Schrijnende praktijken rond tuinhuis achter Brouwersgracht

Met schriftelijke vragen vraagt de Haagse Stadspartij aandacht voor een mogelijk geval van ongerechtvaardigde verrijking. De Stichting Behoud Waardevol Erfgoed is van plan om met een vonnis van de rechtbank het tuinhuis aan de Brouwersgracht 2P te ontruimen. De huidige bewoner heeft zich in 1981 over het tuinhuis ontfermd en het in 33 jaar tijd eigenhandig gerenoveerd. Een waardeloze ruïne heeft hij tot karakteristiek woonhuis met een aanzienlijke waarde omgetoverd. Op 1 maart a.s. dreigt hij echter zonder enige compensatie op straat gezet te worden.

In 1978 zijn de panden Prinsegracht 36 en 38, inclusief Bartholomeuskapel, oude kloostertuin en tuinhuis door de gemeente Den Haag in gebruik gegeven aan Emmaus Welvaartsresten. De huidige bewoner van het tuinhuis heeft zich in 1981 over het tuinhuis ontfermd en het helemaal zelf opgeknapt. Ook heeft hij zich met succes en met steun van de buurt verzet tegen een bouwplan dat voorzag in het volbouwen van de prachtige kloostertuin en sloop van het tuinhuis en een aantal historische panden aan het Hoge Zand. In 2003 heeft de dienst Stedelijke Ontwikkeling een perceel grond met daarop o.a. het tuinhuis voor € 1 in erfpacht overgedragen aan de Stichting Behoud Waardevol Erfgoed (BWE). De huidige bewoner van het tuinhuis stelt echter in 2002 door verjaring eigenaar van het tuinhuis te zijn geworden. In een brief uit 2007 erkent de stichting BWE dat de huidige bewoner “normaal gesproken eigenaar zou hebben moeten zijn” van het tuinhuis. Daarnaast heeft BWE in 2006 een gebruikers-/koopovereenkomst afgesloten met de huidige bewoner. Hij dreigt echter per 1 maart aanstaande uit het tuinhuis te worden gezet, omdat de afgesloten gebruikers-/koopovereenkomst is ontbonden door de rechtbank.

Raadslid Peter Bos van de Haagse Stadspartij: “Dit is een erg schrijnende kwestie. Ik wil graag van de gemeente weten waarom destijds de rechten van de huidige bewoner nooit zijn erkend. Hij staat straks met lege handen en wordt op straat gezet, terwijl de stichting BWE een pand met een hoge waarde in de schoot geworpen krijgt”.

Inzake: Tuinhuis Kloostertuin
Het raadslid de heer Bos heeft op 19 februari 2015 een brief met daarin zes vragen aan de voorzitter
van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden
van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

De Stichting Behoud Waardevol Erfgoed is van plan om met een vonnis van de rechtbank het tuinhuis
aan de Brouwersgracht 2P te ontruimen. De huidige bewoner dreigt hierdoor op straat te belanden.
Deze man heeft zich in 1981 over het tuinhuis ontfermd en het in 33 jaar tijd opgebouwd van
waardeloze ruïne tot karakteristiek woonhuis met een aanzienlijke waarde.
In 1978 zijn de panden Prinsegracht 36 en 38, inclusief Bartholomeuskapel en oude kloostertuin met
tuinhuis door de gemeente Den Haag in gebruik gegeven aan Emmaus Welvaartsresten. In 2003 heeft
de dienst Stedelijke Ontwikkeling een perceel grond met daarop o.a. het tuinhuis voor € 1 in erfpacht
overgedragen aan de Stichting Behoud Waardevol Erfgoed (BWE). De huidige bewoner van het
tuinhuis stelt echter in 2002 door verjaring eigenaar van het tuinhuis te zijn geworden. In een brief uit
2007 erkent de stichting BWE dat de huidige bewoner “normaal gesproken eigenaar zou hebben
moeten zijn” van het tuinhuis. Daarnaast heeft BWE in 2006 een gebruikers-/koopovereenkomst
afgesloten met de huidige bewoner. Hij dreigt echter per 1 maart aanstaande uit het tuinhuis te
worden gezet, omdat de afgesloten gebruikers-/koopovereenkomst is ontbonden door de rechtbank.
Onder verwijzing naar artikel 30 van het reglement van orde stel ik hierover de volgende vragen:

