Het Haagse gemeentelijke voedselbeleid moet worden uitgebreid, vinden Partij voor de Dieren, Haagse Stadspartij, en PvdA. Ze dienen vandaag een voorstel in met acht maatregelen voor gezond, lokaal, seizoensgebonden en duurzaam geproduceerd voedsel.
Minder vlees
‘Mes en vork zijn onze belangrijkste wapens in de strijd tegen klimaatverandering,’ vindt Robert Barker (PvdD). ‘De gemeente heeft hier een voorbeeldfunctie, maar geeft daar op dit moment halfslachtig invulling aan. De gemeente moet bij eigen bijeenkomsten en door in gesprek te gaan met horeca de vleesconsumptie verminderen en voedselverspilling tegengaan.’
Lokaal en seizoensgebonden
Door voedsel van dichtbij te halen is ook een wereld te winnen voor het klimaat, vindt Janneke Holman (PvdA). ‘Waarom zouden we tomaten van duizenden kilometers verderop importeren, als we naast de kassen in het Westland wonen? In Den Haag kunnen we veel meer inzetten op lokaal, seizoensgebonden en betaalbaar voedsel, bijvoorbeeld op scholen en in verzorgingstehuizen.’
Sociaal inclusief
‘Gezond voedsel kan de verschillen tussen arm en rijk verkleinen’, weet Joris Wijsmuller (Haagse Stadspartij). Uit onderzoek blijkt dat een kwart van de inwoners uit Haagse krachtwijken te weinig geld heeft om gezond eten te kopen. ‘Met kennis, een bewustwordingscampagne en het stimuleren van gemeenschapsinitiatieven rond voedsel kan de gemeente hier het nodige aan doen.’
Koudwatervrees
Wethouder Van Tongeren (GroenLinks) wilde voedsel niet in het besluit over de nieuwe kadernota duurzaamheid opnemen omdat zij naar zeggen ‘de financiële consequenties nog niet kan overzien’. Met het voorstel ‘Duurzaam voedsel, nog een tandje bijzetten’ helpen de initiatiefnemers het college verder op weg naar Den Haag klimaatneutraal in 2030.