Straatmuziek verbieden? Kap nou!

De Haagse Stadspartij en de PvdA hebben schriftelijke vragen ingediend over het besluit van de burgemeester om straatmuziek in het stadscentrum te verbieden. Op zaterdag 18 mei gaan straatmuzikanten een protestsong ten gehore brengen.

Update: de schriftelijke vragen zijn beantwoord.

 

De raad heeft onlangs ingestemd met het bedelverbod. De burgemeester heeft vervolgens gebieden aangewezen waar niet meer gebedeld mag worden, maar zo’n gebiedsverbod blijkt nu ook te gelden voor straatmuzikanten. Fractievoorzitter Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij:
“Straatmuzikanten en bedelaars worden door de burgemeester over een kam geschoren, en dat is vreemd en belachelijk. In de commissie hebben we dat onderscheid duidelijk aangeven en dat werd toen ook door de burgemeester beaamd. We hopen dat de burgemeester het besluit z.s.m. aanpast want het is nu wel heel saai en stil in de binnenstad.”

Onder de titel ‘Keep streets (a)live’ zullen straatmuziekanten op zaterdag 18 mei een protestsong ten gehore brengen in de Grote Marktstraat (bij de Spuimarkt). Zie ook https://www.facebook.com/keepstreetsalivedenhaag

Zorgen over verbod op straatmuziek in Den Haag (Westonline, 14 mei 2013)

De PvdA en de Haagse Stadspartij in de gemeenteraad maken zich grote
zorgen over de gevolgen van het bedelverbod in de stad voor
straatmuzikanten. De gemeenteraad stemde midden maart in met een
bedelverbod. Burgemeester Jozias van Aartsen wees vervolgens gebieden
aan waar dat ook daadwerkelijk van kracht is, zoals in het centrum van
Den Haag en rondom de beide grote stations. Maar nu is duidelijk
geworden dat ook straatmuzikanten van de maatregel de dupe worden, met
uitzondering van draaiorgels.
De partijen zijn daardoor onaangenaam verrast. Joris Wijsmuller van de
Haagse Stadspartij vindt dat straatmuzikanten en bedelaars nu ‘over een
kam worden geschoren’. Het raadslid: ‘En dat is vreemd en belachelijk.’
Hij heeft al van een aantal bekende muzikanten gehoord dat zij een
waarschuwing hebben gekregen van de politie dat hun activiteiten
illegaal zijn.

Gemeenteraad wilde onderscheid

Volgens de PvdA en HSP is er tijdens de behandeling in
commissievergaderingen steeds op aangedrongen dat er onderscheid zou
worden gemaakt tussen bedelaars en straatmuzikanten. De partijen willen
daarom dat de Algemene plaatselijke verordening (APV) nu opnieuw wordt
aangepast. ‘Want het is nu wel heel saai en stil in de binnenstad.’
Raadslid Marieke Bolle van de PvdA wijst erop dat er in de gemeenteraad
veel en lang over het verbod is gepraat. De burgemeester heeft daarbij
steeds beloofd dat er sprake zou zijn van ‘maatwerk’. En dat alleen de
straatmuzikanten worden aangepakt die overlast veroorzaken. Bolle: ‘Maar
wat schetst mijn verbazing als zelfs iemand als Chuck Deely een
aanzegging heeft gekregen van de politie. Dat heeft niets met maatwerk
te maken.’

Grens tussen bedelen en muziek is vaag

De woordvoerder van de burgemeester meldt dat de partijen schriftelijke
vragen hebben gesteld over de kwestie, die moeten eerst worden
beantwoord voor er een officiële reactie kan komen. Maar, stelt hij: ‘De
APV is aangepast om het juridisch mogelijk te maken om de overlast die
ondernemers en bewoners ondervinden van bedelaars tegen te kunnen gaan.
De grens tussen het maken van straatmuziek en bedelen is in veel
gevallen vaag. Daarom is besloten om dit in één uitvoeringsbesluit te
regelen. Op dit moment wordt iedereen die daarvoor in aanmerking komt
gewaarschuwd. Bij de uiteindelijke handhaving gaat het om de bestrijding
van overlast. Handhavingscapaciteit is schaars en daarom zal er alleen
worden opgetreden tegen die personen die daadwerkelijk overlast
veroorzaken.’

Spijt van bedelverbod
(AD/Haagsche Courant, 15 mei 2013)

Het bedelverbod werpt vruchten af. In de Haagse binnenstad is
geen bedelaar meer te bekennen. Maar dat ook de straatmuzikanten zijn
verdwenen, is voor de Haagse Stadspartij (HSP) en de PvdA reden om aan
de bel te trekken.

Nog geen twee weken nadat het veelbesproken bedelverbod van kracht is
geworden, lijken de bedelaars die in het stadscentrum te vinden waren,
in rook opgegaan. De Grote Marktstraat, Spuistraat, Turfmarkt en
Weversplaats, op geen van de favoriete locaties om voorbijgangers een
eurootje af te troggelen is op deze vrijdagmiddag een bedelaar te
bekennen.

Beboet wordt er pas vanaf vrijdag, maar dankzij de waarschuwingen die
sinds 2 mei worden uitgedeeld, werkt het bedelverbod vooralsnog wel.

Niet alleen de bedelaars zijn uit het straatbeeld verdwenen. Met hen
hebben ook de straatmuzikanten de benen genomen. Nergens in het centrum
zijn nog violen, fluiten of gitaren te horen. Zelfs de lokale
beroemdheid Chuck Deely is al dagen niet meer op zijn vaste stekken bij
het Centraal Station en voor de Hema aan de Grote Marktstraat
gesignaleerd. Hoewel Deely ontzien zou worden, heeft hij volgens
fractievoorzitter Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij onlangs wel
een waarschuwing gekregen. Op internetfora wordt zelfs al actie gevoerd
voor de Amerikaanse artiest.

Het weren van alle straatmuzikanten zint de Haagse Stadspartij en de
PvdA niet. Beide partijen hebben vragen gesteld waarin zij het college
van b en w oproepen de gewijzigde apv-regel opnieuw te bekijken, Want,
zo betogen de partijen, het was niet de bedoeling om alle muziek te
verbieden.

Wij hebben ingestemd met het bedel- en straatmuzikantenverbod vanuit de
intentie dat de bestaande overlast moet worden bestreden, zegt
PvdA-raadslid Marieke Bolle. Maar in de praktijk wordt het nu veel
breder aangepakt en dat was niet de bedoeling. Het is terecht dat het
veredelde bedelen wordt bestreden van lieden die urenlang hinderlijk op
een fluitje blazen. We hebben echter niet afgesproken dat deze regel
gebruikt zou worden om alle muzikanten van de straat te laten
verdwijnen.

Belachelijk

Wijsmuller, die van meet af aan tegen de aanpassing van de apv was,
noemt het huidige beleid `vreemd en belachelijk’. Straatmuzikanten en
bedelaars worden door burgemeester Jozias van Aartsen nu over één kam
geschoren. In de commissie hebben we dat onderscheid duidelijk aangeven
en dat werd toen ook door de burgemeester beaamd. We hopen dat de
burgemeester het besluit snel aanpast want het is nu wel heel saai en
stil. Dit is een verschraling van het leven in de binnenstad en die fout
moet worden hersteld.

Volgens een woordvoerder van de gemeente wordt er slechts uitvoering
gegeven aan het raadsbesluit. Er wordt nu wat aan de overlast gedaan,
zoals in maart door de gemeenteraad is beslist. Overigens vinden we het
niet zinvol om op te treden tegen straatmuzikanten waar niemand bezwaar
tegen maakt.

Stadspartij en PvdA willen maatregel heroverwegen

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van de raadsleden G.H.M. Wijsmuller en M. Bolle
Den Haag, 28 mei 2013
Inzake: Straatmuziek

De gemeenteraadsleden de heer G.H.M. Wijsmuller en mevrouw M. Bolle hebben op 8 mei 2013 een
brief met daarin veertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoorden wij deze vragen als volgt.

