De Haagse Stadspartij stelde schriftelijke vragen over het monopolie van Albert Heijn in Den Haag. Uit de beantwoording blijkt dat het college het graag anders ziet, maar niets wil doen. De “blauwe golf” woekert ongestoord door.
Albert Heijn ook op Stationsplein
AD/Haagsche Courant, 6 jun 2013
Albert Heijn heeft zijn oog laten vallen op het leegstaande pand tegenover Station Hollands Spoor waar vroeger het kantoor van de belastingdienst was gevestigd. De supermarktketen zou halverwege 2014 een filiaalwillen openen op de begane grond van het gebouw. Het pand – Terminus geheten – is in eigendom van Geste Groep Vastgoed. Den Haag heeft van alle grote steden in Nederland inmiddels de grootste concentratie Albert Heijn-supermarkten.
Ergernis groeit over dominantie van Albert Heijn
AD/Haagsche Courant, 29 mei 2013
DEN HAAG Wie zijn dagelijkse boodschappen in Den Haag doet, eindigt in acht van de tien gevallen bij een vestiging van Albert Heijn. De Haagse Stadspartij (HSP) vindt dat `ruimtelijke monopolie’ verkeerd en wilde weten wat het college van b en w daarvan vindt. Het stadbestuur lijkt ook niet geheel gelukkig met de `blauwe golf’ in de hofstad. `Het college is bekend met het feit dat in een aantal wijken bepaalde supermarkten een hogere dichtheid en daarmee minder keuzevrijheid bieden voor bewoners dan wenselijk,’ antwoordt het college aan de HSP. Maar de bestuurders wijzen erop dat AH geen regels overtreedt en dat de gemeente de vestiging van een andere super niet kan afdwingen. Al in 2010 concludeerde de Groningse onderzoeker Dirk Stelder dat AH voor 80 procent van de Hagenaars de dichstbijzijnde supermarkt is. ,,Het is de `blauwste’ stad van het land,” reageerde Stelder gisteren.
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
van het raadslid de heer G.H.M. Wijsmuller
sv 2013.184
RIS 258182
Regnr. DSO/2013.568 Den Haag, 28 mei 2013
Inzake: Ruimtelijk monopolie van supermarkten
De gemeenteraad
Het raadslid, de heer G.H.M. Wijsmuller heeft op 11 april 2013 een brief met daarin vier vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Naar aanleiding van de berichtgeving over de komst van nieuwe Albert Heijn vestigingen op het Stationsplein en de Amsterdamse Veerkade leg ik, onder verwijzing naar artikel 38 van het reglement van orde, het college de volgende vragen voor.
1. Uit onderzoek naar de spreiding van Nederlandse supermarkten van Dirk Stelder, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, blijkt dat Albert Heijn voor 80 procent van de inwoners in Den Haag de dichtstbijzijnde supermarkt is. En van hen 14 procent binnen een straal van één kilometer geen alternatief heeft. Kan het college per stadsdeel aangeven hoe deze percentages liggen?
Het college is bekend met het feit dat in een aantal wijken bepaalde supermarkten een hogere dichtheid en daarmee minder keuzevrijheid bieden voor bewoners dan wenselijk. Het betreffen allen locaties die vallen binnen een geldige bestemming. Bij de Detailhandelsmonitor die dit jaar voor de 3e keer wordt uitgevoerd is aandacht voor de diversiteit in winkelaanbod, we zijn hierop alert. Bij eventuele nieuwbouwprojecten wordt initiatiefnemers gewezen op het belang van diversiteit in het supermarktaanbod, maar de uiteindelijke keuze is niet afdwingbaar.
2. Is het college met mij van mening dat Hagenaars moeten kunnen kiezen naar welke supermarktketen zij gaan, en het niet wenselijk is dat zij hiervoor een eind moeten rijden? Zo nee, waarom niet?
Het college streeft een optimale spreiding van supermarkten na en stimuleert binnen de hoofdwinkelstructuur waar mogelijk de vestiging van een divers supermarktaanbod.
Vanuit het accountmanagement retail hebben we regelmatig contact met alle supermarktketens over vestigingsmogelijkheden binnen de bestaande winkelgebieden. Op deze wijze streven wij naar een grotere diversiteit binnen het supermarktaanbod en versterking van de bestaande winkelgebieden (waar supermarkten een belangrijke trekkersfunctie hebben).
DSO/2013.568 2
3. Is het college het met mij eens dat door ‘ruimtelijke monopolies’ het supermarkten ontbreekt aan concurrentieprikkels? Zo nee waarom niet?
Het staat alle supermarkten vrij zich te vestigen op locaties voor zover die in betreffende bestemmingsplannen zijn toegestaan. Momenteel vinden grote veranderingen plaats in het supermarktlandschap in Nederland door overnames, zoals bijvoorbeeld de overname van Konmar door Albert Heijn en Jumbo en meer recent de overname van C1000 door Albert Heijn en Jumbo. Bij deze ontwikkelingen kan het college geen rol spelen.
In het verleden is door de NMA wel getoetst op monopolievorming, bijvoorbeeld bij de overname van een aantal Konmar-supermarkten door Ahold en Jumbo en recenter de overname door Albert Heijn van een aantal C1000 supermarkten. In de eerste situatie heeft Albert Heijn in Den Haag twee vestigingen moeten opgeven, AH Leyweg (nu Hoogvliet) en AH Prins Hendrikstraat (nu Coop). Bij de overgang van een aantal C1000-supermarkten naar Albert Heijn is door de NMA geoordeeld dat dit binnen hetzelfde concern plaats vond en dat dit daardoor geen monopolievorming betreft (toen nog beiden zusterbedrijven binnen Ahold).
4. Momenteel is het voor gemeenten niet mogelijk om supermarkten te spreiden. Is het college het met mij eens dat hier verandering in moet komen? Zo ja, is het college bereid om zich in te spannen en onderzoek te doen om tot een diverser supermarktaanbod te komen? Zo nee, waarom niet?
In de detailhandelsmonitor wordt de mate van diversiteit in het aanbod meegenomen en het college streeft dit waar mogelijk na, zie ook antwoord op vraag 1 en 2. Echter, in de vrije vestigingskeuze van ondernemers binnen de bestaande juridisch-planologische kaders kan en wil het college niet treden.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Reacties:
1. Op 2013-12-22 00:02:05 schreef Albert Heijn:
Ik denk dat je als stad erg blij mag zijn met een stevige Albert Heijn vertegenwoordiging. Albert Heijn is een heel lokaal betrokken bedrijf dat zijn maatschappelijke verantwoording niet uit de weg gaat. Menig winkeliersvereniging of KVO project word goed ondersteund door Albert Heijn managers. Buurtcentra’s, kinderboerderijen, voedselbanken, voetbalclubs, iedereen weet Albert Heijn te vinden als het gaat om sponsoringen of assistentie in bepaalde aktiviteiten. In veel gevallen helpt Albert Heijn belangenloos mee om zijn steentje bij te dragen aan de wijk/stad. Jullie zeggen een te dominante blauwe aanwezigheid in de stad, ik zeg ” wat een heerlijke blauwe warme deken”
2. Op 2013-12-22 16:07:02 schreef Joris:
Natuurlijk zeg jij dat, als we jou moeten geloven is de AH een grote charitatieve instelling waar hamsters heerlijk vrij en vrolijk mogen rondwandelen en de kerstgedachte het hele jaar door heerst… en ook dat is een reden om tegen het monopolie van AH te zijn.
3. Op 2013-12-24 23:43:27 schreef Adriaan Pels:
Albert Heijn past hier de bekende slimme-boeren-strategie toe: reageer niet inhoudelijk op kritiek maar vertel je eigen verhaal. Het gaat hier niet om maatschappelijke betrokkenheid (AH heeft hier trouwens heus niet het monopolie op), maar om de “hogere dichtheid van AH en daarmee minder keuzevrijheid voor bewoners dan wenselijk”. Het is jammer dat de NMA van oordeel is dat hier geen sprake is van monopolievorming daar de overgang van een aantal C1000-supermarkten binnen hetzelfde concern plaats heeft gevonden. Een bekend standpunt dat we al hoorden na bezwaren, toen we in de Theresiastraat op pakweg één kilometer drie AH-vestigingen hadden door de overname van de C1000 toentertijd. Overigens zijn er nu nog twee en geen concurrent.