HSP: Aanpak om vrouwelijke genitale verminking te voorkomen stagneert

Op 9 november 2019 verscheen in de Groene Amsterdammer het artikel “Besnijdenis van Nederlandse Meisjes in het buitenland “Vakantie in Kenia”. Het artikel beschrijft een zorgelijke ontwikkeling. Jonge meisjes worden door hun ouders meegenomen naar het buitenland om hen daar genitaal te laten verminken. Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) is een groot probleem met verschrikkelijke levenslange gevolgen voor vrouwen en meisjes. Helaas hebben ook in Den Haag meisjes en vrouwen uit bepaalde risicogroepen te maken met VGV.

Samen met sleutelfiguren en hulp-en dienstverleners voert de gemeente Den Haag al jaren actief beleid om VGV tegen te gaan. Echter uit het artikel in de Groene blijkt dat ondanks dit beleid het helaas nog voorkomt dat jonge meiden ‘meegenomen worden voor vakantie’ en besneden worden in het buitenland. De Haagse Stadspartij wil weten of het huidige beleid nog wel afdoende is en of de gemeente kritisch kijkt naar wat anders en beter kan.

Fatima Faid: “Ik heb de indruk dat er te weinig proactief gehandeld wordt in Den Haag. Het beleid kabbelt al jaren voort en het lijkt erop dat er geen innovatieve maatregelen zijn ontwikkeld om goede hulp en voorlichting te geven en strenger op te treden tegen VGV.

Wat de Haagse Stadspartij betreft moet de gemeente onderzoeken of het wettelijk mogelijk is om beleid te maken op het stoppen van uitreizigers voor VGV. Actieve vervolging zou daar een van de pijlers bij moeten zijn. Hulp-en dienstverleners horen opnieuw voorgelicht te worden over deze ontwikkelingen en een rol te krijgen in het signaleren van risico’s op VGV. Volgens de Haagse Stadspartij moet dit onderwerp veel hoger op de politieke agenda worden gezet. Dit is een onderwerp wat zeker niet mag verwateren, daar zijn de gezondheidsgevolgen voor de slachtoffers te groot voor.

Fatima Faid heeft 24 schriftelijke vragen gesteld omdat zegt zij: “het tijd is dat het beleid eindelijk gaat doen wat het hoort te doen, namelijk meisjes beschermen tegen deze barbaarse vormen van mishandeling”.


Schriftelijke vragen: Stagnatie voorkoming vrouwelijke genitale verminking van Nederlandse meisjes in het buitenland
Indiener: Fatima Faid, Haagse Stadspartij

Datum: 28-01-2020

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Het onderzoeksartikel ‘Besnijdenis van Nederlandse meisjes in het buitenland ‘Vakantie’ in Kenia’ (groene.nl) op 9 november 2019 beschrijft een zorgelijke ontwikkeling van jonge meisjes die door hun ouders meegenomen worden naar het buitenland om hen daar genitaal te laten verminken. Vrouwelijke genitale verminking (VGV) is in Nederland strafbaar.

In Den Haag hebben we al jaren een beleid gericht op preventie, hulpverlening  en voorlichting van de risicogroepen. Het is een probleem dat al jaren speelt en wat ons betreft een onderwerp dat altijd relevant is en systematische aandacht nodig heeft. Dit onderwerp mag niet verwateren.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Fatima Faïd de volgende vragen:

1. Is het college bekend met dit onderzoeksartikel bericht?

Ja, het college is bekend met dit onderzoeksartikel.

In 2017 stelde de Haagse Stadspartij vragen (RIS: 297629) en in 2019 D66 (RIS-302581). Er is beleid om preventie, (medische) (na)zorg, begeleiding en bijeenkomsten aan te bieden en VGV is opgenomen in de Regiovisie aanpak huiselijk geweld 2019 – 2022. De gemeente stelt dat er geen cijfers bekend zijn over vrouwenbesnijdenis, lokaal en landelijk. Dit zou komen omdat VGV in Nederland verboden is. Cijfers over het totaal aantal vrouwen en meisjes in Den Haag dat besneden is, zijn daardoor niet beschikbaar. Via JGZ en ziekenhuizen is er een beeld van de wijze waarop in Den Haag wordt ingezet op preventie. Er wordt ook gewerkt met sleutelfiguren uit verschillende gemeenschappen ter preventie. Weinig is bekend over signalering. Over uitreizen voor VGV zien wij geen beleid.

2.  Klopt dit bovenstaand bericht nog dat er geen cijfers bekend zijn? Zo nee, wat zijn de cijfers in Den Haag? Zo ja, wordt het, gezien de ernst van de verminking, geen tijd om actief in te zetten op kennis over precieze aantallen?

Zoals eerder aangegeven (RIS302581), is het meten van de aantallen en nieuwe gevallen van vrouwelijke genitale verminking (VGV) geen eenvoudige zaak, onder andere vanwege de strafbaarheid  van VGV. De meest recente cijfers komen uit het in juni 2019 verschenen onderzoek ‘Vrouwelijke Genitale Verminking – Omvang en risico in Nederland’1. De vorige cijfers dateerden uit 2013.
1 https://www.pharos.nl/kennisbank/vrouwelijke-genitale-verminking-omvang-en-risico-in-nederland/
Het in juni 2019 verschenen onderzoek is vanaf eind 2017 t/m 2019 uitgevoerd door Pharos in samenwerking met het Erasmus MC in opdracht van en met financiering van het ministerie van VWS. Uit het onderzoek en bijhorende brief van de minister van VWS aan de Tweede kamer blijkt in Nederland dat op peildatum 1 januari 2018 bijna 41.000 vrouwen besneden zijn en naar schatting in 4.190 meisjes het risico lopen om in de komende 20 jaar besneden te worden’.2

3. In de regioaanpak van 2019 – 2022 staat dat er meer geïnvesteerd wordt in preventie. Dit is echter een globale omschrijving in het kader van huiselijk geweld. Graag concrete voorbeelden.

De preventieve aanpak met betrekking tot huiselijk geweld omvat het volgende:
 Bewustwording, normsetting en taboedoorbreking; Concreet zorgen we ervoor dat huiselijk geweld onderwerp van gesprek is in het onderwijs, bij welzijnsorganisaties, de huisarts, de jeugdgezondheidszorg, zodat de samenleving weet en erkent dat huiselijk geweld niet normaal is. Praten over huiselijk geweld echter is vaak niet gemakkelijk. Het gaat immers om geweld in afhankelijkheidsrelaties. Diegene die het zwijgen doorbreekt, riskeert de afhankelijkheidsrelatie te breken. Soms is men er zich zelf(s) niet van bewust dat er sprake is van huiselijk geweld. Huiselijk geweld kent vele definities en vele verschijningsvormen. Het is een koepelbegrip voor vele vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. In de Regiovisie Aanpak huiselijk geweld Haaglanden 2019-2022 gaat het om alle vormen van lichamelijk en psychisch geweld in afhankelijkheidsrelaties, dus ook kindermishandeling, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, etc.
De GGD Haaglanden, JGZ en lokale wijkteams zorgen voor (folders en websites met) juiste informatie, verwijzingen en routekaarten voor steun en hulp voor verschillende doelgroepen, zoals in de aanpak VGV.3 Professionals, vrijwilligers en sleutelfiguren worden getraind om risicofactoren van huiselijk geweld bij specifieke omstandigheden te (h)erkennen, weten hoe deskundig te handelen in verschillende situaties, wie waarvoor verantwoordelijk is en naar wie je kan verwijzen en of zelf terecht kan voor steun en begeleiding. Ze werken samen, leren van elkaar en verwijzen naar elkaar. Zodat als kinderen, jongeren en volwassenen zich -mede via hun inzet- bewust zijn (geworden) van wat (wel en niet) acceptabel is en open staan voor steun of zorg, passend en adequaat geholpen kunnen worden en indien nodig er een melding van huiselijk geweld bij Veilig Thuis gemaakt wordt. Het gesprek over deze thematiek is vaak moeilijk, pijnlijk of confronterend. Via de inzet van laagdrempelige (huiskamer)gesprekken en zogenaamd confrontatietheater maken we moeilijke huiselijk geweldthema’s bespreekbaar:
o Via laagdrempelige huiskamer- of wijkgesprekken, veelal met zelforganisaties, worden moeilijke huiselijk geweldthema’s vanuit onderwerpen als recht op zelfbeschikking, diversiteit, emancipatie en participatie benaderd. Vrijwilligers of sleutelfiguren uit risicogroepen vervullen daarbij een belangrijke rol. Ze zijn gespreksleider/partner, rolmodel en kennis- en informatieoverdrager van wat wel of niet normaal en wel of niet mag in Nederland en waar je naartoe kan voor hulp en ondersteuning.
2 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/06/24/kamerbrief-over-prevalentieonderzoek-vrouwelijke-genitale-verminking-in-nederland
3 https://www.ggdhaaglanden.nl/bezorgd/huiselijk-geweld/meisjesbesnijdenis-vgv.htm.
o Confrontatietheater wordt vaak in het onderwijs toegepast, maar ook voor vrijwilligers en professionals in welzijn en zorg. Op het toneel passeren fragmenten van huiselijk geweld de revue, waarna via een nagesprek met de toeschouwers op bewustwording, normsetting en taboedoorbreking gestuurd wordt. Door daarnaast ook lespakketten c.q. workshops te koppelen aan de theatervoorstellingen en de reguliere zorgstructuur in te schakelen, verbeteren we ook handelingsbekwaamheid, (vroeg)signalering en meldingsbereidheid.
 Informatie- en kennisoverdracht, weten hoe te handelen en bij wie je terecht kan:
o Eenduidige en vertrouwenwekkende informatie- en kennisoverdracht om specifieke vormen van huiselijk geweld en specifieke risicosituaties te kunnen (h)erkennen en bespreekbaar te maken en
o Passende en vertrouwenwekkende manieren om potentiële slachtoffers te bereiken en op de juiste manieren door te verwijzen opdat betrokkenen open staan voor steun en zorg.

4. Hoe wordt er concreet geïnvesteerd in preventie als het gaat om VGV?

In Den Haag passen we ook het landelijk VGV-preventiebeleid in de Jeugdgezondheidszorg (hierna: JGZ) toe: ‘JGZ-organisaties voeren een risicotaxatie uit bij ouders met dochters uit landen waar VGV gebruikelijk is. Zij informeren deze ouders actief over de gezondheidsgevolgen van VGV, de wetgeving en de mogelijkheid tot vervolging indien VGV zou worden vastgesteld’4.
Gezinscoaches van het Centrum voor Jeugd en Gezin en JGZ-medewerkers krijgen voorlichting en worden getraind vermoedens en signalen rondom VGV eerst te bespreken met de aandachts-functionaris VGV binnen de JGZ. Ze kunnen ook bij Veilig Thuis Haaglanden advies vragen of melden. Veilig Thuis volgt daarop het handelingsprotocol VGV5.
GGD Haaglanden heeft een websitepagina over meisjesbesnijdenis, met doorverwijzingen naar Pharos voor praktische info over VGV6, naar het HagaZiekenhuis voor het nazorgspreekuur voor besneden vrouwen en naar Veilig Thuis en politie bij acuut gevaar.
Zie hiervoor ook de antwoorden vragen 3, 8, 9 en 11.
Met de toename in culturele diversiteit in Den Haag zijn ook tradities en gebruiken meegekomen waarmee wij in Nederland niet bekend zijn. Als die dan zelfbeschikking c.q. lichamelijke integriteit belemmeren, worden dit schadelijke (traditionele) praktijken genoemd, waar we tegen optreden.
De aanpak hiervan lijkt eenvoudig, via handhaving van wetten. Echter, vaak bevestigen deze praktijken in alle gemeenschappen juist de traditionele culturele groepsidentiteit. Voor het individu betekent ingaan tegen dit soort schadelijke traditionele praktijken daarmee je afzetten tegen de groep waarvan je deel uitmaakt en je je identiteit (deels) aan ontleent.
Volgens planning zouden we in 2020 –samen met de ministeries van VWS, J&V en de VNG- onderzoeken hoe alle kennis en informatie – landelijk, regionaal en lokaal- rondom schadelijke praktijken als VGV beter op elkaar wordt afgestemd en aangesloten. Dit als onderdeel van de uitvoeringsagenda van de actieagenda Schadelijke praktijken van de ministeries van VWS en J&V, die op 18 februari jl. naar de Tweede kamer is gestuurd.7 De centrumgemeenten VO, waaronder gemeente Den Haag, worden hierbij betrokken. In hoeverre en wanneer deze plannen doorgang vinden, is -omwille van de Coronacrisis, waarbij alle aandacht uitgaat naar de primaire taken en processen – op dit
moment niet bekend. Dat geldt ook voor de afspraken uit het coalitieakkoord rondom VGV8 en de reguliere preventieve inzet dit jaar voor wat betreft bijeenkomsten en trainingen.
4 Onderzoek ‘Vrouwelijke Genitale Verminking- Omvang en risico in Nederland’ (Pharos, juni 2019), p.6.
5 https://www.pharos.nl/kennisbank/handelingsprotocol-vrouwelijke-genitale-verminking-bij-minderjarigen-uitleg-en-handvatten-bij-aanpak-VGV-voor-veilig-thuis-raad-voor-de-kinderbescherming-en-politie/
6 https://www.ggdhaaglanden.nl/bezorgd/huiselijk-geweld/meisjesbesnijdenis-VGV.htm
7 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/02/18/kamerbrief-over-actieagenda-schadelijke-praktijken

5. Op welke wijze hebben de migrantenkerken een rol in de preventie van VGV?

De gemeente werkt in de brede preventieve aanpak van schadelijke praktijken -VGV, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en achterlating – nauw samen met tal van zelforganisaties en het netwerk van de WMO en levensbeschouwelijke organisaties. Via hen worden niet alleen de risicogroepen bereikt en hun sleutelpersonen, maar ook religieuze organisaties en hun leiders, zoals migrantenkerken.

6. Hoeveel voorlichtingen zijn er in 2019 in Den Haag gegeven? Graag ook concreet aangeven waar precies de voorlichtingen zijn gegeven. Denk bijv. aan scholen, ziekenhuizen, etc.

Afgelopen jaar zijn de volgende voorlichtingen gegeven:
 De sleutelpersonen organiseerden in 2019 VGV 48 huiskamerbijeenkomsten;
 Twee sleutelpersonen waren met een kraam en folders aanwezig op het Schilderwijkfestival;
 Er is voorlichting over VGV gegeven aan Nidos, de voogdijvereniging voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen;
 In het Haga Ziekenhuis kregen co-assistenten voorlichting en liepen mee in het nazorgspreekuur;
 JGZ-artsen en -verpleegkundigen zijn geïnformeerd over de e-learning VGV via Pharos; en
 In januari 2020 ten slotte heeft de aandacht-functionaris VGV (en tevens jeugdarts binnen het CJG) samen met de verpleegkundige van de nazorgpoli VGV in het Haga Ziekenhuis voorlichting gegeven aan gezinscoaches van JMO-teams.

7. Kunt u aangeven welke risicogroepen wel en welke geen voorlichtingen krijgen?

Alle risicogroepen – dat wil zeggen groepen waar in landen van herkomst VGV wordt gepraktiseerd die in Haaglanden verblijven – krijgen voorlichting.

8. Is signalering van mogelijk risico op VGV daar ook een onderdeel van? Zo ja, hoe ziet dat er concreet uit. Zo nee, waarom niet?

We signaleren op mogelijk risico op VGV binnen deze risicogroepen. De moeilijkheid is echter niet zozeer het signaleren van het risico, maar de vervolgstap: het bespreekbaar maken én daadwerkelijk voorkomen van VGV. VGV is bij risicogroepen namelijk vaak een noodzakelijke en feestelijke gebeurtenis die past bij de eigen cultuur: ‘VGV wordt voornamelijk uitgevoerd bij meisjes tussen de kindertijd en de leeftijd van 15 jaar, vanuit een combinatie van culturele en sociale redenen, zoals sociale druk en gewoontes bij bijvoorbeeld overgangsrites en vanuit de overtuiging dat VGV ondersteund wordt door geloof, of idealen over reinheid en schoonheid’9. ‘Doorgaans gebeurt VGV ter bescherming van de sociale status van het gezin en om de kans op het vinden van een huwelijkspartner te vergroten. Zo proberen ouders de toekomst van hun dochters veilig te stellen. Huwbaarheid is dan ook een belangrijke factor’.10
8 Zie Coalitieakkoord Samen voor de stad 2019-2022, p. 14
9 https://www.europarl.europa.eu/news/nl/headlines/society/20200206STO72031/vrouwelijke-genitale-verminking-waar-waarom-wat-zijn-de-gevolgen.
10 https://www.pharos.nl/infosheets/algemene-informatie-over-meisjesbesnijdenis/.

Sleutelpersonen krijgen training en deskundigheidsbevordering om deze moeilijke problematiek bespreekbaar te maken en de juiste mensen te sensibiliseren om af te zien van VGV. Dit doen ze door te wijzen op het verbod en de strafbaarheid van VGV in Nederland, de lichamelijke schade en ongemakken die VGV veroorzaakt en door belangrijke gemeenschapsbeslissers zoals grootmoeders te sensibiliseren en overtuigen af te zien van VGV voor hun kleindochters.

9. Hoeveel sleutelfiguren zijn er nu actief in Den Haag op het vlak van preventie? Wat zijn de resultaten?

Bij de GGD zijn 20 actieve sleutelpersonen uit Somalië, Ethiopië, Soedan, Eritrea, Egypte en Togo met aanzien en respect binnen hun gemeenschappen. Zij bereiken vrouwen uit risicogroepen via laagdrempelige (huiskamer)bijeenkomsten voor voorlichting en mogelijke doorverwijzing.

10. Gaat er geïnvesteerd worden in opsporing met behulp van sleutelfiguren van risicogezinnen?

De inzet via sleutelfiguren is gericht op preventie en nazorg, niet op repressie. Sleutelfiguren een rol geven in opsporing zou de noodzakelijke vertrouwensrelatie voor hun aanpak verbreken (zie antwoord vraag 8). Via de sleutelfiguren wordt wel ingezet op (vroeg)signalering en doorverwijzing naar reguliere steun, zorg en interventiemogelijkheden via het kader van de meldcode huiselijk geweld (waarbij ook Veilig Thuis kan handelen).

11. Is er, specifiek voor VGV-uitreizigers, beleid in Den Haag. Zo ja, waar bestaat dat uit? Zo nee, waarom zijn die er niet?

Het CJG kan – na risico-inschatting – ouders een verklaring meegeven over VGV, waarmee zij familieleden informeren dat het besnijden van meisjes in Nederland strafbaar is en consequenties heeft. Het ministerie van VWS heeft deze zogenaamde ‘Verklaring tegen meisjesbesnijdenis’ in meerdere talen ontwikkeld. Via de website van GGD Haaglanden is deze te downloaden11. Rondom vakanties vragen de JGZ-contactpersonen, in samenwerking met GGD Haaglanden, bij scholen aandacht om alert te zijn bij vertrek/terugkomst naar/vanuit risicolanden. 11 https://www.ggdhaaglanden.nl/bezorgd/huiselijk-geweld/meisjesbesnijdenis-VGV.htm

12. Heeft de douane of Koninklijke Marechaussee een rol in het opsporen van mogelijke reizen om vrouwen te besnijden of bij terugkeer? Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet? Welke rol ziet de gemeente voor zichzelf hierin?

De douane of Koninklijke Marechaussee hebben, voor zover wij kunnen nagaan, geen actieve rol bij het opsporen van mogelijke reizen rondom VGV. De gemeente Den Haag ziet voor zichzelf vooral een rol in de preventieve inzet en nazorg van VGV en de afspraken, zoals gemaakt in het coalitieakkoord: om de voorlichting over VGV aan risicogroepen te versterken en via handelingsprotocollen en convenanten zorginstellingen en -verleners nog meer te committeren aan een meldingsplicht voor VGV.

13. Welke resultaten zijn er geboekt naar aanleiding van de voorlichtingsbrieven van de huisarts die meegegeven worden aan gezinnen die reizen naar VGV-risicolanden. Hoe vaak is dit gedaan? Naar welke landen? Welk effect heeft dit gehad? Wordt er nog ergens een controle uitgevoerd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

De huisarts geeft geen voorlichtingsbrieven mee. De JGZ kan een ‘Verklaring tegen meisjesbesnijdenis’ meegeven aan ouders die met hun dochters op vakantie naar land van herkomst gaan (zie antwoord vraag 11). De onderzoekers van het prevalentierapport ‘Vrouwelijke Genitale Verminking – Omvang en risico in Nederland’ gaan uit van een migratie (preventie)-impactfactor van 50% op VGV-praktijken in Nederland vanwege de invoering van het landelijk preventiebeleid in de JGZ na 1 januari 2006.12 Er zijn ons geen andere cijfers bekend dan deze.

14. Klopt het dat er een protocol is voor verloskundigen hoe zij VGV bespreekbaar kunnen maken? Hoe vaak wordt dit gedaan?

Dat klopt. Verloskundigen maken gebruik van het zogenaamde ‘KNOV-standpunt VGV’ met bijhorende ‘praktijkkaart’. Een standpunt heeft ‘als doel verloskundigen te adviseren in het bepalen van hun verloskundig beleid rondom een actueel onderwerp’.13 In de praktijkkaart krijgen verloskundigen concrete adviezen hoe om te gaan met (vrouwen met) VGV. Beiden zijn te vinden op de KNOV-website.14 Hoe vaak deze worden gebruikt is ons niet bekend.