1. Op 30 oktober 2008 is een motie aangenomen van de raadsleden Wijsmuller, Rietveld, De Jong,
Pastor, Bouchtaoui en Van Driel waarin het college is gevraagd om o.a. de mogelijkheden te bezien om de regelgeving voor straatartiesten te versoepelen ter stimulering van straatmuziek- en
theater. Deze motie is door de gemeenteraad in grote meerderheid aangenomen. Kent het college
deze motie?

Ja.

2. Over de motie zei burgemeester Van Aartsen in de raadsvergadering van 30 oktober 2008 het
volgende: “Ik kom bij motie 12.6 van de heer Wijsmuller inzake stimulering straatmuziek en
straattheater. Het college zal met blijdschap deze motie uitvoeren.” Herinnert het college zich
deze uitspraak nog? Zo ja, hoe kan het dat het college enerzijds met blijdschap een motie wilde
uitvoeren om straatmuziek te stimuleren, en vervolgens straatmuziek in de binnenstad verboden
wordt?

3. Het raadsbesluit van 14 maart jl. voor de invoering van artikel 2:52 (bedelarij) in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) was specifiek gericht op beperking van bedelarij, en niet op beperking van straatmuziek. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

4. In het verslag van de behandeling van dit voorstel in de Commissie Bestuur van 30 januari 2013 wordt de burgemeester als volgt geciteerd: “Straatmuzikanten staan los van het
overlastvraagstuk” Is dit juist?

5. In de raad van 14 maart 2013 stelde raadslid Marieke Bolle (PvdA): Tegelijkertijd moeten we wel
de aardige kanten van die muziek op straat mogelijk blijven maken.” Is dit juist? Zo ja, deelt het college de mening van dit raadslid?

6. Met het Uitvoeringsbesluit bedelarij en straatartiesten/straatmuzikanten van de burgemeester dat
volgde op voornoemd raadsbesluit voor beperking van bedelarij blijkt plotseling dat
straatartiesten, analoog aan bedelaars, niet meer gewenst zijn in de binnenstad en op andere
aangewezen plekken. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?

7. In de commissie en in de raad is nooit expliciet besloten dat alle straatmuzikanten onder hetzelfde uitvoeringsregime zouden moeten vallen als bedelaars. Waarom is de burgemeester dan toch
gekomen met een Uitvoeringsbesluit dat straatmuziek geheel analoog aan bedelarij uitsluit?

8. Is het mogelijk om met het Uitvoeringsbesluit in de praktijk een onderscheid te maken tussen
bedelende muzikanten en niet-bedelende muzikanten en daarmee recht te doen aan de discussie in
de commissie hierover? Zo ja, hoe?

10. Geldt het verbod in de aangewezen straten ook voor christenen die muziek maken? Zo nee,
waarom niet?

13. Is het college met mij van mening dat straatmuziek veel positieve kanten heeft en bij kan dragen aan een levendige en plezierige sfeer in de binnenstad? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onderkent het college dat het Uitvoeringsbesluit ongewenste effecten heeft?

14. Is de burgemeester bereid het Uitvoeringsbesluit aan te passen, in die zin dat straatmuziek in de
binnenstad niet onmogelijk wordt gemaakt? Zo nee, waarom niet?

Ad 2 t/m 8, 10, 13, 14
Het college stelt voorop dat straatmuziek, onder de juiste omstandigheden, kan bijdragen aan de
levendige en plezierige sfeer in de binnenstad. Het college is er dan ook beslist niet op uit om
straatmuziek onmogelijk te maken. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat, zoals blijkt uit de brief van de burgemeester aan de Commissie Bestuur van 20 november 2012 (RIS 254090) een bepaalde
categorie straatmuzikanten ernstige overlast veroorzaakt.
Daar komt nog bij dat er in veel gevallen, zoals in de Commissie Bestuur van 5 december 2012
uitvoerig is besproken, een zeer dunne scheidslijn bestaat tussen bedelarij en het ten gehore brengen
van muziek op straat. De ervaring leert immers dat bedelaars, na instelling van een bedelverbod, de
accordeon, fluit of gitaar alleen gebruiken als excuus om een ingesteld bedelverbod te omzeilen.
Oogmerk van het college is steeds geweest om met een samenhangende aanpak de overlast van
marketeers, bedelarij en straatmuzikanten te bestrijden en niet om elke vorm van straatmuziek te weren. Naast de omstandigheid dat dit op zichzelf de sfeer in de binnenstad bevordert ontstaat hierdoor bovendien juist meer ruimte voor oprechte, niet-overlastgevende straatmuzikanten, die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan een veelzijdig en aantrekkelijk stadsleven.
De lijn die het college heeft ingezet voldoet volledig aan voormelde doelstelling. Met gebruikmaking van het huidige instrumentarium uit de APV heeft het college een handhavingsbeleid ontwikkeld dat het mogelijk maakt om heel gericht en goed gedoseerd handhavend op te treden tegen bedelarij en overlastgevende staatmuzikanten.
Voorkomen moet worden dat bedelaars hun overlastgevende gedrag kunnen voortzetten door zich voor te doen als straatmuzikant. Met de politie is dan ook duidelijk afgesproken dat zij dergelijke “straatmuzikanten” aanpakken, maar dat niet-overlastgevende straatmuzikanten worden gewezen op de mogelijkheid om kosteloos een melding te doen in het kader van de bestaande APV-regeling voor evenementen.
Indien de straatmuziek niet zozeer gericht is op vermaak van het publiek, maar op het openbaren van
gedachten en gevoelens, dan zal er gewezen worden op de mogelijkheid om hiervoor op grond van de
Wet openbare manifestaties en de APV een kennisgeving te doen.
De afgelopen periode is nog uitsluitend waarschuwend opgetreden. Dit neemt niet weg dat het effect van de nieuwe aanpak al duidelijk merkbaar is. De bedelarij is nagenoeg uit het straatbeeld verdwenen en van overlast is geen sprake meer.
Als deze trend doorzet dan ontstaat er meer ruimte voor goedwillende straatmuzikanten die een
wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan een levendige en plezierige sfeer in de binnenstad.
Om hieraan verder invulling te geven zijn al contacten gelegd met de ondernemers (BIZ City Centre, BOF, ondernemers op het Plein) en het Conservatorium. Ook zij worden gewezen op de (reeds bestaande) mogelijkheid om onder de vlag van het evenementenregeling in de APV kosteloos een melding te doen voor het ten gehore (laten) brengen van straatmuziek, ter vermaak van het publiek.
Het college biedt hierbij de mogelijkheid aan straatmuzikanten, winkeliers en andere initiatiefnemers om een melding te doen voor een langere tijd, bijvoorbeeld het gehele zomerseizoen, om op gezette tijden op straat te musiceren. Onder dit regime kunnen straatmuzikanten bijvoorbeeld ook een
kleinschalig straatmuziekfestival organiseren. Op een melding kan vanuit de gemeente snel gereageerd
worden. Indien een melding is gedaan, geldt het verbod op straatmuziek van artikel 2:9, eerste lid, van de APV niet. Het college heeft op 26 maart 2013 (BSD/2013.271) in reactie op een raadsadres (brief van de Stichting Bewonersbelangen Binnenstad Den Haag) al eerder gewezen op deze mogelijkheid.
Met bovenstaande werkwijze zal het uitvoeringsbesluit geen ongewenste effecten hebben. Integendeel, dit beleid zorgt er juist voor dat er meer ruimte komt voor ‘goede’ straatmuzikanten om bij te dragen
aan de levendige en plezierige sfeer in de binnenstad, terwijl overlastgevende straatmuzikanten uit het straatbeeld worden geweerd. Deze benadering is volledig in lijn met de motie om straatmuziek te
stimuleren.

9. Waarom zijn draaiorgels expliciet uitgesloten van het muziekverbod?

Draaiorgels behoren al decennia tot het straatbeeld van Den Haag. Om de mogelijke (geluids)overlast voor Haagse bewoners en ondernemers zoveel mogelijk te beperken is er sinds eind jaren negentig een
vergunningstelsel met bijbehorend speelschema. In de voorwaarden staat onder andere dat er
maximaal één draaiorgel, ten hoogste 15 minuten, op één dezelfde locatie muziek ten gehore mag
brengen. Jaarlijks worden er zeven vergunningen afgegeven. Deze regeling werkt tot volle
tevredenheid van alle betrokkenen. De overlastproblematiek, zoals die zich voordoet ten aanzien van bedelaars en straatmuzikanten, is dan ook niet aan de orde bij draaiorgels.

11.Vanuit de stad reageren burgers furieus en met onbegrip op het besluit om straatmuziek in het
centrum volledig aan banden te leggen, en muzikanten als Chuck Deely uit het centrum te jagen. Begrijpt het college deze woede? Zo nee, waarom niet?

12. Is het juist dat Chuck ‘een vergunning voor het leven’ heeft verkregen die geldig is voor de
binnenstad? Zo ja, op grond van welke wettelijke regelgeving is deze vergunning afgegeven? En
waarom heeft Chuck daarmee de facto het monopolie op straatmuziek in de Haagse binnenstad, of
kunnen ook andere muzikanten aanspraak op zo’n vergunning maken?

Ad 11 en 12
Chuck is een bekend fenomeen in het Haagse straatbeeld. Hij is al jaren in het bezit van een
vergunning op basis van de toenmalige APV om onder voorschriften te mogen musiceren op de
openbare weg. Conform het bepaalde in het uitvoeringsbesluit dient dit recht te worden gerespecteerd.
Gelet op het nieuwe uitvoeringsbesluit, komen andere straatmuzikanten thans niet meer in aanmerking voor een vergunning voor de gebieden die bij het besluit zijn aangewezen.
Zoals gezegd zullen straatmuzikanten die geen overlast veroorzaken met een beroep op het
evenementenregime kunnen blijven musiceren op straat, indien het motief is gelegen in vermaak van het publiek. Musiceren zal dan ook niet uit het straatbeeld verdwijnen.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Reacties:

1. Op 2013-05-10 11:11:22 schreef Ruud Lecluyze:

Chuck Deely brengt kwaliteit en toont jarenlang doorzettingsvermogen. Elke keer als ik in de stad kom kijk ik of hij er is en regelmatig geef ik hem een bijdrage. Het blijkt dat er velen zoals ik zijn en dat zegt genoeg. Hij draagt bij aan de ziel van de binnenstad. Chuck neemt een individueel initiatief los van de te strakke regels in deze samenleving. Meer spontane en creatieve straatoptredens met kwaliteit verhogen de sfeer en is positief voor de gehele binnenstad.

2. Op 2013-05-18 08:43:46 schreef :

IK BEN BANG dat wanneer de straatmuzikanten mogen er ineens een heleboel komen. De bedelaars die nu weg zijn moeten toch in hun onderhoud voorzien. Dus dan krijgen wij muikanten

Jammer voor diegene zoals Chuck maar wel fijn voor de winkelaars.

3. Op 2013-05-18 08:44:12 schreef :

 

4. Op 2013-05-22 15:13:52 schreef :

Godzijdank een verbod. Ik gun het winkelende publiek muziek en muzikanten hun brood, maar tot nu was het zo dat veel ‘muzikanten’ constant hetzelfde valse riedeltje van 4 noten speelden. Tergend is een understatement, als je in de binnenstad woont en werkt en je er niets tegen kan doen.
Liever heb ik ook dat (net als in veel andere steden) alle echte muzikanten na auditie vergunning krijgen om op straat te morgen spelen.