1. Is het college bekend met deze zaak?

Ja, het college is bekend met deze zaak

2. Kan het college aangeven waarom het perceel in 2003 voor 1 euro aan de Stichting BWE is
overgedragen?

Op 20 april 1978 heeft de gemeente de panden gelegen aan de Prinsegracht 36 en 38 in bruikleen
gegeven aan de woon- en werkgemeenschap Emmaus Welvaartsresten, onderdeel van de
internationale Emmausbeweging, gericht op het creëren van woonwerkgemeenschappen en projecten
in het kader van de armoedebestrijding. Met het oog op het behoud van het onderhavige complex is
vanuit Emmaus de Stichting Behoud Waardevol Erfgoed opgericht. Op 11 juli 2003 is het complex
voor € 1,00 in erfpacht uitgegeven aan voornoemde stichting met een opknap- en beheerverplichting.Deze uitgifte in erfpacht bood de stichting de mogelijkheid om een hypothecaire lening af te sluiten
teneinde het onderhoud te financieren. Het is de stichting niet toegestaan het recht van erfpacht te
vervreemden zonder toestemming van de gemeente. Aan deze toestemming zal de gemeente nadere
voorwaarden stellen, gericht op voortzetting van het gebruik en rekening houdend met de uitgifteprijs
van € 1,00 en de door de erfpachter gedane investeringen. Daarnaast heeft de gemeente gedurende
20 jaar het recht om het complex terug te kopen voor € 1,00, vermeerderd met een vergoeding van
door de erfpachter gedane investeringen. Deze bepalingen zijn opgenomen ter bescherming van de
gemeentelijke belangen in dit kwetsbare gebied.

3. Was het college in 2003 bekend met het feit dat niet de Stichting BWE de restauratie van het
tuinhuis had uitgevoerd, maar de toenmalige en huidige bewoner? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
waarom is hiermee geen rekening gehouden bij de erfpachtconstructie?

Het was de gemeente bekend dat onder auspiciën van Emmaus Welvaartsresten een aantal personen
het complex aan de Prinsegracht, waaronder het tuinhuis, is gaan restaureren vanaf 1981/1982. Over
de inbreng van ieder afzonderlijk betrokkene is geen duidelijkheid meer te geven. De meningen van
betrokkenen lopen hier overigens uiteen. De uitgifte in erfpacht is dan ook niet geschied aan
afzonderlijke individuen, maar aan het collectief, vertegenwoordigd door de Stichting Behoud
Waardevol Erfgoed.

4. Was het college op de hoogte van het feit dat tijdens de transactie in 2003 de huidige bewoner het
tuinhuis in gebruik had? Zo nee, waarom niet?

Ja, op 5 september 2001 hebben de stichting en de huidige bewoner van het tuinhuis een
huurovereenkomst gesloten. De uitgifte in erfpacht bracht hierin geen verandering.

5. Welke titel van gebruik m.b.t. het perceel had de Stichting BWE ten tijde van de vestiging van het
recht van erfpacht in 2003 volgens het college?

De Stichting Behoud Waardevol Erfgoed trad op als rechtsopvolger van Emmaus Welvaartsresten als
bruiklener.

6. Het college heeft in het verleden een rol gespeeld bij het vervreemden van het perceel op basis van
veronderstelde eigendoms-/gebruiksverhoudingen. Door de jarenlange inzet van een derde heeft
het perceel een aanzienlijke waardevermeerdering gekregen die ten goede komt aan de stichting.
Het gaat mogelijk om enkele tonnen. De huidige bewoner annex investeerder staat straks met lege
handen. Is het college bereid om in deze schrijnende zaak tussen twee partijen te bemiddelen? Zo
nee, waarom niet?

De gemeente heeft altijd positief gestaan ten opzichte van de inspanningen van Emmaus
Welvaartsresten en Stichting Behoud Waardevol Erfgoed en de daarin actieve personen om de
leefbaarheid van het Oude Centrum te versterken. De gemeente betreurt het feit dat door onderlinge
meningsverschillen de huidige situatie is ontstaan, inclusief een aantal rechtszaken. De huidige
bewoner van het tuinhuis is zowel in een procedure tegen de gemeente alsmede tegen de Stichting
door de rechter in het ongelijk gesteld. Desalniettemin wil het college wel een poging ondernemen om
partijen nader tot elkaar te brengen.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen