Euro's

Haagse Stadspartij wil brede discussie over Haags economisch beleid

Dinsdagavond is er in de commissievergadering van de Haagse gemeenteraad gesproken over een onderwerp dat voor iedereen belangrijk is. De Haagse economie. De Haagse Stadspartij vindt het belangrijk dat er samen met de stad een brede discussie wordt gevoerd over het economisch beleid want het gaat niet goed met de economie van Den Haag. Eind 2014 waren 43.442 Haagse inwoners werkloos. Het aantal bijstandsuitkeringen is ten opzichte van 2011 met maar liefst 19% gestegen. De stad kampt met een aanzienlijk hogere werkloosheid dan het landelijk gemiddelde en onze regio is één van de drie slechtste arbeidsmarktregio’s van Nederland.

De Haagse Stadspartij is blij dat het college zich de ambitie heeft gesteld om het gebrek aan werkgelegenheid in Den Haag aan te pakken. Daarvoor heeft ze een flink aantal plannen neergelegd. Maar met ruim 43.000 werklozen is nog wel wat meer nodig dan 10.000 nieuwe banen. Vooral ouderen en (allochtone) jongeren hebben het momenteel zwaar op de Haagse arbeidsmarkt en kunnen moeilijk een baan vinden. Daarnaast zijn er nog veel zzp’ers en mensen met 0-uren contracten.

De Haagse Stadspartij heeft in de commissievergadering een aantal voorstellen gedaan op het gebied van wijkeconomie, multiculturele bedrijvigheid, ambachten, delen van productiemiddelen, de transitie naar een klimaatneutrale stad, coöperatief ondernemen, een voedseleconomie, lokale en circulaire economie en kennis bij het onderwijs over kansen op banen. Raadslid Joeri Oudshoorn: “De economie is er voor de stad en de bewoners, niet andersom. Er is een toekomstbestendige visie nodig om ervoor te zorgen dat de Haagse economie voor iedereen in de stad voldoende kansen blijft bieden, een werkelijke transitie van onze economie naar een meer stabiele, innovatieve en duurzame stadseconomie. De gemeenteraad zou daarvoor met het college en de stad een brede maatschappelijke discussie moeten voeren over de Haagse economie en werkgelegenheid.”

Daarnaast presenteert de Haagse Stadspartij met de Partij voor de Dieren op donderdag 16 april om 10.00 uur het initiatiefvoorstel ‘MKB in goede banen’.

Hieronder de volledige inbreng van Joeri Oudshoorn:

Voorzitter, allereerst dank aan de insprekers…

Hoewel we in een van de meest welvarende landen van de wereld leven, gaat het niet goed met de economie van Den Haag. Eind 2014 waren 43.442 Haagse inwoners werkzoekend. Het aantal bijstandsuitkeringen is ten opzichte van 2011 met maar liefst 19% gestegen. De stad kampt met een aanzienlijk hogere werkloosheid dan het landelijk gemiddelde en onze regio is één van de drie slechtste arbeidsmarktregio’s van Nederland. Vooral voor ouderen en allochtone jongeren is het erg moeilijk om een baan te vinden.

Effect armoede
Voorzitter, er dreigen in Den Haag groepen mensen én wijken zó structureel op achterstand te staan, dat hun perspectief, het vertrouwen dat zij aan het werk komen, verdwijnt. Wie in de problemen zit, probeert te overleven. Onderdeel van overleven is dat mensen de kansen die er zijn niet meer zien en de tijdshorizon die ze kunnen overzien krimpt. Armoede en gebrek aan perspectief hebben zo een veel negatiever effect dan mensen met bestaanszekerheid zich kunnen voorstellen.

Gebrek aan perspectief gaat gepaard met een heleboel andere sociale problemen. Thuis, en op straat. De Haagse Stadspartij vraagt regelmatig om aandacht voor de zwaksten in de samenleving. Zij verdienen steun en wij moeten tegelijkertijd proberen om mensen te helpen weer hun kracht te vinden. Vaak is een baan daarvoor een goede stap. Het biedt structuur, een sociale omgeving en zelfrespect. Deelt het college onze beschrijving van de psychologische effecten van werkloosheid en de gevolgen daarvan?

Een van de problemen waar mensen in het schemergebied tussen werkloosheid en een baan mee te maken hebben – en ook veel zzp’ers en mensen met een 0-urencontract vallen hieronder – is de voortdurende inkomensonzekerheid. De procedures en vertragingen tussen de momenten dat een uitkering nodig is en de momenten waarop er tijdelijk werk is, werken verlammend en frustrerend. Kan het college toezeggen hiervoor met oplossingen te komen?

Het college is hard bezig. We investeren 68 miljoen en er is een vrijwel oneindige lijst aan maatregelen ter bevordering van werk en economie. De Haagse Stadspartij is daar blij mee, al moet de discussie over het doel en de effectiviteit van elk van die maatregelen nog gevoerd worden. De Haagse Stadspartij gaf al bij de procedurevergadering aan over dit onderwerp behoefte te hebben aan een technische-vragen ronde. Die ronde wachten we af, voordat we het over de concreet voorgestelde maatregelen hebben. Wij gebruiken deze start van de discussie om nog een aantal suggesties aan te dragen. En met suggesties van het college, de raad én de stad kunnen we economie en werkgelegenheid optimaal bevorderen.

De Haagse Stadspartij maakt zich zorgen om een mogelijke mismatch tussen de vraag en aanbod zijde van de arbeidsmarkt en vindt het belangrijk dat jongeren wanneer zij een opleiding kiezen weten hoeveel perspectief op een baan deze opleiding biedt. In het onderwijs kunnen we leerlingen de kennis meegeven over de lokale, regionale, landelijke en internationale arbeidsmarkt. Per opleiding zou aangegeven kunnen worden hoe de werkgelegenheidskansen zijn, en met een kleurencode worden aangegeven hoe waarschijnlijk je in Den Haag met die opleiding een baan vindt. Door dat al bij de eerste keuzes van leerlingen actief te doen, en gedurende de gehele schoolloopbaan voort te zetten, kan de leerling bewuster kiezen. Is het college bereid de werkgelegenheidskansen structureel in al het Haagse onderwijs onder de aandacht te brengen?

Voorzitter, onze economische structuur sluit voor veel bewoners niet aan op hun sterke kanten. Veel bewoners willen graag én kunnen goed met hun handen werken, terwijl er juist veel kantoorbanen in Den Haag zijn. De Haagse Stadspartij wil graag dat in het economisch beleid gestuurd wordt op groei in sectoren waar onze inwoners sterk in zijn. De maakindustrie wordt steeds belangrijker, en scholing kan op het werk gebeuren. Er zijn ook veel jongeren in Den Haag die zich graag in een ambacht willen specialiseren. Het aanbod van leer-werktrajecten in Den Haag kan wat de Haagse Stadspartij betreft nog wel wat beter mee ontwikkelen met de samenleving. Wij zouden het goed vinden als jongeren in Den Haag ook ambachten kunnen leren die aansluiten bij de multiculturele economie van onze stad. Nu importeren Turkse horecazaken bijvoorbeeld halffabricaat broden uit Turkije terwijl we dezen ook prima in de stad zouden kunnen produceren. Wij willen graag dat het college meer inzet en ambitie toont voor ambachtsberoepen en voldoende aanbod van leerwerk-plaatsen. Kan het college dat toezeggen?

Ook ziet de Haags Stadspartij arbeidskansen voor jongeren in de duurzaamheidstransitie die zich de komende jaren in onze stad gaat voltrekken. Wij pleiten ervoor dat Haagse jongeren opgeleid worden om bijvoorbeeld onze huizen klimaatneutraal te maken zodat we hier geen expertise van buiten voor hoeven in te kopen en onze eigen jongeren aan een baan kunnen helpen.

10.000 banen
Voorzitter, het college redeneert dat de werkgelegenheid tot 2016 nog afneemt als gevolg van autonome ontwikkelingen, economische herstel en bevolkingsgroei. Tegenover deze autonome ontwikkelingen zet het college de ambitie van 10.000 banen. In de motie heeft de raad om nieuwe, extra banen voor bewoners van Den Haag gevraagd ten opzichte van de realisatie in 2013, met een aanpassing van de topindicator, waarin de streefcijfers staan. In het stuk ‘Programmatische aanpak Economie en Werk’ staat een grafiek waarin de ambitie lager is. Waarom is in de stukken niet van het hogere ambitieniveau van de gemeenteraad uitgegaan? Waarom is het aantal banen in 2018 niet begroot op 261.500? Is het college van mening dat de motie van de raad te ambitieus is?

Voorzitter, een tweede vraag over die 10.000 extra banen. De agenda’s kenniseconomie en stedelijke economie moeten 7.000 extra banen opleveren. De taskforce werkgelegenheid moet 3000 banen opleveren. De Haagse Stadspartij is blij met de inzet van het college om iedereen een kans op een baan te geven, maar vraagt zich af of alle 3000 banen wel echt extra zijn. Onze indruk is dat veel van deze banen in plaats komen van andere banen. Social return biedt eerlijker kansen voor iedereen, maar geen extra banen. Hetzelfde werk was anders immers door iemand anders uitgevoerd. Kan het college aangeven hoeveel van deze 3000 banen in de plaats komen van andere banen?

MKB in goede banen
Voorzitter, samen met de Partij voor de Dieren zullen wij donderdagochtend een initiatiefvoorstel presenteren: ‘MKB in goede banen’. Met dit initiatief dat inmiddels breed wordt gedragen beogen we het voor kleinere bedrijven makkelijker te maken kansen te grijpen en echte banen te creëren. Wij nodigen iedereen uit, donderdag om 10.00 uur in de Commissie Perskamer.

Te vaak wordt de discussie over de economie beperkt tot omzetten en arbeidsplaatsen. Als het goed gaat, is dat misschien niet erg. Maar als het slecht gaat met onze economie, moeten we ons daar veel dieper in verdiepen. De Haagse Stadspartij is blij met veel maatregelen die het college voorstelt, maar mist de analyse, het overzicht, een lange termijnvisie voor een werkelijke transitie van onze economie naar een meer stabiele, innovatieve en duurzame stadseconomie.

Wij zien uit naar een brede maatschappelijke discussie. Die begint wat ons betreft met een werkbespreking in deze raad. Steun daarvoor vanuit de Haagse Stadspartij.

Wij zijn blij dat het college voor het eerst duurzaamheid als peiler van de economie heeft opgenomen. Als het aan de Haagse Stadspartij ligt, is dit de komende vijfentwintig jaar immers een van de grootste groeisectoren van Den Haag. In 2040 wil Den Haag klimaatneutraal zijn. Om dat te bereiken moeten we met z’n allen – burgers, bedrijven en overheid – miljarden investeren, en kunnen we ook miljarden besparen. Die investeringen kunnen voor een groot deel terecht komen in lokale, innovatieve en duurzame mkb-bedrijven en lokale werkgelegenheid. En wanneer die investering zijn afbetaald, blijft de maandelijkse besparing op de energierekening voor een groot deel als vrij besteedbaar inkomen in Den Haag over. Dat is ook op de lange termijn een enorme kans voor onze economie.Zo buigen we een geldstroom die nu verdwijnt naar externe energiepartijen – en veelal in de zakken van dictators terecht komt – om naar de lokale economie. Immers, een lokaal uitgegeven euro kan daarna door de ontvanger weer lokaal uitgegeven worden.

Zo kunnen meer hagenaars er een baan aan overhouden. En doordat zowel de euro als hetgeen ermee gekocht is in Den Haag blijven, heeft een lokaal besteedde euro een groter effect op onze welvaart. Deelt het college de visie dat een lokaal besteedde euro een groter effect heeft op onze welvaart? Wil het college de lokale economie waarbij euro’s langer binnen de stad blijven circuleren stimuleren? En hoe?

Voorzitter, in onze omgeving wordt veel voedsel geproduceerd. In het zuiden hebben we veel kastuinbouw, veel akkerbouw in het oosten en in het noorden veel veeteelt. Den Haag is ideaal gesitueerd om op het gebied van voedsel een lokale circulaire economie te vormen. Een economie waarin de burger weer zeggenschap krijgt over de productie van voedsel, en de boer de transitie kan maken van een anonieme afnemer naar voor hem bekende klanten. Hoe ziet het college de kansen voor een lokale voedseleconomie?

Voorzitter, Met de komst van nieuwe technieken en de wens tot een meer circulaire, lokale economie komt kleinschalig, on-demand lokaal produceren steeds meer binnen handbereik. Ook dit is een vorm van innovatieve ambacht. Afgelopen weekend werd de Stadsfabriek Binckhorst gepresenteerd. Dit is een initiatief om de apparaten en technieken van verschillende bedrijven ook voor elkaar en derden ter beschikking te stellen. Zo kunnen kleinschaliger toch producten gemaakt worden die kostbare machines vereisen. Wil het college dit initiatief omarmen en steunen?

De gemeente Den Haag besteedt jaarlijks een kleine twee en half miljard euro. Wij willen meer inzet op lokaal aanbesteden, en ons MKB helpen zich slimmer te organiseren zodat ze samen grotere opdrachten aankunnen. Hoe staat het met de verbeteringen die hierop worden ingezet?

Wijkeconomie
Voorzitter, en dan de wijkeconomie. De Haagse Stadspartij kan niet vaak genoeg blijven herhalen dat een wijkeconomie niet bestaat door alleen banen in een wijk aan te bieden. Een wijkeconomie bestaat wanneer bewoners uit de wijk producten en diensten van andere bewoners uit die wijk afnemen en daarvoor kunnen betalen. Alleen dan blíjft het geld én de tegengestelde stroom aan producten en diensten in de wijk circuleren. Deelt het college deze visie?
De wijken waarin de economie het slechtst draait en de werkeloosheid hoog is, worden nog onvoldoende geholpen door het streven naar extra banen van landelijke of internationale bedrijven. Het meeste door bewoners in hun wijk uitgegeven geld verdwijnt dan nog steeds uit de wijk en naar het hoofdkantoor. Het probleem in die wijken is dat de bewoners te weinig te besteden hebben en daardoor de lokale economie niet van de grond komt. Hier is het van belang meer geld van buiten de wijk aan te trekken, het geld vaker binnen de wijk te laten circuleren, en minder geld de wijk uit te laten stromen. Dat kan bijvoorbeeld door woningbouwcorporaties te vragen het onderhoud aan hun woningen, en de transformatie naar een klimaatneutrale woning, door huurders binnen de wijk te laten uitvoeren. Wil het college hierop aandringen?

Coöperatief ondernemen
Voorzitter, met een sterkere lokale economie, ontstaan er ook meer kansen voor nieuwe lokale ondernemers. Nu vragen we nog te vaak elke een ondernemer om in alle ondernemersvaardigheden goed te zijn. Door burgers die nu hun weg naar het ondernemerschap nog niet weten te vinden, die nu op zoek zijn naar een vaste baan, door die burgers te helpen cooperatief, samen, een bedrijf te beginnen, kan iedereen in zo’n cooperatie zich op zijn sterke kanten concentreren. De cooperatie als organisatievorm is bruikbaar in vrijwel alle sectoren en voor vrijwel alle groepen, van de zorg tot samenwerkende migrantenvrouwen. Wij vragen om aangepaste regels die het starten van zo’n cooperatie heel eenvoudig maken. Is het college hiertoe bereid?
Wij hebben een aantal zaken geschetst die volgens ons relevant zijn om de Haagse economie te transformeren naar een meer stabiele, innovatieve en duurzame stadseconomie. Een economie die past bij haar inwoners en primair hen een kans geeft op een baan.

33.000 werkzoekenden
Voorzitter, de raad vroeg al om 10.000 extra banen. Dan blijft de vraag of we bij meer dan 43.000 werkzoekenden kunnen volstaan als er in 2018 10.000 minder werkzoekenden zijn. Dat zijn er nog steeds 33.000, voorzitter. 33.000 werkzoekenden. Hoe kijkt het college hier tegenaan? Kan het college naast ambities over extra banen ook ambities formuleren over het aantal werkzoekenden?

Het debat in de gemeenteraad heeft zijn beperkingen. We komen niet gezamenlijk tot een analyse, tot oplossingen, tot een samenhangende visie op een betere Haagse stadseconomie. Naast korte termijnoplossingen hebben we lange termijnoplossingen nodig. Daarom, voorzitter, vragen wij om een brede maatschappelijke discussie. Zodat we raadsbreed, met alle kennis van de stad hier in de raad aanwezig, maar ook en vooral ook met de kennis in onze stad, de Haagse Krach, onze koers naar een gezamenlijke economie kunnen uitzetten, en een transitie naar een meer stabiele, innovatieve en duurzame stadseconomie.

Een brede maatschappelijke discussie dus graag.