Afgelopen zaterdag zijn er bij de voorgenomen demonstratie ‘Fight Repression’ in Den Haag 166 arrestaties verricht. De Haagse Stadspartij maakt zich zorgen om de manier waarop er in Den Haag met demonstraties wordt omgegaan en heeft de volgende schriftelijke vragen gesteld:
De raadsleden de dames Faïd en Van der Gaag hebben op 22 november 2016 een brief met daarin negentien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
1. Klopt het dat de demonstratie ‘Fight Repression’ op 19 november 2016 aangemeld was bij de verantwoordelijke dienst en dat er na veel overleg uiteindelijk ook een demonstratieroute was toegestaan die vanaf het Kerkplein naar het Spui zou lopen?
2. Is het juist dat er zowel in de wet als in de APV geen verbod op gezichtsbedekking is opgenomen?
3. Volgens de informatie die wij hebben gekregen is er vooraf geen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding opgelegd. Is deze informatie juist? Zo nee, kunt u het definitief kennisgevingformulier van de bestuursdienst aan ons overleggen?
4. Op de verzamellocatie en het beginpunt van de demonstratie op het Kerkplein was al voor aanvangstijd (16.00) een enorme politiemacht aanwezig. Kort na vieren werden de verzamelde demonstranten ingesloten door ruim 100 agenten te voet, agenten te paard en bussen. Veel demonstranten die wat later aankwamen durfden zich hierdoor zichtbaar niet meer bij de groep aan te sluiten. Waarom is ervoor gekozen om vanaf het begin af aan in te zetten op een repressieve in plaats van de-escalerende politieaanwezigheid?
5. Op welke grond/gronden is/zijn de bovengenoemde 166 arrestaties zijn verricht?
6. Volgens onze waarneming en informatie van derden en media is de demonstratie ontbonden vanwege het feit dat sommige deelnemers aan de demonstratie gezichtsbedekking- in de vorm van shawls, mutsen of anderszins- droegen. Wij hebben vernomen dat er uiteindelijk gehoor is gegeven aan het bevel tot verwijderen van de gezichtsbedekking en dat een woordvoerder van de demonstranten dit ook aan de politie kenbaar heeft gemaakt. Om welke reden is desondanks besloten tot de massale aanhoudingen en zijn bijvoorbeeld niet alleen de mensen aangehouden die nog wel gezichtsbedekking droegen? Wie heeft dit besluit genomen en op welk moment?
7. Is het college met ons van mening dat de vorderingen grotendeels onverstaanbaar waren omdat zij werden omgeroepen tijdens de (versterkte) speeches van de demonstratie?
8. Zijn er voorafgaand aan het overgaan tot arrestaties strafbare feiten geconstateerd? Zo ja, welke strafbare feiten?
9. Meent het college dat het grondwettelijke recht op demonstratie verenigbaar is met de aanhouding van 166 demonstranten omdat een aantal demonstranten gezichtsbedekking zou dragen? Acht het college deze massale aanhoudingen proportioneel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?
Ad 1 t/m 9
De politie heeft een kennisgeving ontvangen van de organisatie ‘Fight Repression’ voor een demonstratie op 19 november 2016. Er waren tal van aanwijzingen dat deze organisatie sterk gelieerd was aan de Anti-fascistische actie Den Haag (AFA). Deze aanwijzingen bestonden onder meer uit de doelstelling van de demonstratie, de contactpersoon en de wijze van opereren. De ervaringen met AFA zijn ronduit slecht, zowel bij demonstraties als in andersoortige situaties. Er is onder meer gebleken dat:
• de organisatie zich niet houdt aan vooraf gemaakte afspraken en aan de tijdens de demonstraties gegeven aanwijzingen;
• de organisatie regelmatig niet aangemelde demonstraties houdt en andere demonstraties probeert te verstoren;
• er niet wordt voorzien in een eigen ordedienst;
• er wordt afgeweken van afgesproken routes;
• demonstranten voortdurend op provocerende wijze de verbale en fysieke confrontatie met de politie zoeken;
• er vuurwerk wordt afgestoken;
• meerdere demonstranten geweld plegen tegen de politie.
Hoewel er dus de nodige zorgen waren ten aanzien van de demonstratie, is de organisatie, zonder beperkingen vooraf, de ruimte geboden om op een centrale plek in de stad te demonstreren.
Gelet op het bovenstaande was het bij deze demonstratie nodig om voldoende politie in te zetten,teneinde eventuele wanordelijkheden het hoofd te kunnen bieden. Er was geen sprake van dat de politie is ingezet ter repressie van de demonstranten. De inzet van de politie was er juist op gericht om de demonstratie, zowel voor de demonstranten zelf als voor omstanders, veilig en ordelijk te laten verlopen zodat de demonstranten hun recht op betoging konden uitoefenen.
Op zichzelf is gezichtsbedekking niet verboden. Denk aan het dragen van een motorhelm, sjaal of bivakmuts. Indien het dragen van gezichtsbedekking tijdens een demonstratie echter een vrees voor wanordelijkheden met zich brengt, zoals wanneer het dragen van deze kleding gepaard gaat met het kennelijke doel om de orde te verstoren of strafbare feiten te plegen, dan kan op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom) de aanwijzing worden gegeven dat de gezichtsbedekking moet worden verwijderd.
Tijdens de demonstratie was sprake van deze situatie. Het dragen van gezichtsbedekking in combinatie met het gedrag van de demonstranten en de signalen over meegebrachte spullen gaf aanleiding om te vrezen voor wanordelijkheden. De politie heeft de demonstranten direct na aanvang van de
demonstratie dan ook gevraagd de gezichtsbedekking te verwijderen. Hier werd niet op gereageerd.
Wel maakten demonstranten zich aan elkaar vast met tiewraps met de kennelijke bedoeling eventueel politieoptreden te bemoeilijken. Ook werd vuurwerk afgestoken. De locoburgemeester heeft daarop om 16.45 uur, op grond van artikel 6 van de Wet openbare manifestaties (Wom), de aanwijzing
gegeven dat er geen gezichtsbedekking mocht worden gedragen.
De politie heeft door middel van luidsprekers herhaaldelijk de aanwijzing van de locoburgemeester medegedeeld aan de demonstranten. Ondanks pogingen van de demonstranten om de mededelingen van de politie te overschreeuwen waren deze duidelijk hoorbaar. Bovendien is de politie hierover in
gesprek gegaan met de persoon die door Fight Repression was opgegeven als de contactpersoon. Deze gaf echter aan geen enkele verantwoordelijkheid te willen nemen.
Een uur en 20 minuten na de eerste vordering is de demonstranten op grond van artikel 7 van de Wom opdracht gegeven de demonstratie terstond te beëindigen en uiteen te gaan. De demonstranten is hiertoe ruim (25 minuten) de gelegenheid geboden. Verschillende demonstranten hebben hiervan ook
gebruik gemaakt. 168 demonstranten hebben ervoor gekozen dit niet te doen. Zij zijn aangehouden op grond van artikel 11 van de Wom.
Gelet op het gedrag van demonstranten (o.a. het gooien van vuurwerk naar de politie, het niet nemen van verantwoordelijkheid van de organisator, het niet opvolgen van aanwijzingen en verzet tegen aanhoudingen) en tientallen aangetroffen goederen (o.a. dikke stokken, zwaar vuurwerk, flessen met
verf en andere substanties, aanmaakblokjes en een klauwhamer) was de vrees voor wanordelijkheden geheel gerechtvaardigd.
10. Worden alle 166 aangehouden demonstranten vervolgd? Zo ja, voor welk feit/ welke feiten en op welke wijze (dagvaarding/ strafbeschikking /anders)? Zo nee, waarom niet?
Dit is geen zaak van het college maar van politie en het Openbaar Ministerie. Er worden processenverbaal opgesteld door de politie. Nadat het Openbaar Ministerie de processen-verbaal heeft ontvangen, zullen deze worden beoordeeld en zal een beslissing worden genomen over de afdoening.
Of dat een vervolging door middel van een strafbeschikking of door middel van een dagvaarding zal zijn, of dat er andere beslissingen zullen volgen, kan het OM op dit moment nog niet zeggen.
11. De Haagse Stadspartij gaat ervan uit dat demonstranten niet worden gearresteerd om hen te beperken in het recht op demonstratie maar omdat zij verdacht worden van een strafbaar feit.
Kan het college ons een overzicht doen toekomen van het aantal arrestaties van linkse en/of antiracistische demonstranten in Den Haag in de afgelopen vijf jaar en het aantal vervolgingen.
Het OM laat desgevraagd weten de gevraagde lijst niet te kunnen geven. De registratie van strafzaken gebeurt op naam van de verdachte en strafbaar feit.
12. Hoe kunnen raadsleden die het verloop van demonstraties willen monitoren hun werk doen zonder het risico te lopen om gearresteerd te worden?
Net als ieder ander kunnen raadsleden een demonstratie als toeschouwer of deelnemer bijwonen.
Zolang er geen strafbare feiten worden gepleegd en aanwijzingen en opdrachten van het bevoegd gezag worden opgevolgd wordt men vanzelfsprekend niet gearresteerd.
13. Van de demonstranten hebben wij begrepen dat er tijdens de aanhoudingen tegenover een groot deel van de demonstranten geweld is gebruikt door de politie. Dit heeft onder andere geresulteerd in een schouder uit de kom, gebroken vingers, gekneusde polsen en enkels, knie blessures en blauwe plekken. Op grond waarvan is er besloten dermate veel geweld te gebruiken tegen de demonstranten?
De politie laat weten dat de uiteindelijke aanhoudingen van degenen die alle vorderingen en waarschuwingen negeerden zo rustig en zorgvuldig mogelijk zijn verricht. Er is alleen enig geweld gebruikt als dat niet anders kon. Bijvoorbeeld om demonstranten uit elkaar te halen en in gevallen
waarin men zich tegen aanhouding verzette. De politie meldt dat bij één demonstrant een schouder uit de kom is geraakt. De exacte toedracht hiervan is niet duidelijk.
14. Is het juist dat de politie bij een of enkele arrestaties de omstreden nekklem heeft gebruikt? Zo ja, is het college van mening dat dit voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit?
Dit is, voor zover het college bekend, onjuist.
15. Wij hebben van meerdere demonstranten vernomen dat er door de politie geweld tegen hen werd gebruikt terwijl ze reeds ‘in bedwang gehouden werden’ en zich in het geheel niet verzetten.
Bijvoorbeeld een demonstrant die al enige tijd door twee agenten vast werd gehouden om vervolgens door een derde agent meerdere malen met een wapenstok in de ribben te worden geslagen. Of een vrouw, waarvan niet bekend was of ze al dan niet zwanger was, die van de politie vuistslagen in de buikstreek kreeg. Is het college met ons van mening dat dit soort ongecontroleerde vormen van geweld door de politie volstrekt onacceptabel zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wordt er gedaan om het op deze manier gebruiken van geweld door de politie tegen te gaan?
Zie het antwoord op vraag 13. Als een betrokkene bij de politie bekend maakt zwanger te zijn, zal de aanhouding op gepaste wijze worden uitgevoerd.
16. Waarom is ervoor gekozen de demonstranten uren lang vast te houden in een koude bus?
De afhandeling van aanhoudingen en de zorg voor arrestanten is geen zaak van de burgemeester/hetcollege maar van de politie / het Openbaar Ministerie. De politie laat weten dat de afhandeling gelet op het grote aantal arrestanten de nodige tijd in beslag heeft genomen.
17. Op welke wijze en op welk moment heeft de burgemeester besloten de demonstratie te ontbinden?
Zie het antwoord op de vragen 1 t/m 9
18. Op welk moment/ op welke momenten en op welke wijze is de burgemeester nadien nog betrokken geweest bij de afhandeling van de aanhoudingen?
Zie het antwoord op vraag 16.
19. Wat vindt het college ervan dat Den Haag als internationale stad van vrede en recht, in vergelijking met andere Nederlandse steden, al geruime tijd bekend staat als een bijzonder ongastvrije stad voor linkse en/of antiracistische demonstraties?
Voor het college is van belang dat er in Den Haag recht wordt gedaan aan de vrijheid van betoging, ongeacht de inhoud van hetgeen beleden wordt. Het college is van mening dat hier in Den Haag absoluut sprake van is. Er vinden hier jaarlijks rond de 1500 demonstraties plaats. Die verlopen vrijwel allemaal zonder problemen. Demonstraties van een zeer beperkt aantal organisatoren, zoals die van de demonstratie van 19 november, veroorzaken helaas regelmatig ordeverstoringen waartegen moet worden opgetreden. Desondanks worden ook demonstraties van deze organisatoren zoveel als
mogelijk gefaciliteerd. De casus van 19 november jl. is bij uitstek een voorbeeld van een ruimhartig demonstratiebeleid: ondanks de nodige zorgen vooraf is ook deze demonstratie gefaciliteerd. Ingrijpen bleek helaas noodzakelijk vanwege een terechte vrees voor wanordelijkheden. Dat gebeurde
volledig in overeenstemming met de wet die daarvoor bedoeld is: de Wet openbare manifestaties.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen