Het college is van plan om het gemeentelijk vastgoed in de uitverkoop te gooien. Dit moet 28 miljoen euro opbrengen om de lege reserves van de gemeente aan te vullen. De verkoop aan de hoogste bieder is echter nadelig voor de stad. Daardoor moet de nieuwe eigenaar zoveel mogelijk rendement halen om de aankoop terug te verdienen. Dit zet de buurt onder druk. Fractievertegenwoordiger Tim de Boer: “Je ziet het nu al in de stad: om maximaal winst te maken wordt gekozen voor zoveel mogelijk kleine woningen.
In andere gevallen, zoals bij de voorgenomen verkoop of sloop van oude kerkgebouwen wil het college dat burgers en maatschappelijke organisaties de kans krijgen alternatieve plannen te ontwikkelen. Waarom dan ook niet bij het gemeentelijk vastgoed?
Tim de Boer: “Wij willen de waarde voor de stad als uitgangspunt nemen bij de verkoop van vastgoed”.
De Haagse Stadspartij diende daarom tijdens de begrotingsbehandeling twee moties in. Met de eerste motie wil zij voor elkaar krijgen dat een voorgenomen verkoop ruim op tijd wordt gemeld aan de buurt, de zittende huurders en maatschappelijke partijen. Daarmee krijgen bewoners de tijd om zelf met goede plannen te komen voor nieuwe invullingen van die panden.
De tweede motie is gericht op het veranderen van de manier van verkopen. Want met alleen een betere manier van aankondigen zijn we er nog niet. De Haagse Stadspartij wil dat de waarde van het toekomstige gebruik voor de stad en buurt bepaalt welke partij het pand mag kopen. Het beste plan voor de buurt wint. Ook hierbij moeten de buurtbewoners kunnen meepraten. Tim de Boer: “Door nu te kiezen voor de belangen van de stad en de buurt voorkomen we dat we later voor veel geld andere projecten moeten optuigen”. Laten we deze verkoop van vastgoed niet alleen zien als noodzakelijk kwaad voor het vullen van de reserves, maar juist ook aangrijpen om de stad, samen met haar inwoners, beter te maken”.
De twee moties werden ingediend bij de behandeling van de begroting voor 2021, maar haalden geen meerderheid helaas.
Motie: betrek buurt bij verkoop vastgoed
Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij
De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 4 november 2020, ter bespreking van Voorstel van het College inzake programmabegroting 2021-2024, incl. bijstellingen huidige uitvoeringsjaar 2020 (RIS306159).
Constaterende, dat:
▪ Het college bovenop de taakstelling van 9,4 miljoen aan verkoop gemeentelijk vastgoed zoals besloten in het coalitieakkoord, de komende vier á vijf jaar additioneel voor nog eens circa 28,4 miljoen aan gemeentelijke panden wil verkopen ten behoeve van het versterken van de Algemene Reserve;
▪ Het uitgangspunt van het college vooralsnog is om de panden aan de hoogste bieder te verkopen.
Overwegende, dat:
▪ Verkoop van gemeentelijke panden bijna altijd achteraf leidt tot vragen vanuit de buurt over de verkoop;
▪ Er vaak maatschappelijke partijen zijn die interesse hebben om deze panden over te nemen;
▪ Er vaak coalities ontstaan van burgers, maatschappelijke partijen, soms aangevuld met commerciële partijen om gezamenlijke deze panden over te nemen;
▪ Er vaak zittende huurders zijn die mogelijk het vastgoed willen overnemen;
▪ Deze partijen gebaat zijn met enige tijd om een invulling en een bod voor te bereiden.
Verzoekt het college:
▪ Om de verkoop van gemeentelijk vastgoed zo in te richten dat de buurt, maatschappelijke partijen en zittende huurders minimaal 6 maanden de tijd hebben tussen aankondiging van verkoop en indienen van een bod;
▪ Om de aan te verkopen panden actief aan te bieden via de gemeentelijke website, buurtkranten en eventueel de kavelwinkel.
En gaat over tot de orde van de dag.
Joris Wijsmuller,
Haagse Stadspartij
Motie: verkoop vastgoed aan plan met hoogste maatschappelijke waarde
Indiener: Joris Wijsmuller, Haagse Stadspartij
De raad van de gemeente Den Haag, in vergadering bijeen op 4 november 2020, ter bespreking van Voorstel van het College inzake programmabegroting 2021-2024, incl. bijstellingen huidige uitvoeringsjaar 2020 (RIS306159).
Constaterende, dat:
▪ Het college bovenop de taakstelling van 9,4 miljoen aan verkoop gemeentelijk vastgoed zoals besloten in het coalitieakkoord, de komende vier á vijf jaar additioneel voor nog eens circa 28,4 miljoen aan gemeentelijke panden wil verkopen ten behoeve van het versterken van de Algemene Reserve;
▪ Het uitgangspunt van het college vooralsnog is om de panden aan de hoogste bieder te verkopen.
Overwegende, dat:
▪ Afstoten van vastgoed via de hoogste bieder niet de beste plannen voor de buurt en de stad oplevert;
▪ Er veel burgers, zittende huurders, maatschappelijke organisaties en sommige commerciële partijen graag een bijdrage willen leveren aan een leefbare en levende stad;
▪ Deze partijen vaak niet de hoofdprijs kunnen betalen, maar op andere vlakken een significante bijdrage kunnen leveren aan leefbaarheid en verbetering van de buurt en/of stad;
▪ Dat de gemeente op die wijze ook geld bespaart op andere vlakken in de begroting.
Verzoekt het college:
▪ Om de verkoop van gemeentelijk vastgoed zo in te richten dat partijen met het beste maatschappelijke bod voorrang krijgen op het hoogste bod.
▪ Om dit proces zo in te richten dat de buurtbewoners kunnen meebeslissen over de mogelijke ontwikkelingen van het gebouw, voorafgaand aan de gunning.
En gaat over tot de orde van de dag.
Joris Wijsmuller,
Haagse Stadspartij