Er moet nu inzicht komen in gevolgen absurde kostendelersnorm!

De Haagse Stadspartij en de SP willen dat het college inzichtelijk maakt hoeveel Haagse gezinnen door de invoering van de kostendelersnorm in de financiële problemen raken en gedwongen hun woon- en leefsituatie aan moeten passen.

Op eerdere vragen die de SP en de Haagse Stadspartij hierover stelden antwoordde het college dat de invoering van de kostendelersnorm “geen aanleiding vormt tot een gedwongen aanpassing van de levenssituatie”. Dit beeld klopt niet. Gezinnen raken wel degelijk in de financiële problemen door de inkomensachteruitgang want hun woonlasten en andere uitgaven zijn vaak precies afgestemd op het huishoudinkomen.

In de media verschijnen aan de lopende band berichten dat mantelzorgers hun kind of ouder niet meer thuis durven te verzorgen omdat zij dit door de kostendelersnorm financieel niet redden. Ook voor het tijdelijk in huis opnemen van mensen die hulp nodig hebben werpt de kostendelersnorm grote drempels op. Maatschappelijke organisaties stellen dat het aantal mensen dat aanklopt bij de daklozenopvang inmiddels is verviervoudigd.

De Haagse Stadspartij en de SP vragen de wethouder nu nogmaals om inzichtelijk te maken hoeveel Haagse gezinnen door de invoering van de kostendelersnorm in de knel raken. Ook roepen zij de wethouder in hun vervolgvragen op om, net als wethouders in andere gemeenten, maatwerk te leveren bij het toepassen van de kostendelersnorm.

Hieronder de vragen:

Inzake: vervolgvragen gevolgen kostendelersnorm
De gemeenteraad
De raadsleden de heer Van Kent en mevrouw Faïd hebben op 2 oktober 2015 een brief met daarin vier
vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Naar aanleiding van de beantwoording van de schriftelijke vragen van de SP en de Haagse
Stadspartij inzake de gevolgen van de kostendelersnorm (RIS 284027) stellen de Haagse Stadspartij
en de SP, onder verwijzing naar artikel van 30 van het reglement van orde, de volgende
vervolgvragen:

De SP en de Haagse Stadspartij hebben gevraagd om inzichtelijk te maken hoeveel Haagse
gezinnen door de toepassing van de kostendelersnorm gedwongen worden hun levenssituatie
(bijvoorbeeld huisvesting of gezinssamenstelling) aan te passen. Het college geeft in de
beantwoording alleen aan dat de kostendelersnorm in totaal inmiddels in 3700 gevallen is toegepast
maar gaat verder niet in op de gevolgen die dit voor deze mensen heeft. Gezinnen hebben hun woonen
leefsituatie dikwijls precies afgestemd op de totale huishoudinkomsten. Door de
inkomensachteruitgang ten gevolge van de kostendelersnorm zal een aantal huishoudens
onvermijdelijk in de knel komen en zich genoodzaakt zien aanpassingen te maken in de woon- en
leefsituatie.

1. Over hoeveel huishoudens zijn de 3700 toepassingen van de kostendelersnorm verdeeld? Is het
college bereid te onderzoeken hoeveel Haagse gezinnen door de invoering van de
kostendelersnorm worden gedwongen hun woon- en leefsituatie aan te passen?

Eerder is u gemeld dat op de uitkeringen van 3.700 personen de kostendelersnorm is toegepast. Deze
3.700 personen zijn verdeeld over 3.100 huishoudens. Het college is niet voornemens een eigen
onderzoek naar de effecten van de kostendelersnorm uit te voeren. De diverse effecten van de
kostendelersnorm op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbenden zijn
namelijk al door een groot aantal organisaties in beeld gebracht aan de hand van zeer uitgebreide
casuïstiek.
Het college heeft daar kennis van genomen en beraadt zich nog in welke situaties de gemeente
onbedoelde effecten van de kostendelersnorm, die leiden tot schrijnende situaties, kan oplossen of
wegnemen. De staatsecretaris heeft aangekondigd in de verzamelbrief SZW 2016 voor die situaties
een kader te bieden zodat gemeentes maatwerk kunnen leveren. Die brief wordt een dezer dagen
verwacht.
Het college heeft vooruitlopend daarop inmiddels zelf een aantal maatregelen getroffen voor
kwetsbare groepen zoals kamerhuurders, partners van illegaal verblijvende personen en
gepensioneerden met een aanvulling ingevolge de AIO (zie brief van 7 oktober 2015 RIS 286900 aan
de Commissie Samenleving).
Overigens heeft het kabinet al aangegeven zelf onderzoek te gaan verrichten naar de effecten van de
kostendelersnorm.
In de beantwoording (vraag 2) wordt gesteld dat uit de weergegeven tabel zou blijken “dat het
verzamelinkomen van een huishouden in geen geval onder het vastgestelde sociaal minimum uitkomt,
ongeacht het aantal personen waaruit dat huishouden bestaat”. Het college ziet in deze tabel
bovendien “een bevestiging dat toepassing van de kostendelersnorm op zichzelf geen aanleiding vormt
tot een gedwongen aanpassing van de levenssituatie (op het gebied van huisvesting of
gezinssamenstelling) van uitkeringsgerechtigden”. In de tabel wordt echter alleen het
verzamelinkomen weergegeven van meerpersoonshuishoudens waar elke medebewoner een
bijstandsuitkering ontvangt.

