Blog Sanne van der Gaag: Lokaal armoedebeleid blijft vaak pleisters plakken

Vanochtend heeft de kinderombudsman een omvangrijk onderzoeksrapport over armoede onder kinderen gepubliceerd. Eén op de negen kinderen in Nederland groeit op in armoede. In Den Haag ligt dit aandeel, zoals we weten, helaas nog een stuk hoger. Een kwart van de kinderen in onze welvarende stad leeft in armoede. De kinderombudsman laat zien dat kinderen die opgroeien in armoede op alle vlakken in hun leven worden beperkt in hun ontwikkeling. Uit het onderzoek blijkt dat kinderen in armoede te kampen hebben met een groot gebrek aan zekerheid en stabiliteit. Kinderen in armoede beoordelen hun leven over het geheel genomen als minder positief dan leeftijdsgenoten die niet in armoede opgroeien. Zij geven hun leven gemiddeld een 6,6 tegenover een 7,5. Dit rapportcijfer keldert nog meer – naar een magere 5,5 – als er naast armoede nog andere problemen binnen het gezin spelen.

Er zit nogal wat verschil in het armoedebeleid dat verschillende gemeenten in Nederland voeren. Den Haag kan zich scharen onder de gemeenten die, zeker wat betreft kinderen, een heel stevig en sociaal armoedebeleid voeren. Als Haagse Stadspartij zijn we er trots op dat we deze coalitieperiode meer geld hebben uitgetrokken voor het armoedebeleid en hebben ingezet op een actieplan gericht op kinderen in armoede. Met het Haags beleid bieden we hulp- en ondersteuning aan kinderen in gezinnen met een inkomen tot 130 procent van het sociaal minimum. In andere gemeenten is dit 110 of 120 procent. Door de 130 procent norm worden ook kinderen van werkende ouders met een laag inkomen bereikt. Met de slimme Ooievaarspas, het kind pakket en de intensieve samenwerking met Stichting Leergeld worden de drempels tot maatschappelijke participatie verlaagd en wordt ervoor gezorgd dat kinderen die in Den Haag opgroeien in armoede zoveel mogelijk gelijke kansen hebben. Ze kunnen zich door de voorzieningen die we in Den Haag aanbieden bijvoorbeeld persoonlijk ontwikkelen door op een sport te gaan, een instrument te leren spelen of op dans of toneel les te gaan. Ze kunnen op een goede fiets naar school, beschikken over een laptop of tablet om op school mee te kunnen komen en hebben elk jaar voldoende schoolspullen. En zo zijn er in Den Haag nog vele goede regelingen. Misschien nog wel het belangrijkste: in het Haags armoedebeleid wordt er ook echt naar kinderen geluisterd. Leergeld Kids en de Kinderraad denken proactief mee met het armoedebeleid en geven aan waar kinderen zelf behoefte aan hebben. Zoals bijvoorbeeld een winterjas.

De Haagse Stadspartij staat vierkant achter het Haags armoedebeleid. Het zou niet uit moeten maken waar je wieg staat: elk kind verdient gelijke kansen. Wij willen er daarom alles aan doen om te zorgen dat die gelijke kansen er in de praktijk ook komen en kinderen in armoede hierbij zoveel mogelijk hulp en ondersteuning bieden. Maar de kinderombudsman stelt terecht dat dit armoedebeleid – hoe nodig ook – een vorm van pleisters plakken blijft. Zelf heb ik dit punt in verschillende commissievergaderingen ook naar voren gebracht: het armoedebeleid biedt geen structurele oplossing voor de armoede in de gezinnen waar deze kinderen leven. Naast een goede integrale aanpak waar armoedebeleid, schuldhulp, welzijn en jeugdzorg samenkomen en ruimte is voor maatwerk is het voor het serieus bestrijden van armoede ook belangrijk dat er iets gebeurt aan de inkomenskant. Als er te weinig geld binnenkomt, komen gezinnen nu eenmaal niet uit de armoede. Veel van de potentiële oplossingen op dit vlak vallen onder de bevoegdheid van het Rijk dat – anders dan gemeenten – wel inkomenspolitiek kan bedrijven.
Dat betekent echter niet dat we lokaal niets kunnen doen. De Haagse Stadspartij vraagt hier al jaren aandacht voor en zal hier net zolang voor blijven pleiten tot we de raad écht meekrijgen: er moet in het economie- en werkgelegenheidsbeleid meer aandacht komen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Investeer in gerichte omscholing voor mensen die nu geen aansluiting kunnen vinden op de arbeidsmarkt. Staar je niet blind op de kenniseconomie en werkgelegenheid voor hoger opgeleiden maar zorg dat de Haagse arbeidsmarkt ook iets te bieden heeft voor mensen in de stad die lager opgeleid zijn. Laten we ervoor zorgen dat Den Haag al haar inwoners perspectief kan bieden.