Op zondag 10 april jl. vond er in de binnenstad van Den Haag een demonstratie van het extreemrechtse Pegida plaats. Het was Pegida toegestaan een tocht door de binnenstad te lopen terwijl elke vorm van vreedzaam tegenprotest, of de ‘dreiging’ hiervan, in de buurt onmogelijk werd werd gemaakt door vele tientallen mensen preventief te arresteren. In Amsterdam en Utrecht werd het tegendemonstranten wel toegestaan om ter plaatse van de Pegida demonstraties aldaar een – niet aangemeld- tegengeluid te laten horen.
De Haagse Stadspartij heeft samen met GroenLinks, Islam Democraten en Partij van de Eenheid de volgende 14 vragen gesteld over de gang van zaken rondom deze demonstratie:
De raadsleden de dames Faid en Van der Gaag en de heren Kapteijns, Küçük en Khoulani hebben op 12 april 2016 een brief met daarin veertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Op zondag 10 april jl. vond er in de binnenstad van Den Haag een demonstratie van het extreemrechtse Pegida plaats. Het was Pegida toegestaan een tocht door de binnenstad te lopen terwijl elke vorm van vreedzaam tegenprotest, of de ‘dreiging’ hiervan, in de buurt onmogelijk werd gemaakt door vele tientallen mensen preventief te arresteren. In Amsterdam en Utrecht werd het tegendemonstranten wel toegestaan om ter plaatse van de Pegida demonstraties aldaar een – niet aangemeld- tegengeluid te laten horen.
De Haagse Stadspartij heeft samen met GroenLinks, Islam Democraten en Partij van de Eenheid de volgende 14 vragen gesteld over de gang van zaken rondom deze demonstratie:
1. Klopt het dat er op zondag 10 april (tijdens de demonstratie van Pegida) 54 mensen zijn aangehouden in de binnenstad? Zo nee, hoeveel mensen zijn er dan wel aangehouden?
Ja, de politie heeft rond de demonstratie van Pegida op 10 april 2016 inderdaad 54 personen aangehouden.
2. Op welk moment en naar aanleiding van welke gedragingen is op 10 april 2016 besloten dat tot aanhouding zou worden overgegaan? Door wie werd dit besloten? Op grond waarvan werden deze 54 mensen aangehouden? Waarvan werden zij precies verdacht? Graag een zo gedetailleerd mogelijk antwoord.
In Den Haag geldt het recht om te demonstreren voor een ieder. De vraag of de boodschap van de demonstranten al dan niet welgevallig of omstreden is doet daarbij niet ter zake. Zoals uitvoerig beschreven in het Haagse demonstratiebeleid (RIS 275302) beoordeelt de burgemeester demonstraties conform de Wet openbare manifestaties (Wom) op hun gevaar voor de gezondheid, het verkeer en wanordelijkheden en niet op het gedachtegoed. De officier van justitie beoordeelt de strafrechtelijke kant van uitingen en gedragingen van demonstranten. Deze twee lijnen komen samen in de Haagse driehoek waarin kennisgevingen voor demonstraties worden besproken. Hierbij komen ook landelijke en internationale ontwikkelingen aan de orde. De driehoek was er dan ook mee bekend dat reacties tegen eerdere demonstraties van Pegida in andere steden (waar onder Amsterdam en Utrecht) tot (gewelddadige) confrontaties tussen demonstranten onderling maar ook met de politie hebben geleid.
De driehoek heeft kennis genomen van oproepen, met name op internet/social media, om de demonstratie van Pegida in Den Haag tegen te gaan en te verstoren. Er waren twee (tegen)demonstraties aangemeld van partijen die op dezelfde tijd en op dezelfde locatie als Pegida wilden demonstreren. Daarop is in de driehoek besloten dat tegendemonstraties, uit vrees voor wanordelijkheden, gescheiden moeten worden van de Pegida demonstratie.
Het recht op demonstratie strekt immers niet zover dat men zich daarop kan beroepen om anderen hun recht om te demonstreren te ontzeggen.
Als alternatieve locatie voor tegendemonstraties is vanuit de driehoek Plein 1813 voorgesteld, op hoor- en zichtafstand van de route van Pegida. De gewenste tijden konden worden aangehouden. Uiteraard hadden deze demonstranten desgewenst ook een route langs veel publiek kunnen lopen. Echter niet zowel gelijktijdig, als via dezelfde route die Pegida had aangemeld. Eén van de partijen heeft aangegeven van de voorgestelde alternatieve locatie gebruik te willen maken. De andere partij heeft de kennisgeving ingetrokken. Vooraf is het opleggen van formele beperkingen aan een demonstratie afgelopen 10 april niet nodig gebleken, noch aan Pegida, noch aan een tegendemonstratie. Tijdens de demonstratie van Pegida signaleerde de politie op verschillende locaties in de directe omgeving (vermoedelijke) tegendemonstranten. Dit vermoeden werd bijvoorbeeld ingegeven doordat betrokkenen recentelijk daadwerkelijk betrokken waren bij de verstoring van demonstraties van Pegida elders in het land. In lijn met de vooraf in de driehoek vastgestelde beleidsuitgangspunten en tolerantiegrenzen heeft de politie ter voorkoming van wanordelijkheden, zeker in een gebied met winkelend publiek, opgetreden om vermenging van groepen tegen te gaan. De politie heeft mensen in de omgeving van het Spui (met name op de Hofplaats) aangesproken en, indien men aangaf tegen Pegida te willen demonstreren, doorverwezen naar Plein 1813. De meesten ontkenden te willen demonstreren.
Helaas constateert het college dat desondanks diverse personen niet de waarheid spraken en er doelbewust voor kozen om zich die dag niet aan de hierboven genoemde bepalingen rond demonstreren te houden. De vrees voor mogelijke verstoring van de orde en wanordelijkheden werd ten tijde van de demonstratie van Pegida bevestigd, toen de politie concrete informatie kreeg dat in een horeca gelegenheid langs de route een grote groep personen zich ophield waarbij ook vuurwerk was waargenomen. Daarop is deze groep door het personeel van de gelegenheid verzocht de vestiging te verlaten en is de groep door de politie aangehouden. Op het toilet van de horecagelegenheid is vervolgens zwaar, illegaal vuurwerk en tape aangetroffen waarmee een vuurwerkbom kon worden gefabriceerd. Ontploffing van dit vuurwerk in een groep mensen had tot (ernstig) letsel kunnen leiden.
Het college benadrukt dat in lijn met de constateringen van de Nationale Ombudsman binnen de gemeente Den Haag al jaren beleid is, dat ook onaangemelde demonstraties zoveel mogelijk worden gefaciliteerd, mits mogelijk in plaats en tijd en er bijvoorbeeld geen vrees is voor wanordelijkheden. In de casus was er nadrukkelijk sprake van vrees voor wanordelijkheden: direct na de aanhoudingen en signalen van de aanwezigheid van vuurwerk bij de horecagelegenheid was de demonstratieve optocht van Pegida in aantocht. Er was geen tijd en ruimte meer om een, kennelijk bewust verzwegen, tegendemonstratie op de Hofplaats te faciliteren. Er was ook geen gelegenheid deze te verwijzen naar een andere plaats. Ter voorkoming van wanordelijkheden zijn hierop aanhoudingen verricht. Daarnaast zijn ook op andere plaatsen langs de route van Pegida personen aangehouden waarvan eveneens de vrees bestond dat deze de demonstratie wilden gaan verstoren. Het college benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het aanhouden van personen bij de politie ligt en het vervolgen van personen een verantwoordelijkheid is van het Openbaar Ministerie. Het college beschikt dan ook niet over de achtergronden van de verrichte aanhoudingen en de wijze waarop deze verlopen zijn. Politie en Openbaar Ministerie laten desgevraagd weten dat er uiteenlopende gronden zijn geweest voor de aanhoudingen.
3. Volgens onze informatie is een groot deel van de arrestanten in eerste instantie zonder opgave van reden gearresteerd en hebben zij pas op het hoofdbureau iets gehoord over de grond van hun aanhouding. Klopt dit? Zo ja, waarom kon de politie ter plaatse geen antwoord geven op de vraag op wat de reden voor de aanhouding was? Zo nee, wat heeft de politie bij hun aanhouding als reden van de aanhouding aan hen meegedeeld?
Dit komt niet overeen met het beeld van de politie: alle arrestanten is bij hun aanhouding ter plaatse verteld wat de reden hiervan was. Zoals gesteld bij vraag 2 waren deze redenen uiteenlopend. Wel is in sommige gevallen groepsgewijs geïnformeerd, waarbij een politiefunctionaris dit met luide stem deed. Voorts bleek een aantal aangehouden personen achteraf de Nederlandse taal onvoldoende machtig, waardoor zij vermoedelijk niet direct de reden van haar aanhouding begrepen heeft. Alle zaken liggen momenteel bij het Openbaar Ministerie, die in alle individuele gevallen een besluit zal nemen of betrokkene vervolgd wordt en zo ja, op welke grond dat plaats zal vinden.
