek bij de raad?
Dus voorzitter, Wat gaat het college doen om afwijkende opvattingen oer de risico’s bij de raad te laten belanden? Welk vorm kiest zij ervoor? De suggestie van Groen Links klinkt interessant.
Het lijkt me nou typisch iets dat het college actief kan oppakken en onderzoeken. Doe dat dan ook!
En hoe gaat het college – en ook de raad- om met expertise van buiten die roept dat het niet klopt. Is dat alleen via inspraak van maximaal 5 minuten? Of heeft het college daar nog andere ideeën over?
Een voorbeeld uit het buitenland:
Afgelopen zondag was ik in Rotterdam bij een gesprek met Manu Claes. Hij is een Vlaamse denker, activist en bovenal bewoner van Antwerpen. Hij is er met zijn organisatie Straten Generaal in geslaagd om de gehele ringweg om Antwerpen te agenderen als een ontwerp opgave waarbij burgers, samen met experts en ambtenaren werken aan uitwerking van de plannen. Dit doen zij aan zogenaamde werkbanken. Alle informatie wordt daar gedeeld, of je nu burger, ambtenaar of expert bent. En niet onbelangrijk: De politiek mag niet aanschuiven.
Het is een intensief proces dat echt betere plannen oplevert. Zou het college hiervan willen leren?
Dan het bepalen van het publieke belang.
In het geval van Amare is alleen een conferentie met de betrokken instellingen echt onvoldoende. Het is teleurstellend dat het college hier niet wat meer daadkracht toont en een plan maakt of zelfs ook maar een proces optuigt. Ook dit kan echt beter.
De door het college – welk college? – voorgestelde proces voor het bepalen van het publieke belang is slechts een houtskoolschetsje. Ik herhaal hier de oproep die ik ook in het vorige debat deed. Namelijk laten we met zijn allen in een andere werkvorm – dus niet hier in de raadszaal – werken aan wat nu precies publiek belang is. Dit kunnen we ook met partners uit de stad doen, en laten we dan meerdere voorbeelden pakken. Ik hoorde dat er in januari eventueel weer een raadsconferentie wordt georganiseerd waar publiek belang centraal kan staan. Als fractievertegenwoordiger ben ik daar niet voor uitgenodigd maar ik schuif het jullie graag in de schoenen.
Inbreng bij tweede termijn met college in de commissie:
Allereerst dank aan de insprekers, enquêtecommissie, het presidium en het college voor hun reactie. Voorzitter, onze fractie ziet dat het college steeds beter onder woorden kan brengen wat zij nu precies extra gaat doen naar aanleiding van het rapport. We moeten daarbij constateren dat er nog steeds hiaten zijn. Ook zien we in praktijk nog te weinig terug van het open, op tijd en breed informeren van de raad. Dat moet echt beter!
Op het vlak van tegenspraak missen we de laatste stap tussen ambtenarij, college en raad. Hoe komt nu de interne tegenspraak bij de wethouder en de raad? Wij zien dat er nu allerlei quickscans gestart worden, maar wat gaan we nu vanaf nu al anders doen?
En wat gaat het college doen om als gemeente goed om te gaan met gefundeerde tegenspraak uit de stad van betrokken burgers? (die nu alleen zijn aangewezen op 3 tot 5 minuten inspraak?) Wij zien dat nog niet terug in de aanpak. Kan de wethouder dit onderwerp toevoegen aan het meegestuurde plan?
En om nog even door te gaan op dat thema: Hoe voorkomen en bestrijden we de door de Amarecommissie geconstateerde wethouderscultuur? Welk programma gaat het college zelf volgen om te leren om goede – of nog betere – wethouders te zijn?
Dan nog iets over het bepalen van het publieke belang. We hebben vorige week een technische sessie gehad over het bepalen van het proces. Dat was uiteindelijk een open gesprek. Als fractie hechten we eraan dat ook het gesprek over de toekomstige vorm van ondersteuning en invulling van Amare ook onderwerp is in een open gesprek. Zo stelt de Amarecommissie voor om de financiering van het complex in grote mate te vereenvoudigen. Als college zou je dat alvast kunnen onderzoeken. Gebeurt dat ook?
Tot slot denkt mijn fractie dat de huidige organisatievorm in Amare wellicht niet past bij het door de raad gewenste profiel of publieke belang. Ook dit moet besproken en onderzocht kunnen worden. Kan de wethouder dit toezeggen?