15. Hoe komt het dat er geen signalen zijn vanuit hulpverlening?

Als met deze vraag bedoeld wordt dat er vanuit hulpverlening geen concrete aantallen zijn over het daadwerkelijk voorkomen van VGV, geldt dat dit komt omdat vrouwenbesnijdenis in Nederland verboden is en signalering in de zin van constatering, naast kennis over prevalentie en praktijk in bepaalde risicogroepen, ook een lichamelijk onderzoek vraagt. Dat maakt signalering moeilijk. Desalniettemin wordt onder andere via de sleutelfiguren wel ingezet op (vroeg)signalering en doorverwijzing naar andere reguliere steun en zorg. We verwachten dat de inzet zoals afgesproken in het coalitietakkoord en de landelijke Actieagenda Schadelijke praktijken voor meer signalen en meldingen zal zorgen (zie antwoord vraag 12).

16. Klopt het dat het centrum van Jeugd en Gezin ook een protocol heeft t.a.v. VGV? Kunt u uitleggen wat dit precies inhoud? Hoe vaak is dit het afgelopen jaar ingezet? Is het een eenmalige consultatie of een doorlopend aandachtspunt? Zo ja, kunt u uitleggen hoe vaak en wanneer een ouder met kind hiermee te maken krijgt? Zo nee, waarom niet.

Den Haag volgt het landelijke JGZ-preventieprotocol VGV15 (zie antwoord vraag 4). Het elektronisch kinddossier (KDplus) is hier ook op ingericht: items als risicoland, besnijdenis van de moeder, sociale druk, besnijdeniswens ouders en vakanties naar land van herkomst komen op de betreffende leeftijden naar boven bij de registratie van consulten. Het onderwerp VGV wordt bij mensen uit risicolanden al bij het eerste contact met de JGZ (zuigelingenhuisbezoek bij 2 weken) bevraagd. De JGZ-professionals zijn geschoold in motiverende gesprekstechnieken die voor dit onderwerp geschikt zijn.In dergelijke gesprekken is het opbouwen van een vertrouwensrelatie namelijk van groot belang en is het nuttig om niet-veroordelende te zijn.16Als de JGZ-professionals risico op VGV signaleren, volgen ze de meldcode huiselijk geweld. Ze verwijzen ook moeders door naar de nazorgpoli in het HagaZiekenhuis bij besnijdenisklachten.
12 Onderzoek ‘Vrouwelijke Genitale Verminking- Omvang en risico in Nederland’ (Pharos, juni 2019), p.6.
13 Voorwoord Standpunt VGV
14 https://www.knov.nl/scholing-en-registratie/tekstpagina/570-2/vrouwelijke-genitale-verminking-VGV/hoofdstuk/873/vrouwelijke-genitale-verminking-VGV/
15 : https://www.pharos.nl/kennisbank/standpunt-preventie-van-vrouwelijke-genitale-verminking-VGV-door-de-jeugdgezondheidszorg-2/
16 https://www.pharos.nl/infosheets/algemene-informatie-over-meisjesbesnijdenis/

17. Het lijkt ons evident dat de slachtoffers fysiek en mentaal last hebben van de VGV. Welke onderwerpen zijn er nog meer geëvalueerd? Welke nieuwe inzichten en actiepunten zijn naar voren gekomen? En welke acties zijn er ingezet.

Het preventieprogramma van de GGD Haaglanden is middels gesprekken geëvalueerd. Eén van de dingen die vanuit de doelgroep naar voren kwam, was dat zij veel last hebben van de besnijdenis, zowel fysiek als mentaal.

De aanpak van VGV wordt net als de bredere aanpak van huiselijk geweld op verschillende manieren gemonitord, geëvalueerd en bijgesteld. Nieuwe inzichten en actiepunten voor 2020 ten aanzien van de Haagse aanpak VGV komen nu -naast de reguliere monitoring van eigen inzet via gesprekken met onze uitvoeringsorganisaties en sleutelpersonen – vooral uit het coalitieakkoord ‘Samen voor de stad 2019-2022’ en de actieagenda ‘Schadelijke praktijken’ van de ministeries van VWS en J&V, die op 18 februari jl. naar de Tweede kamer is gestuurd (zie antwoorden vraag 4 en vraag 12). In die actieagenda wordt ingezet op twee lijnen, ‘Eerder en beter in beeld’ en ‘Stoppen en duurzaam oplossen’, waarbij een aantal maatregelen aansluiten op inzet die wij in Den Haag al plegen, zoals bijvoorbeeld het samenwerken met sleutelfiguren of het binnen de JGZ werken met een automatische pop-up in het elektronisch kinddossier als er sprake is van een ouder uit een risicoland en andere maatregelen ook voor ons zeer helpend zijn. Zoals bijvoorbeeld nader landelijk onderzoek naar de oorzaken van het gat tussen de registraties van (vermoedens van) VGV bij Veilig Thuis en de geschatte omvang van VGV in Nederland (zie ook vraag 2). Immers, alleen als we de oorzaken voor dat gat weten, kunnen we er gericht op inzetten.
In de voorjaarsnota van het Rijk is voor de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 mln beschikbaar gesteld voor het Actieprogramma Schadelijke Praktijken.17 Als een deel van die middelen ook voor ons als gemeenten beschikbaar komt, naar verwachting is daar in het najaar meer helderheid over, kunnen we daarmee bepalen op welke manier we verder invulling kunnen geven aan de ambities in ons coalitieakkoord en de verbeterlijnen voor VGV uit de landelijke actieagenda.

18. Met wie is er gesproken tijdens de evaluatie? Waren dit vrouwen die slachtoffer zijn van VGV? Wat is hun leeftijd en etniciteit?

Voor het onderzoek ‘Vrouwelijke Genitale Verminking – Omvang en risico in Nederland’ waar in het artikel van de Groene Amsterdammer naar verwezen wordt, zijn geen vrouwen gesproken. Er is wel gebruikt gemaakt van CBS-cijfers. De onderzoekspopulatie bestond uit CBS-cijfers over vrouwelijke migranten van de eerste en tweede generatie die op 1 januari 2018 in Nederland verbleven en die afkomstig waren uit de 29 VGV-prevalentielanden. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van gegevens van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers over vrouwelijke asielzoekers in de opvangcentra.

19. Is er in de evaluatie ook opgenomen hoe de slachtoffers zijn geworven?

Zie antwoord vraag 18.

20. Zijn de landen waar de VGV heeft plaastgevonden ter sprake gekomen tijdens de evaluatie? Zo ja, wat waren de uitkomsten? Zo nee, waarom niet? Zijn routes zoals beschreven in degroene.nl meegenomen in de evaluatie? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord vraag 18.

21. In het artikel van degroene.nl wordt gesproken over een concrete route naar het buitenland om VGV te doen bij jonge Nederlandse meisjes. Dit wetende, klopt het dat er tot nu toe vanuit hulp en dienstverlening geen meldingen gedaan zijn van recente VGV bij jonge meisjes? Kunt u, gezien het preventieprogramma, uitleggen hoe dit mogelijk is?

Zie antwoord vraag 15.

22. Is het bekend worden van deze route een reden om het huidige beleid t.a.v. VGV nog eens goed tegen het licht te houden, omdat we niet goed weten wat er aan de hand is in de verschillende risicogroepen?

Het bekend worden van de route is reden om als gemeente stevig te blijven inzetten op het bereiken van de risicogroepen VGV die mogelijk gebruik zouden kunnen maken van deze route.

23. Zijn er, naast deze route naar Kenia, nog andere routes bekend van andere risicogroepen?

Er zijn bij ons geen andere routes bekend.

24. Bent u het met mij eens dat geen enkel meisje in onze stad deze ernstige vorm van misogynie mag ondergaan?

Het college beschouwt de besnijdenis van meisjes als een ernstige en onherstelbare vorm van mishandeling en een schending van de lichamelijke integriteit. Eén van de kerntaken van de rechtsstaat is het handhaven van de lichamelijke integriteit van haar burgers; een grondrecht dat is vastgelegd in de grondwet (i.e. artikel 11). De besnijdenis van meisjes kan ook leiden tot levenslange ernstige gezondheidsproblemen. Het college zet daarom stevig in op het voorkomen van VGV, omdat het om een verboden én niet te accepteren verschijnsel in onze samenleving gaat en ieder individueel geval er één te veel is.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris a.i.,          de wnd. burgemeester,
Ilma Merx                      Johan Remkes