4. Wij hebben begrepen dat een groot deel van de arrestanten bij hun vrijlating geen kennisgeving van proces verbaal heeft meegekregen. Klopt dit? Zo ja, hoeveel van de arrestanten hebben geen kennisgeving proces verbaal meegekregen? Zullen de heengezonden verdachten nog vervolgd worden en zo ja op welke grond?
Desgevraagd hebben politie en Openbaar Ministerie laten weten dat er inderdaad voor is gekozen de verdachten te verhoren en daarna heen te zenden. De zaken konden niet allemaal direct worden afgedaan, omdat de dossiers nog niet compleet waren. Het was echter onwenselijk de verdachten langer dan nodig vast te houden. Zoals gesteld bij vraag 3 zal het Openbaar Ministerie elke zaak afzonderlijk beoordelen, alvorens een vervolgingsbeslissing wordt genomen.
5. Van een aantal arrestanten en uit de media hebben wij vernomen dat werd aangehouden op grond van overtreding van de APV en “dreigende wanordelijkheden”. Welk artikel uit de APV werd bedoeld? Waaruit bestonden volgens de politie op het moment dat werd besloten tot aanhouding deze ‘dreigende wanordelijkheden’?
Een aantal personen is aangehouden op basis van art. 2:1 APV. Zie verder het antwoord op vraag 2.
6. Er zijn op internet verschillende getuigenverklaringen en beeldmateriaal te vinden van een arrestatie van een man op het Spuiplein, de opgegeven reden van deze aanhouding was het overtreden van de APV op basis van dreigende verstoring van de openbare orde. De man in kwestie is alleen, vertoont geen provocerend gedrag richting demonstranten of politie, uit op geen enkele manier zijn politieke mening en geeft aan slechts bij de demonstratie aanwezig te zijn om naar de speeches te luisteren. Daarbij zou hij als hij wel zou demonstreren ook geen toestemming nodig hebben omdat het niet verplicht is eenmansdemonstraties aan te melden. In welke zin is er in dit geval sprake van dreigende verstoring van de openbare orde en grond voor aanhouding?
Zie het antwoord op vraag 2. De persoon waarnaar wordt gerefereerd is een bekende demonstrant die eerder een Pegida demonstratie heeft verstoord. Deze persoon werd ter plaatse door zowel Pegida demonstranten als politiefunctionarissen herkend. Hij filmde mensen die daar niet van gediend waren en uitte zich dusdanig dat dit tot negatieve reacties van de omstanders leidde en de openbare orde verstoord dreigde te worden. De politiefunctionarissen hebben hem hierop herhaaldelijk aan gesproken. Toen hij volhardde, heeft de politie hem gevorderd zich te verwijderen. Toen hij ook daar geen gehoor aan gaf, heeft de politie hem aangehouden.
7. Waarom heeft één van de arrestanten – ondanks zijn uitdrukkelijke verzoeken hiertoe- zijn medicijnen niet gekregen van de politie terwijl hij elke twee uur medicatie nodig heeft en dit ook kenbaar heeft gemaakt? Waarom is in plaats van hem zijn medicijnen te geven ook geen contact opgenomen met zijn arts en is hij tijdens zijn detentie ook niet bezocht door een arts die een professionele inschatting van zijn medische situatie – en de noodzaak tot tijdig innemen van zijn medicijnen zou kunnen maken?
8. Heeft het college vernomen dat onder de aangehouden personen een meisje was dat die middag nietsvermoedend in de Haagse binnenstad kwam winkelen, en opeens door de politie werd aangehouden, in een arrestantenbus werd gezet en uren is vastgehouden voordat zij uiteindelijk werd heengezonden? Zo ja, hoe heeft dit kunnen gebeuren en welke overwegingen lagen aan deze aanhouding ten grondslag? Zo nee, hoe kan dit in de toekomst worden voorkomen?
Ad vragen 7 en 8:
In algemene zin heeft iedere arrestant zo nodig recht op medische zorg en deze is (op afroep) altijd beschikbaar. In gevallen waarin een arrestant meent dat hem/haar dit recht ontnomen is, kan hij/zij altijd een klacht indienen die wordt beoordeeld door een onafhankelijke klachtencommissie. Dit geldt ook voor arrestanten die menen onterecht te zijn aangehouden, ook in die gevallen kan een klacht worden ingediend.
9. Bij het artikel 1 monument vond afgelopen zondag een kleine spontane demonstratie tegen racisme plaats waarbij een spandoek werd getoond en leuzen werden gescandeerd. Volgens de Nationale Ombudsman mag een demonstratie niet worden beëindigd uitsluitend vanwege het niet-aanmelden van een demonstratie. Beperking van demonstratievrijheid kan alleen in belang van volksgezondheid, verkeersveiligheid of openbare orde. Deze demonstranten in bovengenoemde casus zijn nagenoeg allemaal gearresteerd op basis van het overtreden van de APV. In welke zin is het geweldloos kenbaar maken van een politieke mening door het tonen van een spandoek met een tekst tegen racisme en het scanderen van leuzen een gevaar voor de openbare orde?
10. Demonstreren is een grondrecht waarmee burgers deel kunnen nemen aan het democratische proces en het politieke debat. Hoe kijkt het college aan tegen de verhouding tussen het grondrecht op demonstratie en de restrictieve mogelijkheden die de APV biedt? Waarom prevaleerde het vreedzaam gebruik van het demonstratierecht in bovengenoemde casus niet?
11. Plein 1813 is door de politie aangewezen als enige toegestane locatie voor tegenprotest bij de demonstratie van Pegida, die een tocht van circa 3 km door de stad mocht lopen. Is het college met ons van mening dat een dergelijke demonstratieve optocht vanaf het Spui door het centrum een groot publiek bereikt? En dat een tegengeluid vanaf Plein 1813 voor ditzelfde publiek onzichtbaar is?
12. Indieners van deze schriftelijke vragen vinden het niet vreemd dat een demonstratie zoals die van Pegida, met een door velen als omstreden ervaren boodschap, een tegenreactie oproept. Is het college met ons van mening dat wanneer een demonstratie die op weerstand stuit groot podium krijgt om haar boodschap te verspreiden, er in diezelfde binnenstad binnen bereik van dezelfde omstanders, gelegenheid moet zijn voor vreedzaam tegenprotest? Zo nee, is het college van mening dat er in Den Haag recht wordt gedaan aan het demonstratierecht van de tegendemonstranten?
13. De keuze om mensen preventief op te pakken, dus zonder dat er strafbare feiten zijn gepleegd, staat op gespannen voet met burgerrechten. Is het college met ons van mening dat er alleen mag worden opgetreden tegen excessen? Zo nee, waarom niet? Waarom is er in dit geval voor gekozen om het demonstratierecht van alle tegendemonstranten in te perken of af te nemen? Ligt aan deze keuze een beleid ten grondslag? Zo ja, welk beleid?
14. Is het college bereid zich te informeren over hoe er in Amsterdam en Utrecht met vergelijkbare situaties wordt omgegaan en met deze kennis kritisch op het eigen demonstratiebeleid te reflecteren? Zo ja, op welk wijze? Zo nee, waarom niet?
Ad 9 t/14
Zie het antwoord op vraag 2.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Dank voor het indienen van deze vragen! Het moet afgelopen zijn met dit gedrag van de Haagse politie… Elke keer zelfde liedje…
Je slaat de spijker op ze kop, altijd het zelfde liedje met die gasten. Aanpakken en zo hard mogelijk. Politie heeft super goed werk verricht.
Haha…, nou…, het liedje van jullie kant is welbekend…. “Neem ze te grazen”… oh, nee…., “Laat ze niet lopen”…. 🙂 Vrijheid van Meningsuiting” te grazen willen nemen..!Das lekker! 🙁
Goede en doortastende vragen. Ik kijk reikhalzend uit naar de antwoorden.
Opsluiten die gasten waren uit op rellen, waarom hadden ze zwaar vuurwerk bij zich, waarom werden de afspraken niet nagekomen om op plein 1813 te demonstreren. Ik zie dat nergens staan, als je dan toch alles wil uitzoeken zoek dit dan ook even uit.
Een toevoeging op vraag 7!
Niet gaven ze alleen de medicatie niet, maar lachten ze me ook nog uit als ik er weer om vroeg! ?
Heeft de politie een reden gegeven waarom ze je de medicatie niet wouden geven?