Fatima Faïd

Haagse Stadspartij vraagt aandacht voor positie Somalische jongeren

De Haagse Stadspartij vraagt het gemeentebestuur in schriftelijke vragen om een beleidsprogramma te ontwikkelen gericht op het verbeteren van de maatschappelijke positie van Somalische jongeren. Uit een verkennende studie van het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) bleek onlangs dat Somalisch-Nederlandse jongeren veel kwetsbaarder zijn dan andere jongeren van niet-westerse herkomst. Somalisch-Nederlandse jongeren kampen met specifieke problemen zoals een relatief laag opleidingsniveau, oorlogstrauma’s, verhoogde vatbaarheid voor radicalisering en gevoelens van uitsluiting en cultuur- en generatieconflicten.Raadslid Fatima Faïd: “Een deel van deze jongeren is opgegroeid in Somalië, een land dat al decennia wordt verscheurd door burgeroorlogen. Zij hebben hun hele jeugd alleen maar oorlog meegemaakt en konden nauwelijks naar school. De overgang is naar het leven hier is dan natuurlijk enorm groot. Daarbij komt dat velen van hen last hebben van oorlogstrauma’s en psychische problemen. Het is belangrijk dat deze jongeren goed begeleid en geholpen worden zodat ze volwaardig mee kunnen draaien in de Haagse samenleving’”.

De Haagse Stadspartij wil van het gemeentebestuur weten welke stappen er worden genomen om Somalisch-Haagse jongeren te helpen bij het verbeteren van hun maatschappelijke positie.

Hieronder de schriftelijke vragen die Fatima Faïd heeft gesteld:

1. Herkent het college zich, kijkend naar Den Haag, in de bevindingen die uit de verkennende studie naar de maatschappelijke positie van Somalisch-Nederlandse jongeren naar voren komen? Zo nee, op welke punten wijkt de positie van Haagse Somalisch-Nederlandse jongeren af van het beeld dat in de verkennende studie wordt geschetst?

Ja.

2. Is er in Den Haag op dit moment specifiek beleid voor Somalische-Nederlandse jongeren om hen te helpen bij problemen en hun maatschappelijke positie te verbeteren? Zo ja, waar bestaat dit beleid precies uit? Welke programma’s worden er aangeboden? Zo nee, waarom niet?

Nee, Den Haag voert geen doelgroepenbeleid omdat het regulier aanbod ook toegankelijk moet zijn voor de Somalische-Nederlandse jongeren.

3. In 2011 is er in Den Haag een speciaal project voor Somalische probleemgezinnen in het leven geroepen (RIS 250606). Wat zijn de uitkomsten van dit project? Wordt dit project gecontinueerd?

Ja, het college betrekt Somalische (zelf)organisaties en andere relevante partners wanneer specialistische kennis nodig is om de positie van de Somalisch-Nederlandse gemeenschap te verbeteren.

4. Is er in Den Haag voldoende specialistische kennis voorhanden om Somalisch-Nederlandse jongeren gerichte hulp en ondersteuning te kunnen bieden? Werkt de gemeente hierin samen met Somalische (zelf)organisaties in Den Haag?

Er is in 2011 een project (Somaliërs aan Zet) geweest voor Somalische gezinnen met meervoudige maatschappelijke problemen. Deze was tweeledig en richtte zich enerzijds op het verbinden van de gezinnen met reguliere hulpverleningsinstanties en anderzijds op het bevorderen van de deskundigheid bij hulpverleners.
Met inzet van vrijwilligers zijn meer dan 100 gezinnen bereikt. 60% zijn in een regulier hulpverleningstraject opgenomen. Bij de overige gezinnen ging het om ondersteuning bij schoolkeuze van kinderen, toelichting op overheidsinformatie, hulp bij het lezen van brieven en mogelijkheden voor het volgen van taallessen.
Ter bevordering van de deskundigheid zijn er trainingen multicultureel vakmanschap verzorgd voor beroepskrachten van algemene instellingen.
Begin 2014 is de aanpak verbreed naar de gehele Oost-Afrikaanse gemeenschap.
Het project is in 2015 afgerond. Momenteel vindt de evaluatie plaats en wordt bepaald of het project gecontinueerd dient te worden.

5. In de verkennende studie van het KIS worden zes aanbevelingen gedaan voor preventieve beleidsmaatregelen die kunnen helpen om de positie van jongeren van Somalische herkomst versterken: 1. Bied opvoedondersteuning aan de ouders 2. Organiseer dialoog met autochtone Nederlanders 3. Begeleid jongeren naar opleiding, werk en het beheersen van de taal 4. Begeleid vluchtelingen die net binnenkomen 5. Maak het taboe om psychische hulp te zoeken bespreekbaar 6. Ga uitsluiting tegen
Is het college bereid om op basis van deze aanbevelingen een specifiek beleidsprogramma op te stellen om de positie van Somalisch-Nederlandse jongeren in de Haagse samenleving te verbeteren? Zo nee, waarom niet?

Tijdens de behandeling van de Kadernota Jeugd en de Kwartaalrapportage Jeugd Q3 2015 in de Commissie samenleving, heeft het college reeds toegezegd te onderzoeken welke aanpak er nodig is om diverse moeilijk bereikbare groepen jongeren, toch te bereiken met het jeugdbeleid. Toegezegd is ook dat het college in de Uitvoeringsprogramma’s Jeugd, die nog voor de zomer naar de raad gezonden zullen worden, hier nader op in zal gaan. Daarbij zal ook aandacht zijn voor Somalisch Nederlandse jongeren. Den Haag voert geen specifiek doelgroepenbeleid.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Somaliërs