Fractievoorzitter Peter Bos van de Haagse Stadspartij is niet blij met het voornemen van het college om een tweede vestiging van Albert Heijn in winkelcentrum de Fred toe te staan. Peter Bos: “Op 400 meter afstand van de huidige AH-supermarkt een tweede vestiging openen is absurd en bedreigt het kleinschalige karakter van de Fred.”
Nadat de schriftelijke vragen van GroenLinks beantwoord zijn heeft de Haagse Stadspartij vervolgvragen ingediend over de kwestie. Peter Bos: “Het huidige bestemmingsplan biedt geen ruimte voor een extra supermarkt van AH. Ook zie ik geen enkele noodzaak voor een tweede AH. Eén Albert Heijn op de Fred is meer dan genoeg en voegt niets toe.”
In het Statenkwartier wordt al enige tijd actie gevoerd tegen de komst van deze Albert Heijn. Een petitie is al door 1.300 mensen ondertekend. Peter Bos: “De Fred is één van de weinige winkelgebieden waar de bakker, groenteboer, slager etc. nog niet zijn weggeconcurreerd door de supermarkt. Laten we dat vooral zo houden!”.
Inzake: Schriftelijke vervolgvragen Albert Heijn op de Fred
Het raadslid de heer Bos heeft op 13 januari 2015 een brief met daarin dertien vragen aan de voorzitter
van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
In antwoord op vragen van GroenLinks heeft het college aangegeven in te willen stemmen met de
komst van een tweede vestiging van supermarkt Albert Heijn op de Frederik Hendriklaan. Onder
verwijzing naar artikel 30 van het reglement van orde leg ik het college de volgende vragen voor.
1. Het geldende bestemmingsplan uit 1992 beschermt het kleinschalige karakter van de
winkelvoorzieningen op de Frederik Hendriklaan. Dit bestemmingsplan biedt dan ook slechts
ruimte voor detailhandel van maximaal 250 m2 per vestiging met mogelijkheid van vrijstelling tot
vergroting van het oppervlak tot maximaal twee aaneengesloten panden. Wordt de
omgevingsvergunning voor de nieuwe AH-vestiging getoetst aan dit bestemmingsplan of aan het
nieuwe in voorbereiding zijnde bestemmingsplan?
De omgevingsvergunning wordt getoetst aan het bestemmingsplan Statenkwartier e.o. uit 1992.
2. De vestiging van de nieuwe AH-supermarkt past niet in het oude bestemmingsplan. Het college
heeft dan de beleidsvrijheid om de vergunning te weigeren. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?
Ja.
3. Om de strijdigheid met het vigerende bestemmingsplan op te heffen moet een speciale procedure
worden gevoerd. Hoe gaat dit precies in zijn werk?
Bij binnenkomst van de aanvraag om omgevingsvergunning wordt beoordeeld op welke activiteiten de
aanvraag betrekking heeft. Op basis van de aanvraag wordt beoordeeld welke procedure van
toepassing is. In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder Wabo) is omschreven welke
procedure dan van toepassing is. In dit geval is in ieder geval sprake van afwijking van regels van
ruimtelijke ordening.
4. Als het gaat om grootschalige vestigingen op de Fred is in het bestemmingsplan uit 1992 al een
uitzondering gemaakt voor een reeds aanwezige supermarktvestiging, een bank en een
kantoorboekhandel. Zijn er sindsdien nog meer vestiging gekomen die niet pasten in het
bestemmingsplan, maar toch zijn vergund? Zo ja, welke en heeft de raad hierover beslist of het
college?
Ja, het gaat hierbij verder om de volgende winkels: een klein warenhuis, drie woninginrichtingswinkels,
twee schoenenwinkels, drie modewinkels, twee winkels in huishoudelijke benodigdheden en
een boekhandel. Voor een winkel voor dagelijkse detailhandel is recent een vergunning verleend. De
procedure hiervan is nog niet afgerond. Dit betreft zowel ketens maar vooral ook lokale ondernemers,
ook zij hebben behoefte aan meer ruimte. In deze gevallen heeft het college als bevoegd gezag
ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder Wabo, voorheen Woningwet)
hierover beslist.
5. Als de vergunning aan het nieuwe bestemmingsplan wordt getoetst zal de raad dit
bestemmingsplan eerst moeten vaststellen. Is dit juist? Zo nee, waarom niet?
Ja, de aanvraag voor omgevingsvergunning wordt altijd getoetst aan een geldend bestemmingsplan dat
door de raad is vastgesteld.
6. In de beantwoording van de eerdere vragen stelt het college: “In nieuwe bestemmingsplannen in
Den Haag is de regelgeving vereenvoudigd en komt de maximale unitgrens in beginsel en waar
mogelijk te vervallen.” Kan het college aangeven wanneer de raad heeft besloten tot deze
beleidswijziging? Zo nee, waarom niet?
Nee, er is geen specifieke beleidswijziging geweest. Per situatie wordt beoordeeld of er aanleiding is
voor maatwerk. Bij alle bestemmingsplannen in vergelijkbare winkelgebieden die de afgelopen jaren
zijn vernieuwd en door de raad zijn vastgesteld zijn de maximale unitmaten losgelaten. Overigens is
ook in het detailhandelsbeleid geen maximumunit maat voor reguliere winkelgebieden opgenomen.
7. De afstand van de nieuwe AH-supermarkt tot de al bestaande AH op de Fred is 400 meter.
Onderzoek heeft uitgewezen dat steeds meer Hagenaars geen andere supermarkt in de nabijheid
hebben dan AH. O.a. onderzoek uit 2010 door universitair docent Stelder (Rijksuniversiteit
Groningen) waarin werd geconcludeerd dat Albert Heijn voor tachtig procent van de Haagse
bevolking de dichtstbijzijnde supermarkt is. In de beantwoording van schriftelijke vragen hierover
op 28 mei 2013 stelde het college:
Het college streeft een optimale spreiding van supermarkten na en stimuleert binnen de
hoofdwinkelstructuur waar mogelijk de vestiging van een divers supermarktaanbod.
Staat het college nog steeds vierkant achter deze mening? Zo nee, waarom niet?
Ja, daarom stemt het college bijvoorbeeld ook in met de komst van Marqt in de Frederik Hendriklaan,
zoals ze dat ook doet bij de Badhuisstraat en Theresiastraat met de toevoeging van een Hoogvliet
supermarkt.
8. In de laatste detailhandelsmonitor staat het winkelgebied van de Frederik Hendriklaan op de 2e
plaats van beste winkelgebied van de stad (van de 60 winkelgebieden in Den Haag). Als het gaat
om economisch functioneren zelfs op de eerste plaats. Is het college hiervan op de hoogte?
Volgens de laatste detailhandelsmonitor 2013 staat de Frederik Hendriklaan op de 7e
plek.
9. Volgens de detailhandelsnota dient er bij nieuwe vestigingen marktruimte te zijn en moet dat
worden aangetoond door marktonderzoek . Heeft de initiatiefnemer hier aan voldaan? Zo ja, hoe?
Uit de detailhandelsmonitor 2013 wordt voldoende duidelijk dat het supermarkt aanbod in de Frederik
Hendriklaan ondervertegenwoordigd is, de leegstand laag is en dat het winkelgebied goed
functioneert. Ook wordt hier gesteld dat juist de sterke en aantrekkelijke mix tussen zelfstandigen en
winkelketens dit winkelgebied tot een parel maken. Ook wordt geconcludeerd dat er een tekort aan
grootschalige winkelunits is. De vergroting van het bestemmingsplan voor gebruik voor
detailhandelsdoeleinden bedraagt slechts ca. 50 m2, extra marktonderzoek is niet uitgevoerd.
10. Albert Heijn-supermarkten draaien grotendeels op goedkope scholieren die maar voor een
beperkt aantal uren zijn aangenomen, vaak flexibel. Daarnaast is het zo dat een supermarkt de
omliggende winkels met dagelijkse producten beconcurreert. Is het college hiervan op de hoogte?
Zo ja, wat is dan de economische -en werkgelegenheidsmeerwaarde van een extra AH voor de
Fred?
Versterking van de hoofdwinkelstructuur is leidraad van het detailhandelsbeleid. Schaalvergroting,
zowel bij ketens, maar ook bij zelfstandigen, zijn trends waarop we moeten inspelen om gezonde
winkelgebieden te behouden. Een goede mix tussen grotere trekkers en kleinere winkels is daarbij van
levensbelang. Winkelgebieden met sterk dagelijks aanbod met een goede mix tussen zelfstandigen en
winkelketens, ook op het gebied van horeca hebben een beter toekomstperspectief in het licht van de
huidige trends en daarmee ook voor de werkgelegenheid.
11. Er is veel weerstand tegen het plan en een petitie is door 1300 buurtbewoners ondertekend. Wat is
er door de initiatiefnemer gedaan om het draagvlak voor het plan te toetsen?
Initiatiefnemer heeft alle direct omwonenden aangeschreven met informatie over het plan en deze
omwonenden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst en de direct betrokkenen (bovenbewoners
van de betreffende winkelruimtes) aanvullend in een persoonlijk gesprek geïnformeerd over de
plannen en om input gevraagd. Een aantal specifieke wensen van deze direct betrokkenen worden/zijn
meegenomen in de plannen. Tijdens de informatiebijeenkomst zijn ca. 50-60 omwonenden aanwezig
geweest en uitgenodigd om inspraak te leveren op het voorgenomen plan en hun feedback is –
gedeeltelijk – meegenomen in de plannen.
Verder is er intensief persoonlijk contact geweest met het wijkoverleg en de winkeliersvereniging
(BIZ) om hen te informeren over het plan en om hun zienswijze kenbaar te maken. Initiatiefnemer
heeft iedereen (voor zover identificeerbaar) die zich publiekelijk tegen het plan heeft uitgesproken,
aangeschreven en uitgenodigd om in een persoonlijk overleg de plannen toegelicht te krijgen.
De petitie zelf is voor 40% ondertekend door mensen die niet woonachtig zijn in het
Statenkwartier/Geuzenkwartier en veelal zelfs buiten Den Haag wonen en ongeveer een kwart van de
ondertekenaars heeft dit ‘anoniem’ gedaan, waardoor niet te bepalen is in welke hoedanigheid zij hun
stem kenbaar hebben gemaakt. Daarnaast heeft de petitie mensen opgeroepen om zich uit te spreken
tegen een plan wat feitelijk niet voorligt. De eerste zin van de petitie is: “Er zijn plannen voor een
Albert Heijn-filiaal in boekhandel Paagman aan de Frederik Hendriklaan in Den Haag”. Dit is in twee
opzichten onjuist: 1) er komt geen AH ín Paagman, maar er zijn plannen voor een supermarkt náást
Paagman en 2) de plannen betreffen de Willem de Zwijgerlaan en niet de Frederik Hendriklaan.
Dit onjuiste beeld heeft wellicht tot extra ondertekenaars geleid. Initiatiefnemer heeft met heel veel
mensen contact gehad die uit de petitie hebben begrepen dat Paagman weg zou gaan en om die reden
de petitie hebben ondertekend. Om die reden heeft initiatiefnemer ook veel inspanningen verricht om
de juistheid van het plan bij de omwonenden over het voetlicht te krijgen.
12. Is het college met mij van mening dat een weigering van de vergunning om hierboven genoemde
redenen meer in de rede ligt dan een besluit tot instemming? Zo nee, waarom niet?
Nee, zie beantwoording vraag 9 en 10.
13. Juist de Fred waar nog een bakker, groenteboer, slager etc. te vinden is dient beschermd te
worden tegen de zuigkracht van de grote ketens. Heeft het college voldoende juridisch middelen
om te voorkomen dat ketens als Albert Heijn verder oprukken in de stad, zodat winkelgebieden als
de Fred hun karakter kunnen behouden? Zo nee, waarom niet?
De overheid (en dus ook de gemeente Den Haag) kan maar wil ook in bestemmingsplannen niet sturen
op type formule. Marktwerking binnen winkelgebieden staat voorop. Het college is van mening dat
een goede mix van zelfstandigen en winkelketens elkaar juist versterkt.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen