Deze middag bespreken de commissies samenleving en bestuur de stand van zaken economie en werkgelegenheid. Dit is de tekst die raadslid Joeri Oudshoorn namens de Haagse Stadspartij uitsprak.
Den Haag is de derde slechtste werkgelegenheidsregio van het land. Ruim 40.000 mensen zijn geregistreerd als werkzoekende. En dan tellen we de zzp’ers zonder opdrachten, de mensen die het zoeken hebben opgegeven niet mee. En als wél werkend, tellen we ook 24.000 mensen met een bijbaantje tot 12 uur mee, ook als ze meer werk nodig hebben voor een redelijk bestaan. De werkloosheid, voorzitter, is hét dringende probleem van Den Haag.
Na het lezen van de stukken blijft bij mij één gedachte hangen. Hoe leg ik aan een werkeloze Hagenaar uit dat de gemeente bezig is om de economie zo te sturen dat hij een baan krijgt? Mij lukt het niet. Zeker niet aan die 64% lager opgeleiden, die geen opleiding heeft, vmbo of mbo1. Daarom vraag ik het aan de wethouder kenniseconomie. Hoe legt de wethouder kenniseconomie aan die werkeloze Hagenaar uit hoe die 20 miljoen uit het fonds Economische structuurversterking hem aan een baan helpen?
En aan de wethouder Stedelijke economie heb ik ook een vraag, voorzitter. Dat Midden en Kleinbedrijf, de motor van de economie. Daarvoor wil de wethouder omzet- en groeimogelijkheden bieden. Ik denk dan in de eerste plaats aan een potje van 700 miljoen per jaar. Wil de wethouder dat potje ‘Inkoopbeleid gemeente’ in de gaten houden. Want de wethouder mag dan stedelijke economie doen, zijn collega zit op het gróte geld waarmee het mkb echt gestimuleerd kan worden.
Voorzitter, de Haagse stadspartij is voor economisch beleid dat zich richt op een meer diverse economie. Een beleid dat inzet op het versterken van de regionale economie, van de circulaire economie, de economie die voortkomt uit het verduurzamen van de stad. Een beleid vóór MKB’ers om te starten en te groeien, een beleid voor werk in alle sectoren en alle opleidingsniveaus.
Een van de sectoren waarin dat goed kan, is de sector Energie en Duurzaamheid uit de Agende Kenniseconomie. Daarin worden nu alleen de gas- en olie industrie meegenomen. Wie het nieuws volgt, kan voorzien dat de winning van gas en olie een krimpende industrie wordt. Wij zouden willen inzetten om alle knappe koppen uit de fossiele industrie te verleiden over te stappen op duurzame energie. Dan moeten we als gemeente wel uitstralen dat wij ook inzetten op nieuwe bedrijfjes in de duurzame sector. Zo voorkomen we dat de slimme koppen van shell verhuizen naar elders, en kunnen zij bedrijven starten waarin ook veel laag opgeleide werkgelegenheid is.
Is de wethouder kenniseconomie bekend met het bedrijf Avantium, een bedrijf dat nu het materiaal voor een 100% duurzame fles op basis van suiker gaat fabriceren die Coca Cola ook gaat gebruiken. Het materiaal wordt straks in een nieuwe fabriek in NL, BE of FR gemaakt.
Volgens mij zijn dit bedrijven die we ook naar Den Haag zouden moeten halen.
De Haagse Stadspartij vindt echt dat de nu opkomende industrie die ná een transitie de toekomst heeft naar Den Haag moet komen. Die sector kan ook meteen meer circulair aan de slag gaan.
Voorzitter, kan de wethouder kenniseconomie toezeggen dat zij samen met de wethouder duurzaamheid een nota circulaire economie schrijft en aan de raad doet toekomen?
Voorzitter, het is al lang niet meer zo dat economische groei automatisch ook tot meer banen leidt. Dat investeringen altijd banen opleveren. En er wordt in diverse onderzoeken weerlegd wat het college tot haar mantra heeft gemaakt: Voor elke hoger opgeleide baan, ontstaat er automatisch ook een lager opgeleide baan. Recent nog het onderzoek ‘Trickle down in de stad’ van Platform 31. Volgens dat onderzoek leveren 100 extra banen voor hoogopgeleiden voor een gemiddelde stad slechts 10 laag opgeleide banen op. Als we de 13% werkloze hoog opgeleiden via uw beleid aan een baan helpen, hebben we het percentage werkloze laag opgeleiden van 64% maximaal 2% teruggebracht naar 62%. Voorzitter, dat kan toch niet het plan zijn!
Wij voeren deze discussie niet voor het eerst. U gaat nu zeggen dat het college geen banen maakt, dat het bedrijfsleven dat doet. Dat u nooit kunt zeggen hoeveel banen het beleid precies oplevert. Dat economie niet maakbaar is.
Maar u gaat daarbij voorbij aan het feit dat dit college 68 miljoen inzet JUIST om die werkloosheid aan te pakken. Via eerlijke kansen voor iedereen, de taak van Baldewsingh. Maar ook via een betere economische structuur en een diversere stedelijke economie. Het is dit college dat investeert, en daarbij gaat het om politieke keuzes. U kiest voor hoog opgeleid, mondiaal, cosmopolitisch. Maar de werkgelegenheid voor lager opgeleiden die we nodig hebben vraagt ook oog voor dicht in de buurt, kleine ondernemers, ambachten, maakindustrie, cooperatieve bedrijven en inzet op het verduurzamen van onze stad. Daar, voorzitter, liggen de kansen voor lokale werkgelegenheid voor die mensen die nu aan de kant staat. Wij vragen de wethouders Van Engelshoven en Klein om uit te leggen waarom hun politieke keuzes meer werk voor de werkeloze hagenaar opleveren.
Voorzitter, wij vragen de wethouders om in de voortgangsrapportages voortaan een financieel bestedingsoverzicht op te nemen. En wij vragen de wethouders waar mogelijk te rapporteren over de initiatieven waarvoor een bijdrage (uit het fonds) in het jaar daarop overwogen wordt, en deze te onderbouwen met hun toegevoegde waarde voor de economische structuur en werkgelegenheid.
Voorzitter, dan de reintegratie. Zo lang er onvoldoende werk is, en die conclusie delen de Haagse Stadspartij en het college, zal het sleutelen aan werklozen niet leiden tot het oplossen van het werkloosheidsprobleem.
Uit gespreken die wij de afgelopen maanden met bijstandsgerechtigden hebben gevoerd, blijkt bovendien dat veel van hen de re-integratietrajecten als zinloos, contraproductief en soms zelfs als vernederend ervaren. Mensen zitten soms jaren vast in de re-intgeratiecarrousel zonder dat hun perspectief op een echte baan hierdoor toeneemt.
Wij concluderen voorlópig dat de miljoenen die daarin gestoken worden, niet veel opleveren. De onderliggende cijfers voor definitieve conclusies zijn – en dat is geflatteerd – nog onvoldoende helder. Voorzitter, wij vragen de wethouder: het kan toch niet zo moeilijk zijn om met heldere cijfers te komen? Zonder heldere cijfers denken wij dat het geld voor re-integratie effectiever aan andere manieren om de werkgelegenheid te bevorderen besteed kan worden.
Wij vragen de wethouder deze maand nog met heldere cijfers te komen zodat we in januari een écht debat over de re-integratie kunnen houden.
Tenslotte nog een concrete vraag:
Hoe zit het met de banen die alle connecties met China zouden opleveren?
Waarom staat er niets in de voortgangsrapportage, en welke wethouder onderhoudt deze contacten nu Chinese Kool er niet meer zit?