Wat ging er mis met Chinees handelscentrum?

8 Dec 2011. “Vriendjespolitiek en belangenverstrengeling gemixed met wanbeleid en machtsmisbruik van incompetente bestuurders en bijschnabbelende semi-ambtenaren”, aldus betitelde Constance Bogers van de Haagse Stadspartij de gang van zaken rond het Chinees Handelscentrum in Zichtenburg.

 

Wat ging er mis met Chinees handelscentrum?
(Den Haag Centraal, 24 nov 2011)

Door Jan van der Ven

Iets meer dan een jaar geleden ging het Chinees handelscentrum aan de
Zichtenburglaan plotsklaps failliet. Twaalf maanden later heerst er louter
doodse stilte in het voor miljoenen verbouwde pand. En de beloofde
doorstart door een groep Chinese investeerders uit Dubai laat nog steeds
op zich wachten. Op dit moment kent het prestigieuze project louter
verliezers. PvdA-wethouder Kool brandde er zijn vingers aan en kreeg vorig
jaar zware kritiek vanuit de gemeenteraad te verduren. De gemeentekas werd
ruim anderhalf miljoen euro lichter gemaakt. Dat geld werd meegezogen in
het faillissement. En de man die de kar moest trekken, de Chinese zakenman
Yang, verloor persoonlijk naar schatting vier miljoen euro. Toch begon het
project hoopvol. Het handelscentrum (voluit: Europe Chinese Trade Centre,
ECTC) moest de springplank worden voor Chinese bedrijven en zou goed zijn
voor 600 banen, zo voorspelde wethouder Kool keer op keer. De
initiatiefnemers waren twee Chinese zakenmannen, Woo en Yang. De laatste
is niet de minste: hij was voorzitter van de Europees-Chinese Kamer van
Koophandel. Het idee van de twee stamt uit 2002 en het wordt al snel
omarmd door de gemeente Den Haag. Zo schrijft de toenmalige VVD-wethouder
Verkerk (nu burgemeester van Delft) in april 2003 een opvallend warme
brief aan de twee ondernemende Chinezen. Daarin wordt naast veel
loftuitingen ook hulp aangeboden van het bureau WFIA (het WestHolland
Foreign Investment Agency), dat zich ten doel heeft gesteld namens een
aantal gemeenten buitenlandse bedrijven naar de Haagse regio te lokken.

Blij
Eind juli van dat jaar lijkt niets een prettige samenwerking met het aan
de Koninginnegracht gevestigde WFIA in de weg te staan. Ed van der Feer,
die bij het WFIA belast is met de portefeuille China, schrijft op 29 juli
2003 aan Woo en Yang erg blij te zijn dat de twee Chinezen het pand aan de
Zichtenburglaan willen kopen. In dezelfde brief steekt Van der Feer de
helpende hand uit voor bedrijven die zich later in het handelscentrum
willen vestigen als huurder. Het geloof in het project kent op dat moment
nauwelijks grenzen, alles verloopt voorspoedig. Yang stopt 1,5 miljoen
euro in het pand en de gemeente Den Haag steekt er, op voorstel van
PvdA-wethouder Kool, in 2007 eveneens 1,5 miljoen euro in. Later komt daar
nog eens 100.000 euro bij. De deelname van de gemeente Den Haag en het
businessplan dat de Chinezen kunnen overleggen, geven de bank vervolgens
voldoende vertrouwen om de rest van het miljoenenproject te financieren.
De gemeente verbindt aan de investering van anderhalf miljoen euro onder
meer de eis dat het betreffende koopcontract opgesteld moet worden door
het advocatenkantoor Hofdijk-De Jong. Hagenaar Jan Hofdijk is een
vooraanstaand advocaat op het gebied van asielzaken en daardoor heeft hij
snelle en goede ingangen bij de IND. Hofdijk is tevens een goede kennis
van wethouder Kool. Zijn bureau zal later intensief betrokken worden bij
het verwerven van de noodzakelijke verblijfsdocumenten voor Chinezen.

