Fatima Faïd

Haagse Stadspartij: demonstratiebeleid moet niet strenger

 

Zorgen Haagse Stadspartij om ernstige beperking demonstratierecht Den Haag

De Haagse Stadspartij ziet de noodzaak voor een strenger demonstratiebeleid niet. De burgemeester heeft wat de Stadspartij betreft al voldoende mogelijkheden om demonstraties individueel te beoordelen en zo nodig beperkingen op te leggen. Een strenger demonstratiebeleid ondermijnt  het grondrecht op demonstratie. Mensen hebben het recht om zelf te bepalen waar ze demonstreren en om te kiezen voor het lopen van een demonstratieve optocht langs een zelfgekozen route. Ook de wens om demonstraties te isoleren van omstanders door deze te verbannen naar afgelegen locaties kan wat de Haagse Stadspartij betreft absoluut niet door de beugel. Raadslid Fatima Faïd: “mensen demonstreren om hun mening te uiten en om een boodschap aan anderen over te brengen. Op een afgelegen veldje is er niemand om die boodschap aan over te brengen. Het is aan de omstanders om te bepalen wat ze met die boodschap doen. Demonstreren is een grondrecht dat mensen in alle vrijheid moeten kunnen uitoefenen, geen cadeautje”.

De burgemeester heeft op 22 oktober jl. in een brief aan de raad aangegeven dat hij van plan is om het strengere demonstratiebeleid dat sinds augustus van kracht is door te zetten. Eerder deze maand sprak de burgemeester in de media al de wens uit om demonstraties te verbannen naar daarvoor aangewezen plekken en niet meer te laten plaatsvinden ‘in wijken waar gewone Hagenaars wonen en werken’. Omdat het demonstratierecht voor de Haagse Stadspartij een groot goed is heeft de Haagse Stadspartij schriftelijke vragen gesteld in relatie tot de beperking van het demonstratierecht. In Den Haag vinden door haar bijzondere status als regeringsstad en internationale stad van vrede recht veel demonstraties plaats. De Haagse Stadspartij vindt het belangrijk dat juist de internationale stad van vrede en recht gastvrij omgaat met haar demonstranten en hierin een voorbeeldfunctie vervult voor andere steden en landen.

 

Den Haag, 24 oktober 2014

Geachte voorzitter,

In zijn vervolgbrief aan de raad van 22 oktober jl. (RIS 277180) geeft de burgemeester aan voornemens te zijn het strengere beleid rondom demonstraties in Den Haag, zoals gecommuniceerd in zijn brief van 20 augustus jl.(RIS 275302), voorlopig voort te zetten. De burgemeester stelt in zijn brief drukke winkelgebieden en woonwijken minder geschikt te vinden voor demonstraties omdat “mensen de ruimte moeten krijgen zich aan demonstratieve uitingen te onttrekken”.

In deze zelfde lijn heeft de burgemeester eerder al in de media, bij omroep West[1], aangegeven dat hij liever heeft dat “demonstraties op aangewezen plekken plaatsvinden en niet in wijken waar gewone Hagenaars wonen en werken”. De Haagse Stadspartij hecht veel waarde aan het democratische grondrecht op demonstratie en daarom leggen wij, onder verwijzing naar artikel 38 van het reglement van orde, de volgende vragen aan het college voor:

 

  1. De burgemeester had in het beleid hoe het werd gevoerd tot 20 augustus jl. al diverse mogelijkheden om beperkingen op te leggen aan individuele demonstraties, onder andere in het kader van de bescherming van de openbare orde. Daarnaast zetten de politie en het openbaar ministerie actief in op het aanhouden en/of vervolgen van demonstranten die tijdens demonstraties wettelijke grenzen overschrijden. Wordt deze gang van zaken als ontreikend ervaren en zo ja, waarom?

 

  1. In het verlengde van de vorige vraag wil de Haagse Stadspartij graag van het college weten welke concrete omstandigheden voor de burgemeester aanleiding geven om het strengere beleid rondom demonstraties in Den Haag te verlengen. Waarom zijn deze omstandigheden voor onbepaalde tijd? Graag een toelichting.

 

  1. Van de in de media uitgesproken wens om demonstraties voortaan op daarvoor aangewezen plaatsen te laten plaatsvinden en te bannen uit de werk- en woonwijken is de Haagse Stadspartij behoorlijk geschrokken. Evenals van het verbod op demonstraties op het plein voor de tweede kamer. Hoe ziet het college deze plaatselijke verboden in relatie tot het recht van demonstranten om zelf te bepalen waar zij willen demonstreren?

 

[1] http://www.omroepwest.nl/nieuws/10-10-2014/burgemeester-van-aartsen-verlengt-strenge-demonstratieregels-schilderswijk