Wethouder Norder krijgt motie van afkeuring aan zijn broek

Joris Wijsmuller bericht over het debat in de gemeenteraad over de affaire Hans Kuiper, het nieuwe Hoofd Stedenbouw van de gemeente Den Haag.

 

Het was weer een bedroevende vertoning vandaag in de Haagse raad. Daar waar de raad de mond vol heeft over ‘iedere schijn van belangenverstrengeling moet vermeden worden’ (n.a.v. de opdracht van wethouder Kool aan zijn partijvoorzitter Martini), daar werd het muisstil toen de Haagse Stadspartij de benoeming van Hans Kuiper als hoofd Stedenbouw ter discussie stelde. Wethouder Norder dacht ermee weg te komen door in de eerste termijn de vragen van de Haagse Stadspartij te negeren en slechts de loftrompet te steken over de kanjer die Den Haag voor deze baan had weten te strikken. Na mijn interruptie dat de wethouder niet is gevraagd om verkooppraatjes te spuien, maar om verantwoording af te leggen en vragen van de raad te beantwoorden, kwamen er mondjesmaat een paar antwoorden: hij wist niet precies wanneer de stichtingsconstructie voor Kuipers’ aandelen was overeengekomen, hij weigerde transparantie te verschaffen door gegevens over die nieuwe stichting ter inzage te leggen, hij ontkende dat het hoofd Stedenbouw projectontwikkelaars adviseert over de architectenkeuze, en vond het geen probleem dat het hoofd Stedenbouw door mogelijke belangenverstrengeling zich afzijdig moet gaan houden over belangrijke projecten zoals bij de entrée van de binnenstad, de Stationsweg. Mij restte niets anders dan de motie van afkeuring in te dienen, en ik was benieuwd naar de opvattingen van de raad. De SP was het eigenlijk eens met de Haagse Stadspartij, maar vond een motie van afkeuring te zwaar; de LPF vond dat je voor dit soort functies al blij mocht zijn als je een kanjer kon strikken; D66 en GroenLinks vonden dat de aanstelling niet de schoonheidsprijs had verdiend, maar de wethouder had volgens hen uiteindelijk wel een redelijk verhaal; de PvdA vond dat ik gelijk had dat de beantwoording op mijn schriftelijke vragen niet had gedeugd, maar verder was er niets aan de hand; het CDA en de ChristenUnie waren gezachtsgetrouw en uiterst loyaal aan de wethouder; en de overige fracties, VVD, Islam Democraten, de PPS en Solidair Nederland, hielden gewoon hun mond. Uiteindelijk was het alleen de Haagse Stadspartij die de schijn van belangenverstrengeling bij deze aanstelling niet accepteerde, en voor de motie van afkeuring stemde.

Joris Wijsmuller