De komende tien jaar staan vijfentwintig Haagse scholen op de nominatie voor vervangende nieuwbouw, wat meestal sloop betekent. Uit onderzoeken blijkt dat renovatie vaak goedkoper en duurzamer is. Ook gaat het vaak om monumentale gebouwen die geliefd zijn in de buurt. De Haagse Stadspartij vindt daarom dat renovatie en niet nieuwbouw het uitgangspunt zou moeten zijn bij de aanpak van verouderde schoolgebouwen. Ook de participatie met ouders en de buurt moet door de gemeente beter worden geregeld. Bij vorige huisvestingsplannen zijn maar liefst veertien plannen (o.a door gebrek aan goede participatie) uitgesteld en liepen de kosten op. De regie van de participatie lag steeds in handen van de scholen zelf, die missen echter de ervaring en de kennis. Na jaren trekken en sleuren aan deze onderwerpen is het eindelijk gelukt. De twee moties die raadslid Joris Wijsmuller hierover indiende zijn op 6 februari 2020 aangenomen.
Hieronder het betoog van Joris Wijsmuller :
Met het Integraal onderwijshuisvestingsplan (IHP) komt er meer regie bij de gemeenteraad. Het IHP biedt inzicht in wat de groei van de stad en de demografische ontwikkeling per stadsdeel doet met de ruimtevraag voor onderwijs, en waar precies renovatie en/of nieuwbouw van schoolgebouwen gepland zijn. Hierbij moet kansengelijkheid en dus goede spreiding van scholen over de stad het uitgangspunt zijn. Daarom heb ik de motie van D66 om vaart te maken met het vestigen van een Havo/VWO in Zuidwest van harte meeondertekend.
Momenteel telt Den Haag in totaal 237 permanente schoolgebouwen, en met dit getal in het achterhoofd schrik ik wel van het IHP. Want de komende 10 jaar staan maar liefst 25 scholen op de nominatie voor vervangende nieuwbouw, dus meer dan 10 % van de schoolgebouwen in Den Haag wordt mogelijk gesloopt! Dit komt omdat er een hardnekkig misverstand heerst dat nieuwbouw goedkoper, efficiënter en beter is dan renovatie, maar dat nu is regelrechte onzin en er zijn inmiddels genoeg onderzoeken die aantonen dat renovatie meestal goedkoper en absoluut duurzamer is. Bovendien weten we dat ouders en omwonenden juist gehecht zijn aan bestaande karakteristieke schoolgebouwen, zie bijvoorbeeld de discussie over de Populier. De Haagse Stadspartij heeft er daarom eerder voor gezorgd dat de Verordening Onderwijshuisvesting is aangepast zodat naast nieuwbouw voortaan ook renovatie wordt bekostigd. Maar het IHP gaat nog steeds uit van het principe “Nieuwbouw tenzij”, dus dat moet nu ook worden aangepast. Daarom dien ik de motie “Renovatie tenzij” in, ook namens Robert Barker van de Partij voor de Dieren, met als verzoek aan het college om ‘bij de afweging over de toekomst van schoolgebouwen het principe “renovatie, tenzij er zwaarwegende gronden zijn om tot nieuwbouw over te gaan” te hanteren.
En het spreekt voor zich dat ik de motie van Hart voor Den Haag voor behoud van de Annie MG Schmidt-school, waar Gerwin van Vulpen zich al eerder voor heeft ingezet, heb meeondertekend.
Naast de betrokken ouders van de Annie MG Schmidt heeft ook mevrouw Gomis namens omwonenden van de Galvanischool vandaag ingesproken. Zij sprak ons terecht aan op de niet goed verlopen participatie bij de verbouwplannen van de Galvanischool met veel problemen, vertraging, oplopende kosten en rechterlijk ingrijpen als gevolg. En nu heeft de bouwer zich ook al teruggetrokken en moet het plan opnieuw worden aanbesteed waarbij het de vraag is of er in deze markt nog wel een bouwer is te vinden die deze klus wil doen. Is de wethouder bereid om in deze vastgelopen situatie met omwonenden in gesprek te gaan, en te onderzoeken hoe de plannen nu wel met participatie kunnen worden vlotgetrokken?
Dit voorbeeld, maar ook de discussies over de Annie MG Schmidt en de Populier, onderstrepen de noodzaak van goede participatie. Daarbij moet het niet alleen gaan om informeren, maar gaat het ook om reële invloed voor belanghebbenden zodat er betere plannen met meer draagvlag kunnen worden gemaakt. In het IHP ligt die verantwoordelijkheid voor participatie nu bij schoolbesturen, die met het ontwikkelen van bouwplannen met participatie weinig ervaring hebben, want dat is ook niet hun core-business. De gemeente heeft die ervaring wel, en is door het bekostigen van de plannen (en ook door het bekostigen van de participatie) direct belanghebbend. We zien bv nu dat bij de vorige huisvestingsplannen maar liefst 14 plannen o.a. door gebrek aan goede participatie zijn uitgesteld waardoor ook de kosten flink zijn opgelopen. De gemeente, maar ook de schoolbesturen en de omwonenden, heeft dus het allergrootste belang bij goede participatie en dat moeten we niet van ons afschuiven, maar moeten we als gemeente hierbij de regie nemen. Daarom de motie “Regierol gemeente bij participatie IHP” met het verzoek aan het college om ‘met een voorstel te komen voor invulling van de gemeentelijke regierol voor participatie bij bouwplannen in het kader van het IHP, en deze regierol voor participatie in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs te komen.’
Motie: Renovatie tenzij
Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij
De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 6 februari 2020, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake Vaststelling Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs Den Haag 2020-2030 (RIS304176).
Constaterende, dat:
- in de vervangingsopgave volgens het IHP wordt uitgegaan van nieuwbouw, tenzij er zwaarwegende gronden zijn om tot (gedeeltelijk) behoud over te gaan;
- er door monumentenzorg een inventarisatie is gemaakt van scholen die vanuit cultuurhistorisch oogpunt zekere waarde bezitten;
- het IHP stelt dat rekening is gehouden met de status van deze schoolgebouwen;
- de komende 10 jaar er volgens het IHP 25 schoolgebouwen op de nominatie staan voor vervangende nieuwbouw en slechts 4 scholen voor revitalisering.
Overwegende, dat:
- behoud van schoolgebouwen vanuit het oogpunt van duurzaamheid, monumentenzorg en behoud van karakter in de buurt van groot belang is;
- met de aanpassing van de Verordening Onderwijshuisvesting in januari 2018 is vastgelegd dat naast nieuwbouw ook renovatie bekostigd kan worden.
Verzoekt het college:
- bij de afweging over de toekomst van schoolgebouwen het principe “renovatie, tenzij er zwaarwegende gronden zijn om tot nieuwbouw over te gaan” te hanteren.
En gaat over tot de orde van de dag.
Joris Wijsmuller Robert Barker
Haagse Stadspartij PvdD
Motie: Regierol gemeente bij participatie IHP
Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij
De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 6 februari 2020, ter bespreking van het Voorstel van het college inzake Vaststelling Integraal Huisvestingsplan (IHP) Onderwijs Den Haag 2020-2030 (RIS304176).
Constaterende, dat:
- het schoolbestuur en de gemeente (met drie verschillende diensten) volgens het IHP gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een startbijeenkomst met de omgeving over bouwplannen;
- Het schoolbestuur verantwoordelijk is voor de verdere afstemming met belanghebbenden;
- De gemeente op basis van de Verordening onderwijshuisvesting verantwoordelijk is voor bekostiging van (vervangende) nieuwbouw, renovatie en uitbreiding van schoolgebouwen, en ook de extra kosten voor participatie vergoed.
Overwegende, dat:
- niet goed doorlopen, langdurige participatietrajecten kunnen leiden tot een gebrek aan draagvlak en vertraging in de planning, met ook stijgende bouwkosten als risico;
- schoolbesturen, omwonenden en gemeente belang hebben bij goede participatie en draagvlak voor bouwplannen.
Van mening, dat:
- de regierol voor participatie bij bouwplannen in het kader van de IHP vanaf de startbijeenkomst tot en met verdere afstemming bij de gemeente behoort te liggen.
Verzoekt het college:
- met een voorstel te komen voor invulling van de gemeentelijke regierol voor participatie bij bouwplannen in het kader van het IHP;
- deze gemeentelijke regierol voor participatie in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs op te nemen.
En gaat over tot de orde van de dag.
Joris Wijsmuller
Haagse Stadspartij