9 Okt 2008. Het onderzoeksrapport van de Commissie De Vries behoeft uitgebreide discussie. De gezamenlijke oppositie roept echter in de raad van 9 oktober wethouder Dekker ter verantwoording over het achterhouden van informatie, zoals door de commissie is vastgesteld. In de verhouding tussen wethouder en volksvertegenwoordiging is dit ontoelaatbaar.
Het in opdracht van het college opgestelde rapport van de Commissie De Vries doet uitgebreid verslag van de gemeentelijke besluitvorming over het ADO-stadion. Harde noten worden onder meer gekraakt over het gebrek aan toezicht op, en het amateurisme in de bedrijfsvoering van de betaald voetbalorganisatie. Zowel de gemeente, de SSO als de Raad van Commissarissen moeten het ontgelden.
Vanaf mei 2007 bleek het college op de hoogte van de steeds nijpender wordende financiële situatie bij ADO. Maar tot januari 2008 bleef de gemeente achter de feiten aan lopen. Eén van de oorzaken hiervan, zo blijkt uit het rapport, is het feit dat de gemeenteraad pas 5 maanden later door de wethouder is geïnformeerd over de ernst van de financiële problemen. Het feit dat een door de gemeente aan ADO verstrekte lening in verband met de ernstige financiële problemen anders is besteed dan aan de raad was voorgehouden, heeft de wethouder pas 7 maanden later prijsgegeven.
Het rapport van de Commissie De Vries zal ongetwijfeld nog tot veel debat leiden. Los daarvan moet de gemeenteraad erop kunnen vertrouwen dat ze door het college adequaat en tijdig geïnformeerd wordt. Nu uit het rapport blijkt dat dit niet is gebeurd, zal dit consequenties moeten hebben om de geloofwaardigheid te herstellen. In eerste reactie op het rapport stelt het college dat ‘uit het rapport lering kan worden getrokken met betrekking tot de informatievoorziening aan de raad’ zonder aan te geven wat dat is. De voltallige oppositie stelt in de gemeenteraad van 9 oktober a.s. het niet tijdig en adequaat informeren van de gemeenteraad en de reactie van het college aan de orde. Wanneer de wethouder de bevindingen van de Commissie De Vries niet kan weerleggen, dan rest maar één conclusie. De wethouder doet er dan verstandig aan om de eer aan zichzelf te houden.