2. De kostendelersnorm wordt echter ook toegepast bij bijstandsgerechtigden die een huishouden
delen met volwassen medebewoners die geen bijstandsuitkering ontvangen, is het college derhalve
met ons van mening dat de hierboven geciteerde conclusies op basis van deze tabel helemaal niet
kunnen worden getrokken?

Nee, die conclusies kunnen wel worden getrokken.
Meerderjarigen kunnen, bij het ontbreken van een bestaansvoorziening, een beroep doen op een
uitkering ingevolge de Participatiewet. Als geen beroep wordt gedaan op de Participatiewet, dan mag
er van worden uitgegaan dan anderszins wordt voorzien in een inkomen. Een inkomen dat tenminste
reikt tot het niveau van de in de Participatiewet geldende uitkeringsnorm voor die persoon.
Daarvan uitgaande komt het verzamelinkomen van een huishouden in geen geval uit onder het door de
wetgever vastgestelde sociaal minimum voor dat huishouden.
Hierop bestaat wel een uitzondering, namelijk echtparen waarvan een van de partners illegaal in
Nederland verblijft. De rechthebbende partner van een dergelijk echtpaar moet, na toepassing van de
kostendelersnorm, rond komen van een uitkering van 50% van de geldende gehuwdennorm. De
illegale partner heeft geen recht op enige uitkering en mag niet werken. Het betreft hier in Den Haag
thans 31 echtparen. Het college heeft onlangs besloten de rechthebbende partner van deze echtparen
financieel te ondersteunen via bijzondere bijstand (zie brief van 7 oktober 2015 RIS 286900 aan de
Commissie Samenleving). Het college heeft tevens bij de staatssecretaris aangedrongen op landelijke
reparatie van de betreffende wetgeving.

3. Bij de kostendelersnorm worden uitkeringsgerechtigden die met andere volwassenen een
huishouden delen gekort op hun bijstand. Ook als deze andere volwassenen zélf geen uitkering of
(volledig) inkomen uitwerk hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval bij echtparen waarvan één van de
partners geen geldige verblijfstitel heeft of mensen die (tijdelijk) iemand zonder inkomen in hun
huis hebben opgenomen. Is het college het met ons eens dat het inkomen van deze
bijstandsgerechtigden wel degelijk onder het sociaal minimum kan uitkomen? Zo nee, waarom
niet?

Zie antwoord op vraag 2.

4. Het college stelt in de beantwoording van vraag drie dat zij in een specifiek geval geen
uitzondering kan maken omdat zij “gehouden is de wet uit te voeren”. Is het college ervan op de
hoogte dat andere gemeenten wel degelijk ruimte hebben gevonden voor sociaal maatwerk bij de
toepassing van de kostendelersnorm ? Is het college van plan om in Den Haag ook maatwerk te
gaan leveren om huishoudens die door de toepassing van de kostendelersnorm ernstig in de
problemen komen te helpen? Zo nee, waarom niet?

Het college is gehouden de wet uit voeren, maar sluit daarbij zijn ogen niet voor zeer uitzonderlijke
situaties. De wet biedt ook die mogelijkheid. Via de commissiebrief van 7 oktober 2015, RIS 286900,
bent u op de hoogte gesteld van de maatregelen die inmiddels zijn getroffen om onevenredig grote
gevolgen van de toepassing van de kostendelersnorm te beperken.
Zo zijn de beoordelingscriteria voor de commerciële huurprijs, als uitzondering op de
kostendelersnorm, versoepeld en is de uitkering van belanghebbenden met een niet-rechthebbende
partner via bijzondere bijstand voor de duur van een jaar gerepareerd.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 24 september 2015 tijdens een
algemeen overleg van de vaste Commissie SZW aangegeven voornemens te zijn de gemeenten, bij de
toepassing van de kostendelersnorm, een kader te bieden om in schrijnende situaties maatwerk te
kunnen leveren. In de Verzamelbrief SZW 2016, die een dezer dagen wordt verwacht, zal de
staatssecretaris hier nadere uitwerking aan geven. Het college ziet hierin een bevestiging van de reeds
genomen maatregelen voor kwetsbare groepen (zie brief van 7 oktober 2015 RIS 286900 aan de
Commissie Samenleving). Het college ziet de nadere uitwerking van de staatssecretaris met
belangstelling tegemoet en zal zijn reactie daarop delen met de commissie Samenleving.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen