De PvdA, de Haagse Stadspartij en GroenLinks vinden dat er in de begroting onvoldoende aandacht is voor klimaatmaatregelen. In deze eerste Haagse begroting na de klimaatconferentie van Parijs komt de urgentie uitgesproken in Parijs niet goed terug in het beleid van het college. De drie partijen willen stevigere ambities zien.
Haagse Stadspartij-raadslid Joeri Oudshoorn: “Klimaatmaatregelen zijn letterlijk van levensbelang. Bovendien kun je met klimaatmaatregelen een enorme impuls geven aan de economie en daarmee zorgen voor extra banen.” De drie partijen geloven erin dat een nieuwe sector duurzame economie nodig is die de transitie van Den Haag naar een klimaatneutrale stad mogelijk gaat maken. PvdA-raadslid Lobke Zandstra: “Dat betekent dat er meer geld nodig is om de gebouwen in Den Haag te verduurzamen en de ontwikkeling van duurzame energiebronnen te versnellen.” Ook GroenLinks-raadslid Arjen Kapteijns vindt dat er meer geld nodig is: “Van die honderd miljoen gaat er bitterweinig naar groen en duurzaamheid. Een gemiste kans!”.
Banen met werk
De drie partijen zijn verheugd over de extra investeringen in banen. Zandstra: “De inzet op meer conciërges en beheer van fietsparkeerplaatsen juichen wij toe, maar we missen nog extra structureel werk in het groenbeheer van Den Haag. Oudshoorn: “Het beloofde extra geld voor groenonderhoud zit niet in deze begroting, terwijl de gemeenteraad hier wel per motie om heeft gevraagd.” De twee partijen roepen het gemeentebestuur op om voor alle beleidsterreinen altijd inzichtelijk te maken welke consequenties beleid heeft voor de transitie naar een duurzaam, klimaatneutraal Den Haag in 2040.