Tijdens de tweede behandeling van de woonagenda in de commissie ruimte was het duidelijker dan ooit. Wethouder Revis wil vooral bouwen. Principes en regels zijn er om opgerekt te worden. Zo zei hij dat natuurlijk de woningcorporaties als eerste aan zet zijn voor de realisatie van sociale woningbouw. Als dat niet lukt mogen marktpartijen ook. En als ze echt niet willen, mogen ze best de woningen verdelen buiten het centrale woningverdeelsysteem om. En dat terwijl hij er ook voor kan kiezen de woningcorporaties te versterken met lokaal beleid.
Het is wel duidelijk dat sociale woningbouw niet echt veilig lijkt in zijn handen. Des te meer omdat de wethouder graag de touwtjes in handen houdt. Ook na de derde keer vragen van ons en de PVDD wil de wethouder de raad nog steeds niet betrekken bij het opstellen van de raamovereenkomst en de prestatieafspraken met de woningcorporaties. Hij is van mening dat meepraten over de woonagenda wel voldoende inspraak is voor de komende 4 jaar.
Ook voor het uitponden van de eventuele commerciële sociale woningen wilde de wethouder geen toezeggingen doen. Ik vroeg hem de uiteindelijke beslissing daarover aan de gemeenteraad te laten. Daar staat hij schoorvoetend voor open. Of (een deel van ) de coalitie dit standpunt wil steunen zullen we de komende gemeenteraadsvergadering zien.
Ook zet de wethouder de bijl in de Haagse Kracht. De bewoners moeten terug in hun hok en mogen weer vooral consumenten zijn. Nieuwe initiatieven zoals de Roggeveenstraat die bijdragen aan de stad hoeven niet meer op directe steun te rekenen. Ook kleinschalig opdrachtgeverschap en de regeling Ik bouw betaalbaar zitten op de wip.
Hieronder mijn inbreng bij de vergadering:
Beste Commissieleden, beste wethouder,
De wazigheid is weg. Daarvoor de complimenten voor de wethouder. Alleen, de fundamentele keuzes zijn wel echt andere dan wij zouden maken.
Marktpartijen vs inwoners
De wethouder rolt de rode loper voor marktpartijen uit. Hij gokt op maatregelen op landelijk niveau. Hij hoopt op aanpassing van de verhuurdersheffing in plaats van dat hij strijdt voor afschaffing daarvan. Kan de wethouder toelichten wat hij concreet heeft bereikt met de lobby van de G4? De brief van de minister naar de tweede kamer is er buitengewoon vaag over.
De inwoners van den haag worden in deze woonagenda weer gereduceerd tot consumenten. En zij worden voorlopig tevreden gehouden met rekenkundige oplossingen voor meer kans op een woning ( zoals het invoeren van de loting voor starters en de mogelijkheid complexen te labelen voor doelgroepen en het beperken van de urgentieregeling ) en het oprekken van grenzen in de sociale sector door flexibele huur na te streven en een nieuwe b-keus voorraad.
Ik constateer dat er geen plan B is voor als de markt niet meer wil of de lobby richting Den Haag mislukt. Juist nu , in hoog conjunctuur, moeten we blijven experimenteren met nieuwe vormen van bouwen. De afgelopen crisis heeft laten zien hoe kwetsbaar het huidige systeem is. Waar in de vorige periode nog een beroep werd gedaan op de Haagse Kracht is de wil om te innoveren samen met de burgers nu zo goed als weg. Dit is niet alleen belangrijk om een alternatief voor bouwen door de markt te hebben. De wethouder stipt namelijk zelf bij het hoofdstuk over woningsplitsing de andere belangrijkste reden aan: Namelijk dat je op deze wijze bewoners veel meer betrekt bij de stad. Inwoners worden zo deel van de straat, buurt en den haag. Daar heb je wat aan. Daar wordt de stad ook beter van. Dit effect zie je niet snel bij de projecten door marktpartijen.
Ik wil de wethouder daarom nogmaals vragen om voor vernieuwende initiatieven zoals, maar niet beperkt tot wooncorporaties als Roggeveenstraat , groepswonen etc, een aanmerkelijk bedrag te reserveren zodat initiatieven ook een beroep kunnen doen op de wethouder in plaats van dat hij alleen open staat voor mogelijke levensvatbare initiatieven.
Sociale woningbouw
Sociale woningbouw is en blijft volgens de Haagse Stadspartij een primaire taak van de toegelaten instellingen. De sociale woningbouw door de markt roept veel vragen op. Zeker over de wijze waarop de wethouder dit wil inzetten. Er is dan sprake van een tweede categorie sociale huur. Namelijk een voorraad die over 10 jaar misschien niet meer sociale huur is én waarvan de woningen op andere wijze worden verdeeld. Ik begrijp de marktpartijen ook wel. Natuurlijk willen die zelf bepalen wie er in hun woningen woont. Nemen de marktpartijen straks alleen de leuke huurders? En niet de uitstroom uit de GGZ, jeugdzorg of daklozenopvang? Waar er nu één plek voor het woningaanbod in de sociale huur is zijn er straks meer. Alleen: Dit werkt willekeur en selectie in de hand.
De Haagse Stadspartij vindt dat wie A zegt ook B moet doen. Dat betekent volgens ons dat sociale huurwoningen, ook in commerciële handen moeten worden verdeeld via het woningverdeelsysteem. Graag een reactie van de wethouder hierop waarbij hij ingaat op de mogelijke negatieve effecten van het buiten het woningverdeelsysteem om handelen in deze categorie.
Ook het apart monitoren van studentenhuisvesting is goed plan. Daarover had ik nog twee vragen. Net als PvdA, Is deze monitoring losgekoppeld van de 30% sociaal. En waar komt de prognose voor het toevoegen van 6000 eenheden vandaan?
Bij de eerdere behandeling van de woonagenda vroeg ik ook al naar de sancties zijn er voor overtreding van de afspraken door marktpartijen. Zorg dat de gemeente niet met een mondvol tanden staat. Amsterdam dacht dit bijvoorbeeld dichtgetimmerd te hebben, maar toen bleken huurders bovenop de kale huur ook verplicht een parkeerplaats a 150 euro per maand en servicekosten van 100 euro te moeten betalen bovenop de kale huurprijs. Hoe gaat de wethouder dit voorkomen? En krijgen we als raad de verschillende afspraken per project voorgelegd?
Woningsplitsing, verkamering en flexibele huurcontracten
De Haagse Stadspartij is blij dat er eindelijk eenduidige regels komen voor woningsplitsing. De vraag is wel waarom niet gewoon de regels overal gelijk trekken. Waarom wel in Duindorp splitsen maar niet in het statenkwartier?
Ik wil ook vragen of de wethouder kan toelichten wanneer hij van plan gebruik te maken van de mogelijkheid om af te wijken van deze regels? Wat zijn de criteria daarvoor? Daarnaast ontvangen we veel klachten uit de stad over de omzetting van zelfstandige woningen in kamerverhuur. In de reacties op de moties heeft de wethouder het over de 1-meting kamerverhuur in 2019. Wanneer kunnen we die verwachten?
Flexibele huur zoals de wethouder wenst zorgt voor onzekerheid bij huurders. De invloed van deze contracten op het steeds onzekere leven – bijvoorbeeld door ook steeds meer tijdelijke arbeidscontracten- is groot. Te groot. We blijven daarom tegen de inzet hiervan. Het biedt een schijnoplossing waar mensen de dupe van zijn. Net als de inzet van de Rotterdamwet in Moerwijk. Ook die inzet is schijnoplossing, aangezien uit uitgebreid onderzoek blijkt dat de wet in Rotterdam helemaal niet gewerkt heeft.
Toekomstige rol gemeenteraad
De wethouder neemt in het beleid al een voorschot op de situatie over 10 jaar. Hij stelt dat er een gedegen analyse komt voordat het college dan akkoord gaat met uitponden. Kan de wethouder toelichten hoe die gedegen analyse eruit gaat zien? Is deze intern? Wordt dit per project vastgelegd? Is deze onafhankelijk? Kan hij toezeggen dat in ieder geval de raad ter zijnertijd hierin een beslissende stem krijgt?
En tot slot, voor de derde maal: Kan de wethouder toezeggen dat de raad via de wensen en bedenkingen procedure kan meepraten over de raamovereenkomst en de prestatieafspraken met de woningcorporaties.