Handelsfirma
Na de aanschaf van het pand is er veel werk aan de winkel. Het voormalig
distributiecentrum van V & D met een oppervlakte van 30.000 vierkante meter dient voor tonnen verbouwd te worden. Omdat Yang relatief onbekend is in de Haagse regio,
zijn handelsfirma is gevestigd in Barendrecht, laat hij zich sturen door
Ed van der Feer. Die beveelt hem een architect aan en weet in een later
stadium tevens een goede economisch adviseur te vinden als het
businessplan noodgedwongen moet worden bijgesteld. Medio 2008, een jaar
voor de officiële opening, ontstaan de eerste barsten in de tot dan toe
hechte samenwerking tussen de Chinezen en Ed van der Feer. Nadat gebleken
is dat de verbouwing van het handelspand aanzienlijk duurder uitpakt,
overweegt Yang te breken met de architect, hetgeen Van der Feer echter
verhindert. De extra bouwkosten die gemaakt moeten worden, blijken hoe dan
ook een tegenvaller voor de Chinezen. Yang vindt in oktober de oplossing
in een bouwbedrijf uit China. Dat zendt 58 Chinezen naar Den Haag met op
zak reisdocumenten die zijn verzorgd door advocatenkantoor Hofdijk- De
Jong. De ijverige Chinezen, gestoken in helblauwe en grijze overalls, gaan
aan de slag en na vijf maanden is de klus geklaard en kunnen zij
terugkeren naar China.

Voorjaar
Terwijl de verbouwing in volle gang is, melden zich in het vroege voorjaar
van 2009 al de eerste Chinese huurders in het pand en niets lijkt een
succes meer in de weg te staan. Het gaat aanvankelijk om een groep van
acht huurders en ook zij krijgen de nodige verblijfsdocumenten na
bemiddeling van het advocatenkantoor Hofdijk-De Jong. Het succesbeeld
verandert echter al snel. In 2009 doen zich fikse tegenslagen voor. Als
gevolg van miscalculaties van de architect blijkt de tweede fase van de
verbouwing veel langer te duren. Dan zijn er ook nog extra kosten in
verband met het verwijderen van asbest en eisen die de brandweer stelt. De
rekeningen van de aannemers stapelen zich op en Yang ziet de financiële
problemen in rap tempo toenemen. Na lang soebatten krijgt hij in 2010
uitstel van betaling van de Deutsche Bank, die de deelname in het
handelscentrum had overgenomen van de ABN AMRO. Met het uitstel van
betaling is Yang echter niet uit de financiële problemen. In het nauw
gedreven gaat hij daarom op zoek naar nieuwe huurders. In China vindt hij
een groepje van zeven winkeliers dat bereid is naar Den Haag te verhuizen.
Maar om voor Yang onverklaarbare redenen begint er vanaf dat moment een
gure tegenwind te waaien. De altijd zo bereidwillige Ed van der Feer gaat
ineens stevig op de rem staan. Hij bromt iets over te hoge rekeningen die
de gemeente moet betalen aan het kantoor Hofdijk-De Jong voor al die
IND-documenten. Maar het kan ook zijn dat Van der Feer andere zaken aan
zijn hoofd heeft, want dezelfde Ed van der Feer dient niet alleen de
belangen van de WFIA. Hij blijkt namelijk nog andere zakelijke connecties
met China te hebben, die geheel los staan van zijn werkzaamheden voor de
WFIA. Zo heeft hij in zijn binnenzak altijd een visitekaartje waarop staat
dat hij als senior manager werkzaam is voor de Chinese tak van de
vermaarde geisergigant Vaillant. Vanuit die functie geeft hij in Nederland
soms ook lezingen. Hij presenteert zich dan als senior manager van
Vaillaint en houdt voor zijn gehoor een verhaal met als titel ‘Going Dutch
in China’. De zeven Chinezen krijgen uiteindelijk geen IND-documenten.
Vanaf dat moment komt het gehele project in steeds moeilijker vaarwater
terecht. Eind 2009, dus al een jaar voor het faillissement, gaan intern
bij de gemeente ook alarmbellen rinkelen.

Navrant feit is dat het Chinees handelscentrum op dat moment nauwelijks operationeel is en de Deutsche Bank speelt op. De gemeente schuift financieel deskundige Gerard Stap naar voren. Deze consultant moet ervoor zorgen dat het handelscentrum alsnog een succes wordt. Stap ziet weinig meer in de pogingen van Yang om huurders te vinden. De enige kans op overleving, zo redeneert hij, is het zelf vinden van een groep (Chinese) investeerders.

Wanhopiger

Yang wordt steeds wanhopiger en gaat in Europa op zoek naar nieuwe
huurders. Hij vindt uiteindelijk in Frankrijk een groepje Chinezen dat wel
oren heeft naar zijn verhaal en ook bereid is een deel van de aandelen
over te nemen. Bijkomend voordeel is dat deze Chinezen geen IND documenten
nodig hebben. Maar Yang blijkt steeds minder macht te hebben want Stap
weet te verhinderen dat de Franse Chinezen naar Nederland komen. Hij zet
daartoe Yang onder druk en zegt tegen de Franse Chinezen dat ze beter even
kunnen wachten op wat er in de nabije toekomst met het handelscentrum gaat
gebeuren. Hij neemt zelfs het woord faillissement in de mond en daar
schrikken de Chinezen hevig van. Ze haken af. Niet veel later vindt Yang
een vastgoedbeheerder in China die het hele pand inclusief schulden voor
13 miljoen wil kopen. Daarmee zou de Deutsche Bank ook uit de problemen
zijn. Yang krijgt echter te horen dat het financiële bod niet solide
genoeg is omdat bepaalde bankgaranties ontbreken. Met als gevolg dat deze
optie, die het handelscentrum had kunnen redden, terzijde wordt geschoven.
Het echte antwoord voor de problemen moet uiteindelijk uit Dubai komen, is
de verwachting. Daar wordt het pokerspel met als inzet de toekomst van het
Chinees handelscentrum in Den Haag aan de onderhandelingstafel voortgezet.
Een groep Chinezen uit Dubai heeft Yang in april van 2010 laten weten
huurders te hebben die samen 1,8 miljoen euro kunnen opbrengen. Een brief
van ‘Lambert notarissen’ uit Rotterdam bevestigt het bestaan van dit
voorstel. Maar omdat ook dit plan niet is voorzien van financiële
zekerheden, veegt de bank het van tafel. De hele zomer die daarop volgt,
blijft Yang tevergeefs kandidaten aandragen die een einde kunnen maken aan
de financiële problemen. De kansen voor Yang lijken verkeken als hij in
september 2010, twee maanden voor het faillissement, een brief van de
Deutsche Bank ontvangt waarin zwart op wit staat dat de bank het
vertrouwen in hem opzegt.

Speuren

Ed van der Feer en Gerard Stap zijn intussen ook gaan speuren naar
kandidaat-kopers of huurders. Het tweetal komt uiteindelijk eveneens in
Dubai uit, bij een groep Chinezen die bereid is geld in het Haagse
handelscentrum te stoppen. Uiteindelijk vinden de twee een groep Chinezen
die 5,25 miljoen euro op tafel wil leggen voor het handelscentrum. Van der
Feer, Stap en wethouder Kool mikken op een overname door de Dubai-groep.
Wethouder Kool reist daarom hoogstpersoonlijk vol goede moed naar de
oliestaat Dubai, samen met Ed van der Feer. De sfeer is goed en het gezelschap laat
zich keurig in het gelid op de foto zetten. Deskundigen vermoeden echter
dat het bod van 5,25 miljoen indertijd evenmin voorzien was van een
noodzakelijke letter of credit. Dat vermoeden wordt versterkt doordat
tijdens de afwikkeling van het faillissement de Dubai-groep geen geld kan
laten zien. Pas een jaar later, op 2 november 2011, is het gevraagde
bedrag overgemaakt en is het handelscentrum eigendom geworden van de
Dubai-groep.

Geruisloos
Het is de wethouder er veel aan gelegen dat het handelscentrum niet
failliet gaat, want dat zou zijn politieke positie schade toebrengen. Het
is daarom de bedoeling dat het handelscentrum geruisloos in handen komt
van de Dubai-groep. Op dat moment realiseert Yang zich echter dat zijn
spel gespeeld is. Want met de 5,25 miljoen zijn er louter verliezers: de
gemeente heeft meer dan 1,5 miljoen euro verspeeld en Yang heeft opgeteld
naar eigen berekening 4 miljoen euro verloren. Daarop vraagt Yang, na
overleg met zijn advocaat, in november van het vorig jaar het
faillissement van het handelscentrum aan. De overige partijen zijn
verbijsterd. Exact een jaar later staat het voor miljoenen verbouwde pand
aan de Zichtenburglaan nog steeds leeg en is het wachten op de zo lang
geleden beloofde doorstart.

GroenLinks: snel onderzoek naar ‘bedrijvenlokker’ WFIA
(Den Haag Centraal, 2 Dec 2011 )

Door Jan van der Ven

De fractie van GroenLinks in de Haagse gemeenteraad wil dat er snel een
onafhankelijk onderzoek komt naar de wijze waarop het WFIA (het
WestHolland Foreign Investment Agency) de belangen van de gemeente Den
Haag dient. De fractie komt deze week met dit voorstel tijdens een
spoeddebat over het faillissement van het Chinees handelscentrum aan de
Zichtenburglaan. PvdA-wethouder Henk Kool moet tijdens dat debat de
gemeenteraad duidelijkheid verschaffen over de gang van zaken rond het
faillissement. Het Chinees handelscentrum ging een jaar geleden
plotseling failliet omdat één van de initiatiefnemers, de Chinese
zakenman Yang, er de stekker uit trok. Uit een reconstructie van deze
krant, die vorige week werd gepubliceerd, blijkt onder meer dat Yang
voorafgaand aan het faillissement investeerders en huurders had gevonden
die met nieuw geld bereid waren het handelscentrum een steviger basis te
geven. Zo was er een groep huurders uit China die bereid bleek een reeks
winkels in het handelscentrum te openen. Ook vond Yang een investeerder
uit China die 13 miljoen euro op tafel wilde leggen. Daarmee zou het
centrum geheel uit de schulden zijn. De voorstellen van Yang werden
echter niet overgenomen omdat er onvoldoende financiële zekerheden
konden worden geboden. Daarnaast speelde het feit dat het WFIA de
Chinese zakenman niet meer serieus nam. Zijn voorstellen om uit de
financiële problemen te komen, werden in toenemende mate gedwarsboomd.
Het handelscentrum werd uiteindelijk voor slechts 5,25 miljoen verkocht
aan een groep Chinese investeerders uit Dubai. De gemeente verloor als
participant in het project 1,6 miljoen euro. Het wachten is nu op de
door wethouder Kool beloofde doorstart.

Centrale rol
Het WFIA moet namens een aantal gemeenten, waaronder Den Haag,
bedrijven uit het buitenland aantrekken. Rond de komst van het Chinees
handelscentrum speelt Ed van der Feer een centrale rol. Hij is bij het
WFIA belast met de portefeuille China. Van der Feer is echter niet in
dienst bij het WFIA, zo blijkt, maar werkt gedurende twee dagen per week
voor de gemeente Den Haag. Hij is wel gestationeerd bij het WFIA en
presenteert zich naar buiten toe als werknemer van dit bureau. Daarnaast
behartigt hij de belangen van de geiserproducent Vaillant.
Fractievoorzitter Wijsmuller van de Haagse Stadspartij laakt de
handelwijze van Van der Feer. “Het is natuurlijk absurd dat deze man er
een handeltje bij heeft. Belangenverstrengeling ligt dan om de hoek”.
Ook de Socialistische Partij plaatst vraagtekens bij de rol die Van der
Feer speelt in het dossier. SP-fractievoorzitter Ingrid Gyömörei vraagt
zich daarnaast af waarom wethouder Kool sinds 2006 twaalf keer op
dienstreis moest naar China. Een deel van die reizen stond in het teken
van het realiseren van het Chinees handelscentrum. Gyömörei: “Achteraf
moet je zeggen dat het allemaal weggegooid geld is geweest”. Uit de
reconstructie blijkt verder dat de eerste groep Chinese
huurders/winkeliers de benodigde verblijfsdocumenten kreeg met
financiële hulp van de gemeente Den Haag. De documenten werden
geleverd door het advocatenkantoor Hofdijk-De Jong. Advocaat Jan Hofdijk
is een goede kennis van wethouder Kool en heeft goede ingangen bij de
autoriteiten die de benodigde verblijfsdocumenten moeten afgeven. De
rekeningen voor geleverde diensten stuurde Hofdijk-De Jong naar de
gemeente.

Mensenhandel
De fractie van de VVD zet grote vraagtekens bij deze gang van zaken. Het
VVD-raadslid lbo Gülsen zegt: “Zoiets doe je als gemeente misschien
wanneer je relaties uitnodigt. Maar niet als het om winkeliers of
arbeiders uit China gaat”. De VVD’er spreekt het vermoeden uit dat de
gemeente heeft meegewerkt aan een vorm van wat hij noemt ‘luxe
mensenhandel’. Gülsen: “Het is toch vreemd dat voor een eenvoudige
verbouwing arbeiders uit China moeten overkomen?”. Uit documenten die de
redactie van deze krant heeft ingezien blijkt dat vier bv’s zijn uitgeschreven
uit het register van de Kamer van Koophandel. Het gaat om winkels die in het centrum waren gehuisvest voordat het failliet ging. Deze Chinese winkeliers kregen de benodigde verblijfsdocumenten van advocatenkantoor Hofdijk-De Jong. De gemeente
betaalde de rekeningen ervan. Onduidelijk is of de Chinezen die hun
bedrijven hebben laten uitschrijven uit het register van de Kamer van Koophandel momenteel nog in Nederland verblijven of inmiddels zijn
teruggekeerd naar China.

De tekst van Constance Bogers (Haagse Stadspartij) in het debat over het Chinees Handelscentrum:

Voorzitter

Ook ik heb het artikel in Den Haag Centraal van 24 november 2011 gelezen over het Chinees Handelscentrum. Als het allemaal klopt zou ik de journalist willen complimenteren: een mooi staaltje onderzoeksjournalistiek.

Ik ga er van uit dat de feiten kloppen, anders had wethouder Kool ons wel geïnformeerd. Maar al een week houdt hij zich stil. Muisstil.

Het klopt dus dat de gemeente destijds anderhalf miljoen euro heeft uitgeleend onder de voorwaarde dat het betreffende koopcontract opgesteld moest worden door het advocatenkantoor Hofdijk-De Jong. Hofdijk is tevens een goede kennis van wethouder Kool, lees ik. Wat zijn dat voor praktijken? Vriendjespolitiek? De gemeente heeft toch een huisadvocaat, dus waarom ineens Hofdijk-de Jong?

Het klopt dus dat Ed van der Feer van de WFIA bepaalde welke architect en welke economisch adviseur ingeschakeld diende te worden door Yang, de exploitant van het handelscentrum? En dat hij daarmee op kosten is gejaagd.

Het klopt dus dat Ed van der Feer werkzaam is als senior manager voor de Chinese tak van de geiserfabrikant Vaillant? Hoe kan het dat een ambtenaar van de gemeente Den Haag, gedetacheerd bij de WFIA, een eigen business heeft?

Het klopt dus dat het Chinees handelscentrum dat in november vorig
jaar failliet is verklaard, verkocht had kunnen worden voor 13 miljoen euro aan een vastgoedbeheerder uit China? Dan had de gemeente dus ook de investering van 1,6 miljoen terug kunnen krijgen.

Het is allemaal niet fraai wat ik heb gelezen. Vriendjespolitiek en belangenverstrengeling gemixed met wanbeleid en machtsmisbruik van incompetente bestuurders en bijschnabbelende semi-ambtenaren.

Sinds half mei 2006 is de wethouder, voor zover valt na te gaan, twaalf keer naar China geweest. Ook heeft hij als lid van het Comité van de Regio’s, achttien vergaderingen in allerlei Europese uithoeken bijgewoond. In totaal heeft hij 68 reizen gemaakt op kosten van de overheid. Als het nu nog wat opleverde. Maar hoe lang staat dat verdomde handelscentrum in Zichtenburg nu al leeg? Er gebeurt nog steeds niets.

Voorzitter, de wethouder heeft iets uit te leggen. Heel veel uit te leggen. Wat ons betreft is de maat vol.

Geen onderzoek naar de ‘bedrijvenlokker’
(Den Haag Centraal, 9 Dec 2011 )

Door Jan van der Ven

Er komt geen onafhankelijk onderzoek naar de rol van het Westholland
Foreign Investment Agency (WFIA) bij het aantrekken van het inmiddels
failliete Chinees handelscentrum. De fractie van GroenLinks vroeg daar
vorige week om tijdens een spoeddebat over het faillissement. GroenLinks
diende een motie in die werd weggestemd door de coalitiefracties van
PvdA, VVD, D66 en het CDA.
Ook de Islam Democraten stemden tegen de motie. Aanleiding voor het
spoeddebat was een reconstructie van het faillissement die deze krant
twee weken geleden publiceerde. Het Chinees handelscentrum ging vorig
jaar failliet nadat een van de initiatiefnemers, de Chinese zakenman
Yang, er onverwachts de stekker uit had getrokken.
Het centrum werd geplaagd door grote financiële tegenvallers als gevolg
van het ontbreken van voldoende huurders. Na het faillissement kocht een
groep Chinese investeerders het centrum voor 5,25 miljoen.
PvdA-wethouder Kool beloofde een doorstart. Daarop wordt nog steeds
gewacht. Volgens wethouder Kool is de doorstart volgend voorjaar te
verwachten.
Het GroenLinks-raadslid Vianen greep het debat van vorige week aan om
zware kritiek te uiten op de gang van zaken rond het faillissement en de
rol van het WFIA. Deze organisatie moet voor een aantal gemeenten,
waaronder Den Haag, bedrijven uit het buitenland aantrekken. “Er zijn
slechts tien in plaats van de beloofde 200 bedrijven aangetrokken.
De fouten in het dossier stapelen zich op”, aldus het raadslid. De
gemeente participeerde voor 1,6 miljoen in het Handelscentrum. “Dat geld
zijn we dus kwijt”, stelde Vianen. De fracties van de Haagse
Stadspartij, de SP en PVV sloten zich aan bij de kritiek van Vianen.
Constance Bogers van de Haagse Stadspartij hekelde het inzetten van het
externe advocatenkantoor Hofdijk-De Jong voor het verkrijgen van de
noodzakelijke verblijfsdocumenten voor Chinese huurders.
Advocaat Jan Hofdijk is een bekende van wethouder Kool. Bogers: “De
gemeente heeft toch zelf een huisadvocaat?”. Bogers had daarnaast
kritiek op de rol van WFIA-medewerker Van der Feer die tevens voor
geiserfabrikant Vaillant werkzaam blijkt te zijn. SP-fractievoorzitter
Ingrid Gyömörei ventileerde kritiek op de rol van wethouder Kool. De SP
vindt dat de wethouder de gemeenteraad rond dit dossier veel actiever
moet informeren.

Kwetsbaarder

Het CDA pleitte bij monde van fractievoorzitter Van Vroonhoven voor
maximale openheid naar de gemeenteraad. “Alles moet in één keer op tafel
komen, de wethouder moet zich kwetsbaarder opstellen” Van Vroonhoven
vond dat wethouder Kool moet erkennen dat er zaken fout zijn gegaan. “En
daar moet hij van leren. Hij moet open kaart spelen”.
Om dat doel te bereiken is volgens het CDA echter geen onderzoek nodig
naar de rol van het WFIA in het faillissement. De coalitiefracties van
VVD en D66 spraken van ‘wijze lessen voor de toekomst’. Wethouder Kool
verdedigde zich. Volgens hem heeft de reconstructie niets nieuws
toegevoegd aan de informatie die hij de gemeenteraad eerder gaf over het
faillissement. Hij wilde niet ingaan op de rol van WFIA-medewerker Ed
van der Feer, omdat die ambtenaar is.
Van der Feer wordt voor twee dagen per week betaald door de gemeente
Den Haag. Volgens Kool werkte Van der Feer al voor Vaillant voordat hij
zich bereid toonde om gedurende enkele dagen per week voor de gemeente
te gaan werken. Kritiek op het WFIA deelde de wethouder niet. “De WFIA
is zeer succesvol. Door bemiddeling van het WFIA zijn bijna 500
arbeidsplaatsen in deze regio gecreëerd”. Het inschakelen van
advocatenkantoor Hofdijk-De Jong heeft volgens de wethouder niets te
maken met vriendjespolitiek. “Met dat kantoor zijn in 2004 afspraken
gemaakt. Toen was ik hier als wethouder niet eens actief”. Hij voegde er
aan toe dat het inschakelen van Hofdijk-De Jong eenmalig was omdat het
een groep Chinezen betrof. De gemeente betaalde de uren die het
advocatenkantoor maakte.

Wederhoor

De wethouder beschuldigde de redactie van Den Haag Centraal ervan geen
‘hoor en wederhoor’ te hebben toegepast voordat de reconstructie van het
faillissement in de krant verscheen. Het conceptartikel is echter wel,
geheel conform de regels van de journalistiek, vooraf om commentaar
voorgelegd aan de wethouder. Dat gebeurde twee dagen voor publicatie.
Zijn woordvoerster liet de redactie per email echter weten: “Henk heeft
er geen reactie op”. Op haar verzoek zijn wel enkele feitelijke
onjuistheden in het artikel gecorrigeerd.